You are on page 1of 1

WOENSDAG 16 JANUARI 2013

buitenland

13

Tienduizenden gevlucht na overstroming Jakarta


JAKARTA Moessonregens en een stijgend waterpeil in de rivieren hebben ertoe geleid dat duizenden mensen in de Indonesische hoofdstad Jakarta hun huizen zijn ontvlucht. Volgens de nooddiensten zijn ruim tienduizend mensen opgevangen in tijdelijke kampen, nadat op sommige plekken het waterpeil was gestegen tot een hoogte van drie meter. (AP)

Grootste ivoorvangst ooit gedaan in Kenia


MOMBASSA De Keniaanse politie heeft in de haven van Mombassa een recordhoeveelheid ivoor in beslag genomen. De smokkelwaar heeft een waarde van bijna 867.000 euro. Het ivoor werd ontdekt in containers uit Tanzania en Rwanda met als opgegeven lading decoratieve stenen. Het zou gaan om 638 stukken olifantentand. (Reuters)

Arrestatiebevel voor Ashraf samenzwering


ISLAMABAD Het arrestatiebevel voor de Pakistaanse premier dat het hooggerechtshof gisteren uitvaardigde, is volgens Pakistaanse politici het gevolg van een samenzwering tussen het leger en de rechterlijke macht. Er is geen twijfel mogelijk dat het leger het brein achter dit oordeel is, zei Fawad Chaudry, een woordvoerder van premier Raja Pervez Ashraf. Het arrestatiebevel werd gisteren uitgevaardigd, omdat de premier en vijftien anderen verdacht wordt van corruptie met grote energieprojecten. Ashraf was eerder minister van Water en Energie. Volgens aanhangers van de premier heeft het leger het ook op een akkoordje gegooid met de moslimgeestelijke Muhammad Tahirul Qadri. Die organiseerde de afgelopen maand massademonstraties in de hoofdstad Islamabad tegen de regering. De regering maakt zich volgens de geestelijke stelselmatig schuldig aan corruptie. Qadri staat erom bekend goede banden met het leger te hebben. Duizenden van zijn volgelingen verzamelden zich gisteren bij het parlement en juichten nadat het arrestatiebevel bekend werd. Het Pakistaanse leger heeft een lange geschiedenis van coups en benvloeding van de politiek. Het leger ziet zichzelf als beschermer van de veiligheid en stabiliteit in het land en uit regelmatig kritiek op de coalitie, die geleid wordt door de Pakistaanse Partij van het Volk (PPP). Generaal Ashfaq Kayani heeft eerder gezegd dat het leger zich niet meer met de politiek wil bemoeien en ontkent dat het banden heeft met de moslimgeestelijke Qadri. Critici geloven daar weinig van. Ze denken dat de demonstraties in Islamabad een poging zijn om druk uit te oefenen op de regering van president Asif Ali Zardari. Die maakt zich op voor parlementaire verkiezingen later dit jaar, vermoedelijk in mei. Het leger zou naar verluidt in de tussentijd de greep op het land willen vergroten. Een legerofficier die anoniem wilde blijven zei dat het leger geen coup wil plegen, maar wel genteresseerd is om een rol te spelen als bemiddelaar in een eventueel tussentijds kabinet. De politieke onrust in Pakistan duurt al langere tijd; het hooggerechtshof en de regering voeren een strijd met elkaar. Ashrafs voorganger, premier Yousaf Raza Gilani, moest in juni aftreden na een conflict met het hof. Ook hij zou zich schuldig hebben gemaakt aan corruptie. Een Pakistaanse soldaat kwam gisteren om nadat het tot een schietpartij kwam tussen Indiase en Pakistaanse troepen bij de grens met Kashmir. Recentelijk vonden meerdere incidenten plaats. (Reuters, AP, BBC) Mirsad Tokaca toont de vier boeken met de namen van de slachtoffers van de Bosnische oorlog.
FOTO MITRA NAZAR

Dit zijn onze doden


Met The Bosnian book of the dead is er voor het eerst een overzicht van het aantal slachtoffers van de Bosnische oorlog.
Van onze correspondent MITRA NAZAR ier dikke hardcover pillen liggen op de salontafel in het kantoor van Mirsad Tokaca. Vers van de drukker. Ik heb ze op de weegschaal gelegd, zegt hij. Negen kilo. Het Bosnische dodenboek telt vierduizend paginas met alleen maar namen. Letterlijk en figuurlijk zware kost. Tokaca is de drijvende kracht achter het Research en Documentatie Centrum (RDC), een Bosnische non-gouvernementele instelling (NGO) gefinancierd door diverse internationale organisaties en de EU. Dankzij het zeventienkoppige RDConderzoeksteam ligt er voor het eerst een officile telling van het aantal slachtoffers als gevolg van de Bosnische oorlog (1992-1996). Misschien wel het belangrijkste naoorlogse project in Bosni en Herzegovina. In 2007 publiceerde het RDC de eerste resultaten in een online database. Maandag verschijnen de definitieve resultaten in het boek met de nietsverhullende titel The Bosnian book of the dead. Hij glimlacht als hij de boeken optilt, want trots is Tokaca op het diepgravende onderzoek. Maar hij wordt bloedserieus als hij het boek openslaat. Kolommen met namen komen tevoorschijn; welgeteld 95.940. Allemaal Bosnirs die de oorlog niet hebben overleefd. Van ieder slachtoffer, zowel burger als militair, zijn naam, geboortedatum en -plaats, sterfdatum en -plaats en doodsoorzaak genoteerd. Deze vrouw kwam om in 1992 in Sarajevo, door een scherpschutter, zegt Tokaca, die de belegering van Sarajevo zelf meemaakte, als hij voorleest uit het boek. Hier een kind, zeven jaar oud, geraakt door een granaat. Ruim zevenduizend getuigenverklaringen, 25.000 fotos van grafstenen, vijftigduizend geschreven documenten en alle beschikbare informatie van gemeenten en NGOs vormen de basis. Onderzoeksteams van het RDC zaten tussen 2003 en 2008 verspreid over het hele land. Het was als een puzzel, zegt Tokaca, die de teams leidde. Om een volledig plaatje van iemand te kunnen maken, moet je zo veel mogelijk bronnen combineren. Voordat het RDC de resultaten publiek maakte, bestonden er louter schattingen over het aantal doden. Die liepen ver uiteen, van 25.000 tot zelfs driehonderdduizend doden. Afhankelijk van de politieke agenda, legt Tokaca uit. Het is dan ook niet gek, vindt hij, dat er vanuit alle windrichtingen op de Balkan kritiek kwam op zijn onderzoek. Sommige critici menen zelfs dat het aantal kinderen dat als gevolg van de oorlog niet verwekt en geboren is, moet worden meegeteld. Bosnische Servirs beweerden dat te veel doden werden gedocumenteerd, Boseen drijfveer. Toen ik wilde weten wat er met mijn opa is gebeurd, kon ik niets vinden. Zijn naam staat nergens geregistreerd. Zoiets mag niet meer gebeuren, zeker niet in de moderne tijd waarin we de middelen hebben om het te doen. Het Boek van de doden maakt geen onderscheid in etniciteit of religie. We hebben gewoon alle doden geregistreerd. Het betekent dat Bosnische moslims, Kroaten en Servirs door elkaar staan. Per gemeente, op alfabetische volgorde. We moeten ophouden met de termen als mijn slachtoffers, jouw slachtoffers zegt hij fel. Hij legt zijn hand op de vier dikke boeken. Dit zijn onze slachtoffers. Het is een dappere benadering in Bosni waar nog steeds sterke etnische spanningen zijn. Na de oorlog werd het land volgens het Daytonakkoord opgedeeld in twee entiteiten: de Bosnische Federatie, waar Bosniakken en Kroaten deel van uitmaken en de Servische Republiek, waar de Bosnische Servirs de macht hebben. De segregatie is ver doorgevoerd, kinderen van verschillende achtergronden gaan nog altijd niet samen naar school. Elke groep heeft zijn eigen versie van de geschiedenis, het boek is daarom van wezenlijk belang voor de toekomst, benadrukt Tokaca. Het gaat om ons collectieve geheugen. Dit boek is voor de volgende generatie die moet weten wat er is gebeurd. Niet op basis van politiek gekleurde schattingen, maar op basis van de feiten.

Raja is in te huren
De Pakistaanse premier Raja Pervez Ashraf wordt al jaren achtervolgd door aantijgingen van corruptie. Het leverde hem als minister van Energie en Water de bijnaam Raja Rental op, de in te huren Raja. Ashraf was als prominent partijlid van de PPP sinds 2008 naast minister van Water ook al eens minister van Informatietechnologie. Vorig jaar werd hij premier.

We moeten geen mythe willen creren rondom het lijden van ons volk
niakken (Bosnische moslims) dat het er te weinig zijn. Als ze hun kritiek kunnen onderbouwen, wil ik best luisteren. Maar niemand heeft bewijs. Niemand heeft namen. Dat hij zelfs door mensen uit zijn eigen gemeenschap Tokaca is een Bosniak om zijn werk wordt bekritiseerd, kan hem weinig schelen. We moeten geen mythe willen creren rondom het lijden van ons volk, zegt hij met vurige ogen. Alsof honderdduizend doden niet genoeg is! Hoewel in het boek 95.940 namen van doden zijn geregistreerd, houdt Tokaca het aantal dodelijke oorlogsslachtoffers op ongeveer honderdduizend. Een dergelijke telling is namelijk vrijwel altijd een minimum, legt hij uit. We moeten er rekening mee houden dat er slachtoffers zijn van wie geen informatie beschikbaar is. Maar het is onwaarschijnlijk dat er nog honderdduizend bij komen. Hooguit een paar honderd. Hoe morbide het ook mag klinken, het tellen van doden na een oorlog is belangrijk. Menig oorlog mondt jaren na dato uit in een strijd om de getallen. De Balkan kent een traditie van het tegen elkaar opbieden met aantallen oorlogsslachtoffers. Over de Tweede Wereldoorlog bestaat ruim zeventig jaar na dato nog altijd onduidelijkheid. Voor Tokaca was het

Wal-Mart biedt alle veteranen een baan


NEW YORK Amerikas grootste warenhuisketen Wal-Mart gaat oorlogsveteranen een baan aanbieden. Voorwaarde is dat ze recent zijn afgezwaaid en niet oneervol zijn ontslagen. Wal-Mart, de grootste private werkgever in de VS, zegt zo oorlogsveteranen te willen helpen. Veel van hen hebben moeite een baan te vinden. Door de oorlogen in Irak en Afghanistan is het aantal veteranen in de VS flink toegenomen. Het werkloosheidspercentage onder veteranen die hebben gediend in Afghanistan en Irak was vorige maand 10,8, terwijl het algemene werkloosheidspercentage in de VS 7,8 bedraagt. Wal-Mart wil de komende vijf jaar meer dan honderdduizend veteranen aannemen. Presidentsvrouw Michelle Obama noemt het plan van Wal-Mart historisch. De first lady is betrokken bij een overheidscampagne die het bedrijfsleven aanmoedigt veteranen aan te nemen. Obama: We zijn er allemaal van overtuigd dat iemand die zijn land heeft gediend niet voor een baan hoeft te vechten als hij weer thuis is. (AP)

38.239 burgerdoden
Het totaal aantal doden (inclusief vermisten) als gevolg van de Bosnische oorlog in de jaren negentig is 95.940. Hiervan was 65 procent Bosniak (Bosnische moslim), 26 procent Bosnische Servirs en negen procent Bosnische Kroaat. Het aantal burgerslachtoffers bedraagt 38.239. Het aantal gesneuvelde militairen is 57.701. Slachtoffers per etnische groepering: ! Bosniak: 62.013 (31.107 burgers en 30.906 soldaten) ! Bosnische Kroaten: 8403 (2484 burgers en 5919 soldaten) ! Bosnische Servirs: 24.953 (4178 burgers en 20.775 soldaten) ! Overig: 571 (470 burgers en 101 soldaten)

You might also like