You are on page 1of 3

Komishon Anti-Fluoride

Aan:

de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur De heer drs. B. Whiteman p/a Bellisimaweg 17 Curaao Komishon Anti-Fluoride Namens deze: De voorzitter R. de Wit

Van:

Curaao, 10 februari 2014

Betreft: verzoek tot onmiddellijke staking van fluoridering van drinkwater

Geeft te kennen: Rudolf de Wit, voorzitter van de Komishon Anti-Fluoride, domicilie kiezende aan de Tamanacostraat 35-A, in Curaao, in deze ook handelende voor zich in priv: dat ondergetekende en de leden van de Komishon Anti-Fluoride ernstige bezwaren hebben tegen de fluoridering van het drinkwater in Curaao; dat deze bezwaren gebaseerd zijn op zowel medische gronden als hun grondrechten als burgers van Curaao; dat op het verzoek van de Komishon Anti-Fluoride, op 8 augustus 2013, een bespreking tussen de Komishon Anti-Fluoride en de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur heeft plaatsgevonden met betrekking tot de fluoridering van het drinkwater in Curaao; dat aan deze bespreking, die door de minister-president van Curaao drs. I Asjes werd voorgezeten, naast de leden van de Komishon Anti-Fluoride, onder anderen, ook de heer drs. I. Gerstenbluth (Epidemioloog), de Inspecteur Gezondheidszorg, de heer Sing-Pong Lee, en de heer D. Jonis, directeur van Aqualectra, deelnamen; dat, om tot een bevredigende afronding van de discussie betreffende de fluoridering van het drinkwater in Curaao te komen, afgesproken is dat de leden van de Komishon AntiFluoride, op korte termijn, uitgenodigd zullen worden om met (vertegenwoordigers van) de regering in dialoog te gaan; dat ondergetekende, in zijn brief aan de minister-president van Curaao, van 28 augustus 2013, deze afspraak heeft vastgelegd, met het verzoek om een aanvangsdatum voor deze dialoog vast te stellen; dat dit verzoek tot op heden onbeantwoord is gebleven en dat de gemaakte afspraak voor een dialoog evenmin is nagekomen;

dat in het dagblad Amigoe, van 19 december 2013, is gepubliceerd dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, tijdens een openbare vergadering van de Staten van Curaao over de fluoridering van het drinkwater heeft verklaard dat het fluorideren van het drinkwater effectief is om caris tegen te gaan, dat het aantal volwassenen in Curaao met caris hoog is en dat de huidige dosis fluoride aan het drinkwater daarom verhoogd moet worden binnen de daartoe geldende richtlijnen van de World Health Organization (WHO); dat de Komishon Anti-Fluoride van mening is dat het zomaar toevoegen, dan wel verhogen, van de voorgenomen hoeveelheid fluoride in het drinkwater, zonder dat eerst, op zijn minst, een onderzoek is verricht naar, onder andere, de risicofactor daarvan voor de volksgezondheid in verband met de eetgewoontes en de leefwijze van de bevolking, de klimaatomstandigheden en het effect daarvan op kinderen, volwassenen, bejaarden en chronisch zieke patinten, moet worden gekwalificeerd als onzorgvuldig en disproportioneel; dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat door de fluoridering van drinkwater een reel risico is gecreerd dat, op korte of op langer termijn, de gezondheid van de burgers van Curaao kan worden benadeeld, althans dat die benadeling niet kan worden uitgesloten; dat het toevoegen van fluoride aan het drinkwater in Curaao een inbreuk vormt op de integriteit van het lichaam van de mens; dat het grondrecht van de burger op de onaantastbaarheid van het menselijke lichaam is gewaarborgd in Curaao in, onder andere, artikel 11 van de Staatsregeling van Curaao en artikel 8 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM); dat, zoals vastgelegd in artikel 11 van de Staatsregeling van Curaao, een ieder, behoudens bij of krachtens een landsverordening specifiek daartoe te stellen beperkingen, het grondrecht heeft op de onaantastbaarheid van zijn lichaam; dat het grondrecht op de onaantastbaarheid van het lichaam niet slechts beoogt de burger te vrijwaren van inbreuken op de integriteit van zijn lichaam door anderen, maar eveneens beoogt de burger het individuele zelfbeschikkingsrecht over zijn lichaam te garanderen; dat op grond van dit grondrecht, in beginsel, in lichamelijk opzicht aan de burger geen stof (fluoride) mag worden toegediend zonder diens uitdrukkelijke toestemming of een wettelijke grondslag; dat de Landsverordening drinkwater (P.B. 2006, no. 37) en het Landsbesluit Kwaliteit Drinkwater in deze oneigenlijk en onterecht worden aangewend om het drinkwater te fluorideren; dat de Landsverordening Drinkwater en het Landsbesluit Kwaliteit Drinkwater juist gericht zijn op het beschermen van de gemeenschap tegen mogelijke schadelijke gevolgen van verontreinigd drinkwater; dat de Landsverordening drinkwater daarom enkel regels vaststelt ter bevordering en handhaving van de kwaliteit van het drinkwater; dat het Landsbesluit kwaliteit drinkwater, dat is vastgesteld ter uitvoering van de Landsverordening drinkwater, geen andere doelstelling kan hebben dan dezelfde doelstelling van de Landsverordening drinkwater; dat de Landsverordening Drinkwater en het Landsbesluit Kwaliteit Drinkwater, binnen de daarbij gestelde juridische kaders, enkel het toevoegen van die stoffen, die specifiek gericht zijn op de bevordering en de waarborging van de kwaliteit van het drinkwater, toestaan; dat de Landsverordening Drinkwater niet toestaat om fluoride of andere stoffen tegen caris aan het drinkwater toe te voegen; dat het op grond van de Landsverordening Drinkwater volstrekt onrechtmatig is om stoffen, die niet het effect hebben om de kwaliteit van het drinkwater te bevorderen of te waarborgen, aan het drinkwater toe te voegen; dat fluoride geen stof is dat de kwaliteit van het drinkwater bevordert of waarborgt; dat het Landsbesluit Kwaliteit Drinkwater, in zoverre dat het de toevoeging van fluoride aan het drinkwater toestaat, een wettelijke grondslag ontbeert;

dat in een rechtsstaat het de overheid verboden is om handelingen, die ingrijpen in de levens van de burgers, te stellen zonder dat daar een wettelijke grondslag voor bestaat; dat het toevoegen van fluoride aan het drinkwater daarom onrechtmatig is; dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur het door hem kenbaar gemaakte voornemen heeft om de dosis fluoride in het drinkwater in Curaao te verhogen; dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur verondersteld mag worden bekend te zijn met zowel de wetenschap omtrent de natuurlijke eigenschappen van fluoride en de gevolgen van de inname van fluoride door de mens en het grondrecht van de burger op de onaantastbaarheid van zijn lichaam, zoals, onder meer, vervat in artikel 11 van de Staatsregeling van Curaao en artikel 8 EVRM; dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, derhalve, eveneens verondersteld mag worden bekend te zijn met het vereiste van een wettelijke grondslag voor de toevoeging van fluoride aan het drinkwater in Curaao; dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, derhalve, eveneens verondersteld mag worden bekend te zijn met het ontbreken van een wettelijke grondslag voor de toevoeging van fluoride aan het drinkwater in Curaao; dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, derhalve, door, zonder een wettelijke grondslag, fluoride aan het drinkwater te doen toevoegen, binnen de sfeer van de wettelijke omschrijving van een ambtsmisdrijf, namelijk artikel 2:344 van het Wetboek van Strafrecht van Curaao, zal vallen; dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, immers, in de wetenschap is dat de wettelijke grondslag voor de toevoeging van fluoride aan het drinkwater ontbreekt in Curaao, zodat vaststaat dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur opzettelijk en wederrechtelijk fluoride aan het drinkwater in Curaao doet toevoegen, althans staat vast dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur grove schuld heeft dat onwetmatige fluoridering van het drinkwater in Curaao plaatsvindt; dat ter voldoening aan de zorgplicht van de Regering van Curaao op het gebied van de gezondheidszorg, waaronder ook de mondhygine, er andere, ook veel minder ingrijpende, middelen zijn om de carisproblematiek op een rechtmatige, doelmatige en effectieve wijze op te lossen, zoals onder meer het beschikbaar stellen van fluoride bevattende tandpasta of fluoride bevattende mondspoelwaters onder de burgers en/of een verplichte tandartsverzekering met verplichte halfjaarlijkse controle en tandzorg. dat de fluoridering van het drinkwater, naast onrechtmatig en strafbaar, dus ook disproportioneel is; dat dit verzoek bevestigd en ondersteund wordt door alle leden van de Komishon AntiFluoride en de 2448 burgers die daartoe een enqute formulier hebben ondertekend.

REDENEN WAAROM ondergetekende zich tot u wendt met het dringende verzoek het daarheen te geleiden dat, per direct gestaakt wordt met de fluoridering van het door Aqualectra geleverde drinkwater in Curaao. Komishon Anti-Fluoride Namens deze

R. de Wit Cc.: De Ombudsman van Curaao De Staten van Curaao

You might also like