You are on page 1of 21

DE ONTWIKKELING EN HET BELANG VAN DE FANTASIE

SANJA DE VRIES

STEL JE EENS VOOR...


DE ONTWIKKELING EN HET BELANG VAN DE FANTASIE

Student: Sanja de Vries Studentnummer: 0806417 Studierichting: Grafisch Ontwerp Willem de Kooning Academie Onderzoeksdocument Datum: 25-05-2012 Docent: Levien Nordemann

INHOUDSOPGAVE
INLEIDING 1: HET VERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT 5 7

1.1 De definitie van fantasie 1.1.1 De verbeelding 1.1.2 De fantasie 1.2 Reproduceren, combineren, creren 1.3 De definitie van creativiteit 1.4 Overeenkomsten en verschillen 1.5 De wisselwerking tussen fantasie en creativiteit
2: HET BELANG VAN FANTASIE

7 7 7 8 9 10 11
13

2.1 De ontwikkeling bij kinderen 2.2 Het virtuele rollenspel 2.3 De effecten van een goede fantasie
3: HET PRIKKELEN VAN DE FANTASIE

13 14 15
17

3.1 Vergroot het referentiekader 3.2 Het sturen van de fantasie 3.3 Voorbeeldproject The Monster Engine
4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIE VAN DE FANTASIE

17 17 18
27

4.1 De invloed van plaats 4.2 De invloed van de informatiemaatschappij 4.3 Vertalen of triggeren 4.4 Fantasie over vorm 4.5 Bizar of logisch
CONCLUSIE LITERATUURLIJST

27 28 29 32 33
35 37

INLEIDING
Het idee voor het onderwerp van deze scriptie kwam voort uit een filmpje dat ik op internet zag over het nieuwe voorlezen aan kinderen, namelijk via de iPad. Hierbij wordt er via audio een verhaal verteld aan het kind waarbij het kind meteen in een compleet geanimeerde wereld ziet wat er daadwerkelijk verteld wordt. Dit deed bij mij de vraag rijzen of op deze manier van voorlezen er nog wel genoeg beroep wordt gedaan op de fantasie en verbeelding van het kind. Tenslotte, als letterlijk op een geanimeerde manier wordt getoond wat zich in het verhaal afspeelt, zou er weinig voor eigen invulling overblijven. Dit heeft mij besloten om onderzoek te doen naar de fantasie, wat het is, waar het voor dient en waar het goed voor is. Maar vooral, kan er op latere leeftijd doormiddel van de fantasie winst worden gehaald uit de creatieve stimulansen die men vroeger daarin gehad heeft? Met deze scriptie wil ik mijzelf een antwoord geven op bovenstaande vragen en daarmee een concreter beeld verkrijgen over de werking en uitwerking van de fantasie op de mens. Tevens wil ik hiermee aan kunnen tonen dat de rol van fantasie veel groter is dan aanvankelijk gedacht werd, en daarmee het belang van fantasie benadrukken.

PAG. 5 | INLEIDING

HET VERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT


Om een goed beeld te kunnen schetsen van hoe fantasie werkt en zich ontwikkeld, is het belangrijk om te weten wat het precies is. Hoe verhouden fantasie, verbeelding en creativiteit zich tot elkaar en wat zijn de functies van de verschillende onderdelen?
1.1 DE DEFINITIE VAN FANTASIE

Fantasie en verbeelding worden vaak met elkaar in een zin genoemd. Ze luisteren zeer nauw naar elkaar, toch zijn er verschillen tussen de twee begrippen.
1.1.1 DE VERBEELDING

De verbeelding geeft mensen het vermogen zich ergens een voorstelling van te maken. Prof. Dr. Hans Alma, hoogleraar psychologie en zingeving aan de Universiteit voor Humanistiek, zegt in zijn symposium dat de verbeelding de mens helpt om de werkelijkheid te onderzoeken. Dit wordt dagelijks gedaan zonder dat het ritme daardoor verstoord wordt, bijvoorbeeld door het lezen van een boek, het kijken naar een film, of het bekijken van kunst. (H. Alma, De virtuele wereld als uitdaging voor de verbeelding, 2008) Daarbuiten zorgt de verbeelding ook dat er een voorstelling gemaakt kan worden over wat de mens zelf wilt bereiken of bezitten.
1.1.2 DE FANTASIE

Buiten deze vorm van toepassen van verbeeldingskracht, speelt de fantasie een veel grotere rol in het leven. De fantasie gaat opzoek naar inventieve manieren om bepaalde dingen of gebeurtenissen tot stand te laten komen. Dit wordt gezien als de uitvinder. Zonder fantasie zouden mensen vastzitten aan feiten. A mental life occupied solely by facts would lack the rich variety of cognitive, emotional and social experiences that most people take for granted (R.M.J. Byrne,The rational imagination: How people create alternatives to reality, 2005, p. 197). Hiermee zegt Byrne, professor cognitieve wetenschappen, dat deze cognitieve, emotionele en sociale ervaringen het gevolg zijn van onze fantasie. Deze ervaringen worden dus geboren uit een behoefte die de mensen hebben. Hierin speelt de fantasie een grote rol.

Met behulp van de verbeeldingskracht wordt er dus een ideaalbeeld geschetst. Tegelijkertijd gaat de fantasie aan het werk over hoe dit bereikt zou kunnen worden. Welke stappen er nodig zijn om het uiteindelijk doel te bereiken. Drs. Leen den Besten, onafhankelijk onderzoeker op het gebied van
PAG. 7 | HOOFDSTUK 1: HETVERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT

theologie en filosofie zegt in zijn onderzoeksdocument Verbeeldingskracht en fantasie (2010), het volgende: Verbeelding deed de mens werktuigen vervaardigen, huizen bouwen, ontdekkingsreizen maken, boeken schrijven, en wat al niet. Ze gaf zijn gedragingen richting. Ze is nog altijd de stuwende kracht achter zijn scheppingsdrang en cultuur. Met zijn verbeeldingskracht vergroot hij zijn mogelijkheden, ten goede of ten kwade. (p. 1). Wat Den Besten hiermee concludeerd, is dat de behoefte aan iets nieuws wat het bestaan aangenamer maakt, heeft geleid tot grote vooruitstrevende stappen in het menselijk bestaan.
1.2 REPRODUCEREN, COMBINEREN, CREEREN

1. Lev Vygotsky Imagination and Creativity in Childhood (1930)

onze persoonlijke database van visuele aspecten, maar ook van impressies en ervaringen. Echter, als er slechts reproduceert wordt wat al reeds bekend is, wordt er nooit een voorwaartse stap gezet in de ontwikkeling van de mens. Daarvoor beschikt de fantasie ook over een combinerend vermogen. Deze is in staat om verschillende bestaande elementen te combineren tot iets nieuws. LevVygotsky1 geeft als voorbeeld dat ieder persoon zich een voorstelling kan maken hoe de wereld er over tweeduizend jaar uit ziet. Deze situatie zal door de persoon zelf nooit meegemaakt gaan worden maar kan er toch een beeld over schetsen. (p. 9). Dit betekend dus dat de fantasie altijd in staat is een nieuwe visie te creren zonder zich te voeden met ervaringen uit het verleden. Een combinatie van deze drie elementen zorgt er voor dat de mens stappen vooruit kan maken. Dit wordt door Dorothee Slle in haar boek Fantasie en gehoorzaamheid:Toekomst en christelijke ethiek (1987), op een filosofische manier omschreven. Fantasie ontdekt op creatieve wijze altijd iets nieuws en maakt van iets ouds weer iets nieuws. Ze gelooft nooit in het kwaad en mikt altijd op het goede. De hoop is haar toekomst. Fantasie is altijd verliefd op de goede afloop, ze is ontvankelijk voor nieuwe invallen en overschrijdt steeds weer grenzen. (p. 36) Wat hieruit naar voren komt is de werking van de fantasie ten behoeve van de mens. Uiteindelijk wordt de fantasie gebruikt om er zelf beter van te worden en een comfortabeler, makkelijker en vrijer leven te leiden.
1.3 DE DEFINITIE VAN CREATIVITEIT

Met de quote van Den Besten komt een nieuw aspect van de samenwerking van fantasie en verbeelding aan bod. De fantasie luistert nauw naar onze behoeftes en put daar zijn inspiratie uit om iets nieuws te creren. Wanneer een willekeurig persoon in een kamer wordt geplaatst zonder stoel maar met vier kartonnen dozen, zal de persoon na verloop van tijd behoefte krijgen om te gaan zitten. Deze persoon zal uiteindelijk van de kartonnen dozen een stoel of andere constructie maken waarop gezeten kan worden om aan zijn behoefte te voldoen. In dit voorbeeld zijn de ruimte en de kartonnen dozen natuurlijk een metafoor voor de behoeftes die zich in het (dagelijks) leven voordoen. Waar het om gaat is dat de fantasie gebruik maakt van behoeftes die zich voor doen. Dit komt voor uit het vermogen om doormiddel van de fantasie te reproduceren, de persoon weet hoe een stoel eruit ziet en waar het voor dient en is daarom in staat het de reproduceren. Psycholoog en filosoof LevVygotsky gaat daar verder op in, in zijn artikel Imagination and Creativity in Childhood (1930). Daarin heeft hij het niet alleen over de visuele database die onze fantasie aanlegt maar ook over de emotionele database. Hij zegt dat het reproducerende vermogen direct gelinkt is aan het geheugen. (p. 9). Eigenlijk is het reproducerende vermogen een herhaling van het ontwikkelde en vervaardigde gedragspatroon en een verrijzing van eerder opgedane impressies. Dit maakt onze fantasie en verbeelding niet alleen
PAG. 8 | HOOFDSTUK 1: HETVERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT

Om duidelijk de verschillen en de overeenkomsten te kunnen aanduiden tussen fantasie en creativiteit, zal ook het begrip creativiteit gedefinieerd moeten worden. Vygotsky zegt in zijn eerder geciteerde artikel1 dat creativiteit volgens alledaagse begrippen niet toebehoort aan de gewone burger, maar aan slechts een selecte groep van hoogbegaafde mensen zoals Einstein, Darwin en Edison. (p. 10). Over het algemeen wordt creativiteit in het kunstzinnige geplaatst, daardoor zijn veel mensen snel geneigd om te zeggen dat ze heleml niet creatief zijn. Het tegengestelde is echter waar, er schuilt creativiteit in ieder persoon. Een kunstenaar is per definitie niet creatiever
PAG. 9 | HOOFDSTUK 1: HETVERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT

dan een financieel manager, alleen ze uiten hun creativiteit beiden op een andere manier. De kunstenaar doet dat op een doek dat in een museum komt te hangen, en de financieel manager doet dat doormiddel van een goed beleid waardoor er duizenden banen gespaard kunnen worden. Creativiteit kan onderverdeeld worden in twee categorien, het probleemoplossend vermogen, en het vermogen om door de fantasie gecreerde ideen tot uiting te brengen. Het voorbeeld wat in het vorige hoofdstuk De definitie van fantasie gegeven werd over de ruimte met de kartonnen dozen is een voorbeeld van hoe fantasie en creativiteit samenwerken. Vanuit de fantasie komt de behoefte om iets te creren waar droog op gezeten kan worden en vanuit de creativiteit wordt gekeken wat er gedaan moet worden om dat te realiseren. Wetenschapper Albert Einstein maakte zich zorgen over de ontwikkeling van creativiteit bij de mens. Hij vond dat er te snel dingen aangenomen werden en men zich liet inkaderen door reeds vergaarde kennis. Daardoor zou de nieuwsgierigheid afnemen en men niet meer buiten de kaders durven denken. In de informatiemaatschappij waarin er nu geleefd wordt, beschikt de mens over nog meer kennis. Zou dat kunnen inhouden dat onze creativiteit te lijden heeft onder deze informatiemaatschappij? Hierover is meer te lezen in het hoofdstuk 5.2 De informatiemaatschappij.
1.4 OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN

schil uitmaakt tussen de fantasie en de creativiteit. Namelijk de creativiteit zelf, het tot uiting komen in wetenschap, technologie en kunst. Het gaat hier duidelijk over het uitvoerende vermogen, het zoeken naar de juiste manier om het in de praktijk uit te kunnen voeren. Hieruit kan er kort samengevat worden dat de fantasie gefocust is op de zoektocht naar het idee, en de creativiteit op de zoektocht naar de uitvoering.
1.5 DE WISSELWERKING TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT

Door het definiren van fantasie en creativiteit kan er gesteld worden dat er zeer zeker sprake is van overeenkomsten tussen de fantasie en de creativiteit. Volgens Leen den Besten2 wordt het gedrag van dieren bepaald door hun instinct en dat van mensen vooral door hun verbeeldingskracht. (p. 1). Zo zou verbeeldingskracht het vermogen omvatten tot het leren en analytisch denken, de fantasie, het vermogen vooruit te lopen op de toekomst, het vermogen tot creatief denken en de creativiteit zelf. Met dat laatste bedoeld hij het tot uiting laten komen van creativiteit in bijvoorbeeld de wetenschap, technologie en kunst. Wat Den Besten hier stelt is dat verbeeldingskracht het alom overkoepelende orgaan is. Vanuit de verbeeldingskracht zou vervolgens de fantasie en de creativiteit voortkomen. Toch zijn er ook verschillen tussen de fantasie en de creativiteit. In de uitspraak van Den Besten komt iets essentieels naar voren wat het verPAG. 10 | HOOFDSTUK 1: HETVERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT

2. Leen den Besten Verbeeldingskracht en fantasie (2010) 3. Samli Coskun Imagination and Creativity in Childhood (2011)

Ondanks dat fantasie en creativiteit heel dicht bij elkaar staan, elkaar sterk voeden en samenwerken, is het niet geheel vanzelfsprekend dat deze twee elkaar ook echt nodig hebben. Samli Coskun, docent marketing aan de Universiteit van Noord Florida, zegt in zijn boek From Imagination to Innovation (2011), dat sommige mensen beweren dat creativiteit en fantasie vrijwel hetzelfde zijn en daarom sterk afhankelijk van elkaar zijn. Daarop stelt hij dat het twee gescheiden fenomenen zijn die niet noodzakelijk met elkaar hoeven samen te werken. Hij benadrukt daarbij wel dat als deze twee fenomenen wel optimaal zouden samenwerken, de kans op het genereren van een inventieve doorbraak vele malen groter is. (p. 11). Wanneer er met verf willekeurige vormen worden geschilderd, dan wordt dat gezien als een creatieve uiting. Maar bezit diegene die dat maakt dan ook over fantasie of zijn het gewoon willekeurige vormen op een creatieve manier geuit? De gekozen uitwerking kan creatief of experimenteel zijn, maar zijn slechts materiaalonderzoeken waar een mooi beeld uit ontstaat. Het is niet ontstaan uit een conceptueel idee dat gecreerd is door de fantasie. Dit werkt natuurlijk ook andersom, een persoon die fantastische ideen heeft maar het niet kan uitwerken, kan er dus alleen over praten. Daarentegen kan hij met zijn idee wel andere mensen inspireren die vanuit zijn idee aan de slag gaan met een uitwerking. Zoals Coskun al zei in het eerder genoemde boek3, een perfecte balans tussen fantasie en creativiteit zorgt voor de beste uitvindingen. Maar dit wil niet zeggen dat zowel de fantasie als de creativiteit van n persoon moeten komen. Een collaboratie tussen twee personen kan ook de optimale uitkomst realiseren. Omdat de fantasie de basis vormt voor de beste uitvindingen, is het interessant om te kijken of de fantasie ook een basis vormt in het leven van een mens en welk belang de mens daarbij heeft.
PAG. 11 | HOOFDSTUK 1: HETVERSCHIL TUSSEN FANTASIE EN CREATIVITEIT

2
4. Shirley Wang The Power of Magical Thinking (2009)

HET BELANG VAN FANTASIE


In dit hoofdstuk wordt het belang van fantasie behandeld en wordt er gekeken hoe het zich ontwikkeld bij kinderen. Deze ontwikkeling op jonge leeftijd heeft zijn uitwerking op het functioneren op latere leeftijd.
2.1 DE ONTWIKKELING BIJ KINDEREN

Jaren geleden werd gedacht dat kinderen hun fantasie gebruikte om te kunnen ontsnappen aan de realiteit. Zodra ze op een bepaalde leeftijd waren, zouden ze hun fantasie aan de kant zetten en verder gaan met het leven in de realiteit. Zo schrijft ShirleyWang, voormalig onderzoeker die zich bezig houdt met het publiceren en bekritiseren van onderzoeken, in haar online artikel The Power of Magical Thinking (2009), dat experts op het gebied van de ontwikkeling van kinderen telkens meer het belang gaan inzien van de fantasie en de rol die het speelt in het begrijpen van de realiteit. De fantasie is nodig om te kunnen leren over mensen en gebeurtenissen die niet direct zijn meegemaakt door de persoon zelf, zoals geschiedenis of gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld. Op dit moment worden er diverse onderzoeken gedaan naar het proces van fantasie bij kinderen en hoe kinderen leren fantasie van werkelijkheid te onderscheiden. Paul Harris, ontwikkelingspsycholoog en professor aan Harvard Graduate School of Education, zegt in hetzelfde online artikel4 dat het doel is om te achterhalen hoe de kinderen zich cognitief ontwikkelen, en daardoor een duidelijker beeld te kunnen krijgen over kinderen die een cognitieve achterstand hebben bij aandoeningen zoals autisme. Kinderen met autisme doen niet vaak mee in het doen alsof spelen, dit zou aanleiding zijn voor sommige wetenschappers om te suggereren dat het gebrek aan deze activiteiten een oorzaak kan zijn van hun sociale gebreken. Harris zegt dat het rollenspel een grote invloed heeft op de verbeelding, de fantasie en daarmee dus de cognitieve ontwikkeling. Er zijn diverse varianten van rollenspellen, zowel virtueel als de realiteit.
PAG. 13 | HOOFDSTUK 2: HET BELANGVAN FANTASIE

2.2 HET VIRTUELE ROLLENSPEL

2.3 DE EFFECTEN VAN EEN GOEDE FANTASIE


5

Het belang van rollenspellen brengt het artikel naar voren waarin opiniepeiler Maurice de Hond schrijft over zijn dochtertje van twee, die helemaal gek is van de iPad. Buiten de educatieve spellen die zij kan doen, kan zij ook een soort van rollenspellen op de iPad spelen. Hierover zegt De Hond het volgende: Ze kan in haar virtuele poppenhuis bijvoorbeeld ramen lappen, strijken, de was doen en koken. Haar creativiteit wordt hiermee enorm geprikkeld. Ze heeft bijvoorbeeld ook een app waarmee ze van een pop de haren kan wassen, fhnen en knippen. Ze kan het gezicht ook opmaken. Elke handeling die je moet doen, is binnen de verschillende apps ongeveer hetzelfde. Dus kinderen kunnen er heel gemakkelijk mee omgaan. (p. 65) Hans Alma, die al eerder naar voren werd gehaald met zijn symposium6, stelt dat er een groot verschil is tussen ouderwetse rollenspellen en de virtuele versie van een rollenspel. Bij de ouderwetse manier moet het kind leren improviseren met materiaal en gedrag. Het kind gaat dusdanig in het rollenspel op dat een pollepel een toverstaf wordt en het gedrag van de tovenaar zorgvuldig wordt gekopieerd. Bij virtuele rollenspellen ligt dat anders. Daarin hoeft het kind niet te doen alsof, maar is het kind ook echt de tovenaar met een echte toverstaf. Het hoeft zich niet te behelpen met attributen die overduidelijk voor andere zaken bedoeld zijn. En dat is het punt van discussie, ik citeer Alma: Dit roept de vraag op of virtuele werkelijkheden de verbeelding prikkelen en stimuleren, of dat zij de verbeelding lui maken en het vermogen aantasten om te geloven in de make-belief situatie zonder realiteitsverlies. Het is interessant wat Alma hier zegt, de luxe van een digitaal medium zou juist de fantasie lui kunnen maken. Omdat alles voorgekauwd wordt en de kinderen zelf niet meer hun verbeelding hoeven te gebruiken. Een digitaal medium is natuurlijk prachtig omdat het zeer interactief werkt maar misschien moeten er niet gekeken naar het medium zelf, maar meer naar hoe het medium gebruikt wordt. Misschien moet er anders gebruik gemaakt gaan worden van deze nieuwe ontwikkelingen, zodat juist n van de belangrijkste aspecten van de fantasie niet verloren gaat, het doen alsof.
PAG. 14 | HOOFDSTUK 2: HET BELANGVAN FANTASIE

5. Maurice de Hond Maurice de Hond wil voor dochter (2) eigen school beginnen (2012)

6. Hans Alma De virtuele wereld als uitdaging voor de verbeelding (2008)

7. Leen den Besten Verbeeldingskracht en fantasie (2010)

De fantasie en creativiteit is iets wat vooral in de kindertijd goed gestimuleerd kan worden en wat op latere leeftijd veel voordelen op kan leveren. Dit komt naar voren als ze op de basisschool zitten en misschien al een voorsprong hebben met lezen. Maar dit kan ook pas op latere leeftijd naar voren treden. Marjorie Taylor, docent psychologie aan de University of Oregon zegt in haar boek Imaginary Companions and the ChildrenWho Create Them (2001), dat basisschoolkinderen met een fantasievriendje creatiever zijn, zich sociaal beter ontwikkelen en dat ze beter vanuit het perspectief van een ander kunnen denken. (p. 5). Hieruit blijkt dat kinderen die veel gestimuleerd worden in hun fantasie en creativiteit, doormiddel van rollenspellen, zich sneller ontwikkelen op cognitief gebied. Ze hebben meer inzicht in innerlijke processen bij anderen. Ze hebben geleerd de situatie waarin een ander zich bevindt voor te stellen en kunnen zelfs voorspellen wat diens handeling of uitingen zullen zijn. Ook weten ze hun emoties en ervaringen beter te verwerken en te uiten en hebben ze vaak een voorsprong op het gebied van taal. Een ander voordeel van het doen alsof is dat ze veel in beweging zijn door het imiteren van het personage dat ze spelen. Dit betekend dat ze ook actief en bewust bezig zijn met hun lichaam en daardoor op motorisch gebied zich goed ontwikkelen. Buiten deze voordelen stelt Taylor dat denkbeeldige vriendjes kinderen ook helpen met het omgaan van stress. Door een band aan te gaan met hun denkbeeldige vriend of hun speelgoed kunnen ze hun verhaal kwijt, maar nemen ze ook de positie in van het denkbeeldige vriendje of het speelgoed en spreken of handelen vanuit hun perspectief. Ze kunnen zichzelf troosten of zelfs een oplossing voor zichzelf creren. Buiten de ontwikkelingen in de kindertijd zijn er ook voordelen die op latere leeftijd van pas naar voren kunnen treden. Zo hebben mensen met veel fantasie de vaardigheid om razendsnel verbanden te zoeken tussen bepaalde elementen. Daardoor kunnen ze een situatie sneller overzien en komen ze sneller met een oplossing bij problemen. Hiermee kunnen ze in hun werkcarrire voordeel mee doen, zo schrijft Leen den Besten in zijn eerder geciteerde onderzoeksdocument7: Tegenwoordig proberen bedrijven meer en meer de beste creatieve mensen aan zich te binden. Over het algemeen worden
PAG. 15 | HOOFDSTUK 2: HET BELANGVAN FANTASIE

deze gedreven door postmaterile waarden en zijn flexibel, probleemgevoelig en ontvankelijk. Ze schrikken meestal niet terug voor complexiteit en nieuwe ervaringen, kennen dikwijls een zekere zelfdiscipline en durven risicos te nemen. (p. 2). Hieruit blijkt dat zelfs de arbeidsmarkt zich heeft laten overtuigen door het belang van een goede fantasie en creativiteit in zijn werknemers. Het is dus zo dat een goede fantasie en creativiteit niet alleen belangrijk is als basis in de jeugdjaren, maar dat het ook zijn positieve uitwerkingen heeft op langere termijn.

3
8.Het crerend en reproducerend vermogen 9. Lev Vygotsky Imagination and Creativity in Childhood (1930)

HET PRIKKELEN VAN DE FANTASIE


In het vorige hoofdstuk is er behandeld hoe de processen van de fantasie werken en waarmee dat gestimuleerd wordt. In dit hoofdstuk wordt er vooral gekeken naar hoe de fantasie geprikkeld kan worden van buitenaf en wat de invloeden daarvan kunnen zijn.
3.1 VERGROOT HET REFERENTIEKADER

In eerdere hoofdstukken is er gesproken over de verschillende mogelijkheden die leiden tot de prikkeling en ontwikkeling van de fantasie. Zo kwam het rollenspel aan bod, de denkbeeldige vriendjes en de behoefte om vooruitstrevend te zijn. Daarbij werd in hoofdstuk 2.28, aangekaard dat de fantasie een database is van persoonlijke ervaringen en impressies. Dit houdt dus in dat hoe meer een persoon meegemaakt heeft, hoe groter die database wordt. Daarmee kan ook gesteld worden dat iemand van vijf-entwintig een grotere fantasie heeft dan iemand van tien. Hiermee wordt ook de opvatting ontkracht dat kinderen meer fantasie hebben dan volwassenen. De manier waarop kinderen met hun fantasie omgaan is veel vrijer, maar de daadwerkelijke hoeveelheid fantasie kan niet op tegen die van een volwassene. Volgens Vygotsky 9 is het wel zo dat een kind nog meer gestimuleerd kan worden in het ontwikkelen van de fantasie door zijn referentiekader te vergroten. (p. 15). Hoe meer het kind ziet en ervaart, hoe meer er in zijn database terecht komt en hoe groter zijn fantasie dus uiteindelijk wordt.
3.2 HET STUREN VAN DE FANTASIE

Omdat de hersenen vooral visueel zijn ingesteld is het makkelijker om beelden te verwerken in plaats van tekst. De hersenen kunnen beelden snel opnemen, onthouden en herkennen terwijl voor tekst vaak aandachtig gelezen moet worden voordat het opgenomen wordt. Vooral voor kinderen
PAG. 16 | HOOFDSTUK 2: HET BELANGVAN FANTASIE PAG. 17 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

is het zeer lastig om hun gevoelens om te zetten in tekst. Toch zijn er goede methodes waarbij de fantasie van het kind dusdanig wordt geprikkeld dat ze in staat zijn in samenwerkingsverband een goed verhaal te schrijven. Russisch schrijver Lev Tolstoj beschrijft in zijn boek Who should be learning to write from whom, peasant children from us or us from peasant children? (1862), het proces van creatief schrijven met kinderen. Daarbij gaf hij zelf de eerste opstap voor het maken van een verhaal, vervolgens zijn de kinderen er zelf verder mee aan de slag gegaan om het een kloppend verhaal te maken. Een citaat: Someone said, lets make this old man a wizard; someone else said, no, we dont need to do that, let him be just a soldier; no better have him rob them; no, that wouldnt fit the proverb, they said. Hieruit blijkt dat de kinderen nauw betrokken zijn bij het schrijven. Ze raken genteresseerd en gaan volledig op in het creatieve proces. Tolstoj kon samen met de kinderen een creatief verhaal te schrijven omdat hij in staat was ze te inspireren en te focussen op datgene wat ze interesseert. Uit dit voorbeeld blijkt dat wat vooraf onmogelijk werd geacht door de kinderen, namelijk het schrijven van een creatief verhaal, wel degelijk mogelijk is doormiddel van de juiste sturing en stimulatie. Wat er hier als algehele conclusie uit getrokken kan worden is dat er niet te snel gedacht moet worden dat iets niet mogelijk is, of dat iemand ergens de vaardigheden niet voor heeft. Met de juiste stimulatie en sturing kan de mens veel meer dan aanvankelijk gedacht werd.
3.3 VOORBEELDPROJECT THE MONSTER ENGINE

Hij verzamelde diverse tekeningen van kinderen die hij vervolgens tot in detail ging uitwerken. Later keerde hij met de uitgewerkte versie terug naar de kinderen en liet ze zijn wat de kinderen zelf in feite gecreerd hadden met hun tekening. Uit nader onderzoek bleek zelfs dat kinderen die mee hebben gedaan aan zijn project, minder bang zijn geworden voor monsters in de kast en onder het bed. Door het proces wat ze samen met DeVries afgelegd hadden, waren de kinderen er zich van bewust geworden dat ze zelf de controle over hun fantasie en dus hun monsters hadden en dat ze er dus niet meer bang voor hoefden te zijn. Hieronder enkele voorbeelden van hoe DeVries te werk ging met zijn illustraties.

Illustrator Dave deVries heeft jarenlang voor de bekende uitgever Marvel gewerkt. Dit bedrijf is marktleider op het gebied van comics, vooral gespecialiseerd in monsters en superhelden. Zijn taak bij Marvel was vooral om de personages in de comics zo realistisch mogelijk te illustreren. Nadat zijn kleine nichtje een tekening in zijn schetsboek had gemaakt, kwam hij op het idee om kindertekeningen op dezelfde manier tot leven te wekken als dat hij jarenlang bij Marvel had gedaan. Omdat kinderen zich vaak niet laten inkaderen door de anatomie van de mens, komen daar de meest bizarre creaties uit. Abstracte figuren die vaak een monsterlijk gehalte hebben. Dit bracht hem op het idee om The Monster Engine (1998) op te starten.
PAG. 18 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE PAG. 19 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

Dave de Vries The Monster Engine Kindertekening 1

Dave de Vries The Monster Engine Uitwerking kindertekening 1

PAG. 20 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

PAG. 21 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

Dave de Vries The Monster Engine Kindertekening 2

Dave de Vries The Monster Engine Uitwerking kindertekening 2

PAG. 22 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

PAG. 23 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

Dave de Vries The Monster Engine Kindertekening 3

Dave de Vries The Monster Engine Uitwerking kindertekening 3

PAG. 24 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

PAG. 25 | HOOFDSTUK 3: HET PRIKKELENVAN DE FANTASIE

4
10. Lev Vygotsky Imagination and Creativity in Childhood (1930)

HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIE VAN DE FANTASIE
In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar de werkomgeving van een grafisch ontwerper. Er wordt besproken of het mogelijk is dat de omgeving invloed heeft op de fantasie van de ontwerper, waardoor hij zijn fantasie en creativiteit niet optimaal kan gebruiken. Maar ook welke stappen er voor de ontwerper gemaakt moeten worden om de fantasie bij anderen te stimuleren. En zou dit een verandering zou kunnen brengen in het grafisch ontwerpen zoals het nu is?
4.1 DE INVLOED VAN PLAATS

Buiten de hoeveelheid fantasie en creativiteit waar een persoon over beschikt, zijn er nog verschillende factoren waardoor het wel of niet tot uit kan komen. n daarvan is de plaats waar de persoon zich bevindt. Vygotsky weet dit perfect te verwoorden in het eerder geciteerde boek10. Hij beschrijft dit als volgt: Let us suppose a child is born on the island of Samoa who possesses the unique and extraordinary genius of Mozart. What can he accomplish? The most he can do is expand a scale with three or four notes to seven and create somewhat more complex melodies, but he would be just as incapable of writing symphonies. (p. 30) Vygotsky stelt dat plaats wel degelijk invloed heeft op de ontwikkeling van een idee of talent van iemand en daarmee het succes of het falen daarvan bepaald
PAG. 27 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

wordt. Als de omgeving niet optimaal is om het kleine succes uit te bouwen tot een groot succes, zal het slechts bij een goed begin blijven waarna het vervolgens geen bestaansrecht meer heeft.
4.2 DE INVLOED VAN DE INFORMATIEMAATSCHAPPIJ

KesselsKramer, vier posters voor het Hans Brinker Budget Hotel Unique Designs (2006)

In hoofdstuk 2.4 ging het al kort over wetenschapper Albert Einstein die zich zorgen maakte over de ontwikkeling van creativiteit bij de mens. Het is aannemelijk dat wanneer kennis in grote getale aangeboden wordt, de drang om zelf nieuwe dingen te gaan ontdekken minder wordt. Daarentegen stelt Vygotsky in het eerder geciteerde boek11, dat hoe meer impressies en ervaringen op worden gedaan, hoe groter de fantasie wordt. (p. 15). Er kan dus gesteld worden dat hoe breder de basiskennis van de database is, hoe sneller en meer deze uitgebouwd kan worden. Dit zou dus inhouden dat juist de kennismaatschappij waarin er nu geleefd wordt, een bredere basis vormt voor onze fantasie-database en uiteindelijk dus kan bijdragen aan een grotere fantasie. Hiermee kan een grafisch ontwerper uiteindelijk zijn voordeel doen bij het vertalen van opdracht naar uitwerking.
4.3 VERTALING OF TRIGGER

11. Lev Vygotsky Imagination and Creativity in Childhood (1930)

In het grafisch ontwerpen gaat het erom een boodschap zo helder mogelijk te communiceren in beeld en tekst. Zerahja Kartono, grafisch ontwerpster, zegt in haar essay Verbeelding, de ervaring van het individu in de massamedia (2009), dat dit vaak resulteert in een vrij letterlijke vertaling van het concept. Een vertaling die niets open laat voor de verbeelding (p. 4). Ondanks dat het werken in opdracht van een opdrachtgever over het algemeen begrensder is, valt er ook op dit gebied winst te halen doormiddel van de fantasie. Dit gebeurd in de campagne die het bureau KesselsKramer heeft gemaakt voor het Hans Briker Budget Hotel. Daarbij zijn de posters zo sprekend dat de toeschouwer een eigen beeld gaat creren bij dit hotel. Het triggert de fantasie om een verdere invulling te geven aan hoe dit hotel eruit ziet. Dit gebeurd zonder gebruik te maken van n foto maar puur door de naam van het hotel goed in te zetten en een eenvoudige maar sprekende illustratie te gebruiken.

PAG. 28 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

PAG. 29 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

Daarbuiten kan er doormiddel van vrije projecten ook veel bereikt worden. Dit werd al getoond in het project van The Monster Engine van Dave deVries. Een ander project wat daarmee een enorm succes is geworden, is het 1000 journals project van Brian Singer. Hierbij heeft hij duizend lege dagboeken over de hele wereld verzonden met het bericht dat iedereen die zo een dagboek zou vinden er iets in mocht maken. Binnen korte tijd was het een ware hype en werd er zelfs via internet geprobeerd om de boeken op te sporen. Het resultaat was verbluffend, van leuke knipsels en tekeningen tot diepgaande persoonlijke verhalen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot vele exposities, media aandacht en een gepubliceerd boek waarin de mooiste of meest spraakmakende resultaten getoond werden. Het succes van deze twee projecten ligt hem niet in n dagboek of n kindertekening. Juist de ontzettende hoeveelheid en diversiteit geeft de waarde aan het project. De participanten worden een onderdeel van een groter geheel. Hierin heeft de grafisch ontwerper de rol als cordinator op zich genomen, de dirigent van het orkest. Hij kan het sturen met zijn gevoel voor esthetiek en zijn vermogen om andere mensen te inspireren, de kern van de fantasie te bereiken.

Brian Singer 1000 Journals Project (2000). Vier van de duizend dagboeken

Brian Singer 1000 Journals Project (2000) Expositie van de inhoud van de dagboeken

PAG. 30 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

PAG. 31 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

4.4 FANTASIE OVER VORM

4.5 BIZAR OF LOGISCH

Als een grafisch ontwerper bij wilt dragen aan het stimuleren en triggeren van de fantasie, zal de ontwerper zelf ook zijn fantasie maar vooral ook de verbeelding aan het werk moeten zetten. De ontwerper zal zijn instinct van mooie beelden maken aan de kant moeten zetten en. Jan van Toorn zegt in de door Guus vanWaveren geregiseerde documentaire Anthon Beeke:Van slagersjongen tot grafisch ontwerper (2011), dat het moeilijk is om vooruitstrevend te zijn en te blijven. Daarbij vult hij aan dat juist de bronnen die voor inspiratie zorgen zich niet binnen het vakgebied bevinden maar daarbuiten. Zodra de ontwerpers hun voeding uit het vak zelf halen, is er vaak veel formelere en decoratieve benade-ring. Er zal dus gekeken moeten worden naar de kern van de boodschap, met het antwoord op die vraag kan hij zich gaan inbeelden hoe dat het beste bij de toeschouwer over zal gaan komen. Van Toorn zegt in de eerder genoemde documentaire12, dat het bij vooruitstrevende ontwerpers zoals Anthon Beeke, Swip Stolk, en van Toorn zelf, er juist om gaat wat voor betekenis er uiteindelijk geproduceerd wordt. In het geval van de twee eerder genoemde voorbeelden dus de sfeer impressie van het hotel, en de lading die de mensen zelf aan een dagboek geven. In het geval van het dagboek zal hij moeten afwachten wat er door de mensen gedaan wordt met zijn project. Uiteindelijk kan hij optreden als curator waardoor hij spraakmakende exposities kan organiseren of diepgaande publicaties op de markt kan brengen. In het geval van het hotel is er gekeken naar de meest gebruikte producten in een hotel, en daarbij een mankement toegevoegd. Dit wordt door de doorsnee hotelgast als zeer onprettig en slordig ervaren. Aangezien dit hotel juist de uitstraling wil hebben van crappy budget hotel, is het op een passende manier opgelost. Er kan dus geconcludeerd worden dat wanneer een grafisch ontwerper de fantasie wil stimuleren of triggeren, er goed gekeken moet worden naar wat de eindboodschap van het product is. Dit gaat niet over het maken van een mooi logo of visitekaartje, maar wel over het (tijdelijk) los kunnen laten van vorm, concept en zelf kunnen inleven in het publiek waarvoor het gemaakt wordt. Om de fantasie van anderen te stimuleren of triggeren zal de ontwerper over de optimale combinatie tussen fantasie en creativiteit moeten beschikken.

12. Guus van Waveren Anthon Beeke:Van Slagersjongen tot Grafisch Ontwerper (2011)

13. Dorothee Slle Fantasie en gehoorzaamheid: Toekomst en Christelijke ethiek (1987)

Om deze grenzen te kunnen overschrijden zal er telkens weer een stap voorwaarts genomen moeten worden in de richting van het bizarre. De logica zal zichzelf verklaren maar het bizarre biedt een breder perspectief, de fantasie overstijgt de logica. Ontwerpers zullen zichzelf of moeten vragen of een huisstijl nog bestaan uit n enkel logo en hoe er met een logo gezorgd worden voor een fantasie-triggerent tafereel. Om dit soort onderdelen om te kunnen zetten in een stimulans voor de fantasie, zal er richting het bizarre gedacht moeten worden. Volgens Einstein is het zelfs zo dat als een idee niet absurd is, er geen hoop is. En zoals Dorothee Slle13 al eerder zei over het begrip fantasie: De hoop is haar toekomst(p. 36).

PAG. 32 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

PAG. 33 | HOOFDSTUK 4: HOE GRAFISCH ONTWERPERS EEN POSITIEVE BIJDRAGE KUNNEN LEVEREN AAN DE STIMULATIEVAN DE FANTASIE

!
14. Dave de Vries The Monster Engine (1998)

EINDCONCLUSIE VAN HET ONDERZOEK


De insteek van dit onderzoek was om erachter te komen hoe er op latere leeftijd doormiddel van de fantasie winst kan worden gehaald uit de creatieve stimulansen die men vroeger daarin heeft gehad. Doormiddel van verschillend onderzoeksvragen door de hoofdstukken heen, kan er geconcludeerd worden dat er absoluut voordeel gehaald kan worden op de manier waarop er in de jeugd de fantasie gestimuleerd is. Zeker in de kinderjaren zullen bepaalde sprongen op cognitief, motorisch en taalvaardig gebied sneller en soepeler verlopen dan dat een kind weinig tot geen creatieve stimulatie heeft gehad. Dit houdt echter niet in dat wanneer er op jonge leeftijd weinig of geen creatieve stimulatie is geweest, dit op latere leeftijd niet alsnog kan worden ontwikkeld. Toch is voor een kind het stimuleren van de fantasie van groot belang voor de basis van de ontwikkeling. Buiten deze basis is de fantasie ook een goed middel om kinderen bewust te maken van hun angsten, zoals werd uitgelegd over The Monster Engine14. Ook op de arbeidsmarkt wordt het belang van een goede fantasie steeds meer erkend. De bedrijven zijn meer opzoek naar creatieve fantasierijke mensen die ze aan hun bedrijf kunnen koppelen. Daarmee kan gesteld worden dat mensen met een goede fantasie en creativiteit sneller in aanmerking komen voor een baan. Deze mensen beschikken over een groter probleemoplossend vermogen en kunnen daardoor waardevoller zijn voor een bedrijf. Er kan dus daadwerkelijk gesteld worden dat de creatieve stimulatie in de kinderjaren winstgevend kunnen zijn op latere leeftijd. In het geval van een grafisch ontwerper, is het zelfs zo dat hij juist een cordinerende functie op zich kan gaan nemen om de fantasie te stimuleren bij zowel kinderen als volwassenen. Dit houdt echter wel in dat de ontwerper zijn fantasie ook zal moeten kunnen inzetten om anderen daar profijt mee te bezorgen. Zoals Samli Coskun al zei15 zal de ontwerper zelf over de optimale combinatie tussen creativiteit en fantasie moeten beschikken om zelf voor een innovatieve doorbraak te kunnen zorgen.
PAG. 35 | EINDCONCLUSIE

15. Samli Coskun From Imagination to Innovation (2011)

BRONNENLIJST
Alma, Hans De virtuele wereld als uitdaging voor de verbeelding. 2008. Symposium. Besten, den, Leen Verbeeldingskracht en fantasie. Zevenaar. 2010. Print. Byrne, R.M.J. The Rational Imagination: How people create alternatives to reality. Cambridge: MIT. 2005. Print. Coskun, Samli From Imagination to Innovation: New Product Development for Quality of Life. USA: Springer. 2011. Print. Hond, de, Maurice Maurice de Hond wil voor dochter (2) eigen school beginnen. Priv. Week 13. 2012. Print. Kartono, Zehahja Verbeelding: De ervaring van het individu in de massamedia. 2009. Print. KesselsKramer Unique Designs. Hans Brinker Budget Hotel. 2006. Print Singer, Brian 1000 Journals Project. http://www.1000journals.com. Web. 2000. Slle, Dorothee Fantasie en gehoorzaamheid:Toekomst en Christelijke ethiek. Baarn: Ten Have. 1987. Print. Taylor, Marjorie Imaginary Companions and the ChildrenWho Create Them. USA: Oxford University Press. 2001. Print. Tolstoj, Lev Who should learn to write from whom? Peasant children from us, or us from peasant children? 1862. Print. Vries, de, Dave The Monster Engine. http://www.themonsterengine.com. Web. 1998. Vygotsky, Lev Imagination and Creativity in Childhood. Journal of Russian and East European Psychology, Vol. 42. No.1. JanuaryFebruary 2004. P 797. Print The Power of Magical Thinking. Web. 22 december. 2009. Wang, Shirley Waveren, van, Guus Anthon Beeke:Van Slagersjongen tot Grafisch Ontwerper. 2011. Documentaire AVRO TV.

PAG. 37 | BRONNENLIJST

You might also like