You are on page 1of 5
 
MARGUERITE EN HET ‘LEGIOEN KLEINE ZIELEN VAN JEZUSBARMHARTIG HART’
Het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart is een door de Kerk erkende engoedgekeurde geestelijke vereniging. Het richt zich niet alleen tot iedere christen gelovige vanom het even welke roeping of levensstaat in de Kerk: priesters, religieuzen, leken, gehuwden,ongehuwden, maar ook tot iedereen die op zoek is naar diepere waarden in het leven en eenhogere zingeving aan het bestaan. Het wil helpen om op een zo goed mogelijke manier zijnleven als een geestelijke offerande op te dragen voor het heil van de zielen.
LEVEN VAN MARGUERITE
Ik was amper zes weken oud toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Mijn oom was me tot peter toebedacht. Hij wou er echter niet van weten ingeval mijn ouders het in hun hoofdhaalden, mij het doopsel te laten toedienen. …” Met deze woorden begint Marguerite haar levensverhaal in het eerste deel van het boek de “Boodschap van de Barmhartige Liefde aande Kleine Zielen”.Deze biografie eindigt na het vinden van haar tweede geestelijke leidsman. In deel II, III enIV van de “Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen” kan de aandachtigelezer de groei en de ontplooiing van het geestelijk leven van Marguerite en haar steeds groter en dieper wordende liefde voor ‘haar’ Jezus ontdekken. Meer nog, zij of hij kan zelfs bijnastap voor stap met haar mee op weg gaan.Marguerite werd geboren op 21 juni 1914 in een Waals arbeidersgezin. Zij was de jongste vanvier kinderen, drie jongens en één meisje. Haar ouders waren zeer eerlijke mensen, maar voor wat het geloof betreft, helemaal niet pratikerend. Zij gaven geen enkel godsdienstonderrichtaan hun kinderen. Integendeel, zij verlangden zelfs dat hun dochter vrijgesteld zou wordenvan het godsdienstonderricht in de Rijk basisschool, waar zij naar school ging.Op eigen aanvraag werd Marguerite gedoopt op twaalfjarige leeftijd. Dit gebeurde op 17maart 1927 zonder dat haar ouders of andere gezinsleden er ook maar iets mee te makenhadden. Maar na haar doopsel ontving zij geen enkel godsdienstonderricht meer. Na de basisschool volgde zij nog twee jaar huishoudschool. Toen ging zij – na een leertijd ineen confectiebedrijf – in een kledingswinkel werken te Luik. Zij trouwde op 19-jarige leeftijdmet een eerlijke arbeider die net zoals zij, ook niet pratikerend was. Omwille van hem gaf zijhaar werk op. Zij bleven ook bij haar ouders inwonen. Uit hun huwelijk werden drie kinderengeboren, één meisje en twee jongens.Aan het einde van de oorlog 1940 – 1945 werd haar een eerste buitengewone genadegeschonken. Omdat haar moeder terminale kanker had en door de artsen was opgegeven, besloot Marguerite op bedevaart te gaan naar de kleine kapel van O.L.Vrouw van Chèvremontom daar om de genezing van haar moeder te vragen. Zij dacht hierbij dat zij niets te verliezenhad als de Heilige Maagd werkelijk bestond. Onze Lieve Vrouw bewees het haar. Zij schonk haar een grote gunst. Bij haar thuiskomst had haar moeder al een beetje gegeten en zatrechtop. Maandenlang ging Marguerite nog iedere week in het kapelletje te Chèvremont bijMaria de gezondheid van haar moeder afsmeken. Haar moeder werd niet alleen beter maar 
 
genas volledig. Zij bleef daarna steeds goed gezond en stierf jaren later, op 26 augustus 1970,in haar 93ste jaar.Ondanks de verhoring van haar gebed en de genezing van haar moeder had Marguerite zichinnerlijk nog steeds niet gewonnen gegeven aan de goddelijke genade.Ze gaat met Kerstmis naar de nachtmis. In die Mis heeft ze een intense ervaring: “Toen ik hetKind Jezus in zijn kribbe zag, was ik onuitsprekelijk ontroerd. De hele mis door moest ik wenen. Van dan af ging ik trouw elke zondag naar de mis.In die tijd voelde Marguerite ook de behoefte om te biechten. Zij ging aanbellen aan de poortvan het karmelietenklooster te Chèvremont. Daar bekwam zij haar eerste geestelijke leidsman,E.P. Lambert van St. Paul. Deze hielp haar in haar bekeringsproces en begeleidde haar bij deontplooiing en prille beleving van haar roeping welke Jezus haar begon te openbaren door  buitengewone genadegaven, waaronder verschillende droombeelden. Na de dood van haar eerste leidsman, Pater Lambert, in 1961, zocht Marguerite gedurendedrie jaar een andere geestelijke leidsman die begreep wat er in haar omging. Zo kwam zouiteindelijk terecht bij pater Gaston Maes, redemptorist. Hij was ooggetuige geweest van deverschijningen van Onze Lieve Vrouw te Beauraing en daarna een gekende historicus betreffende deze gebeurtenissen. Ondertussen onderhield Jezus zich door inspraken (woordendie zij ontving in haar hart) met Marguerite. Wegens het belang van wat zij ontving en omdathij het bovennatuurlijk karakter ervan inzag, vroeg pater Maes aan Marguerite om alles op teschrijven. Hij zag in dat de boodschappen die Marguerite ontving niet alleen voor haar  bestemd waren, maar ook voor ieder van ons.Zo begon Marguerite met het schrijven van het “dagboek” van de Barmhartige Liefde. Omdatde boodschappen van Jezus zo diepgaand en heel vaak bestemd zijn voor alle christenen enalle mensen van goede wil, vroeg pater Maes ook aan de bisschop van Luik – de bisschop vanMarguerite – het imprimatur aan. Mgr. G.M. van Zuylen gaf zijn imprimatur op 4 maart 1971voor de Boodschappen tot 8 juni 1970. Voor de latere Boodschappen die tot nu toe in vier  boekdelen zijn uitgegeven, werd tekens weer het imprimatur of het nihil obstat van de bisschop verkregen. Er mogen ook geen nieuwe Boodschappen (van 1996 en later) gedrukt of uitgegeven worden voordat zij eerst het imprimatur of nihil obstat verkregen hebben.
DE TOESPRAAK VAN MARGUERITE IN 2003
Sinds 1972 stromen op de laatste zondag van augustus mensen van alle kanten samen inChèvremont, België.Op zondag 31 augustus 2003 heeft Marguerite de mensen als volgt toegesproken: “DierbareKleine Zielen, ik wil u zeggen hoezeer het mij verheugt u hier opnieuw terug te zien, teChèvremont, het genadeoord van Jezus en Maria. Ik kijk nu naar u en mijn hart is ontroerd, detederheid en de genegenheid die geheel doordrongen zijn van de goddelijke Aanwezigheid,die uitgaat van deze mooie vergadering, te ontmoeten. Vandaag wil ik u herinneren aan watJezus van zijn Kleine Zielen verwacht. Wat vraagt Jezus? Hij vraagt nederige zielen om testrijden tegen de hoogmoed. De hoogmoed is een gesel die onvermijdelijk leidt tot deontkenning van het Heilige, zo niet van God zelf; de nederigheid is zijn tegengestelde. Jezusdringt dan ook bijzonder aan op dit basispunt, de Nederigheid. Hij vraagt liefdevolle kleinezielen om te strijden tegen het gebrek aan liefde. De liefde, zoals die op onze dagen begrepen
 
wordt is slechts een surrogaat van de ware liefde, die op God moet gericht zijn: zelfgave,edelmoedigheid, zuiverheid in elke levensstaat waarin God ons plaatst; huwelijk of celibaat,eerbied voor de andere. Elke liefde dient op te vliegen uit het Hart van Hem die zei: “Ik bende liefde.” Hij vraagt edelmoedige kleine zielen om tegen de zelfzucht te strijden,ongelukkigerwijs is er steeds, in elk van ons min of meer, een vorm van zelfzucht die onsonveranderlijk leidt naar de liefde van eigen gemak, naar de onmacht van een menselijkenatuur die halsstarrig de hulp weigert van de genade die zich aanbiedt; hulp om het eigen “ik”te overstijgen. Hij vraagt biddende kleine zielen om te verhelpen aan het gebrek aan gebed.Eigenlijk, dierbare kleine zielen, welk gebed wordt door God het meest op prijs gesteld? Is heteen woordenvloed die vurig gebed wil zijn? Of is het eerder zelfgave, offergave van elke dag,steeds hernieuwd, in vreugde als in lijden dat het ons doet uitschreeuwen van pijn, maar pijndie verzacht wordt door de vreugde van de gave aan de Liefde? Jezus vraagt vertrouwvollekleine zielen om tegen het pessimisme te strijden. Geloof mij, het vertrouwen is de basis vande Kleinheid. Het is als een klein vogeltje in Gods Hand, dat alles, ik zeg wel alles… van zijngoedheid verwacht. Jezus laat zich altijd overwinnen door ons vertrouwen; hoevele mensenvan deze tijd laten zich wegzinken in pessimisme, omdat zij hun hart niet vertrouwvol willenopenen? Jezus vraagt reine kleine zielen om te strijden tegen de onreinheid. Het islevensnoodzakelijk voor de toekomst van de wereld op te komen tegen het kwaad dat steedsverergert. Geheel bewust dat God met ons is, dienen wij krachtdadig de onreinheid onder alhaar vormen aan te klagen, het gebrek aan verantwoordelijkheidszin doen kennen van hen dielaten begaan zonder de stem te verheffen om de kanker te stoppen die aan de ziel van onzekinderen knaagt, ook aan volwassenen die te laf zijn om tussen te komen. De massamedia, desensatiebladen – zo durf ik hier te zeggen – raken in extase voor wat de schande is van onzeeeuw. Wat slecht is wordt de hemel in geprezen, wat goed is wordt afgeremd, gestopt, door  precies diegenen die tot opdracht hebben het aan te moedigen, te spreken, luid hunverontwaardiging, onze verontwaardiging, te verkondigen. De verdorvenheid der zeden tastzelfs de kinderen aan. Er staat nochtans in het Evangelie: Als gij niet wordt als kleinekinderen zult gij het Rijk der Hemelen zeker niet binnengaan. Arme kleine jeugd. Wat betekent het toch… die enkele jaren hier beneden. De dag zal komen waarop gij zult staantegenover diegene die Liefde tot het uiterste wil zijn. Jezus vraagt ook: ware kleine zielen omte strijden tegen de Leugen en de Schijnheiligheid: God is Waarheid. Telkens wij over dit punt struikelen, brengen wij hulde aan de Duivel. En zoals Jezus het ons in de Boodschapherinnert: “Een kleine leugen blijft steeds een leugen.” Het gebod voor Kleine Zielen moetzijn en blijven: “Nooit liegen.” Jezus vraagt onderworpen kleine zielen om tegen deongehoorzaamheid te strijden. Wie kent nog het sleutelwoord Gehoorzaamheid? Nemen wijJezus Christus tot voorbeeld, die zijn hele aardse leven lang, gehoorzaamd heeft aan zijnschepsels Jozef en Maria. Wij zullen het aanschijn van de aarde niet veranderen. Alleen God,Bron van alle goed, heeft die Macht. Daarom raad ik u aan, aan de grondwaarheden van hetGeloof te gehoorzamen: aan de eeuwige Waarheden, aan Gods Geboden die op onze dagen zovergeten zijn. Onze Moeder de Heilige Kerk lijdt… Laten wij haar wonden verzorgen. Hoe?Door ons voorbeeld van kleinheid en nederigheid, maar vooral door ons “neen” aan deafwijkingen van sommigen van haar leden. Laat ons bidden en beminnen. Jezus, haar Goddelijke Stichter zal de rest doen… Het weze ons voldoende, te beminnen. Hij vraagt:Offerzielen om tegen de Ketterij te strijden. Aan elk van hen vraagt Jezus een onmetelijkeeerbied voor zijn Liefdesacrament. “Vrezen wij niet.” Het zijn de eigen woorden van onzeHeilige Vader de Paus. Trotseren wij spot, beledigingen, onbegrip. God die ons ziet, weet, enis gelukkig. Dat is het essentiële. De rest heeft weinig belang. Want, zo wij al lijden, Hij heeftmeer geleden dan wij… Onze vreugde is te schenken, onszelf te schenken, te vergeven, te beminnen… Dragen wij onze broosheid op aan de Barmhartige Liefde. Kinderen, laten wijnooit zijn lijden zijn door onze vrijwillige zonden en onze weigering Hem te beminnen.

Reward Your Curiosity

Everything you want to read.
Anytime. Anywhere. Any device.
No Commitment. Cancel anytime.
576648e32a3d8b82ca71961b7a986505