Professional Documents
Culture Documents
Inleiding..................................................................................................................................................3 Een validerend gesprek, wat is dat?.......................................................................................................4 Wat houdt het in?............................................................................................................................4 Wanneer kun je een validerend gesprek voeren?...........................................................................4 Doelen van een validerend gesprek:...............................................................................................4 Een veilig klimaat voor een validerend gesprek......................................................................................5 De plek............................................................................................................................................5 Het tijdstip........................................................................................................................................5 Hoe ga je zitten?..............................................................................................................................6 Technieken voor validerend gesprek......................................................................................................7 Start een gesprek neutraal en ontspannen......................................................................................7 Leg uit waarom je met iemand in gesprek gaat...............................................................................7 Open vragen, leiden tot open antwoorden.......................................................................................7 Luisteren is belangrijker dan praten.................................................................................................8 Laat zien dat je luistert.....................................................................................................................8 Probeer vast te stellen wat er aan de hand is..................................................................................8 Sluit een gesprek goed af..............................................................................................................10 Validerende gespreksvoering is net als schaatsen ..............................................................................11 Bronvermelding.....................................................................................................................................12 Nawoord...............................................................................................................................................13
Inleiding
In deze handleiding over het voeren van een validerend gesprek vind u een uitgebreide beschrijving van onderdelen en technieken die bij een validerend gesprek horen. Er is geprobeerd een zo chronologische mogelijke volgorde aan te houden. Er wordt dus begonnen bij het voorbereiden van een dergelijk gesprek, en het eindigt met de reflectie hiervan. Het accent van de handleiding ligt bij het docentschap maar er worden ook andere voorbeelden aangehaakt. Hier is voor gekozen omdat er in veel verschillende situaties de mogelijkheid is voor het voeren van een validerend gesprek. Wij wensen u veel leesplezier en hopen met deze handleiding te hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van uw validerende gespreksvoering. Veel succes, Wouter Breunesse & Jeroen Kraan
De plek
Wanneer je een validerend gesprek wilt voeren moet je zorgen voor een goede omgeving waarin je dit kunt doen. Wil iemand iets van zich zelf laten zien, dan moet hij in een veilige omgeving zijn. Hij of zij moet zich dus vertrouwd kunnen voelen. De ruimte waar een gesprek plaats vindt is dus erg belangrijk. Zo is het prettig als je elkaar goed kan verstaan. In een hoekje van een aula is dus dan geen optie. Een klein kantoortje of een klas lokaal wel. Zorg ervoor ook voor dat je elkaar goed kan zien. Wanneer je in een donkere ruimte bent is het lastig om te zien wat voor emoties iemand laat zien met zijn lichaamstaal. Waterige ogen zul je in een donker bruine kroeg niet direct zien. Je kunt jezelf wel voorstellen dat je geen persoonlijke dingen deelt als je hele klas, of al je collegas dat kunnen horen. Het is dus belangrijk dat je een plek zoekt waar een gesprekspartner de privacy heeft om iets van zichzelf te kunnen laten zien. Je kunt hier denken aan een heel gehorige ruimte waar je net zoveel hoort op de gang als daarbinnen. Maar je kunt ook denken aan een ruimte waar een heel groot raam is. Een gesprekspartner kan zich dan druk blijven maken over of mensen hem wel of niet kunnen zien. Ook dit is dus een punt waar je op moet letten.
Het tijdstip
Het is erg belangrijk dat je een uitnodigende situatie creert om te praten. Wanneer je dus een gesprek aan knoopt terwijl jij ook nog even de notulen van de vorige vergadering moet doornemen is dit niet uitnodigend. Of als je zelf over 10 minuten weg moet heeft het eigenlijk geen zin om een gesprek aan te knopen. Je gesprekspartner zal merken dat je eigenlijk een beetje haast hebt. Zelf zal het ook moeilijk zijn om je aandacht erbij te houden omdat je al aan het rekenen bent hoe laat je weg moet. Verplaats je op dit punt ook in je gesprekspartner. Stel een leerling moet zijn folders nog vouwen, ze rond brengen, en nog zijn toets van morgen leren. Dan zal hij of zij niet zitten te wachten op om een gesprek aan te gaan. Het is dus goed om van te voren een gesprek te plannen. Zorg dat je dan ook echt tijd hiervoor vrijmaakt en dus bijvoorbeeld een uurtje vrijhoud in je agenda. Wanneer je dit doet, denk dan meteen aan waar je het gesprek zou kunnen houden. In sommige gevallen is dit echter niet mogelijk, kondig dan wel aan dat je zo direct even met iemand wil praten. Bijvoorbeeld: Je maakt je zorgen om een leerling. Vertel dan dat je aan het eind van de les even met diegene wilt praten. De leerling zal zich er dan op instellen dat hij even moet blijven zitten, en schuift zijn bezigheden dan iets verder weg. Je bent dus eigenlijk bezig met het scheppen van een goed klimaat voor een gesprek.
Hoe ga je zitten?
Veel mensen weten het niet maar wanneer je communiceert met iemand doe je dit meer met je lichaamstaal dan met je met de woorden die je wisselt. Ongeveer 80% van de informatie die word overgebracht in een gesprek doe je met je lichaamstaal. Je moet dan denken aan je houding, je gezichtsuitdrukking, maar bijvoorbeeld ook waar je naar kijkt. Wanneer je uitnodigend wilt zijn om met iemand te praten is het handig om naast de ruimte en het tijdstip ook te letten op de houding die je aan neemt. Je moet dan denken aan een open houden. Een open houding is eigenlijk niet anders dan dat je zorgt dat er zo min mogelijk blokkades in jouw houding. Je armen over elkaar doen werk dus niet uitnodigend. Je zult hiermee uitstralen dat je je defensief opstelt of dat je eigenlijk niet laat zien wat je werkelijk denkt. Het zelfde geld voor je benen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Zo zal dit niet gemakkelijk gaan wanneer je een kortere rok aan hebt. Een ander onderdeel zijn je handen. Let er maar eens op hoeveel gebaren mensen maken met hun handen als ze praten. Hoe meer jij je handpalmen zult laten zien, hoe meer je houding als open zal worden genterpreteerd. Je geeft hiermee het signaal dat je niet te verbergen hebt, en dat je open staat voor de ander. Het tegenovergestelde werkt ook. Hoe meer jij je handrug laat zien, hoe meer je als autoritair zal worden ervaren. Dit is echt niet wat je wilt wanneer je een validerend gesprek voert. Je wilt op het zelfde niveau als je gesprekspartner zijn. Je wilt hem niet het gevoel geven dat hij of zij zich tegenover jou moet verantwoorden. Dit zal niet uitnodigen om over zichzelf te vertellen. Dit brengt ons direct tot het volgende punt. Stoelen en de positie ervan. Stel je voor dat jij tegenover iemand zit. Jij zit op een stoel waar je wat inzakt en degene tegenover je zit juist op een bureaustoel waar door hij of zij zon 20 of 30 centimeter hoger zit dan jij. Je zult het misschien gek vinden maar dit heeft wel degelijk effect op hoe je tegen die ander kijk op dat moment. Je zult het gevoel hebben dat diegene boven je staat, en dat je daarom moet opletten wat je zegt tegen hem of haar. Het zelfde word ervaren als je helemaal recht tegen over elkaar zit. Dit zal als opdringerig of agressief worden ervaren. De gesprekspartner zal het gevoel hebben dat hij of zij van iets word verdacht wat alleen maar negatief kan zijn. Door ongeveer 45 graden te draaien zal dit minder direct zijn en daarom prettiger voor de gesprekspartner. Let op wanneer je te veel weg draait zal de gesprekspartner weer het idee hebben dat je niet genteresseerd bent. Ga dus nooit in een hoek van 80 graden of verder van je gesprekspartner zitten. Als laatste is het goed om op te letten of er dingen tussen jou en je gesprekspartner staan. Wanneer er een grote afstand zit tussen jou en je gesprekspartner zal dit niet bevorderen tot het gesprek. De beste positie zit ongeveer tussen een halve meter en meter tussen jou en je gesprekspartner. Wanneer je te dicht bij komt zul je dit direct merken aan je gesprekspartner. Ook is het verstandig om te zorgen dat er geen tafel of iets anders tussen jou en je gesprekspartner zit. Wist je dat 95% van de afwijzingen bij een sollicitatiegesprek van achter een bureau worden gedaan? Ook wanneer er een obstakel tussen jou en je gesprekspartner zit kan dit worden genterpreteerd als dat je iets te verbergen hebt, of dat je eigenlijk negatief of niet open staat voor de ander. Een goed klimaat voor een gesprek is dus dat je: Een veilige ruimte hebt voor een gesprek Tijd genoeg hebt om te praten Een open houding aanneemt tegen een gesprekspartner Een uitnodigende gespreksopstelling kiest
Op een open vraag kan de antwoorden dus helemaal zelf kiezen wat hij hierop zegt, en hoe hij dat zegt. Je zult dan ook een langer antwoord terugkrijgen dan als een gesloten vraag stelt. Gesloten vragen zijn vragen waar met n antwoord op gegeven kan worden. Denk aan; Ben je het daar mee eens? Je kunt hier alleen ja of nee op antwoorden. Wanneer je een validerend gesprek voert wil je dat de gesprekspartner meer informatie over zichzelf geeft. Dit kun je dus het beste doen als hij dit geheel in zijn eigen woorden kan doen en zelf kan kiezen wat hij vertelt. Hoe meer open vragen je stelt hoe meer je de communicatie tussen jou en je gesprekspartner stimuleert. Een hulp middel om te gebruiken om open vragen te stellen is door al je vragen met wat of hoe te beginnen. Misschien is dit in het begin nog wat lastiger, maar hoe meer je dit traint, hoe makkelijker het gaat. 7
10
Bronvermelding
Bij het ontwikkelen van deze handleiding is de volgende literatuur als basis gebruikt. Boeken: Het uitgebreide grote vaardigheden boek, door Erik Pijs (o.a. Open vragen, en parafraseren) Problemen laten bij wie ze horen, door Gary B. Lundberg & Joy Saunders Lundberg (o.a. luisteren) Waarom mannen en vrouwen met hun lichaam zeggen, wat ze eigenlijk niet willen vertellen, door Allan & Barbara Pease (o.a. Hoe ga je zitten?)
12
Nawoord
Validerende gespreksvoering is te leren. Het goed beheersen hiervan vraagt om training. De kern hiervan is dat je zo weinig mogelijk inhoudelijke input vanuit jezelf geeft. Je stuurt het gesprek doormiddel van open vragen, en past de techniek parafraseren toe om de communicatie optimaal te laten verlopen. Luisteren is minstens zo belangrijk als vragen stellen, net als de omgeving waarin het gesprek plaats vindt. Het doel is dat de gesprekspartner zelf tot inzicht komt van het probleem en hier vervolgens zelf een oplossing of suggestie voor bedenkt. Een validerend gesprek kan in veel situaties worden toegepast, en word over het algemeen als prettig ervaren door mensen. De inhoud van het gesprek moet als zeer vertrouwelijk worden behandeld.
13