You are on page 1of 6

Dyslexie

Definitie: Een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. (Er zit een kink in de kabel en het is een niet geneesbaar probleem, dus zal altijd lastig blijven). Kenmerken Dyslexie: Moeite met lezen; Fouten overschrijven; Langzaam; Verwerking is langzaam; Fonetisch; Comorbiditeit = meerdere stoornissen samen; Moeite met spellen; 3-5% in NL; Broca en Wernicke in de hersenen werken niet mee; Ernst verschilt per persoon; Bij een IQ onder de 70 is dyslexie moeilijk vast te stellen. Wat kan je er als docent mee doen: Stel open vragen (hoe, wat, waar, waarom?); Stel 1 vraag tegelijk; Geef voldoende bedenktijd (3sec); Wees positief: geef aan wat goed gaat; Wees constructief: geef aan wat beter kan, bespreek hoe het beter kan; Geef feedback op inspanning, proces en resultaat; Leg het probleem in de taak, niet in de leerling; Varieer in aanbod: visueel, auditief, handelend; Maak een lijst met termen; Geef voldoende uitleg en oefening; Geef huiswerk op tijd op en schrijf het op het bord; Spreid proefwerken; Toets regelmatig kleine hoeveelheden; Mondelinge overhoring; Zorg voor een heldere lay-out (Arial 12); Zorg voor rust en extra tijd (20%);

Dyscalculie
Definitie: Een stoornis die gekenmerkt wordt door ernstige en hardnekkige problemen met het leren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-wiskunde kennis. Kenmerken: Vanaf een IQ van 70 is het een specifiek leerprobleem; Problemen met getallen; Moeite met ruimtelijk inzicht, Klok kijken gaat lastig; Moeite met rekenen/sommen; Datum lezen; Traag werktempo; Moeite met werken onder tijdsdruk; Visueel is belangrijk. Dyscalculie gaat vaak gepaard met dyslexie. Dyslexie gaat soms gepaard met dyscalculie. Wat kan je er als docent mee doen: Sterke kanten blijven benaderen; Extra aandacht geven; Veel structuur bieden; Consequent handelen; Wanneer er na 6mnd extra zorg nog geen vooruitgang is geboekt specialist raadplegen.

ADHD
Definitie: ADHD = Attention Deficit Hyperactivity Disorder (een aandachtsstoornis met hyperactiviteit). Oorzaak van ADHD is dat er een regulatiestoornis is in het inhibitiesysteem (remsysteem) van de hersenen, waardoor het onbelangrijke prikkels niet kan selecteren en negeren. Is een aandachtstekort stoornis, dat wil zeggen dat de aandacht te kort bij een taak kan worden gehouden. Niet een tekort aan aandacht. Bekendste medicijn: Ritalin Wat kan je er als docent mee doen: Zorg voor een plezierig klimaat in de klas, accepteer het eigen-aardig gedrag van ADHDleerlingen en leer zijn vraag verstaan. Bied duidelijke structuren, houd de situatie ordelijk en overzichtelijk; het geeft ADHD-leerlingen een gevoel van veiligheid en tolerantie. Bewaak de continuteit en reguleer het gedrag: geef duidelijk aan waar de grenzen liggen. Straffen en belonen maken daar deel van uit. Bespreek veranderingen in de aanpak alleen met de leerlingen (en niet binnen de klasgroep). Probeer de leerling zelfvertrouwen te geven door gedifferentieerd om te gaan met de leerstof. Tenslotte is het van belang om een goede relatie op te bouwen met de ouders, zodat probleemsituaties en zorgen besproken kunnen worden.

Faalangst
Definitie: Met faalangst bedoelen we onder invloed van de angst om goed te presteren zo geblokkeerd raken, dat het resultaat van je prestatie onder de potentile mogelijkheden ligt. 3 soorten faalangst: - Faalangst voor cognitieve taken: Cognitieve faalangst komt voornamelijk voort uit taken, die te maken hebben met het schoolse leren. Het betreft het oppikken van nieuwe leerstof, alswel het toetsen van bestudeerde stof. - Faalangst voor sociale taken: Sociale faalangst is een angst, die optreedt wanneer kinderen voor een bepaalde sociale taak staan (kennismaken, presenteren, omgaan met anderen). - Faalangst voor motorische taken: Motorische faalangst is bang zijn om lichamelijk te presteren of lichaam te gebruiken bij opdrachten tijdens gymnastiek. Faalangst bestaat vaak uit mengvormen. Faalangst training: De inhoud van deze training is vooral gebaseerd op rationele technieken (het benvloeden van je gedachten), ontspanningstechnieken en simulatieoefeningen. Ouders worden hier in betrokken bij de opzet en uitvoering van het programma.

Adaptief Onderwijs

Kenmerken van adaptief onderwijs: 1. Uitdaging - dingen uitzoeken en ontdekkend leren; - samenwerken en overleggen; - zelf betekenis verlenen; - actief kennis construeren. 2. Ondersteunen De helpende hand bieden bij iets wat jongeren nog net niet zelf kunnen maar waar zij in hun intellectuele en emotionele ontwikkeling wel aan toe zijn (zone van naaste ontwikkeling). Negatieve verwachtingen leveren negatieve gevoelens op. Deze gevoelens hebben

negatieve gevolgen voor de draagkracht. De emotionele weerbaarheid neemt af, evenals het vermogen je te concentreren en je niet uit het veld te laten slaan en door te zetten. 3. Vertrouwen Zelfvertrouwen, het gevoel hebben dat je opgewassen bent tegen taken die je moet uitvoeren, is een basisvoorwaarde voor een goede werkhouding. Jongeren zijn van huis uit actieve leerders. Ze blijven actief als wij hoge verwachtingen laten zien, respect en waardering tonen, als we stimuleren ipv controleren.

You might also like