Professional Documents
Culture Documents
Postbus 20951
Catalogus
2500 EZ Den Haag
Interne postcode 866
(2006)
Versie 4.0 (februari 2006)
Voorwoord
In de zomer van 2004 zijn de grondslagen voor de basisregistraties adressen en gebouwen (versie 3.0)
vastgesteld. De uitgangspunten voor de inhoud en werking van de Basis Gebouwen Registratie waren
daarmee bekend voor zowel de toekomstige beheerder van de registratie (gemeenten) als voor de
toekomstige gebruikers van de registratie (afnemers). In de discussies met onder meer gemeenten,
andere basisregistraties en enkele potentiële afnemers is gebleken dat de voorgestelde inhoud en werking
van de basisregistratie door hen in grote lijnen worden onderschreven. In de periode tot begin 2006
hebben er echter een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die het noodzakelijk maakten de grondslagen
op een aantal punten toch aan te passen. Het gaat daarbij niet om aanpassing van de eerder vastgestelde
uitgangspunten, maar om het doorvoeren van enkele aanscherpingen en het aanbrengen van
verduidelijking.
In de eerste plaats zijn er vanuit met name het gemeentelijk werkveld een groot aantal detailopmerkingen
op versie 3 van de grondslagen ontvangen. Het ging daarbij met name om kleine tekstuele omissies en
enkele onduidelijkheden in onder meer toelichtingen. Ook heeft de verdere uitwerking van een aantal
procedurele aspecten rondom het beheren van de registratie, geleid tot de wenselijkheid de grondslagen
op een aantal punten aan te scherpen.
In dezelfde periode is ook de ontwikkeling van een samenhangend stelsel van basisregistraties in een
stroomversnelling gekomen. Daarbij is ondermeer een eerste versie ontwikkeld van een standaard voor
een gegevenscatalogus (één van de twee onderdelen van de grondslagen). Omdat de bestaande
grondslagen op een aantal punten afwijken van deze standaard, is het wenselijk de grondslagen hierop af
te stemmen. In dat verband zijn enkele aanvullende technische beschrijvingen (zoals de wijze waarop
zogenaamde XML tags worden gedefinieerd) en procedurele informatie (zoals de rol die gebeurtenissen
spelen binnen de registratie) opgenomen.
Tenslotte is in de loop van 2005 een ontwerp opgesteld voor de Landelijke Voorziening die op centraal
niveau zorg moet dragen voor de ontsluiting van de gegevens in de basisregistraties voor adressen en
gebouwen. Dit heeft geresulteerd in de wenselijkheid om in de grondslagen een aantal
gegevenstechnische aanscherpingen door te voeren, die er op gericht zijn om de basisregistratie op een
goede wijze te laten functioneren. Hiertoe zijn onder meer enkele ondersteunende gegevens voor een
juiste opbouw van de historie toegevoegd.
Voor actuele en gedetailleerde informatie over de toepassing van deze grondslagen wordt verwezen naar
de website van het project (bag.vrom.nl). Daar is ook een overzicht te vinden van de wijzigingen die
hebben plaatsgevonden ten opzichte van versie 3 van de grondslagen.
2 Afbakening 8
2.1 Plaats van de basisregistratie in het stelsel 8
2.2 Beschrijving afbakening van de basisregistratie 9
2.2.1 Objecttypen in de registratie 9
2.2.2 De bijzondere plaats van adressen en geometrie in de registratie 10
2.2.3 Onderhouden relaties met andere basisregistraties 11
2.3 Levenscyclus 12
2.4 De soorten van objecten van registratie 15
2.4.1 Objecttype Ligplaats 15
2.4.2 Objecttype Pand 16
2.4.3 Objecttype Standplaats 17
2.4.4 Objecttype Verblijfsobject 18
3 Gebeurtenissen 19
5 Semantisch gegevensmodel 51
6 Domeinen 52
7 Diensten 59
Bijlage 1 Gebeurtenissen 60
1.1 Toelichting
In deze versie 4.0 van de catalogus Basis Gebouwen Registratie wordt de inhoud van de registratie
beschreven, zoals deze zal gelden bij de wettelijk geregelde invoering in 2009. Als zodanig vormt de
catalogus de basis voor de ontwikkeling van de benodigde regelgeving omtrent de inhoud van de
registratie. De catalogus fungeert ook als inhoudelijke basis voor de verdere ontwikkeling van
(gemeentelijke en landelijke) systemen benodigd voor de invoering van de Basis Gebouwen Registratie.
Tenslotte kan deze catalogus ook worden beschouwd als onderdeel van de Nationale Catalogus van het
stelsel van basisregistraties, voor zover het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de Basis
Gebouwen Registratie.
De Basis Gebouwen Registratie bestaat uit een registratie op gemeentelijk niveau (gemeenten zijn
bronhouder van de gebouwgegevens van de betreffende gemeente) voor elke gemeente in Nederland en
een Landelijke Voorziening. De bronhouders zijn verantwoordelijk voor de opname van gegevens in de
registratie en voor de kwaliteit daarvan. De Landelijke Voorziening neemt deze gegevens af van de
gemeente, die de wettelijke verplichting krijgt om de gegevens aan te leveren. De Landelijke Voorziening is
het landelijke distributiepunt waar afnemers deze gebouwgegevens kunnen verkrijgen (zie figuur 1).
Deze catalogus richt zich op de vraag welke gegevens de afnemers van de Landelijke Voorziening kunnen
verkrijgen. Het gaat daarbij zowel om de semantiek (betekenis) als de syntax (wijze van weergave) van
deze gegevens. De catalogus richt zich niet op de voor deze afname noodzakelijke technische
Ministerie van VROM – Catalogus BGR 2006 Pagina 5/75
voorzieningen. Omdat de uit de Landelijke Voorziening te verstrekken gegevens door gemeenten worden
aangeleverd, beschrijft de catalogus tevens de semantiek en syntax van de gegevens zoals die door
gemeenten moeten worden geregistreerd. De catalogus is daarmee ook een beschrijving van de wijze
waarop gemeenten gebeurtenissen die in de werkelijkheid plaatsvinden ten aanzien van de geregistreerde
objecten, in de registratie op gemeentelijk niveau dienen op te nemen in de vorm van gegevens. Deze
gebeurtenissen worden in de catalogus eveneens beschreven.
De catalogus richt zich niet op de uitwisseling van gegevens tussen de decentrale registraties en de
Landelijke Voorziening. De wijze waarop deze gegevensuitwisseling moet worden ingericht, is vastgelegd
in het logisch ontwerp voor de gemeentelijke stekker. Deze beschrijving is slechts relevant voor het
technisch aansluiten van de decentrale registraties op de Landelijke Voorziening en als zodanig niet van
belang voor de afnemers van de registratie.
De catalogus is niet bedoeld als grondslag voor een databasestructuur, maar als een omschrijving van de
in de registratie op te nemen objecttypen (hier verder niet onderscheiden van entiteiten of
gegevensgroepen), attributen en de tussen de objecttypen bestaande relaties. Tevens is omschreven
welke domeinen ten aanzien van de verschillende attributen worden onderscheiden. Omdat er geen
sprake is van een databasestructuur heeft geen volledige uitnormalisering plaatsgevonden. Dit betekent
dat meervoudige relaties tussen objecttypen kunnen voorkomen. Ook meervoudig voorkomende gegevens
zijn niet verder uitgenormaliseerd. Het ligt in de rede dat er ten behoeve van de opbouw van de database
aanvullende (hulp)entiteiten (zoals relatie-entiteiten) worden gedefinieerd.
De catalogus is gebaseerd op een in het kader van een stelsel van basisregistraties ontwikkeld model.
Daarbij worden objecttypen, attributen en domeinen afzonderlijk van elkaar beschreven. Een aantal binnen
meerdere basisregistraties opgenomen begrippen, zullen in een later stadium worden vastgelegd in een
zogenaamde semantische kern. In deze catalogus wordt hier op verschillende plaatsen reeds naar
verwezen. De in de catalogus gebruikte codering is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnen deze
catalogus. Bij de attributen wordt de zogenaamde XML-tag genoemd. Deze is van belang voor het
berichtenverkeer dat is gedefinieerd in het kader van het gebruik van de basisregistratie. De indicatie
materiële historie geeft aan of de basisregistratie op verzoek al of niet de materiële historie (wanneer is
een verandering opgetreden in de werkelijkheid) kan leveren. De indicatie formele historie geeft aan of de
basisregistratie op verzoek al of niet de formele historie (wanneer is in de administratie een verandering
bekend en verwerkt) kan leveren. Door middel van het begrip kardinaliteit wordt bij elk attribuut vastgelegd
of het betreffende attribuut al dan niet verplicht een waarde dient te bevatten. Hierbij betekent een
aanduiding 1-1 dat een waarde verplicht is. Een aanduiding 0-1 betekent dat niet altijd een waarde hoeft te
worden opgenomen.
1.3 Contactinformatie
Voor vragen, suggesties of opmerkingen kunt u contact opnemen met:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Projectbureau Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG)
Interne postcode 866
Postbus 20951
2500 EZ Den Haag
Telefoon : 070 – 339 4660
E-mail : basisregistraties@minvrom.nl
Website : bag.vrom.nl
Daarnaast kent de Basis Gebouwen Registratie een relatie met de Basis Registratie Adressen, waarin de
adressen worden geregistreerd die aan de in de Basis Gebouwen Registratie opgenomen adresseerbare
objecttypen (verblijfsobject, standplaats en ligplaats) kunnen worden toegekend. De beschrijving van de
inhoud van de Basis Registratie Adressen is opgenomen in versie 4.0 van de Catalogus Basis Registratie
Adressen. Bij de relatie met de basisregistratie Kadaster wordt vooralsnog uitgegaan van een (niet nader
geëxpliciteerde) ruimtelijke relatie. Soms gaat het daarbij om meervoudige relaties. Hierbij kunnen
gebouwde objecten zijn gelegen op meerdere kadastrale percelen of meerdere appartementsrechten
omvatten. Ook kunnen zich op één kadastraal perceel meerdere gebouwde objecten bevinden.
De hierboven beschreven plaats binnen het stelsel (zie ook figuur 2) beschrijft de gewenste relatie met
andere basisregistraties. Hierbij is geen rekening gehouden met eventueel noodzakelijke (tijdelijke) andere
relaties tussen de basisregistraties die voortvloeien uit de wijze waarop en de snelheid waarmee de
verschillende basisregistraties zullen worden ingevoerd. Zo kunnen de relaties met de GBA en het
Handelsregister pas daadwerkelijk worden geëffectueerd, op het moment dat de Basis Gebouwen
Registratie volledig operationeel is. Bij de beschrijving is evenmin rekening gehouden met de mogelijke
komst van basisregistraties waarover nu nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Zo zal de Basis
Gebouwen Registratie in de toekomst mogelijk als leverancier gaan fungeren voor een basisregistratie
waarin grootschalige geometrie zal worden opgenomen.
Panden
Verblijfsobjecten
Standplaatsen
Ligplaatsen
Binnen het gegevensmodel van de Basis Gebouwen Registratie wordt onderscheid gemaakt tussen drie
hoofdlijnen van objecten. De meest voorkomende hoofdlijn betreft de daadwerkelijk als gebouwen te
kwalificeren objecten. Binnen deze hoofdlijn wordt een expliciet onderscheid gemaakt tussen (kleinste)
bouwkundige eenheden en (kleinste) gebruikseenheden. Panden zijn gedefinieerd als de (kleinste)
bouwkundige eenheden; verblijfsobjecten als de (kleinste) gebruikseenheden. Bij de afbakening van
panden en verblijfsobjecten wordt aan dit onderscheid vastgehouden: de afbakening van een pand vindt
plaats onafhankelijk van de afbakening van verblijfsobjecten. Daarbij bestaan er uiteraard wel relaties
tussen beide objecttypen. Verblijfsobjecten maken altijd deel uit van een pand (of van meerdere panden).
Panden hoeven geen verblijfsobjecten te bevatten. De andere twee hoofdlijnen betreffen de registratie van
standplaatsen en de registratie van ligplaatsen. Deze beide objecten hebben geen directe relatie met de
feitelijke werkelijkheid, maar worden gevormd op basis van benoemingsbesluiten die daartoe door
gemeenten worden genomen.
Binnen het stelsel van basisregistraties vormen de feitelijke objecten de primaire insteek. Daaruit vloeit al
dan niet voort dat een object een benaming (het adres) moet krijgen en dus als een eigenschap van dat
object moet worden geregistreerd. Hetzelfde geldt ook voor de objectafbakening in relatie tot de wijze
waarop de geometrie van het object in het terrein moet worden ingemeten. Ook geometrie is daarmee een
van de eigenschappen van het feitelijke object. In het kader van de Basis Gebouwen Registratie betekent
een en ander dat adressen en geometrie worden aangemerkt als eigenschappen van enkele in de
registratie te registreren objecttypen. Officiële adressen (als een vereenvoudigde officiële naamgeving)
kunnen alleen nog worden toegekend aan drie soorten (zogenaamde) adresseerbare objecttypen:
verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen. Geometrie wordt als eigenschap toegekend aan elk van de
te registreren objecten in de Basis Gebouwen Registratie.
Hierbij geldt dat elk verblijfsobject, elke standplaats en elke ligplaats verplicht dient te zijn voorzien van
tenminste één adres. In voorkomende gevallen kan het wenselijk zijn aan een enkel object meerdere
adressen toe te kennen. In dat geval worden naast het hoofdadres eventuele nevenadressen aan het
object toegekend. Een dergelijke situatie zal zich onder meer voordoen bij het aanduiden van objecten die
zijn gelegen aan meerdere straten (zoals een winkel gelegen aan een winkelstraat en tevens gelegen aan
een - anders benoemde - distributiestraat). Daarnaast dient elk object verplicht te zijn voorzien van
geometrie. Ook panden waarbinnen geen verblijfsobjecten zijn gelegen, zijn hiermee ruimtelijk te
lokaliseren.
In de Basis Gebouwen Registratie zijn gegevens opgenomen over vier objecttypen: pand, verblijfsobject,
standplaats en ligplaats (zie onderste helft van figuur 4). Daarbij wordt er vanuit de Basis Gebouwen
Registratie slechts één relatie bijgehouden met andere basisregistraties: de Basis Registratie Adressen.
Deze relatie wordt gelegd door opname van de identificatiecode(s) van de bij een adresseerbaar
objecttype behorende nummeraanduidingen (adressen).
2.3 Levenscyclus
De in de Basis Gebouwen Registratie opgenomen objecten ontstaan op enig moment in de tijd naar
aanleiding van bepaalde gebeurtenissen en verliezen naar aanleiding van andere gebeurtenissen na
verloop van tijd mogelijk hun betekenis voor de registratie. Het is daarom van belang een beeld te geven
van de verschillende gebeurtenissen die aanleiding geven voor mutaties in de registratie en daarbij tevens
aan te geven op welk moment in de levenscyclus van een object een dergelijke gebeurtenis invloed heeft
op in de registratie opgenomen gegevens. Een gebeurtenis wordt daarbij opgevat als een aantoonbaar feit
dat op enig moment in de werkelijkheid aanleiding geeft tot het op gestandaardiseerde wijze opnemen of
wijzigen van gegevens in de registratie.
Gebeurtenissen kunnen gevolgen hebben voor één of meer in de registratie opgenomen objecten (van één
of meerdere objecttypen). Zo zal het slopen van een pand automatisch leiden tot het verdwijnen van de
daarbinnen benoemde verblijfsobjecten. In dit geval leidt de gebeurtenis zelfs tot het in de historie plaatsen
van objecten in een andere basisregistratie. Met het verdwijnen van de verblijfsobjecten verdwijnen
namelijk automatisch ook al de adressen die zijn toegekend aan het betreffende verblijfsobject. Een
terugmelding wordt gezien als een bijzondere gebeurtenis die zal leiden tot het in onderzoek plaatsen van
een object. Een terugmelding kan daarnaast leiden tot de conclusie dat een gebeurtenis heeft
plaatsgevonden die niet of niet correct is geregistreerd en zal in dat geval leiden tot een wijziging van de
betreffende gegevens.
Binnen de levenscyclus van panden en verblijfsobjecten wordt in hoofdlijnen een onderscheid gemaakt
tussen een viertal fasen, waarbinnen gebeurtenissen plaatsvinden die aanleiding geven tot het opnemen,
muteren en in de historie plaatsen van gegevens over deze objecten in de Basis Gebouwen Registratie:
Planvorming
Bouwen pand
Gebruik pand en verblijfsobject
Sloop pand en verblijfsobject
Verlenen van een bouwvergunning bij Moment van opname van panden en verblijfsobjecten
nieuwbouw (opvoeren objectgegevens pand en opvoeren objectgegevens
VBO)
Melding afzien van bouw In historie plaatsen van gegevens / statuswijziging
(aanvullen objectgegevens pand en aanvullen objectgegevens
VBO)
Melding start van bouw Statuswijziging objectgegevens
(aanvullen objectgegevens pand)
Melding gereedverklaring van bouw Statuswijziging objectgegevens
(aanvullen objectgegevens pand en aanvullen objectgegevens
VBO)
Beschikbaar komen van ingemeten Wijziging van gegevens
geometrie (aanvullen objectgegevens pand en aanvullen objectgegevens
VBO)
Verlenen van een sloopvergunning Statuswijziging objectgegevens
(aanvullen objectgegevens pand)
Melding gereedverklaring van sloop In historie plaatsen van gegevens / statuswijziging
(afvoeren objectgegevens pand en afvoeren objectgegevens
VBO)
Wijziging van gegevens bij verbouw Wijziging van gegevens
(aanvullen objectgegevens pand en aanvullen objectgegevens
VBO)
Splitsen en samenvoegen van In historie plaatsen van gegevens en moment van opname
verblijfsobjecten nieuwe verblijfsobjecten
(afvoeren objectgegevens VBO en opvoeren objectgegevens
VBO)
Verklaring onbewoonbaarheid Statuswijziging objectgegevens
(aanvullen objectgegevens pand en aanvullen objectgegevens
VBO)
Panden en verblijfsobjecten worden in de registratie opgenomen op het moment dat een bouwvergunning
wordt verleend dan wel het feitelijk bestaan van een object wordt geconstateerd. Panden en
verblijfsobjecten blijven ook na sloop van het pand of intrekking van het verblijfsobject in de registratie
aanwezig (geldig voor sloop en intrekkingen die hebben plaatsgevonden na het moment van invoering van
de registratie). Aan de hand van de statusgegevens kan de levenscyclus van een pand of verblijfsobject
worden achterhaald. Standplaatsen en ligplaatsen worden in de registratie opgenomen vanaf het moment
van benoeming als standplaats of ligplaats. Standplaatsen en ligplaatsen blijven ook na intrekking ervan in
de historie van de registratie aanwezig (geldig voor intrekkingen die hebben plaatsgevonden na het
moment van invoering van de registratie). Aan de hand van de statusgegevens kan de levenscyclus van
een standplaats of ligplaats worden achterhaald. Een gedetailleerde beschrijving van de levenscyclus van
alle objecten is opgenomen in een afzonderlijk beschikbaar processenhandboek.
In dit hoofdstuk zullen de verschillende gebeurtenissen worden beschreven die leiden tot het opnemen en
wijzigen van objecten en de daarover bijgehouden gegevens in de Basis Gebouwen Registratie. Bij deze
verschillende gebeurtenissen wordt ook aangegeven welke gegevens behorende bij de te muteren
objecten als gevolg van deze gebeurtenis worden aangepast. Op het moment van vaststellen van deze
catalogus, zijn de uiteindelijk voor te schrijven gebeurtenissen nog niet definitief vastgesteld. Vooralsnog
wordt uitgegaan van de in bijlage 1 beschreven gebeurtenissen.
Het verder uitgewerkte overzicht van de verschillende gebeurtenissen zal op een later moment (zomer
2006) worden gepubliceerd. Dit overzicht kan op dat moment worden beschouwd als een invulling van dit
gedeelte van de Catalogus Basis Gebouwen Registratie.
Ligplaatsidentificatie
Ligplaatsstatus
Ligplaatsgeometrie
Pandidentificatie
Pandgeometrie
Pandstatus
Standplaatsidentificatie
Standplaatsstatus
Standplaatsgeometrie
Verblijfsobjectidentificatie
Verblijfsobjectgeometrie
Oppervlakte verblijfsobject
Verblijfsobjectstatus
Datum
Documentnummering
Gebruiksdoeleinden
Gemeentecodering (subdomein)
Indicatie
Jaar
Objecttypecode (subdomein)
Oppervlaktemaat
Ruimtelijke coördinaten
Status verblijfsobject
Vanuit de Landelijke Voorziening (waarin alle gegevens van de door de gemeenten bijgehouden Basis
Gebouwen Registratie zullen worden opgenomen) zullen een aantal diensten worden geleverd. Op het
moment van vaststellen van deze catalogus, zijn de uiteindelijk te leveren diensten nog niet definitief
vastgesteld. Vooralsnog wordt er in ieder geval vanuit gegaan dat de volgende (primaire) diensten
geleverd gaan worden:
Het uitgewerkte overzicht van de door de Landelijke Voorziening te leveren diensten zal op een later
moment worden gepubliceerd. Dit overzicht kan op dat moment worden beschouwd als een invulling van
dit gedeelte van de Catalogus Basis Gebouwen Registratie.
Hieronder worden de verschillende gebeurtenissen beschreven die leiden tot het opnemen en wijzigen van
objecten en de daarover bijgehouden gegevens in de Basis Gebouwen Registratie. Bij deze verschillende
gebeurtenissen wordt ook aangegeven welke gegevens behorende bij de te muteren objecten als gevolg
van deze gebeurtenis worden aangepast. De codering van de gebeurtenissen heeft alleen een betekenis
in het kader van deze catalogus.
Bij de beschrijving wordt geen rekening gehouden met de voor een correcte opbouw van historie
benodigde gegevensreplicatie. Het muteren van een gegeven in de registratie betekent namelijk per
definitie dat de vorige verschijningsvorm van het gegevensrecord wordt afgesloten en dat een nieuwe
verschijningsvorm van het gegevensrecord wordt aangemaakt. Bij het beschrijven van de gebeurtenissen
wordt ervan uitgegaan dat de ingangsdatum van de geldigheid van nieuwe gegevens binnen de registratie
tevens wordt gebruikt als einddatum van de geldigheid van de vorige verschijningsvorm van een
gegevensrecord.
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
VERBLIJFSOBJECT
VERBLIJFSOBJECT (ontstaand)
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
VERBLIJFSOBJECT
VERBLIJFSOBJECT (optioneel)
LIGPLAATS
LIGPLAATS
VERBLIJFSOBJECT
STANDPLAATS
LIGPLAATS
58.91 Datum begin geldigheid Opname datum ontvangst
ligplaatsgegevens terugmelding
58.93 Aanduiding ligplaatsgegevens in Toekenning status “J”
onderzoek
58.97 Documentdatum mutatie ligplaats Opname datum terugmelding
Onbewoonbaarheid (ONB)
Constatering nieuw (COG)
Bouwvergunning (VBN)
Afzien van bouw (MAB)
Sloopvergunning (VSL)
Sloop gereed (MGS)
Bouw gereed (MGB)
Terugmelding (TEG)
Start bouw (MSB)
Calamiteit (VOC)
Verbouw (WGV)
PAND
55.01 Pandidentificatie X X
55.02 Indicatie geconstateerd pand X X
55.20 Pandgeometrie X X O X
55.30 Oorspronkelijk bouwjaar pand X X X
55.31 Pandstatus X X X X X X X X X X
55.91 Datum begin geldigheid pandgegevens X X X X X X X X X X X X
55.92 Datum einde geldigheid pandgegevens V V V V V V V V V V
55.93 Aanduiding pandgegevens in onderzoek X X X
55.97 Documentdatum mutatie pand X X X X X X X X X X X X
55.98 Documentnummer mutatie pand X X X X X X X X X X X X
Onbewoonbaarheid (ONB)
Constatering nieuw (COG)
Bouwvergunning (VBN)
Afzien van bouw (MAB)
Sloopvergunning (VSL)
Sloop gereed (MGS)
Bouw gereed (MGB)
Terugmelding (TEG)
Start bouw (MSB)
Calamiteit (VOC)
Verbouw (WGV)
Terugmelding (TEG)
STANDPLAATS
57.01 Standplaatsidentificatie X
57.02 Indicatie geconstateerde standplaats X
57.03 Standplaatsstatus X X
57.10 Aanduiding hoofdadres standplaats X
57.11 Aanduiding nevenadressen standplaats O
57.20 Standplaatsgeometrie X
57.91 Datum begin geldigheid standplaatsgegevens X X X
57.92 Datum einde geldigheid standplaatsgegevens V
57.93 Aanduiding standplaatsgegevens in onderzoek X X
57.97 Documentdatum mutatie standplaats X X X
57.98 Documentnummer mutatie standplaats X X X
LIGPLAATS
58.01 Ligplaatsidentificatie X
58.02 Indicatie geconstateerde ligplaats X
58.03 Ligplaatsstatus X X
58.10 Aanduiding hoofdadres ligplaats X
58.11 Aanduiding nevenadressen ligplaats O
58.20 Ligplaatsgeometrie X
58.91 Datum begin geldigheid ligplaatsgegevens X X X
58.92 Datum einde geldigheid ligplaatsgegevens V
58.93 Aanduiding ligplaatsgegevens in onderzoek X X
58.97 Documentdatum mutatie ligplaats X X X
58.98 Documentnummer mutatie ligplaats X X X
Benoeming plaats (BSL)
Terugmelding (TEG)