You are on page 1of 107

Kompas, energiebewust wonen en werken

Basisdocument
Wat is duurzaam bouwen?
Leidraad voor het samenstellen van lesmateriaal
in het onderwijs voor de bouw, stedenbouw en GWW
in opdracht van
auteurs: BOOM-SI, Milieukundig Onderzoek- & OntwerpBuro te Delft

ir. Frank Stofberg

prof. ir. Kees Duijvestein

Faculteit Bouwkunde, TU Delft

foto's en overige illustraties: BOOM-SI, tenzij anders vermeld

vormgeving: Lawine grafsch ontwerp

te downloaden vanaf: www.dubo-centrum.nl

Dit 'Basisdocument Wat is duurzaam bouwen?' is samengesteld in opdracht van SenterNovem, met financiële steun van het Ministerie van VROM.

maart 2006, tweede herziene uitgave

Met dank aan de personen, bedrijven en instanties die ideeën en informatie verschaften.

In het bijzonder aan de volgende personen voor hen opbouwende kritiek:

Geert-Jan van den Brand, TU Eindhoven, Faculteit Bouwkunde

Gerk Hogerhuis, Drenthe College

Ellen van Keeken, Instituut voor Gebouwde Omgeving, Hogeschool Utrecht

Peter van Oppen, SBR

Judith Zwennis, SenterNovem

Klaas de Vries, SenterNovem

Arjan Verheul, SenterNovem

Kees Mokveld, SenterNovem

Monique Stavast (eindredactie), SenterNovem


Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Inhoud
Voorwoord 4 4 Drinkwater 73

Waarom dit basisdocument? 5 4.1 Introductie 73

4.2 Ontwerp 76

1 Duurzaam bouwen, 4.3 Uitvoering en beheer 77

meer dan alleen milieu? 8 Literatuur en sites 78

1.1 Introductie 8

1.2 Duurzame ontwikkeling 14 5 Binnenmilieu en gezondheid 79

1.3 Milieuproblematiek 17 5.1 Introductie 79

1.4 Van experiment tot standaard 21 5.2 Ontwerp 82

1.5 Beleid en regelgeving 24 5.3 Uitvoering 83

1.6 Methodieken en instrumenten 29 Literatuur en sites 83

Literatuur en sites 31

6 Leefomgeving 85

2 Energie 34 6.1 Landschap en bodem 85

2.1 Introductie 34 • Introductie 85

2.2 Checklist Energie 43 • Ontwerp 88

• Ontwerp 43 • Uitvoering 88

• Uitvoering en beheer 48 • GWW-sector 89

2.3 Energie in de GWW-sector 50 Literatuur en sites 89

2.4 Tot slot 51 6.2 Water in de gebouwde omgeving 90

Literatuur en sites 53 • Introductie 90

• Ontwerp 93
3 Materialen 55 • Uitvoering 94
3.1 Grondstoffen en bouwmaterialen 55 • GWW-sector 94
• Introductie 55 Literatuur en sites 95
• Checklist grondstoffen en bouwmaterialen 59 6.3 Flora en fauna 96
- Ontwerp 59 • Introductie 96
- Uitvoering 61 • Ontwerp 98
• GWW-sector 62 • Uitvoering en beheer 99
• Tot slot 63 Literatuur en sites 100
Literatuur en sites 64 6.4 Verkeer en wegen 101
3.2 Bouw- en sloopafval 65 • Introductie 101
• Introductie 65 • Ontwerp 103
• Ontwerp 67 • GWW-sector 104
• Uitvoering 68 Literatuur en sites 105
• GWW-sector 68

Literatuur en sites 69

3.3 'Huishoudelijk' afval 70

• Introductie 70

• Ontwerp 72

Literatuur en sites 72

3
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Duurzaam bouwen begint


bij studenten
Duurzaam bouwen is lang alleen geassocieerd met het De ervaring met het vorige Basisdocument dat wel op
verbeteren van het milieu. In de praktijk blijkt echter papier beschikbaar was, is dat er nogal wat ontwikkelingen
steeds meer dat deze manier van bouwen zorgt voor zijn op dit gebied waardoor de informatie snel verouderd.
een forse verbetering van de kwaliteit op het gebied van Daarom is er voor deze versie gekozen voor een interactieve
leefbaarheid, flexibiliteit, gezondheid, comfort, veiligheid en digitale vorm. De hoofdstukken zijn als pdf beschikbaar.
en rentabiliteit. Bovendien zorgen de stijgende energie- In de publicatie verwijzen links naar informatie op de rest
prijzen en de aandacht voor milieu in verband met van de SenterNovem site. Als er nieuwe relevante informatie
geluidshinder, fijn stof en schimmel en vocht in relatie tot op de SenterNovem site komt, wordt deze automatisch
gezondheid ervoor dat deze manier van bouwen steeds verwerkt in het Basisdocument. Let er dus op als u hoofd-
meer aandacht krijgt. Door die toegenomen aandacht en stukken uitprint om op te nemen in een reader, dat er
toepassing van allerlei maatregelen in de praktijk, werken wijzigingen in de tekst en de informatie kunnen komen.
we gezamenlijk hard aan een steeds beter wordende Voor de meest actuele informatie kunt u altijd op de duur-
duurzame kwaliteit van de gebouwde omgeving. zaam bouwen site van SenterNovem terecht.

Om die duurzame kwaliteit te bereiken zijn alle partijen in Als manager Klimaat en Gebouwde Omgeving bij Senter-
het bouwproces nodig. Deze manier van bouwen vereist Novem ben ik zelf al vele jaren betrokken bij innovatie en
een integrale aanpak. Daarvoor is veel kennis nodig, niet duurzaamheid in de gebouwde omgeving. Het is goed om
alleen inhoudelijk, maar juist ook in samenhang met te zien dat de kennis over duurzaam bouwen en de bereid-
andere aspecten en andere partijen. Uiteraard speelt het heid om op die manier te bouwen steeds meer toeneemt.
bouwonderwijs, van MBO tot en met WO, een belangrijke Er is de afgelopen jaren veel gebeurd. Voor een groot deel
rol bij het duurzaam bouwen in de nabije toekomst. De kunt u de kennis die daarbij is opgedaan terugvinden in dit
huidige studenten zijn immers de ontwerpers, adviseurs Basisdocument. Maar het gaat niet om (technische) kennis
of bouwers van morgen! Om de studenten voor te berei- alleen. Het vraagt een open mind om af te durven wijken
den op duurzaam bouwen heeft SenterNovem dit Basis- van de traditionele paden. Door innovatie kan de hele
document - Wat is duurzaam bouwen? Leidraad voor het bouwkolom samen werken aan kwaliteitsverbetering en
samenstellen van lesmateriaal in het onderwijs voor de duurzaamheid van de gebouwde omgeving. Wij hopen dat
bouw, stedenbouw en GWW ontwikkeld. Dit Basis- dit basisdocument u als docent de inspiratie geeft om uw
document is een hulpmiddel en inspiratiebron voor studenten wegwijs te maken in dit boeiende onderwerp.
docenten bij het ontwikkelen van lessen op dit gebied.

We wensen u veel energie toe bij het voorbereiden


Dit Basisdocument is een grondige actualisatie van een van uw lessen!
eerdere handreiking voor docenten uit 1999. Dat Basis-

document was aan vernieuwing toe als gevolg van de vele Wim Berns
ontwikkelingen in de techniek, het beleid en de instru- SenterNovem
menten. Dankzij een groot aantal gerealiseerde duurzame Manager Klimaat en Gebouwde Omgeving
projecten is inmiddels veel ervaring opgedaan. Dit levert

naast technische informatie veel inzicht op in de gebruiks-

aspecten en de acceptatie van duurzame maatregelen.

4
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Waarom dit basisdocument?


Leeswijzer
Duurzaam bouwen en duurzame Doel en inhoud Basisdocument
stedenbouw in het onderwijs Het Basisdocument is bedoeld als hulpmiddel en
Om van duurzaamheid een algemeen geaccep- inspiratiebron voor het afleiden van concrete leer-
teerd begrip te maken, moet het nadrukkelijk in doelen en leerstof voor duurzaam bouwen en
het onderwijs worden opgenomen. Om duurzaam duurzame stedenbouw, inclusief GWW (grond-,
te kunnen bouwen, is het van groot belang dat weg- en waterbouw). De publicatie richt zich op
leerlingen en studenten vertrouwd raken met de volle breedte van het bouwonderwijs op het
duurzaam bouwen. Hebben leerlingen de deskun- MBO-, HBO- en WO-niveau.
digheid én motivatie om duurzaam te bouwen, is De publicatie geeft een beschrijving van de inhoud
de kans groot dat dit aspect in hun latere werk van duurzaam bouwen en duurzame stedenbouw
automatisch wordt meegenomen. Zeker wanneer en gaat niet in op de onderwijskundige invulling
nu duidelijk gemaakt kan worden, dat duurzaam per opleidingsniveau.
bouwen naast milieuvoordelen, ook een hogere
bouwkwaliteit oplevert. Duurzaam bouwen en De publicatie is ingedeeld naar thema met uit-
duurzame stedenbouw is interessant, ook voor zondering van het eerste hoofdstuk. Hierin komen
het onderwijs. allerlei algemene zaken rond duurzaam bouwen
en duurzame stedenbouw aan de orde zoals
Het onderwijs kan bijvoorbeeld gericht zijn op duurzame ontwikkeling, ontwerpstrategieën en
onderzoek naar en het gebruik van hoogwaardige instrumenten.
en vernieuwende technieken. Denk bijvoorbeeld Er zijn door de hele publicatie heen veel verwij-
aan systemen voor zonne-energie, sensor gestuurde zingen naar sites, literatuur en andere informatie-
ventilatie en extreem goed isolerende vacuüm bronnen. Dit vereenvoudigt het vinden van de
beglazing. Duurzaam bouwen kan aanleiding meest actuele informatie.
zijn voor specifieke architectonische vormen of
stedelijke structuren. Maar ook alternatieve bouw- Afbakening en verantwoording
materialen zoals vlas en puingranulaat kunnen in Dit Basisdocument is de eerste actualisatie van
het onderwijs aan bod komen. de uitgave uit 1999. De afgelopen jaren is de volle-
Natuurlijk verdient ook de gebruiksfase van duur- dige (gedrukte) oplage van die versie afgezet bij
zame woningen, gebouwen en een duurzame de diverse doelgroepen en zelfs daarbuiten. Anno
leefomgeving alle aandacht. Alleen met tevreden 2006 is het Basisdocument duidelijk aan vernieuw-
bewoners en andere gebruikers heeft duurzaam ing toe als gevolg van de vele ontwikkelingen in
bouwen en duurzame stedenbouw de toekomst. de techniek, het beleid en instrumenten. Dankzij
een groot aantal gerealiseerde duurzame (voor-
beeld)projecten (zie www.dubo-centrum.nl
www.energiebesparinggww.nl en lit. 1 en 2) is
veel ervaring opgedaan met het gebruik van deze
projecten. Naast technische informatie is veel
inzicht verkregen over de gebruiksaspecten en
de acceptatie van duurzame maatregelen.

5
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

In deze nieuwe publicatie zijn de volgende GWW/Infratechniek


(sub)thema's uitgewerkt: Bij een aantal thema's krijgt de grond-, weg- en
• energie waterbouwsector apart de aandacht. Hiervoor is
• materialen gekozen omdat deze sector qua inhoud en schaal
- grondstoffen en bouwmaterialen vaak afwijkt van de overige sectoren. Hoewel er
- bouw- en sloopafval natuurlijk ook een duidelijke overlap is met de
- 'huishoudelijk' afval stedenbouwkundige sector.
• drinkwater De term 'GWW' zal binnen enkele jaren in (een
• gezondheid en binnenmilieu deel van) het onderwijs vervangen worden door
• leefomgeving 'infratechniek' of kortweg 'infra'. In deze publicatie
- landschap en bodem wordt echter 'GWW' gebruikt omdat deze term in
- water in de gebouwde omgeving de huidige bouwpraktijk nog zeer gangbaar is.
(oppervlaktewater en riolering)
- flora en fauna Ordeningsschema duurzaam bouwen
- verkeer Het ordeningschema (afb. 1) geeft aan hoe duur-
zaam bouwen in dit Basisdocument is opgevat.
Per (sub)thema is een kort overzicht gegeven van Zoals in paragraaf 1.2 is beschreven, spelen bij
de basisbegrippen, de problematiek rond het duurzaam bouwen naast milieuaspecten, ook
thema met het oog op duurzaamheid, een moge- sociale, economische en ruimtelijke aspecten een
lijke aanpak daarvan met concrete duurzame belangrijke rol (zie afb. 12). In het Basisdocument
maatregelen en het huidige (overheids)beleid. ligt de nadruk op de milieuaspecten.

Het is van belang in het vizier te houden dat de Duurzaam bouwen heeft betrekking op de
structuur van deze publicatie kan afwijken van woning- en utiliteitsbouw en op de stedenbouw
andere gekozen indelingen in thema's en sub- en grond-, weg- en waterbouw (GWW). Daarbij is
thema's. Tot nu toe blijkt dat deze thema-indeling onderscheid te maken tussen de verschillende
een goede beschrijving mogelijk maakt van het schaalniveaus. De scheiding tussen thema's, de
totale 'dubo-veld'. scheiding tussen de sectoren en de scheiding
tussen schaalniveaus is vooral bedoeld om vat te
In dit Basisdocument wordt het overdragen van kunnen krijgen op de diversiteit van het totale
kennis over het principe van duurzaam bouwen als 'dubo-veld'. Om een optimaal duurzaam project te
leidraad genomen. Informatie over onder andere krijgen is het van groot belang om het totale veld
materiaalgebruik in dit document moet -mede integraal te bekijken. Maar voor het onderwijs ligt
gezien de actualiteit- vooral als illustrerend worden dat anders: niet elke student hoeft van elk veld
beschouwd. alles te weten.
Het schema kan een hulpmiddel zijn om per
opleiding te bedenken welke 'dubo-velden' van
belang zijn. Aan de hand van de themahoofd-
stukken verderop in deze publicatie kan vervolgens
elk veld nader ingevuld worden.

6
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

detail

gebouw

buurt

wijk

stad

regio

Afb. 1: Ordeningsschema duurzaam bouwen

ENERGIE MATERIALEN DRINKWATER BINNEN- LEEFOMGEVING


MILIEU EN
grond- bouw- 'huis- landschap water in de flora verkeer
stoffen en houdelijk' GEZONDHEID en bodem gebouwde en en
en bouw- sloopafval afval omgeving fauna wegen
materialen

BASISKENNIS

EN

VAARDIGHEDEN

PROCESSEN

MILIEUGEVOLGEN

OPLOSSINGEN

- beleid

- ontwerp

- uitvoering

- beheer en
onderhoud

WONINGBOUW

UTILITEITSBOUW

GROND-, WEG- EN WATERBOUW (INFRATECHNIEK)

STEDENBOUW

7
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

1 Duurzaam bouwen,
meer dan alleen milieu?
1.1 Introductie Engelse 'sustainable development'. Dit begrip is
door de Commissie Brundtland in 1987
Duurzaam bouwen is binnen de huidige bouw, gedefinieerd als: 'een ontwikkeling die voorziet in
stedenbouw en GWW niet meer weg te denken. de behoefte van de huidige generatie zonder daar-
Bij veel projecten is duurzaamheid een thema of mee voor de toekomstige generaties de mogelijk-
soms zelfs uitgangspunt. heden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften
Ook komen er meer duurzame producten, te voorzien'.
concepten en technieken op de markt waarmee In deze algemeen geaccepteerde opvatting heeft
producenten zich proberen te onderscheiden. een duurzame ontwikkeling betrekking op 'daar en
Op de Nationale Dubo-dag of op de Bouwbeurs later' (langere termijn, de hele aarde en al haar
manifesteren ze zich met deze duurzame produc- bewoners) en heeft van daaruit gevolgen voor het
ten. Denk hierbij aan zonneboilersystemen, inno- 'hier en nu'.
verende ventilatiesystemen, mogelijkheden voor
hergebruik van water, isolatiematerialen, milieu- Uitgaande van de Brundtland-definitie van
verantwoord hout en nieuwe infiltratiesystemen duurzaamheid, is de definitie van duurzaam
voor regenwater. Duurzaam bouwen is dus niet bouwen aangepast: 'Duurzaam bouwen is het op
alleen iets van beleidsmakers: ook bij marktpartij- een dusdanige manier bouwen dat hier aan de
en is duurzaam bouwen een begrip. Maar wel een huidige behoefte wordt voldaan zonder dat de
begrip dat door diverse partijen op een verschil- mogelijkheden voor andere volkeren en toekomstige
lende wijze wordt geïnterpreteerd en ingevuld. generaties worden verminderd.' (bron: lit. 3).
Zo richt de een zich vooral op de milieuaspecten Deze definitie is dus veel breder dan de oude die
terwijl de ander het begrip veel breder ziet en zich beperkte tot de milieuaspecten van bouwen
ook zaken zoals leefbaarheid erbij betrekt. Al lang (zie verder bij paragraaf 1.2).
voordat het begrip 'duurzaam bouwen' gehan-
teerd werd, was een beperkte groep professionals Durable versus sustainable
en (particuliere) opdrachtgevers actief bezig met Over het begrip 'duurzaam' kan verwarring
duurzaamheid in de bouw. bestaan. Het heeft in het Nederlands namelijk
meer dan één betekenis. Duurzame ontwikkeling is
Een tot voor enige jaren geleden gebruikelijke de vertaling van 'sustainable development' en daar
definitie van duurzaam bouwen was: komt, zoals gezegd, duurzaam bouwen uit voort.
'het op een zodanige manier bouwen dat door de Duurzaam in de Nederlandse bouwpraktijk werd
bouw, het gebruik en de eventuele sloop van het daarentegen, zeker tot een paar jaar geleden,
bouwwerk zo min mogelijk milieuproblemen ont- opgevat als de vertaling van 'durable', dus in de
staan' (bron: lit. 3). Voor 'bouwwerk' kan ook zin van 'gaat lang mee'. Maar iets dat lang mee
gelezen worden 'gebouwde omgeving' en gaat, is zeker niet per definitie ook duurzaam in
'infrastructuur'. de eerstgenoemde betekenis van duurzaam. Zie
verderop in dit hoofdstuk over de relatie duur-
Het begrip duurzaam bouwen komt voort uit het zaam bouwen en levensduur.
begrip duurzame ontwikkeling, afgeleid van het

8
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Breedte, diepte en reikwijdte Ook beter gebruik van gebouwen, kan de duur-
van duurzaam bouwen zaamheid vergroten. Denk bijvoorbeeld aan:
Duurzaam bouwen omvat een breed werkveld • Het intensiever of meervoudige gebruik van
zoals ook in afbeelding 1 is aangegeven. Om gebouwen, voornamelijk kantoren en scholen;
een optimaal duurzaam project te krijgen is het ook 's avonds en in het weekend kunnen delen
van groot belang om het totale veld integraal te van een gebouw (door derden) gebruikt
bekijken. worden; doordat elders ruimte wordt bespaard,
neemt de totale milieubelasting af.
Duurzaam bouwen speelt op alle schaalniveaus, • Het gebruik van flexplekken in kantoren, dus
maar dit Basisdocument beperkt zich tot de lagere geen vaste werkplekken in combinatie met
schaalniveaus: van (ge)bouwdetail tot en met bijvoorbeeld thuiswerken; er is minder ruimte
stedenbouwkundig plan. nodig en er wordt intensiever gebruik gemaakt
Duurzaam bouwen heeft betrekking op woning- van deze ruimte.
en utiliteitsbouw, installatietechniek, stedenbouw • Het flexibeler indelen en inrichten van gebou-
en de grond-, weg- en waterbouw. wen. Wijzigingen in gebruik of wisseling van
In alle fasen van het bouwproces spelen aspecten gebruiker kunnen met minder bouwkundige
van duurzaamheid: het gaat niet alleen om een ingrepen plaatsvinden. Dus minder sloopafval
milieuverantwoorde wijze van bouwen, het gaat en gebruik van nieuw materiaal.
ook om een duurzame wijze van beheren, onder- In de publicatie 'Duurzaam huisvesten - een
houden en zonodig slopen of reconstrueren van leidraad voor strategisch denken' (lit. 4) wordt
woningen, overige gebouwen en objecten in de ingegaan op bovenstaande voorbeelden. Er wordt
GWW-sector. een directe koppeling gelegd met het begrip
Ook het duurzaam bewonen en gebruiken van 'Factor 20'.
woningen, gebouwen en gebouwde (stedelijke)
omgeving hoort er vanzelfsprekend bij. Het infor- Basisdocument gericht
meren van bewoners en andere gebruikers over op milieuaspecten
duurzaamheid maakt daarom ook onderdeel uit Duurzaam bouwen heeft betrekking op een breed
van duurzaam bouwen. En natuurlijk niet te ver- scala aan (milieu)thema's en subthema's zoals in
geten het informeren van alle opdrachtgevers: zij de Leeswijzer is genoemd en in afb. 1 is weerge-
bepalen voor een belangrijk deel wat en hoe er geven. Zoals hiervoor en in paragraaf 1.2 is
gebouwd gaat worden. beschreven, spelen bij duurzaam bouwen naast
milieuaspecten, ook sociale, economische en
Zo is bijvoorbeeld het wel of niet slopen van de ruimtelijke aspecten een belangrijke rol (afb. 12).
oudere woningen in de naoorlogse wijken een In het Basisdocument ligt de nadruk echter op de
belangrijk vraagstuk. Niet slopen maar renoveren milieuaspecten.
lijkt gelet op milieuaspecten de voorkeur te
hebben. Ook vanuit sociaal oogpunt, denk aan de
sociale samenhang, lage huren en het tekort aan
goedkope woningen, ligt slopen lang niet altijd
voor de hand. Wordt naar de toekomst gekeken,
dan kàn slopen en vervangende nieuwbouw toch
een goede keus zijn. Denk dan aan wooncomfort,
lage energielasten, een gezond binnenklimaat en
een vaak minder eenzijdige samenstelling van de
bevolking in een bepaalde buurt. Zie verder bij
'herstructurering'.
9
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Afb. 2: Oikos, Enschede

Oikos is een woonwijk met circa 600 woningen

en ligt tussen Enschede en de Duitse grens.

Door in een breed samengestelde projectgroep

te werken, kon duurzaam bouwen een integraal

onderdeel van de planvorming worden.

Het aanwezige landschap vormde een belang-

rijke aanleiding voor het ontwerp.

Bestaande hoogteverschillen worden optimaal

benut voor het afwateringssysteem. Met

behulp van zogenaamde wadi's wordt het

schone regenwater in de bodem geïnfiltreerd

en zonodig afgevoerd naar buffervijvers of

de Glanerbeek. Alle woningen, ook de vrije

kavels, moesten voldoen aan een breed pakket

dubo-eisen. Hierbij had de opdrachtgever een

aanzienlijke keuzevrijheid in de dubo-

maatregelen. Realisatie: 1996 - 2006.

Duurzame architectuur Op de site www.dubo-centrum.nl is een groot


Bijgaande illustraties 3 t/m 6 geven een beeld van aantal dubo-voorbeelden uit ons land te vinden.
de diversiteit van duurzaam bouwen in de archi- Ook in de publicatie 'Trends' (lit. 5) zijn tal van
tectuur. Het gaat hierbij niet alleen om de verschij- voorbeelden te vinden, zowel van gerealiseerde
ningsvorm, het uiterlijk, maar ook om zaken als het projecten als van ideeën voor de nabije toekomst.
ruimtelijke ontwerp, installaties, de infrastructuur De volgende sites geven buitenlandse voorbeelden:
en de relatie met de (natuurlijke) omgeving. Er zijn • de site 'Advanced Case Studies in Canadian
twee uitersten te benoemen, of het nu om nieuw- Sustainable Design' van onder andere de
bouw of om bestaande bouw gaat: enerzijds 'high- 'University of Waterloo - school of architecture'
tech' en anderzijds 'lowtech'. • de site 'Sustainable Building Information System'
• site van de Hong Kong University over het BEER-
Bij een hightech ontwerp staan de meest geavan- project: Building Energy Efficiëncy Research.
ceerde constructies, installaties en infrastructuur
centraal. Bovendien worden zeer 'moderne' mate-
rialen gebruikt.
Bij een lowtech ontwerp staan eenvoud en voor de
gebruiker te begrijpen constructies en installaties
centraal. Extra aandacht wordt besteed aan de
(natuurlijke) omgeving. De meeste projecten in
ons land zullen ergens tussen deze beide uitersten
geplaatst kunnen worden. Ook is onderscheid te
maken tussen projecten waarbij duurzaamheid
wel of niet duidelijk zichtbaar is gemaakt in de
vormgeving, met in de praktijk natuurlijk allerlei Afb. 3: Woningbouwproject met PV-panelen in de gevel in Roomburg te

Leiden. Architect: Han van Zwieten Architecten bna; realisatie 2004.


tussenvormen.

10
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Er wordt per project niet alleen op het fysieke


ontwerp ingegaan, maar ook op positieve en
negatieve ervaringen met duurzame aspecten
tijdens de bouw en het gebruik. Het gaat ook in
op het proces van totstandkoming. Daarover zegt
het boek in de algemene inleiding het volgende:

Afb. 4: Ecolonia in Alphen a/d Rijn. Architect:


'Multidisciplinair werken is een gevestigde
Renz Pijnenborg, Archi Service; realisatie 1992. gewoonte in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen,
maar duurzame stedenbouw vereist een verdere
verbreding. Landschapsarchitecten, steden-

Afb. 5: Kantoorgebouw Rijkswaterstaat in


bouwkundigen en planologen hebben veel te
Terneuzen. Zowel bouwkundig als installatie- winnen door op uiteenlopende schaalniveaus
technisch zijn veel bijzondere maatregelen samen te werken met vakspecialisten op het
toegepast zoals de natuurlijke ventilatie en
gebied van energie, water, verkeer, ecologie,
de shingels van afgedankte meerpalen voor

de gevelbekleding. Architect: Bureau opMAAT.


cultuur en leefomgevingkwaliteit.'
Realisatie: 2000.

Afb. 6: Hoofdkantoor ING in Amsterdam met

veel daglicht door veel glas, klimaatgevel en

diverse binnentuinen. Architecten: Meyer en

Van Schooten; realisatie: 2002.

Afb. 7: GWL-terrein Amsterdam

Het GWL-terrein in Amsterdam is een nieuwbouwproject op een


Duurzame stedenbouw
voormalig waterleidingbedrijf grenzend aan de 19e-eeuwse
Ook in de stedenbouw is de diversiteit van de
Staatsliedenbuurt. Het project heeft een hoge woningdichtheid,
invulling van duurzaamheid groot. Dit heeft onder heeft veel groen en sluit goed aan op de structuur van de omliggende

andere te maken met de verschillende schaal- bebouwing. Enkele oude bedrijfsgebouwen zijn gehandhaafd. Bijzonder

is de autoluwe inrichting van een groot deel van het plangebied.


niveaus waarop stedenbouw betrekking kan
hebben. Een andere belangrijke reden is de locatie:
gaat het bijvoorbeeld om een binnenstedelijk
gebied (afb. 7) of om een uitbreiding van stedelijk
gebied (afb. 8). En natuurlijk speelt ook mee of
het om nieuwbouw of om herstructurering (afb. 9)
gaat. In de publicatie 'Duurzame stedenbouw'
(lit. 6) wordt dan ook geconcludeerd dat 'de'
duurzame stedenbouw niet bestaat.

Dit boek 'Duurzame stedenbouw' geeft voor het


onderwijs veel nuttige aanknopingspunten, zowel
theoretisch als praktisch. Het geeft naast een alge-
mene beschouwing over duurzame stedenbouw Afb. 8: Lanxmeer

De wijk Lanxmeer in Culemborg is een ruim opgezette groene en


een uitgebreide beschrijving van tal van steden-
waterrijke wijk die deels in een waterwingebied ligt. Bewoners spelen
bouwkundige projecten, zowel in de nieuwbouw
een belangrijke rol bij het beheer van de wijk.
als in de bestaande bouw.
11
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

De duurzaamheid van Hoogvliet bestaat uit ver-


schillende soorten maatregelen met vaak een
Afb. 9: Een impressie van het stadsdeel
verrassende invalshoek:
Schalkwijk in Haarlem. Een typische wijk uit

de jaren zestig en zeventig met laag- en


• Flexibiliteit en aanpasbaarheid: gebouwmodel-
hoogbouw, brede wegen en veel groen. Er zijn len met een ruim casco, geschikt voor verschil-
enkele deelprojecten rond duurzaamheid lende functies; onder andere beukmaat van 7,2
gerealiseerd zoals het grote zonne-energie-
meter en vrije verdiepingshoogte van 2,9 meter.
project 2 MegaWatt (2MW) op bestaande

flats. Dit project is voorzien van bijna 3000


• Verticale samenvoeging van jaren '50 portiek-
m2 zonnecollectoren, warmteopslag in de flats tot 'herenhuizen'.
bodem en gasgestookte warmtepompen. • Toekomstig gebruik van industriële restwarmte
Andere belangrijke deelprojecten zoals het
van de raffinaderijen. De infrastructuur wordt
afkoppelen van het regenwater en een ver-

beterd verkeersplan zijn deels in uitvoering


voorbereid, realisering vanaf circa 2008.
of komen nog in uitvoering. • Meer oppervlaktewater in de verschillende wij-
ken, dit met het oog op verhoging van de bele-
Stedelijke herstructurering vingswaarde en van het bergende vermogen
Het realiseren van duurzaamheid in de vele voor het regenwater.
bestaande woonwijken uit de periode 1950 - 1975 • Sport en recreatie gaan terug naar het hart van
is een bijzondere opgave. Niet alleen door de de stad.
omvang, maar natuurlijk ook door de sociale, • Terugkeer van de bedrijvigheid naar de wijken
economische en ruimtelijke aspecten die daarbij door nieuwe kantorenlocaties, woonwerk-
een belangrijke rol spelen. Een telkens terug- woningen en de vestiging van kleine bedrijven
kerende vraag is in hoeverre sloop van woningen in de verschillende winkelcentra.
noodzakelijk is om tot een duurzame oplossing • Leegstaande flats bewoond laten lijken, het
(in brede zin) te komen. organiseren van 'sloopfeesten' en ruime be-
In het Infoblad 'Hoogbouwrenovatie in duurzame wonersparticipatie.
stedenbouw' van SenterNovem wordt uitgebreid
ingegaan op stedelijke herstructurering. Een ander voorbeeld van een grootschalige her-
structurering is Schalkwijk in Haarlem. Hier worden
De Rotterdamse deelgemeente Hoogvliet is in dit in vergelijking met Hoogvliet echter aanzienlijk
kader een interessant voorbeeld. In Hoogvliet is minder woningen gesloopt. Op een aantal plekken
gekozen voor een integrale aanpak waarbij 5.000 vindt verdichting met nieuwbouw van woningen,
van de in totaal aanwezige 17.000 woningen winkels en kantoren plaats. Verder is er veel aan-
worden vervangen door nieuwbouw. dacht voor de thema's verkeer, oppervlaktewater
Hoogvliet stond eind jaren '90 met de rug tegen en energie (afb. 9).
de muur: slecht imago, onverhuurbare woningen
en een 'no go area'. In 1998 is woningcorporatie Kosten duurzaam bouwen
Woonbron Maasoevers in samenwerking met de Vaak wordt gedacht dat duurzaam bouwen per
deelgemeente gestart met een rigoureuze her- definitie 'duur' is. De klank van het woord brengt
structurering. De integrale aanpak lijkt de sleutel dat -helaas- met zich mee. Dat is echter zeker niet
te zijn tot de succesvolle herstructurering. terecht, zo blijkt uit onderzoek (lit. 7). Vooral de
Bewoners die eerder uit de wijk weggetrokken daling van de exploitatielasten door duurzaam te
waren, keren nu graag weer terug. bouwen kan aanzienlijk zijn. Zo zal een duurzaam
Een belangrijk uitgangspunt bij de plannen was gebouw in ieder geval een lager energie- en
dat bewoners participeerden in de aanpak onder waterverbruik hebben en soms ook lagere water-
het mom 'duurzaam is maken wat mensen wensen'. zuiveringlasten.

12
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Ook aspecten die een meer indirect financieel Bij duurzame stedenbouw en GWW-projecten is
voordeel hebben, moeten in beschouwing worden volgens het hierboven aangehaalde onderzoek (lit.
genomen. Mogelijke voordelen van duurzaamheid 8) het kostenverhaal helemaal complex. Dit wordt
naast milieuvoordelen: meer comfort, hogere bevestigd door de publicatie 'Duurzame steden-
arbeidsprestatie, lager ziekteverzuim (zie ook bouw' (lit. 6).
Praktijkboek Gezonde gebouwen) (lit. 8), grotere De complexiteit wordt onder andere veroorzaakt
flexibiliteit in onder andere ruimtelijke indeling, door de grote variatie in mogelijke maatregelen
een langere levensduur van het gebouw en lagere in duurzame projecten en door het grote aantal
sloopkosten. verschillende partijen, dat betrokken is bij deze
In de utiliteitsbouw wordt duurzaamheid soms plannen. Deze partijen hebben bovendien uiteen-
gebruikt voor een positief imago. Dat kan weer lopende rollen en belangen. Daarnaast laten
gebruikt worden om zich in de markt te onder- bepaalde duurzaamheidaspecten zich lastig ver-
scheiden. In de woningbouw is een voorzichtige talen in financieel rendement. Denk bijvoorbeeld
ontwikkeling gaande om duurzaamheid als één van aan sociale veiligheid, ecologische kwaliteit (afb.
de verkoopargumenten te gebruiken. 10) en landschappelijke inpassing.

In de bouwpraktijk levert de rolverdeling tussen de Afb. 10: Wadi in Enschede. Het aanleggen van een wadi-systeem

(zie par. 6.2) in een nieuwbouwwijk lijkt op het eerste gezicht een dure
diverse partijen vaak nog een belemmering op voor
oplossing voor het afkoppelen van het regenwater. Maar uit berekeningen
duurzaam bouwen. Zo heeft een ontwikkelaar van en ervaringen in de wijk Ruwenbos in Enschede (lit. 9) blijkt dat deze
een koopwoning geen direct voordeel van een oplossing vrijwel even duur is als een standaardoplossing met een regen-

lager energieverbruik van die woning. Door de snel waterriool, zowel in aanleg als in onderhoud. Bij de wadi's zijn geen regen-

waterriool, geen straatkolken en geen watergangen nodig. Er is bovendien


stijgende energieprijzen zal energiezuinigheid ech-
veel minder tijdelijke opslag nodig in de vorm van vijvers. In Ruwenbos is
ter een belangrijk verkoopargument gaan worden. ook veel minder verharding toegepast, hoewel dat niet direct met de
Een interessant concreet voorbeeld is al te vinden wadi's te maken heeft. Er is wel meer 'groene' ruimte nodig voor de wadi's.

bij een bouwbedrijf in het noorden van ons land.


Dit bedrijf levert zeer energiezuinige 'catalogus'
woningen waardoor de woonlasten relatief laag zijn.
Het bedrijf heeft daardoor met een bank kunnen
regelen dat kopers een hogere hypotheek kunnen
krijgen dan anders het geval geweest zou zijn.

Soms levert ook de berekening van de grondprijs


een belemmering op voor duurzaamheid. Dit
kan het geval zijn als de gemeente de grondprijs
koppelt aan de bouwkosten en als die hoger zijn In de volgende literatuur is informatie te vinden
dan normaal. over kosten van duurzaam bouwen; in alle
Nationale Pakketten betreft het een globale
Wanneer alleen naar de bouwkosten gekeken indicatie.
wordt, is duurzaam bouwen vaak wel iets duurder • De Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen
dan de gangbare bouw. Maar zelfs dat is niet per Woningbouw, Utiliteitsbouw en GWW (lit. 10);
definitie zo en hangt af van de gekozen maatrege- de pakketten voor woning- en utiliteitsbouw
len. Een goed voorbeeld hiervan is het toepassen zijn online te raadplegen via www.npdb.nl als
van natuurlijke nachtkoeling bij kantoren. Dit levert u een abonnement heeft.
bij de bouw een aanzienlijke besparing op omdat • Toolkit duurzame woningbouw; alleen over
een 'airco-installatie' achterwege kan blijven. Ook energiemaatregelen.
de exploitatie is aanzienlijk goedkoper.
13
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

1.2 Duurzame
ontwikkeling ruimtelijke kwaliteit
relaties door de schalen
stevigheid
Volgens de definitie van Brundtland spelen zowel schoonheid

sociale, milieukundige als economische dimensies


een rol in een duurzame ontwikkeling. Het milieu-
economische
beleid staat dus niet op zichzelf. De drie dimensies kwaliteit
worden wel aangeduid als sociale kwaliteit, eco-
logische kwaliteit en economische kwaliteit, of
kortweg als People Planet Profit (afb. 11) of 'Triple
P'. Voor de wereldtop over duurzame ontwikkeling
in augustus 2002 in Johannesburg is de P van sociale
Profit veranderd in de P van Prosperity, van Winst kwaliteit milieukwaliteit
naar Welvaart.
Afb. 12: Duurzaam Bouwen als tetraëder weergegeven (bron: lit. 11).

economische
Aan deze vier kwaliteiten kan nog een vijfde
kwaliteit
welvaart worden toegevoegd: de proceskwaliteit. In het
winst rapport 'Duurzaam Leefbaar' (lit. 12) wordt inge-
betaalbaarheid
gaan op de wijze waarop deze vijf kwaliteiten een
eerlijkheid
rol spelen in een duurzaam gebouwde omgeving.

sociale kwaliteit
welzijn Over de proceskwaliteit in de woonomgeving zegt
gezondheid milieukwaliteit het rapport het volgende:
(keuze)vrijheid stromen:
'Voor een goed gebruik van een woonomgeving
sociale samenhang energie
veiligheid water is het van belang dat alle betrokkenen worden
materiaal geïnformeerd, met elkaar communiceren en
mobiliteit
samenwerken. Niet alleen bij de eerste ontwikke-
zuiverheid
ling, maar over het hele traject van bouwen en
Afb. 11: Duurzame Ontwikkeling volgens Brundtland als driehoek weergegeven. wonen. Het gaat dan ook om een permanente
ontwikkeling waarbij de verschillende actoren
Om het begrip duurzaam bouwen grafisch weer vaak een beperkt aandachtgebied hebben. Zo is
te geven, kan aan de driehoek van Duurzame de ontwikkelaar geïnteresseerd in de gebouwde
Ontwikkeling de dimensie 'ruimtelijke kwaliteit' omgeving als product en legt de woningbouw-
worden toegevoegd (afb. 12). Hierdoor ontstaat vereniging de nadruk op een rendabel beheer en
een viervlak, een tetraëder (bron: lit. 11). De ruim- vindt de bewonersorganisatie leefbaarheid van
telijke kwaliteit steunt daarbij op de andere drie belang. In het planvormingsproces kan hier de
kwaliteiten. Binnen deze kwaliteiten kunnen in de nadruk liggen op consensus over het kader en
planvorming zwaartepunten worden gekozen om een interactieve uitwerking met betrokkenen
te voorkomen dat duurzaam bouwen een koepel- (noot auteur: ook de werknemers in de bouwsector
begrip wordt waar alles onder valt maar niets meer horen hierbij). Dit kader kan een duurzame ont-
herkenbaar is. wikkeling zijn. De belangrijkste betrokkenen zijn
Zwaartepunten zoals energiezuinigheid, gezond- uiteindelijk de burgers. Een duurzaam bouwproces
heid of particulier opdrachtgeverschap, kunnen heeft dus niet alleen een duidelijke milieucom-
uitstekend binnen deze tetraëder hun plek krijgen. ponent, maar resulteert ook in een woonomgeving

14
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

waar de uiteindelijke gebruikers en beheerders moet worden, toch wel de meest milieubewuste
grote betrokkenheid bij voelen.' keuze. Daarbij komt dat zachthout lang kan
meegaan, als het maar goed bewerkt en goed
Het rapport plaatst nog wel een waarschuwing: toegepast wordt. Een goede detaillering en een
het feit dat een duurzame ontwikkeling over meer zorgvuldige behandeling op de bouwplaats zijn
gaat dan het milieu, mag niet betekenen dat hierbij van groot belang.
milieuaspecten daarmee naar de achtergrond
verdwijnen. In tegendeel, het terugdringen van Bouwen met tijd
de milieubelasting is een voorwaarde voor een De publicatie 'Bouwen met tijd' (lit. 13) gaat ook
duurzame leefomgeving. in op de bovenstaande vraag en is gericht op het
schaalniveau van een complete woning. De publi-
Duurzaam bouwen en levensduur catie is gebaseerd op een analyse van de woning-
Iets dat lang mee gaat, heeft dat niet per definitie markt en op berekeningen naar de milieueffecten
een lage milieubelasting? In eerste instantie wordt van de levensduur van een woning. Bij de analyse
deze vraag vaak bevestigend beantwoord. Wordt is onder andere gekeken naar de redenen van
dieper op de vraag ingegaan, blijkt deze toch niet sloop en naar kenmerken van woningen met een
zo eenvoudig te beantwoorden. lange levensduur. Geconcludeerd wordt dat een
verandering in de levensduur van een woning
Neem bijvoorbeeld hout als bouwmateriaal voor een erg grote invloed heeft op de milieuprestatie
een gebouw dat een lange levensduur als uit- van die woning. Daarbij speelt in een 'normale'
gangspunt heeft. Stel dat het keuzeproces begint standaard woning het gebruikte bouwmateriaal
bij zachthout. Om zachthout (naaldhout) een een zeer belangrijke rol. Het slopen van woningen
langere levensduur te geven, is het met een (en andere gebouwen) is dus vanuit milieuoog-
chemisch middel te verduurzamen. De kans is punt meestal geen logische keuze. Daarbij komt
groot dat dit hout (afhankelijk van het middel) dat sloop ook vaak negatieve effecten heeft op de
een milieuprobleem oplevert in de afvalfase. Men duurzaamheid (in brede zin): de sociale gevolgen
denkt vervolgens aan thermisch verduurzaamd door de sloop zijn voor bewoners vaak erg groot.
zachthout als milieubewust alternatief, maar dit is
nog niet voor alle toepassingen bruikbaar. Dan Wil men een woning maken met een beperkte
toch maar hardhout (= loofhout)? Diverse soorten levensduur (bijvoorbeeld een noodwoning) èn
hardhout, en enkele soorten zachthout (= naald- met een lage milieubelasting, dan zal dat vooral
hout), kunnen immers van nature lang meegaan. gezocht moeten worden in de keuze van con-
Maar deze komen tot nu toe vaak uit gebieden structies en materialen:
waar het bosbeheer niet 'duurzaam' is. Dergelijke • materialen met een (zeer) lage milieubelasting
houtsoorten, maar dan met het FSC-keurmerk, zoals leem, stro, karton en cellulosevlokken;
lijken vanuit milieuoogpunt een goede optie te • eenvoudig te demonteren constructies waarbij
zijn. Wel is de transportafstand naar ons land later hergebruik van de onderdelen zonder veel
meestal groot en ook dat gaat gepaard met moeite (weinig of geen afval) mogelijk is;
negatieve milieugevolgen. Vervolgens komt • reeds gebruikte onderdelen of materialen.
men uit bij inlands FSC hardhout. Deze houtsoort
maakt kans op de beste milieuscore, maar hiervan Deze punten zullen ook voor utiliteitsbouw
is de verkrijgbaarheid natuurlijk zeer beperkt. gelden, hoewel dat niet in de publicatie 'Bouwen
Tenslotte komt men weer terug bij het begin. met tijd' aan de orde is gesteld. Er is in ons land
Misschien is het gebruik van niet-verduurzaamd een recent voorbeeld te vinden van een utiliteits-
zachthout dat gedurende de levensduur van het gebouw met een geplande korte levensduur:
gebouw misschien een enkele keer vervangen het kantoor XX in Delft (afb. 13). Het kantoor is in
15
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

1999 in gebruik genomen en bestaat vooral uit In dezelfde publicatie wordt verwezen naar de
hout, glas, zand en karton. Na de geplande 20 jaar directe relatie tussen de levensduur van woningen
zijn de gebruikte materialen vergaan of eenvoudig en de woningbouwproductie. Op landelijk niveau
te ontmantelen en te hergebruiken (lit. 14). bedraagt deze productie bijna 1% van de bestaande
woningvoorraad. Het zal dus bij de huidige
productie zo'n 100 jaar vergen om alleen al de
huidige voorraad te vervangen. De woningen
zullen daarom gemiddeld 100 jaar moeten blijven
staan om de woningvoorraad op peil te houden.
Een lange levensduur is dus alleen al vanuit dit
praktische gegeven een noodzaak.

Open bouwen en IFD


Al in de jaren '60 ontwikkelde architect John
Habraken het idee van het 'Open Bouwen', waarbij
hij een systeem van scheiding van drager (casco)
Afb. 13: Kantoorgebouw XX te Delft met

een geplande levensduur van 20 jaar. en inbouw (interieur) voor de seriematige woning-
Architect: XX Architecten. Realisatie 1999. bouw mogelijk maakte. Zo kon het interieur op
eenvoudige wijze onafhankelijk van de draagcon-
In 'Bouwen met tijd' wordt geconcludeerd dat er structie vervangen worden met behoud van het
geen algemene stelregel is voor een optimale casco. Ook waren er goede mogelijkheden voor
levensduur. Een redelijke milieuprestatie is zowel inspraak door bewoners waardoor een optimale
met een ontwerp met een vrij korte tot gemiddel- afstemming van de woning op bewonerswensen
de (20 -75 jaar) als met een gemiddelde tot lange mogelijk was.
(75 -150 jaar) levensduur te behalen. Het is vanuit
milieuoogpunt in ieder geval erg belangrijk om In de huidige 'catalogusbouw' en in bepaalde
het ontwerp af te stemmen op de verwachte projecten van projectontwikkelaars is keuzevrij-
levensduur (afb. 14). Gesteld wordt: 'Levensduur heid voor kopers ook een belangrijk uitgangspunt.
en duurzaamheid worden vaak als synoniem De kans op een langere levensduur van dergelijke
gezien. Dat blijkt dus niet altijd juist. Een lange woningen met een goede afstemming op bewo-
levensduur van een gebouw kan zelfs een milieu- nerswensen zal daardoor groter zijn. Dit zal
probleem worden indien de woning (of een ander helemaal gelden voor particuliere opdrachtgevers
gebouw) niet continu up-to-date gehouden wordt, die hun eigen woning laten ontwerpen. Zie het
vooral wat betreft de energiehuishouding.' Infoblad 'Duurzaam bouwen voor de particuliere
opdrachtgever' op www.dubo-centrum.nl.
400
Afb. 14 (Bron: lit. 13, SEV - Stuurgroep
totaal EQ-punten
Experimenten Volkshuisvesting) 350 energie Vrij recent is de term IFD-bouwen geïntroduceerd.
water (constante: 5 EQ-punten)
Gemiddelde jaarlijkse berekende milieu- Dit staat voor 'Industrieel, flexibel en demontabel
300 materiaal onderhoud/verv.
belasting uitgedrukt in Eco-Quantum punten materiaal initieel (variabele EQ-punten)
250
bouwen'. De eisen die aan woningen en utiliteits-
van een standaard rijtjeswoning (de zg. tuin-

kamertussenwoning van SenterNovem) voor


gebouwen worden gesteld verlangen een steeds
200
een levensduur tussen 0 en 150 jaar bij een snellere en grotere mate van aanpassing van die
150
bepaalde aangenomen onderhouds- gebouwen. Onderzoek toont aan dat de milieu-
frequentie. Volgens deze berekening blijft dus 100
belasting van een gebouw in hoge mate beïnvloed
de totale gemiddelde jaarlijkse milieu-

belasting vanaf een levensduur van zo'n


50 wordt door de aanpassingen en verbouwingen die
30 jaar globaal constant. 0 in de loop van de tijd (moeten) plaatsvinden.
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150

16
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Bij een korte levensduur (minder dan 20 jaar) biedt en dat de gemiddelde welvaart gemiddeld zal
het gebruik van vernieuwbare grondstoffen en vervijfvoudigen (voornamelijk buiten het Westen),
demontabel bouwen een goede oplossing om de dan moeten de milieueffecten van onze
milieubelasting te verlagen. Bij lange levensduur (bouw)activiteiten met een factor 20 (!) worden
zal het accent moeten liggen op een robuuste gereduceerd: 0,5 = 2 x 5 x 1/20. Een niet geringe
draagstructuur en een afbouwwijze die een opgave, als bedacht wordt dat bijvoorbeeld het
flexibel gebruik mogelijk maakt. Ook daarbij zal totale energieverbruik volgens de huidige inzich-
demontabel bouwen een grote rol spelen. ten de komende decennia nog zal toenemen.
Tegelijkertijd kan het industrieel fabriceren van
bouwcomponenten en de ontwikkeling van Belangrijke milieuproblemen zijn onder andere:
assemblagetechnieken op de bouwplaats dit • klimaatverandering
proces versterken. • overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen
Zie het Infoblad 'Industrieel, flexibel en demon- • aantasting van de leefomgeving
tabel bouwen' op www.dubo-centrum.nl. • verlies aan biodiversiteit (soortenrijkdom).
In het MilieuCompendium worden ook nog enkele
In de publicatie 'Time-based architecture' (lit. 15) andere bijdragen aan de milieudruk genoemd
worden tal van voorbeelden van IFD-projecten zoals emissies naar bodem en water door uitloging
beschreven. van bouwmaterialen.
In de volgende hoofdstukken wordt op de milieu-
aspecten per thema concreet ingegaan.
1.3 Milieuproblematiek
Aan de hand van een tiental voorbeelden geeft
Dat duurzaam bouwen noodzakelijk is èn blijft, de publicatie 'Slimbouwen®' (lit. 19) een originele
blijkt wel uit rapporten zoals 'Kwaliteit en toe- kijk op een aantal problemen in de bouw met
komst - Verkenning van duurzaamheid' (lit. 16), betrekking tot duurzaamheid. Zo wordt onder
'Milieubalans 2005' (lit. 17) en 'Natuurbalans 2005' andere aangehaald dat er in de gangbare woning-
(lit. 18). Niet voor niets deed het Wereld Natuur bouwconstructies overdreven veel en zwaar
Fonds op de Klimaatconferentie in Montreal eind materiaal gebruikt wordt. Dit vooral in verband
2005 een dringende oproep om direct onderhan- met een goede geluidsisolatie. Lichter bouwen
delingen te starten over de CO2-reductie na 2012. (met als consequentie een verhogend effect op de
In dat jaar lopen de afspraken uit het Kyoto- EPC) is zeker mogelijk maar vraagt om 'slimmere'
protocol namelijk af. constructies. Een ander voorbeeld is het ruimte-
gebruik voor constructies. Wanneer men erin
Al in 1971 ontwikkelde de Amerikaanse milieu- slaagt om slanker te construeren, wat zeker
econoom Commoner de formule MB = B x W x M mogelijk is, bespaart men ruimte waardoor ook
(lit. 4). Hierin staat MB voor milieubelasting, B voor de omhulling (gevel en dak) beperkt kan worden.
bevolkingsomvang, W voor welvaart en M voor Deze materiaalbesparing levert bovendien ook
milieuefficiency. Begin jaren '90 is als beleidsdoel minder transport op met de daarbij behorende
vastgesteld dat in 2030 de totale milieudruk met milieuvoordelen. De gedetailleerde studie
een factor 2 moet zijn afgenomen om van een 'Vermindering van het materiaalverbruik in de
duurzame ontwikkeling te kunnen spreken. Als woningbouw' (lit. 20) komt tot gelijkluidende
de milieudruk moet halveren, terwijl de verwach- conclusies met betrekking tot materialen. Zie ook
ting is dat de wereldbevolking zal verdubbelen paragraaf 3.2.

17
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Ecologische voetafdruk totale ruimtegebruik door alle Nederlanders samen


De zogenaamde 'ecologische voetafdruk' geeft een 22 keer het oppervlak van ons land bedraagt (afb.
beeld van de omvang van de huidige milieudruk in 15). Voor de Europese Unie geldt een factor 2,2.
ons land. Deze voetafdruk geeft het werkelijke plus Als alle aardse hulpbronnen evenredig verdeeld
denkbeeldig ruimtebeslag* weer dat nodig is voor zouden worden over de 6,2 miljard bewoners, zou
de natuurlijke hulpbronnen. Vooral Europa en de per persoon 1,8 hectare beschikbaar zijn. Hierbij
VS gebruiken een onevenredig groot deel van de wordt ervan uitgegaan dat een kwart van de
aardse hulpbronnen zoals hout, energie, vis en aarde, inclusief visrijke zeeën, bruikbaar is.
overige natuurlijke voedingsmiddelen. Niet iedereen vindt de ecologische voetafdruk
Een gemiddelde Nederlander heeft 4,7 hectare een goed beeld geven omdat veel milieuproble-
nodig, zo blijkt uit het rapport 'Europe 2005 - The men niet in een bepaald ruimtebeslag zijn uit te
ecological footprint'. Hieruit is af te leiden dat het drukken (lit. 21).

Afb. 15: De ecologische voetafdruk per persoon per land in 2001. Bron: WNF.

10
Ecological footprint per person for countries with populations over 1 million
9
EU-25 Rest of the world World average Ecological Footprint
8 Built-up land 2001 world average biocapacity
Food, fibre, and timber per person: 1.8 global hectares, with
7 Energy nothing set aside for wild species
Global hectares

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36

1 UNITED ARAB EMIRATES 6 FINLAND 11 NORWAY 16 ISRAEL 21 GERMANY 26 RUSSIAN FEDERATION 31 ITALY 36 UKRAINE
2 UNITED STATES OF AMERICA 7 ESTONIA 12 FRANCE 17 SWITZERLAND 22 SPAIN 27 SAUDI ARABIA 32 POLAND
3 KUWAIT 8 CANADA 13 GREECE 18 PORTUGAL 23 NETHERLANDS 28 JAPAN 33 SLOVAKIA
4 AUSTRALIA 9 DENMARK 14 NEW ZEALAND 19 CZECH REP. 24 AUSTRIA 29 LITHUANIA 34 HUNGARY
5 SWEDEN 10 IRELAND 15 UNITED KINGDOM 20 BELGIUM/LUXEMBOURG 25 LATVIA 30 SLOVENIA 35 KOREA, REP.

10
Ecological footprint per person for countries with populations over 1 million
9
EU-25 Rest of the world World average Ecological Footprint
8 Built-up land 2001 world average biocapacity
Food, fibre, and timber per person: 1.8 global hectares, with
7
Energy nothing set aside for wild species
Global hectares

0
37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73

37 BELARUS 42 KAZAKHSTAN 47 URUGUAY 52 MEXICO 57 BOSNIA AND HERZEGOVINA 62 COSTA RICA 67 JORDAN 72 DOMINICAN REP.
38 TURKMENISTAN 43 SOUTH AFRICA, REP. 48 BELIZE 53 MAURITIUS 58 LEBANON 63 TURKEY 68 ECUADOR 73 NAMIBIA
39 LIBYA 44 ROMANIA 49 JAMAICA 54 VENEZUELA 59 PARAGUAY 64 MONGOLIA 69 PANAMA
40 MALAYSIA 45 BULGARIA 50 ARGENTINA 55 TRINIDAD AND TOBAGO 60 BRAZIL 65 UZBEKISTAN 70 GABON
41 CROATIA 46 CHILE 51 SERBIA AND MONTENEGRO 56 MACEDONIA, FYR 61 IRAN 66 SYRIA 71 THAILAND

18
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

10
Ecological footprint per person for countries with populations over 1 million
9
EU-25 Rest of the world World average Ecological Footprint
8 Built-up land 2001 world average biocapacity
Food, fibre, and timber per person: 1.8 global hectares, with
7 Energy nothing set aside for wild species
Global hectares

0
74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111

74 EGYPT 79 UGANDA 84 CHAD 89 BOLIVIA 94 INDONESIA 99 GAMBIA 104 SWAZILAND 109 ZIMBABWE
75 CHINA 80 KOREA, DPR 85 COLOMBIA 90 SENEGAL 95 MOLDOVA, REP. 100 NIGER 105 IRAQ 110 BENIN
76 ALBANIA 81 CUBA 86 PAPUA NEW GUINEA 91 EL SALVADOR 96 MAURITANIA 101 BURKINA FASO 106 KYRGYZSTAN 111 SUDAN
77 AZERBAIJAN 82 TUNISIA 87 BOTSWANA 92 NIGERIA 97 NICARAGUA 102 GHANA 107 SRI LANKA
78 ALGERIA 83 HONDURAS 88 GUATEMALA 93 PHILIPPINES 98 MALI 103 CAMBODIA 108 CENTRAL AFRICAN REP.

10
Ecological footprint per person for countries with populations over 1 million
9
EU-25 Rest of the world World average Ecological Footprint
8 Built-up land 2001 world average biocapacity
Food, fibre, and timber per person: 1.8 global hectares, with
7 Energy nothing set aside for wild species
Global hectares

0
112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148

112 LAO PDR 117 TOGO 121CÔTE D’IVOIRE 126 INDIA 131 LIBERIA 136 YEMEN 141 LESOTHO 146 SOMALIA
113 ARMENIA 118 TANZANIA, UNITED REP. 122 SIERRA LEONE 127 VIET NAM 132 RWANDA 137 PAKISTAN 142 NEPAL 147 AFGHANISTAN
114 GUINEA 119 CAMEROON 123 CONGO 128 ZAMBIA 133 ETHIOPIA 138 MALAWI 143 BANGLADESH
115 PERU 120 MOROCCO 124 ANGOLA 129 GEORGIA 134 BURUNDI 139 ERITREA 144 TAJIKISTAN
116 MYANMAR 121 KENYA 125 MADAGASCAR 130 GUINEA-BISSAU 135 CONGO, DEM. REP. 140 MOZAMBIQUE 145 HAITI

* Let op: Er zijn ook andere definities of berekeningen van de ecologische Zo vermeldt het rapport 'Kwaliteit en toekomst' (lit. 16) een voetafdruk
voetafdruk in gebruik. Daardoor kunnen er aanzienlijke verschillen in door ons land voor de consumptie van bos- en landbouwproducten van
benodigde oppervlaktes ontstaan. Maar de boodschap blijft hetzelfde: in totaal 2,5 maal het Nederlandse landoppervlak. Het gaat hierbij om
een aanzienlijke beperking van de milieudruk is binnen afzienbare tijd alleen het werkelijke ruimtegebruik. Ook het rapport 'Nationale Milieu-
noodzakelijk. verkenning 5 / 2000 - 2030' (lit. 22) gaat uitgebreid in op het begrip
ecologische voetafdruk en neemt ook andere behoeften mee.

19
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Scenario's De scenario's zijn voor verschillende aspecten uit-


Met behulp van scenario's is het mogelijk om gewerkt, onder andere voor het thema energie.
inzicht te krijgen in mogelijke ontwikkelingen Het energieverbruik tot 2030 neemt in alle wereld-
zoals die van duurzaamheid. Het rapport 'Kwaliteit beelden verder toe (afb. 16). In de periode daarna
en toekomst - Verkenning van duurzaamheid' worden de verschillen in de trends duidelijker
(lit. 16) heeft vier scenario's samengesteld. zichtbaar. Slechts bij één scenario stabiliseert het
Deze vier geven elk een specifieke kijk op de in- verbruik zich rond 2050 en gaat vervolgens dalen.
vulling van duurzaamheid en de manier waarop Rond 2100 komt het totale wereldverbruik bij dit
die moet worden gerealiseerd. De scenario's, scenario weer vrijwel overeen met het huidige
wereldbeelden genoemd, contrasteren in de mate verbruik, maar wel met een veel groter aandeel
van internationale verwevenheid (globalisering duurzame (hernieuwbare) energiebronnen dan
versus regionalisering) en in de keuze tussen nu het geval is. Maar zelfs bij dit scenario verloopt
efficiëntie en solidariteit. de gewenste stabilisering van het klimaat erg
traag. Het verbruik in de overige scenario's blijft
(voorlopig) nog aanzienlijk stijgen.

Afb. 16: Het totale mondiale energieverbruik

van vier scenario's (lit. 16).


Mondiale Markt Mondiale solidaritiet
Het mondiale energiegebruik in de periode 1018 J 1018 J
2000 2000
tot 2100 neemt in de wereldbeelden

MONDIALE MARKT en VEILIGE REGIO sterker

toe dan in de wereldbeelden MONDIALE


1600 1600

SOLIDARITEIT en ZORGZAME REGIO.

1200 1200

800 800

400 400

0 0
1980 2020 2060 2100 1980 2020 2060 2100

Niet-fossiel Fossiel

Waterkracht Aardgas
Veilige regio Zorgzame regio
18
Zon, wind en nucleair Aardolie
10 J 1018 J
Traditionele biomassa Kolen 2000 2000
Moderne biomassa

1600 1600

1200 1200

800 800

400 400

0 0
1980 2020 2060 2100 1980 2020 2060 2100

20
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

1.4 Van experiment Eind jaren '70 kwam in het onderwijs milieubewust
tot standaard ontwerpen zowel op de faculteit Bouwkunde van
de TU in Eindhoven als Delft op bescheiden schaal
Deze paragraaf geeft in vogelvlucht een beeld van aan de orde.
de ontwikkeling van duurzaam bouwen vanaf
1970. De keuze van projecten, beleidsmaatregelen 1980 - 1990
en instrumenten is tamelijk willekeurig. De para- Tot circa 1990 stond binnen milieubewust bouwen
graaf is mede gebaseerd op de 'Historische lijn' het thema energie centraal in onderzoek en
van TU-Eindhoven (lit. 23) en de publicatie 'Kiezen demonstratieprojecten. Er was zowel aandacht
voor verandering - Duurzaam Bouwen in voor energiebesparing door isolatie en efficiëntere
Nederland' (lit. 24). Die publicatie beschrijft zowel installaties als voor het gebruik van zonne-energie.
de geschiedenis van duurzaam bouwen als een Het meest verregaande project in die tijd (1984) is
groot aantal gerealiseerde projecten. wel het woningbouwproject in de Groningse wijk
Beijum met een collectieve seizoensopslag voor
1970 - 1980 zonnewarmte (lit. 26). Een jaar eerder werden de
De 'bolwoning' is één van de eerste experimenten eerste 'minimum-energiewoningen' in Schiedam
in ons land waarbij een groot aantal milieumaat- in gebruik genomen. Deze woningen hadden,
regelen zijn toegepast. De woning is gebouwd in zeker voor die tijd, een ongekend laag gemiddeld
1974 door Stichting De Kleine Aarde in Boxtel en energieverbruik van ongeveer 425 m3 aardgas
is daar anno 2006 nog steeds te bezichtigen. Een voor ruimteverwarming.
belangrijk uitgangspunt was het sluiten van kring- In de wijk Overbos 8 (1986) in Haarlemmermeer
lopen met behulp van onder andere een compost- kreeg passieve zonne-energie ruime aandacht in
toilet en een methaangasinstallatie. zowel het stedenbouwkundige ontwerp als in de
woningen. Naderhand werd dit energieaspect
De 'bolwoning' was een gepast eerste antwoord uitgebreid geëvalueerd: passieve zonne-energie
op de problematiek die de Club van Rome in 1972 bleek winstgevend en hoog gewaardeerd door
in hun rapport 'Grenzen aan de Groei' aansneed: de bewoners.
Zonder maatregelen zou binnen afzienbare tijd
een tekort dreigen aan voedsel en grondstoffen. Vanaf midden jaren '80 werden mede dankzij de
Kort daarna, in 1973, brak de zogenaamde eerste PREGO-regeling ook talloze andere proef- en
Energiecrisis (lit. 25) uit. De crisis duurde slechts demonstratieprojecten gerealiseerd en geëvalu-
kort maar was toch de aanleiding voor een eerd. De regeling was gericht op energie, maar in
landelijk beleid gericht op energiebesparing en sommige projecten paste men echter ook andere
energiediversificatie. milieuaspecten toe zoals in het bankgebouw van
de toenmalige NMB in Amsterdam Zuidoost (1987).
Slechts bij uitzondering kregen milieuaspecten Enkele bewonersgroepen realiseerden op eigen
anders dan energie, aandacht in de bouw. Als initiatief woningen met juist veel milieumaatrege-
reactie hierop werd in 1976 de Vereniging van len zoals het MW2-project in 's-Hertogenbosch.
Integrale Biologische Architectuur, de VIBA op-
gericht met als doel gezond bouwen en wonen
te stimuleren. De term duurzaam bouwen bestond
nog niet, men sprak van milieuvriendelijk, ecolo-
gisch of biologisch bouwen. Deze termen werden
vaak door elkaar gebruikt ondanks het (kleine)
verschil in betekenis.

21
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Ook werden de eerste dubo-instrumenten ontwik-


keld zoals de DCBA-checklists, de Handleiding
Duurzame Woningbouw en de Milieuclassificatie
Bouwmaterialen.

Diverse gemeenten en regio's gingen met duur-


zaam bouwen aan de slag onder andere door het
instellen van premies of door het hanteren van
eisen aan (woning)projecten. Zo voerde de
gemeente Rotterdam een milieupremie (1991) in
voor duurzame woningen en ging de gemeente
Dordrecht checklists (1992) hanteren volgens de
DCBA-methodiek. Stadsgewest 's-Hertogenbosch
stelde in samenwerking met gemeenten, corpora-
ties en de bouwsector het eerste regionale dubo-
convenant (1994) in ons land op.
Afb. 17: MW2, Mens en Milieuvriendelijk In 1989 verscheen het Nationaal Milieubeleidsplan
Woon Werkproject in 's-Hertogenbosch; (NMP). Kort daarop, na een kabinetswisseling, In 1994 zette het ministerie van VROM het pro-
ontwerp Renz Peijnenborg, Archi Service;
werd het NMP-plus (1990) uitgegeven met als gramma Kwaliteit op Locatie op. Dit programma
realisatie 1986.
bijlage de 'Rapportage Duurzaam bouwen'. was gericht op de integratie van ruimtelijke
Hiermee introduceerde het ministerie van VROM kwaliteit, milieukwaliteit en volkshuisvesting in
het begrip duurzaam bouwen als alternatief voor de grote (VINEX) nieuwbouwlocaties. Uitwisseling
de toen gangbare begrippen zoals milieubewust van kennis en ervaring stond daarbij centraal.
bouwen, milieuvriendelijk bouwen en ecologisch
bouwen. Deze begrippen werden toen door In 1995 verscheen het 'Plan van Aanpak Duurzaam
sommigen als onvoldoende inspirerend en te Bouwen: investeren in de toekomst' van VROM.
beperkend ervaren. In de nota stond een overzicht Doel van dit plan was duurzaamheid 'een sterkere
van de milieubelasting die een directe relatie had en op termijn vaste positie te geven in de besluit-
met het bouwen. Duidelijk bleek dat de bouw een vorming over de inrichting en het gebruik van de
belangrijke bijdrage kon leveren aan de noodzake- gebouwde omgeving'. De nadruk lag op woning-
lijke vermindering van de milieubelasting. bouw. In 1996 werd het deelplan voor utiliteits-
bouw uitgebracht.
1990 - 2000
Begin jaren '90 realiseerde men de eerste duur- Ook op stedenbouwkundig schaalniveau begint
zame woningbouwprojecten op buurtniveau: duurzaam bouwen meer aandacht te krijgen,
Ecolonia in Alphen a/d Rijn, Ecodus in Delft, Morra zowel op papier als in concrete plannen. De VNG
Park in Drachten en Het Groene Dak in Utrecht. geeft, samen met Novem en SEV, een aantal
Vooral in Ecolonia vond een uitgebreide evaluatie publicaties over duurzame stedenbouw uit zoals
plaats van de milieuaspecten op woningniveau, 'Bouwstenen voor een duurzame stedebouw'
zowel tijdens de bouw als na de ingebruikname. (1996). In 1999 wordt hierop verder gegaan met
In het Morra Park werd het 'gesloten' water- de uitgaven 'Het bestemmingsplan als instrument'
systeem (zie par.6.2), iets nieuws in die tijd, uit- (lit. 27) en het Nationaal Pakket Duurzame
gebreid gevolgd. Uit metingen bleek dat de Stedebouw. Ook verschijnt het Nationaal Pakket
waterkwaliteit zeer goed was en duidelijk beter Duurzaam Bouwen GWW (lit. 10). Rijkswaterstaat
dan het oppervlaktewater in de omgeving. heeft dan al diverse publicaties uitgegeven voor

22
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

de GWW-sector zoals 'Handreiking maatregelen In 1997 kwam het ministerie van VROM met het
voor de fauna langs weg en water' die in 2005 'Tweede Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen'. Het
herzien werd (lit. 28). plan streefde naar een verbreding van duurzaam
bouwen naar alle bouwsectoren. De bestaande
Vanaf 1995 werden de zogenaamde VINEX-wijken woningvoorraad kreeg extra aandacht.
fysiek zichtbaar zoals Nieuwland in Amersfoort Tegelijkertijd met dit plan werd het 'Langetermijn-
met circa 4.700 woningen (1994 - 2001) en Leidsche perspectief Duurzaam Bouwen' gepubliceerd (lit.
Rijn (vanaf 1998) tussen Utrecht en Vleuten-De 30). Hierin werden, met het jaar 2030 als horizon,
Meern met uiteindelijk in 2015 ongeveer 31.000 de ontwikkelingen en trends in de gebouwde
woningen. Duurzaam bouwen kreeg bij deze omgeving geschetst, en de mogelijkheden om
plannen een duidelijke plaats bij de planvorming. daar met duurzaam bouwen op in te spelen.
In het Masterplan (1995) voor Leidsche Rijn speel-
den drie begrippen een hoofdrol: compactheid, Eind jaren '90 verschenen enkele nieuwe instru-
duurzaamheid en identiteit (lit. 29). menten voor het kwantificeren van de milieu-
belasting: Greencalc voor de utiliteitsbouw (1998),
In 1996 werd het Nationale Dubo Centrum op- Eco-Quantum voor de woningbouw (1999) en de
gericht als centrale plek voor kennisoverdracht Energie Prestatie op Locatie (EPL) voor de infra-
rondom duurzaam bouwen. structuur in een stedenbouwkundig plan. Om een-
In dit jaar gaf de SBR het eerste Nationale Pakket duidige informatie over de milieubelasting van
Duurzaam Bouwen uit dat gericht was op nieuw- bouwmaterialen en bouwproducten te geven werd
bouwwoningen. Het pakket was bedoeld om duur- het MRPI-certificaat geïntroduceerd (1999). MRPI
zaam bouwen op grote schaal toegepast te krijgen staat voor Milieurelevante Productinformatie en is
in de bouwwereld. De jaren daarna verschenen gebaseerd op levenscyclusanalyses (LCA's).
dergelijke pakketten ook voor de bestaande
woningen (1997) en voor utiliteitsbouw (1998). In 1999 werden via de regeling Duurzame
Bedrijventerreinen ruim 60 projecten ondersteund.
In 1997 kregen 50 projecten de voorbeeldstatus Ook de jaren daarna, tot 2003, werden nog meer
via het programma 'Voorbeeldprojecten Duurzaam projecten gerealiseerd (lit. 31, 32). Van 2004 - 2008
en Energiezuinig Bouwen'. Dit programma is zal een Actieplan Bedrijventerreinen een algemeen
vooral gericht op het stimuleren van duurzaam vervolg hierop zijn.
bouwen onder een brede doelgroep door kennis-
overdracht via concrete projecten. Deze serie Eind 1999 verscheen het 'Beleidsprogramma
projecten is daarom uitgebreid geëvalueerd waar- Duurzaam Bouwen 2000 - 2004: verankeren in
na een serie uitgaven over verschillende thema's beleid en praktijk'. Dit programma had als doel
en diverse soorten gebouwen (lit 1) is gepubli- duurzaam bouwen definitief te verankeren in
ceerd. Ook zijn de ervaringen van bewoners in de beleid en praktijk zodat er na 2004 geen aan-
woningbouwprojecten verzameld (2002) (lit. 2). vullend beleid meer noodzakelijk zou zijn. Extra
Over het algemeen waren deze tevreden tot aandacht werd besteed aan stedenbouw,
zeer tevreden, voornamelijk over comfort, lagere consumenten en energie.
energielasten, zonnige woningen en een prettige
'groene' woonomgeving. Enkele kanttekeningen 2000 - 2005
werden wel geplaatst. Veel mensen zouden bij Rond 2000 kwam er ook meer aandacht voor het
verhuizing zeker weer kiezen voor een dubo- stimuleren van duurzaam bouwen bij particulier
woning, als dat mogelijk is. En een behoorlijke opdrachtgeverschap. Zo hanteerde de gemeente
groep mensen heeft er ook extra geld voor over. Borne al enige jaren een statiegeldregeling voor

23
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

dubo (vanaf 1996) en organiseerde de gemeente Bouwbesluit door een bepaalde prestatie-eis zoals
Hengelo een prijsvraag (1998) voor een aantal voor energie is het nog niet gekomen.
kavels. De gemeente Enschede koppelde in Oikos
met succes dubo aan de gronduitgifte (2001) Op de Nationale Dubo-dag eind 2005 constateerde
van een dertigtal vrije kavels. SenterNovem gaf Staatssecretaris Pieter van Geel dat er goede
enkele publicaties uit over energiebesparing en stappen gezet zijn richting verankering van duur-
comfort gericht op particulier opdrachtgeverschap zaamheid als kwaliteitsaspect in de bouw. Dit
(lit. 33, 34). illustreerde hij met onder andere de toepassing
in twintig gemeenten van één van de gangbare
In 2002 deed de BNA met 'Vitale Architectuur - dubo-instrumenten en de uitreiking van de
een strategie tot duurzaam bouwen' een oproep eerste 'Groenverklaring voor een utiliteitsgebouw,
aan de bouwwereld om dubo meer elan te geven: het kantoorgebouw Het Nieuwe Cambium in
duurzaam bouwen is te zien als een integrale Wageningen.
architectonische kwaliteit. Een reactie op het
afnemende enthousiasme dat voor dubo leek
te ontstaan. 3.500

3.000
Het ministerie van VROM kwam in 2002 met een
2.500
Beleidsbrief over duurzaam bouwen. Hierin was
2.000
speciale aandacht voor energie, materiaalgebruik
en gezondheid en voor aansluiting bij de vraag 1.500

uit de markt van bewoners en gebruikers van 1.000


gebouwen en bij planontwikkelingen voor
500
bestaande en nieuwe wijken.
0
1973 1978 1983 1988 1993 1998 2000 2006
Langzamerhand werd duidelijk dat water in de
gebouwde omgeving een integrale aanpak Afb. 18: Jaarlijks gasverbruik in m 3 aardgas voor ruimteverwarming van

vereiste. Daarom werd in 2003 de 'watertoets' ver- een gemiddelde nieuwbouwwoning; het gaat om berekende waarden.

(Bron: onder andere lit. 26)


plicht bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen.

Per december 1995 is de EPC ingevoerd als maat voor het energie-
Door aantrekkelijke subsidieregelingen trad eind verbruik; de maximale waarde voor nieuwbouwwoningen bedroeg

2003 onder andere bijna een verdubbeling op per december 1995 1,4; per 1998 maximaal 1,2; per 2000 maximaal

2 1,0 en per 2006 0,8.


van het aantal m PV-panelen in ons land. De
regelingen liepen kort daarna af of werden
drastisch ingeperkt waardoor het toepassen van
allerlei energiebesparende maatregelen weer sterk 1.5 Beleid en regelgeving
afnam. Januari 2006 is de EPC voor woningbouw
verlaagd tot 0,8 (afb. 18). Mede door deze verder- Door het integrale karakter van duurzaam bouwen
gaande energiebesparing is (en wordt) er in onder- heeft dubo met veel beleidssectoren te maken. En
zoek en demonstratieprojecten veel aandacht dus ook met veel verschillende beleidsnota's en
besteed aan gezondheid in relatie tot energie- daaruit voortvloeiende regelgeving over een groot
zuinige ventilatiesystemen. aantal thema's. Hierbij zijn veel verschillende
Ook is (en wordt) er op diverse fronten gewerkt partijen betrokken zoals 'Europa' en landelijke,
aan het beperken van de milieueffecten van bouw- provinciale, regionale en gemeentelijke overheden.
materialen. Tot een directe koppeling aan het Daarnaast zijn nog tal van instanties en organisa-

24
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

ties actief die een relatie hebben met dubo- onder andere op het thema energie overruled
beleid of regelgeving zoals waterschappen en door het inmiddels uitgebrachte Energie-
energiebedrijven. rapport 2005.
Het gaat dus niet alleen om beleid met betrekking
tot bouwen en ruimtelijke ordening, maar ook tot Het NMP4 heeft als doel een eind te maken aan
bijvoorbeeld het milieu in het algemeen, energie, het afwentelen van milieulasten op de generaties
grondstoffen, natuur en landschap, water, cultu- na ons en op mensen in arme landen. Volgens
reel erfgoed en afval. het plan moet het lukken om binnen 30 jaar te
zijn overgestapt naar een duurzaam functio-
In de bouwpraktijk spelen natuurlijk nog allerlei nerende samenleving. Er zijn hiervoor wel in-
andere partijen een rol en ook die hebben vaak grijpende maatschappelijke veranderingen en
een bepaald beleid (of standpunt) ten aanzien van maatregelen nodig.
duurzaam bouwen. Zo wil de BNA dubo meer elan
geven (zie vitale architectuur) en wil de NEPROM In het plan komt onder andere het volgende aan
steden slím verdichten. de orde:
Het Wereld Natuur Fonds geeft al enige jaren • Het NMP4 signaleert zeven grote milieu-
samen met SenterNovem een stimulans aan dubo problemen waarvan er enkele direct betrekking
met het certificaat Zonnewoning. hebben op bouwen en wonen.
• In het NMP4 staat het lange termijn beleid van
Nationaal gezien heeft het Ministerie van VROM duurzame ontwikkeling centraal: het milieu-
eind 2003 de specifieke stimulering van duurzaam beleid wordt herijkt vanuit een terugblik op
bouwen afgesloten. VROM ondersteunt wel markt- de afgelopen 30 jaar en een vooruitblik op de
initiatieven voor de integratie van duurzaamheid komende 30 jaar.
in de bouw. Op deelgebieden neemt VROM zeker • Er is meer aandacht nodig voor de internationale
nog wel initiatieven zoals bij het thema energie: aspecten van het milieubeleid, zoals klimaat-
Per 1 januari 2006 is de EPC voor woningbouw verandering.
aangescherpt. Naar verwachting zal voorjaar 2006 • Er moeten randvoorwaarden gecreëerd worden
een subsidieregeling voor CO2-reductie voor waardoor maatschappelijke processen op een
grootschalige projecten in de bestaande bouw van milieuvriendelijke wijze tot stand komen: door
kracht worden. het inzetten van marktconforme instrumenten
en het stimuleren van milieusparende techno-
Hier volgt een overzicht van enkele belangrijke logieën. Ook moeten overheidsinvesteringen
beleidsstukken (mede) gericht op duurzaam een directe bijdrage leveren aan een duurzame
bouwen: economie.

NMP4 (2001) Beleidsbrief Duurzaam Bouwen (2002)


Het 'NMP4', het 'Vierde Nationaal Milieubeleids- In deze Beleidsbrief (stuk 24 280 naar 22 jaar 2001-
plan' met als titel 'Een wereld en een wil - werken 2002) van VROM staan de volgende drie aspecten
aan duurzaamheid', verscheen in 2001 (lit. 35). genoemd waarop het rijksbeleid zich de komende
Deze nota vormt nog steeds de algemene basis jaren zal toespitsen:
van het nationale milieubeleid anno 2006, samen • energiebesparing met het doel CO2-reductie;
met het NMP3. Het NMP4 is namelijk geen alles- • verantwoord materiaalgebruik;
omvattend milieubeleidsplan zoals het NMP3 • verbetering van het binnenklimaat met het oog
(1998). Dit eerdere plan blijft van kracht tenzij in op de gezondheid van bewoners en gebruikers
het NMP4 anders wordt vermeld. Het NMP4 is van gebouwen.

25
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Met nadruk wordt vermeld dat dit niet betekent aspecten. In het milieubeleid wordt deze integrale
dat het integrale karakter van duurzaam bouwen gebiedsgerichte benadering al een aantal jaren
uit het oog wordt verloren. In de bij de brief beho- toegepast, zoals in het project Stad & Milieu.
rende bijlagen worden enkele concrete activiteiten Dit project heeft als doel te voorkomen dat milieu-
aangekondigd zoals het stimuleren van de EPA normen worden gezien als belemmerende factor in
(EnergiePrestatieAdvies), het stimuleren van ener- de ontwikkeling van gebieden. Deze integrale bena-
giebesparing in de GWW-sector en het stimuleren dering vereist maatwerk. Belangrijk daarbij is dat in
van het gebruik van (FSC) gecertificeerd hout. het planproces alle relevante belangen van overheid,
bedrijfsleven en burgers worden meegewogen.'
Nota Wonen (ontwerp 2000, 2004)
In de Nota 'Mensen, Wensen, Wonen' heeft het Over fysieke transformatie van (probleem)wijken:
toenmalige kabinet zijn visie op het wonen in de ...'transformatie betekent niet onmiddellijk 'rijdt
21e eeuw neergelegd. Onder het motto 'Mensen, u de bulldozer maar voor'. Uit de discussieronden
Wensen, Wonen' stelt de nota de burger centraal voorafgaand aan deze nota sprak menigeen de
in het woonbeleid. Dat is nodig, want uit onder- angst uit dat transformatie 'een paternalistische
zoek is gebleken dat de woonwensen van de hobby van bestuurders' zou worden. Fysieke aan-
burger nog onvoldoende worden bediend. passingen van de wijk en differentiatie van de
De kernthema's van de nota zijn: voorraad zijn niet dé panacee om alle problemen op
• meer zeggenschap voor burgers over woning te lossen. In zogenoemde 'probleemwijken' wonen
en woonomgeving; mensen. Veel van wat we stedelijke problematiek
• kansen scheppen voor mensen in kwetsbare noemen (criminaliteit, sociale overlast, onderwijs-
posities; problematiek) kan en moet ook via de sociale
• maatwerk in wonen voor mensen die zorg infrastructuur aangepakt worden.
nodig hebben;
• kwaliteit van wonen in steden vergroten; Nota Ruimte (2006)
• meer ruimte voor 'groene' woonwensen. De Nota Ruimte is in 2006 door de Eerste Kamer
goedgekeurd. De nota bevat het overheidsbeleid
In de nota komt op tal van plekken duurzaamheid over de ruimtelijke ontwikkeling van ons land.
aan de orde. De nota benadrukt het belang van Het gaat daarbij om inrichtingsvraagstukken die
een integrale aanpak in de bouw (zie citaten). spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar
Verder wordt geconstateerd dat dubo in de 2030. Het gaat in de nota om hoofdlijnen.
bestaande bouw nog in de beginfase verkeert. De Ruimtelijke Hoofdstructuur vormt de kern van
Dat is anno 2006 mede dankzij veel IPSV-projecten de nota. Het gaat hierbij om de gebieden en net-
niet meer het geval. werken die de overheid van nationaal ruimtelijk
belang acht zoals zes stedelijke netwerken, de kust
C i t a t e n N o t a Wo n e n : en de Waddenzee.
'Omdat milieukwaliteit wordt bepaald door een De rijksoverheid kiest voor 'decentraal wat kan
veelheid aan aspecten en dwars door alle beleids- en centraal wat moet'. Dit betekent dat taken en
terreinen heen gaat, zijn conflicterende belangen of verantwoordelijkheden verschoven worden naar
beleidsdoelen niet uit te sluiten. Een goede afweging provincies, waterschappen en gemeenten. Zo stelt
kan dan ook alleen gemaakt worden wanneer een de nota provincies en waterschappen primair
bepaald gebied (buurt of wijk) geheel wordt bekeken verantwoordelijk voor het voorkomen van water-
en de sociale en maatschappelijke aspecten in relatie overlast en watertekorten.
worden gebracht tot de economische en fysieke

26
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

De nota heeft diverse raakvlakken met duurzaam Kwaliteit en toekomst - Verkenning


bouwen vooral op stedenbouwkundig niveau. van duurzaamheid (2004)
Zo krijgt het thema water veel aandacht. In Dit rapport 'Kwaliteit en toekomst' (lit. 16) is door
ruimtelijke visies en plannen moeten waterhuis- het Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM op
houdkundige argumenten nadrukkelijk worden verzoek van VROM opgesteld.
meegenomen. Aan de hand van vier wereldbeelden worden in
Ook het thema groen komt uitgebreid aan bod. deze verkenning vier antwoorden gegeven op de
Vanwege de leefbaarheid en gezondheid is meer duurzaamheidvraag. De werelden geven elk een
ruimte nodig voor 'groen' in en om de stad. specifieke kijk op de kwaliteit van leven en de
Verder is er aandacht voor onder andere stedelijke manier waarop die kwaliteit moet worden
netwerken, infrastructuur, cultuurhistorische gerealiseerd. Ze contrasteren in de mate van
waarden, landschap, winning van bouwgrond- internationale verwevenheid (globalisering versus
stoffen zoals zand, windenergie en drink- en regionalisering) en in de keuze tussen efficiëntie
industriewaterwinning. en solidariteit.
Het rapport gaat specifiek in op mobiliteit,
De nota gaat ook in op meer theoretische zaken energie- en voedselvoorziening. Bij deze thema's
zoals de 'lagenbenadering' en biedt daarom voor worden aan de hand van de wereldbeelden de
het onderwijs veel nuttige informatie. milieugevolgen concreet toegelicht. Er is veel
cijfermatige informatie.
Overige belangrijke beleidsnota's
Ook op deelgebieden zijn er belangrijke beleids- Milieubalans (2005)
nota's zoals de Energienota (2005), de Nota De Milieubalans (lit. 17) wordt jaarlijks opgesteld
Mobiliteit (2005), de Vierde Nota Waterhuis- door het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). Dit
houding (1999), Het Landelijk Afvalbeheerplan rapport beschrijft de toestand van het milieu en
2002-2012 (2004), het Tweede Structuurschema de invloed die het beleid daarop heeft gehad
Oppervlaktedelfstoffen (2001) en de Nota Belvedere met verwijzing naar het Europese en overige
(1999). Deze nota's zullen in de themahoofd- international beleid. Ook beleidsdilemma's komen
stukken aan de orde komen. aan de orde.
Het rapport gaat onder andere in op de samen-
Andere nota's hang tussen economische ontwikkeling en emis-
Naast de beleidsnota's zijn er ook nota's waarop sies, klimaatverandering, de milieukwaliteit in het
het nationale overheidsbeleid met betrekking tot landelijke gebied (bijv. water), luchtkwaliteit en de
duurzaamheid mede is gebaseerd. Drie recente stedelijke leefomgeving (onder andere geluid en
nota's komen hierna aan de orde. afval). Ook komen de ontwikkelingen van 15 jaar
Verder is natuurlijk het Europese milieubeleid milieubeleid aan de orde wat voor het onderwijs
met bijbehorende wetgeving en richtlijnen, en interessant kan zijn. Zo wordt ingegaan op het
internationale verdragen van groot belang. Enkele beginsel van de 'vervuiler betaalt'.
voorbeelden zijn de Europese regelgeving voor
luchtkwaliteit, de EU-richtlijn energieprestaties In de nota wordt verwezen naar het milieu-
van (woon)gebouwen (EPBD), de EU-Kaderrichtlijn compendium. Dit geeft veel cijfermatige informatie
Water, het 'Verdrag van Valletta' (of 'Malta', over natuur en milieu.
behoud erfgoed) en het 'Kyoto-klimaatverdrag'.
Zie ook de portaalsite van de Europese Unie met
onder andere een subsite over stadsmilieu.

27
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Natuurbalans (2005) • de Natuurbeschermingswet (zie verder


De Natuurbalans (lit. 18) wordt net als de paragraaf 6.3);
Milieubalans jaarlijks opgesteld door het Milieu- • de Flora- en faunawet (zie verder paragraaf 6.3);
en Natuurplanbureau. Het rapport behandelt • de Waterwet (zie verder paragraaf 6.2);
de ontwikkeling van de kwaliteit van natuur en • de milieueffectrapportage; in een m.e.r. (lit. 36)
landschap in relatie tot het gevoerde beleid. kan duurzaamheid een rol spelen bij de afwe-
Speciale aandacht krijgt de EHS, de Ecologische ging tussen varianten. Het maken van een m.e.r.
Hoofdstructuur. Op verzoek van het kabinet zijn is verplicht bij onder andere grote woningbouw-
de mogelijkheden onderzocht voor een verdere projecten: 2.000 of meer woningen buiten de
optimalisatie van de EHS. bebouwde kom, of 4.000 of meer woningen
In de Natuurbalans komen diverse thema's aan binnen de bebouwde kom.
bod met nadruk op landschap, groen in en om
de stad, (grond)waterhuishouding en fauna (soor- Bouwbesluit
tenrijkdom). Ook wordt aan een beperkt aantal Het Bouwbesluit bevat, als gevolg van de
specifieke gebieden aandacht besteed: de duinen Woningwet, voor woningen en gebouwen de
en de grote rivieren. minimum bouwtechnische voorschriften over
Verder gaat het rapport in op de financiering van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energie-
groen in de wijk en in de omgeving; vooral dit zuinigheid en milieu. Voor nieuwbouw gelden
laatste groen komt financieel in de knel. Een meestal verdergaande eisen dan voor de bestaan-
aardige illustratie voor het onderwijs: de werkelijke de bouw. Naast de doelschriften gaat het
kostenopbouw van een gemiddelde nieuwbouw- Bouwbesluit steeds meer richting prestatie-eisen.
woning op een VINEX-locatie. Om de regelgeving niet (nog) verder uit te breiden,
zijn geen eisen in het Bouwbesluit opgenomen
Toekomstagenda Milieu (2006) over de water- en de stralingsprestatie, wat eerder
Voorjaar 2006 laat het Ministerie van VROM de wel de bedoeling was. Het thema milieu zal in de
nota 'Toekomstagenda Milieu' verschijnen. Deze toekomst misschien wel worden uitgebreid met
agenda moet het milieubeleid een impuls tot dubo-prestatie-eisen ten aanzien van de toe te
vernieuwing geven met behulp van concrete en passen materialen.
haalbare maatregelen.
In het Bouwbesluit staat welke NEN-normen van
Regelgeving toepassing zijn, en welke kwaliteitsverklaringen
Voor woningen en gebouwen is in relatie tot kunnen worden toegepast. De NEN-normen
duurzaam bouwen vooral van belang: geven bepalingsmethoden aan waarmee aan
• het Bouwbesluit (www.minvrom.nl); de prestatie-eisen wordt voldaan.
Verder spelen de Woningwet en het De EU-Richtlijn Bouwproducten zal leiden tot
Bouwstoffenbesluit een bescheiden rol. nieuwe geharmoniseerde Europese bepalings-
methoden, die bestaande methoden in het
Voor de stedenbouw zijn in relatie tot duurzaam Bouwbesluit zullen gaan vervangen.
bouwen vooral van belang:
• de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de publica- EU
tie 'Het bestemmingsplan als instrument voor De wet- en regelgeving op veel gebieden ver-
duurzame stedenbouw' (www.dubo-centrum.nl) schuift richting de Europese Unie. Beleid en
geeft veel handige informatie over de (juridi- afspraken die binnen de EU worden bepaald, zoals
sche) mogelijkheden voor duurzaamheid in de de Europese Emissierichtlijnen, zijn kaderschep-
stedenbouwkundige planvorming. pend voor de deelnemende landen van de EU.

28
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Het individuele land kan nog wel aanvullend en omgeving. Het kan gaan om een 'rapport'cijfer,
verdergaand beleid vaststellen. een index of een ander getal. Enkele voorbeelden:
Zie voor Europees milieubeleid het Handboek - GreenCalc+ ;
Implementatie milieubeleid EU in Nederland. - Eco-quantum (lit. 37) ;
- GPR, Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor
Milieuproblemen kunnen om een wereldwijde duurzaam bouwen;
aanpak vragen. Via internationale verdragen zijn - DuboCalc voor de GWW-sector;
beleidsafspraken te maken. Het 'Kyoto-klimaat- - de EPL, de EnergiePrestatie op Locatie;
verdrag' (in werking getreden in 2005) is daarvan - DPL, het Duurzaamheidprofiel van een Locatie;
een goed voorbeeld. levert een duurzaamheidsprofiel.

2 Checklisten en voorkeurslijsten: instrumenten


1.6 Methodieken en die uitgaan van lijsten met duurzame maat-
regelen; de Nationale Pakketten Duurzaam
instrumenten
Bouwen voor woningbouw en utiliteitsbouw
Er zijn diverse methoden en vele instrumenten (voor beide zie www.sbr.nl en kijk onder SBR-
voorhanden om duurzaamheid in de gebouwde winkel, digitale producten) en het Nationale
omgeving te stimuleren, te integreren en te analy- Pakket Duurzaam Bouwen GWW zijn bekende
seren. In het Instrumentenpalet duurzaam bouwen voorbeelden hiervan.
van SenterNovem is een uitgebreid overzicht
opgenomen van gangbare hulpmiddelen, zowel 3 Communicatie- en ambitie-instrumenten; dit zijn
methodieken als instrumenten. Diverse hiervan instrumenten die als doel hebben de communi-
komen ook in de themahoofdstukken ter sprake. catie over duurzaamheid tussen diverse betrok-
ken partijen te vergemakkelijken en/of waarmee
In het Instrumentenpalet worden vier groepen duurzame ambities zijn vast te stellen; de ver-
hulpmiddelen onderscheiden: scheidenheid is groot. Enkele voorbeelden:
1 prestatie-instrumenten - de DCBA-checklist voor nieuwe en bestaande
2 checklisten en voorkeurslijsten woning- en utiliteitsbouw van de Gemeente
3 communicatie- en ambitie-instrumenten Dordrecht en Regio Zuid-Holland zuid, vanaf
4 kapstok-instrumenten 1992; in latere jaren omgebouwd tot een
digitaal scoremodel.
In de praktijk is de begrenzing tussen deze vier - de Toolkit duurzame woningbouw: een verza-
groepen niet altijd even duidelijk: sommige hulp- meling materiaal- en energieconcepten met
middelen kunnen in meerdere groepen ingedeeld uitgebreide informatie over de maatregelen
worden. Zo spelen prestatie-instrumenten en en kosten (lit. 38).
checklisten vaak een belangrijke rol bij de commu- - 'De wijk ontrafeld: Waarderingsinstrument
nicatie over duurzaamheid. Checklisten geven om fysiek ruimtelijke kwaliteiten van wijken
soms ook een prestatie aan. Weliswaar niet cijfer- in kaart te brengen' (lit. 39); dit is een te
matig maar met letters of met een percentage downloaden brochure met een waarderings-
genomen maatregelen van het totale aantal maat- schema voor bestaande wijken, met aandacht
regelen. De vier groepen nader toegelicht: voor onder andere duurzaamheid, woon-
1 Prestatie-instrumenten: dit zijn instrumenten die en leefstijlen. Het instrument is bedoeld
door middel van één totaalcijfer of een cijfer per om bij de planvorming voor herstructurering
thema de prestatie(s) weergeven van de duur- knelpunten en kansen vroegtijdig te kunnen
zaamheid van een gebouw of van de gebouwde ontdekken.

29
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

- de Analysematrix duurzame gebouwen (afb. 4 Kapstok-instrumenten: instrumenten die als een


19); een methode voor de analyse van duur- soort 'kapstok' fungeren en waar allerlei andere
zaamheid van gebouwen voor architectuur- deelinstrumenten onder kunnen hangen.
studenten, ontwikkeld door TU-Eindhoven. Voorbeelden:
Het achterliggende idee is om naast meetbare - MIRUP.
prestaties ook andere kwaliteiten in een - Woonconcepten voor milieubelaste gebieden;
beoordeling mee te nemen zoals de inpassing dit werkboek beschrijft een methode voor het
van een gebouw in de omgeving en de ontwikkelen van woonconcepten in milieu-
afstemming op de gebruikers. belaste gebieden (lit. 40).
- 'EP-check': alleen voor energie. Een programma
speciaal bedoeld voor gemeenteambtenaren
die zich bezighouden met het toetsen en
handhaven van EPC-berekeningen. Het
programma wordt ook veel gebruikt door
architecten en installatie-/adviesbureaus
voor de controle van EPC-berekeningen.

1 2 3
VISIE

opdrachtgever architect PVE


4 5 6
ONTWERP

concept integratie detail


7 8 9
RESULTAAT
gebouw gebruikers monitoring
prestaties

Afb. 19: Analysematrix duurzame gebouwen, TU-Eindhoven, Faculteit Bouwkunde. De analyse vindt plaats in negen stappen die naar eigen inzicht

ingevuld kunnen worden. Per stap is een aantal vragen gedefinieerd om de analyse op gang te brengen (docent GJ.v.d.Brand) (lit. 41). Links de matrix

met trefwoorden, rechts de matrix ingevuld voor het XX-kantoor in Delft.

30
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Literatuur en sites 8 Praktijkboek Gezonde gebouwen; SBR, 2002


met aanvullingen.
1 Wat leren de voorbeeldprojecten ons? Een serie 9 Wadi - een natuurlijke regulering van hemel-
over de Voorbeeldplannen Duurzaam en ener- water; Ingenieursbureau Tauw en Gemeente
giezuinig bouwen, verschenen omstreeks 2000, Enschede, Enschede, september 1999.
met de volgende uitgaven: 10 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW;
- Duurzame energie - Wat leren de voorbeeld- Nationaal Dubo Centrum, CUR en CROW,
projecten ons?; W/E adviseurs en uitgave CROW; wordt regelmatig aangepast.
Adviesbureau Nieman, gezamenlijke uitgave 11 De duurzaam bouwen tetraëder: een nieuw
van SEV, Novem en Nationaal Dubo Centrum. beleidsinstrument; K. Duijvestein, in: Dubo
- Duurzaam Materiaalgebruik - Wat leren de Jaarboek 2004, Æneas te Boxtel, 2003.
voorbeeldprojecten ons?; W/E adviseurs en 12 Duurzaam leefbaar; M. van Dorst, Stichting
Adviesbureau Nieman, gezamenlijke uitgave GIDO (www.gido.nl) te Naarden, 2002.
van SEV, Novem en Nationaal Dubo Centrum. 13 Bouwen met tijd - Een praktische verkenning
- Duurzaam Watergebruik - Wat leren de voor- naar de samenhang tussen levensduur,
beeldprojecten ons?; W/E adviseurs, gezamen- kenmerken en milieubelasting van woningen;
lijke uitgave van SEV, Novem en Nationaal SEV te Rotterdam, 2004.
Dubo Centrum. 14 XX, een gebouw als prototype van een nieuw
- Duurzame Schoolgebouwen - Wat leren de milieuconcept; levensduur=gebruiksduur;
voorbeeldprojecten ons?; dgmr Raadgevende H. Klomp en J. Post, SEV, 1999.
Ingenieurs, gezamenlijke uitgave van SEV, 15 Time-based architecture; B. Leupen e.a.; 010
Novem en Nationaal Dubo Centrum. publishers te Rotterdam, 2005.
- Duurzame Kantoorgebouwen - Wat leren de 16 Kwaliteit en toekomst - Verkenning van
voorbeeldprojecten ons?; dgmr Raadgevende duurzaamheid, MNP/RIVM te Bilthoven,
Ingenieurs, gezamenlijke uitgave van SEV, SDU uitgevers, Den Haag, 2004.
Novem en Nationaal Dubo Centrum. 17 Milieubalans 2005; Milieu- en
2 duurzaam bouwen duurzaam wonen; Dubo- Natuurplanbureau, RIVM, uitgave SDU
woningen en hun bewoners; SEV, uitgave uitgevers, Den Haag, 2005.
Æneas, Boxtel, 2002. 18 Natuurbalans 2005; Milieu- en
3 Het Nieuwe Ecologisch Bouwen; prof. ir. K. Natuurplanbureau, RIVM, uitgave SDU
Duijvestein, collegedictaat TU-Delft, Faculteit uitgevers, Den Haag, 2005.
Bouwkunde, StadsOntwerp & Milieu (SOM), 19 Slimbouwen®; J. Lichtenberg, Æneas te Boxtel,
Delft, 2002. 2005.
4 Duurzaam huisvesten - een leidraad voor 20 Vermindering van het materiaalverbruik in de
strategisch denken; J. van Kasteren e.a., VROM woningbouw; J. Stroband, Bekker & Stroband
en NAi Uitgevers te Rotterdam, 2002. te Amsterdam en E. Israëls, BOOM te Delft,
5 Trends - over de relatie duurzaam bouwen en VROM - DGV, 1994.
de bouwtrends van de toekomst; Anke van Hal 21 bron: J. v.d. Bergh, VU Amsterdam, in artikel:
en Jacques Vink, Æneas te Boxtel, 2003. Mijn grootste zonde zijn al die verre vlieg-
6 Duurzame stedebouw, perspectieven en vakanties; M. Aarden, in: De Volkskrant,
voorbeelden; F.Adriaens e.a.; Uitgeverij 24/12/2005.
Blauwdruk te Wageningen, 2005. 22 Nationale Milieuverkenning 5 / 2000 - 2030;
7 Eindrapportage Onderzoek Financieel rende- RIVM te Bilthoven, Samsom, 2000.
ment duurzaam bouwen; Nationaal Dubo 23 De Historische lijn; in: Reader Duurzame
Centrum, Rotterdam, 2004. Bouwtechniek, ir G.v.d.Brand en prof. ir. J.Post,
2001.
31
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

24 Kiezen voor verandering - Duurzaam bouwen 40 Woonconcepten voor milieubelaste gebieden;


in Nederland; Anke van Hal en Ger de Vries; werkboek met CD-Rom; BOOM Duijvestein,
Æneas te Best, 2000. Delft, in opdracht van DCMR Milieudienst
25 De isolatiegolf - Overzicht van vijftien jaar Rijnmond, 2004.
energiebesparing in de woningbouw; BOOM 41 Hoe duurzaam is architectuur?; Geert-Jan van
te Delft, uitgave Novem te Sittard, 1989. den Brand TU-Eindhoven, in: TVVL magazine
26 Vademecum Energiebewust ontwerpen van nr 4/2005.
nieuwbouwwoningen, uitgave 2000; BOOM
te Delft, Novem te Sittard, 2000. Overige literatuur
27 Het bestemmingsplan als instrument voor (zonder verwijzing in de tekst)
duurzame stedebouw; BRO, uitgave • Handreiking MILO, VNG Uitgeverij, 2004
ministerie van VROM, 1999. In de handreiking staat uitgewerkt hoe
28 Leidraad faunavoorzieningen bij wegen; gebiedsgericht ambities voor de (milieu)-
Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouw- kwaliteit kunnen worden vastgesteld.
kunde, Delft, 2005. • Hoe milieuvriendelijk is duurzaam bouwen? -
29 Woningbouw in Leidsche Rijn, Project- de milieubelasting van woningen gekwanti-
documentatie 1997 - 1999; uitgave gemeente ficeerd; G.Klunder, DIOC-DGO, Delft University
Utrecht en gemeente Vleuten-De Meern, 2000. Press, Delft, 2002.
30 Langetermijnperspectief Duurzaam Bouwen;
NovioConsult, VROM, 1997. Sites
31 Werken aan duurzame bedrijventerreinen; www.architecture.uwaterloo.ca/faculty_projects/
Novem (thans SenterNovem), 1999. terri/684_sust.html - Advanced Case Studies in
32 Werken aan duurzame bedrijventerreinen 2; Canadian Sustainable Design
Novem (thans SenterNovem), 2000. www.sbis.info/index.jsp - Sustainable Building
33 Goed bekeken, slim gebouwd dl 1 en 2, Information System
SenterNovem, 2003. www.arch.hku.hk/research/BEER - BEER-project,
34 Energiebesparing en vrije-kavelbouw: de Hong Kong University
gemeente als stimulator; SenterNovem, 2004. www.vrom.nl - Ministerie van Volkshuisvesting en
35 Nationaal Milieubeleidsplan 4 /Een wereld en Ruimtelijke Ordening
een wil - werken aan duurzaamheid; www.bouwbesluit -online.nl - het Bouwbesluit
Ministerie VROM, Den Haag, juni 2001. www.greencalc.com - info over Greencalc
36 Dossier M.e.r.; VROM (www.vrom.nl). www.senternovem.nl - SenterNovem
37 Variantenboek milieuprestatie vormgegeven; www.energiebesparinggww.nl - Projectbureau
H. Pötz e.a., SEV; Æneas te Best, 2003. Energiebesparing GWW
38 Toolkit duurzame woningbouw voor www.sbr.nl - SBR
ontwikkelaars, gemeenten en ontwerpers; www.toolkitonline.nl - info over de Toolkit
P. Hameetman e.a., BAM Vastgoed, duurzame woningbouw
SenterNovem, uitgave: Æneas, Boxtel, 2005. www.fscnl.org - info over FSC hout
39 De wijk ontrafeld: Waarderingsinstrument om www.arch-lokaal.nl - info over Architectuur Lokaal,
fysiek ruimtelijke kwaliteiten van wijken in landelijke kennis- en informatiecentrum
kaart te brengen; KuiperCompagnons, www.mnp.nl - Milieu- en Natuurplanbureau
VROM, 2004. www.WNF.nl - Wereld Natuur Fonds
www.MRPI.nl - Stichting Milieurelevante
Productinformatie

32
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

www.bna.nl - BNA
www.watertoets.net - info over de watertoets
www.neprom.nl - NEPROM, Vereniging van
Nederlandse Projectontwikkeling maatschappijen
www9.minlnv.nl - Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
www.boomdelft.nl - BOOM, Milieukundig
Onderzoek & Advies Bureau
www.bwk.tue.nl/ade - TU Eindhoven, Bouwkunde,
unit Architectural Design & Engineering
www.infomil.nl - info over milieu
www.mnp.nl/mnc - Milieu- en Natuurcompendium

33
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

2 Energie
2.1 Introductie Bij bestaande projecten ligt dat meestal anders.
Zo is een goede warmte-isolatie vaak slechts
De klimaatverandering is één van de belangrijkste met ingrijpende bouwkundige maatregelen te
redenen om naar een vergaande energiebesparing realiseren. Zuinige installaties vergen vaak ruimte
te streven. Het energieverbruik in de gebouwde en een ander leidingverloop. Allemaal zaken die
omgeving moet de komende jaren sterk dalen om hoge kosten met zich meebrengen. Het gebruik
de landelijke doelstelling voor CO2-reductie te van actieve zonne-energiesystemen, zoals een
kunnen halen. De overheid wil, zo is te lezen in het zonneboiler, vraagt om een min of meer zuid-
'Energierapport 2005 - Nu voor later' (lit. 1) op de oriëntatie van de collectoren wat in de bestaande
lange termijn een duurzame energiehuishouding bouw lang niet altijd te realiseren valt.
realiseren. Dat betekent dat de uitstoot van broei- Gezien de grote omvang van de voorraad
kasgassen in de komende decennia met 60 tot bestaande woningen, gebouwen en GWW-
80% omlaag moet. Tot 2020 zal jaarlijks zo'n 1,5% projecten, is energiebesparing hierbij wel van
bespaard moeten worden en zal het aandeel van groot belang en is extra inspanning op zijn plaats,
duurzame energie in het totale verbruik moeten zowel bij renovatie als bij onderhoud. De bestaan-
stijgen naar 10%. de woningbouw vraagt bovendien organisatorisch
Volgens de Algemene Energieraad en de VROM- extra aandacht omdat het eigendom vaak erg
raad is jaarlijks zeker 2% energiebesparing nodig versnipperd is en allerlei sociale aspecten een
(lit. 2). Beide adviesraden zien belangrijke kansen extra belemmering kunnen vormen.
voor besparing in de gebouwde omgeving door In de uitgave 'Voorbeelden uit de praktijk -
onder andere nulenergie woningen te realiseren. Energiebesparing in corporatiewoningen' (lit. 3)
Ook zien ze veel in duurzame energie: In de zijn diverse interessante voorbeelden van renovatie
tweede helft van deze eeuw zou een kwart van in de woningbouw te vinden. Per project wordt
ons huidige jaarlijkse energieverbruik mogelijk een beknopte beschrijving gegeven van de geno-
uit hernieuwbare bronnen kunnen bestaan. men (energiebesparende) maatregelen, waar
Duidelijk is, gelet op de huidige stand van zaken, mogelijk met kosten.
dat er nog zeer grote inspanningen nodig zijn
om tot de gewenste besparingen te komen. De Schaalniveaus
verlaging van de EPC voor de woningbouw naar Het thema energie speelt op alle schaalniveaus
0,8 per januari 2006 is een stapje in die richting. een rol. In veel situaties is een wisselwerking
tussen de niveaus van belang.
Nieuwbouw èn bestaande bouw Vooral de mogelijkheden voor zonne-energie zijn
Bij nieuwe projecten is een vergaande energie- van de stedenbouwkundige structuur afhankelijk.
besparing technisch gezien geen probleem. Ook Het gaat hierbij om een gunstige oriëntatie op de
financieel blijkt energiebesparing geen echt zon en het zo min mogelijk beschaduwen van
struikelblok te hoeven zijn. Diverse voorbeeld- gevels en daken. Het gebouw- en woningontwerp
projecten uit de afgelopen jaren in de woningbouw, moeten ook hierop afgestemd zijn.
de utiliteitsbouw en de GWW-sector laten dat zien.

34
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Het gebruik van restwarmte of warmtekracht- Ventilatie


koppeling biedt soms interessante mogelijkheden Een gezond binnenklimaat krijgt steeds meer aan-
en stelt eveneens eisen aan het stedenbouw- dacht in beleid en regelgeving. Vooral in kantoren
kundige ontwerp. Vooral het beperken van de krijgt het 'sick building syndrom' sinds enige jaren
leidinglengtes is daarbij van belang. ruime aandacht bij het ontwerp en beheer. Daarbij
is de wijze van ventileren van groot belang, zeker
Ook functiemenging kan van belang zijn wanneer voor de comfortbeleving van de gebruiker. Het zelf
de verschillende functies elkaar aanvullen qua (als gebruiker) kunnen openen van ramen wordt
warmte- en/of koudevraag en de vraag naar vaak beschouwd als een belangrijke mogelijkheid
elektriciteit. Bij functiemenging kan men denken om het syndroom tegen te gaan. Of het binnen-
aan onder andere menging van wonen/werken en klimaat er werkelijk beter van wordt is de vraag.
van verschillende typen utiliteitsbouw onderling. Zeker bij wat hogere gebouwen ontstaat al snel
tochthinder. Ook geluidshinder door verkeerslawaai
Het beperken van de vraag naar energie (isoleren, is op veel kantoorlocaties een probleem wanneer
compact bouwen) en het gebruik van efficiënte ramen geopend worden. Daarnaast kan de wijze
installaties speelt vooral op het schaalniveau van van luchtbevochtiging (voor zover aanwezig)
het gebouw, bouwblok en de woning. invloed hebben op de gezondheid (astma)(lit. 4, 5).
Zie ook Praktijkboek Gezonde gebouwen (lit. 6).
Comfort en gezondheid
Energiebesparing wordt in toenemende mate in In de woningbouw is sinds de aanscherping van
samenhang met een comfortabel en gezond de EPC tot 1,0 (1/1/2000) en vervolgens tot 0,8
binnenklimaat uitgewerkt. Vooral de zomersituatie (1/1/2006) de belangstelling voor gebalanceerde
en de wijze van ventileren verdienen veel aan- ventilatie met HR-warmteterugwinning (HR-wtw)
dacht (afb. 20, 21 en 22). sterk gestegen. Anno 2006 wordt ongeveer de
helft van de nieuwbouwwoningen voorzien van
Zomersituatie een dergelijk systeem (bron: www.stichtinghrv.nl.).
Naarmate woningen en gebouwen beter geïso- Dit ventilatiesysteem levert een aanzienlijke daling
leerd zijn en voorzien zijn van een grotere lucht- op van de EPC tegen relatief lage kosten. Uit
dichtheid, speelt de zomersituatie een steeds onderzoek (lit. 7, 8) blijkt dat dergelijke systemen
belangrijker rol in het ontwerp. Daarbij komt dat regelmatig te veel geluidshinder veroorzaken wat
aan het comfort steeds hogere eisen worden vooral 's nachts hinder oplevert.
gesteld. Bij kantoorgebouwen en gebouwen met Er verschijnen ook systemen op de markt waarbij
vergelijkbare functies speelt dat al geruime tijd, gebalanceerde ventilatie met wtw decentraal
maar voor woningen is dat betrekkelijk nieuw. plaatsvindt met behulp van een unit per vertrek.
Zonwering in combinatie met ventilatie (bijv. in
een klimaatgevel), 'natuurlijke' koeling en koeling In opkomst zijn 'vraaggestuurde' ventilatiesystemen
via een bodemwarmtewisselaar, al dan niet die in allerlei vormen verkrijgbaar zijn. Hierbij wordt
gecombineerd met een aquifer en warmtepomp, met behulp van sensoren op de luchtkwaliteit
zijn maatregelen die de laatste jaren steeds meer (luchtvochtigheid, CO2-gehalte) gereageerd. Komt
op de voorgrond treden om een comfortabel deze kwaliteit onder een bepaalde grens, dan
binnenklimaat te verkrijgen. Deze maatregelen wordt de hoeveelheid ventilatielucht aangepast.
vormen een energiezuinig alternatief voor koeling
met behulp van koelmachines in de utiliteitsbouw Ook in opkomst zijn de zogenaamde hybride
en airco-units in woningen. ventilatiesystemen. Dit zijn combinaties van
een natuurlijk aan- en afvoersysteem met een

35
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Afb. 22: Zonneschoorsteen


mechanisch afzuigsysteem. Deze combinatie kan
Dit kantoorgebouw op het
ook 'vraaggestuurd' worden uitgevoerd. Hybride Céramique-terrein in Maastricht

systemen zijn aantrekkelijk onder andere vanwege bestaat uit een aantal bouwblokken

rondom een atrium. Het gebouw is


de beperking van het energieverbruik (lit. 9).
voorzien van vier glazen 'zonne-

schoorstenen' die zorgen voor extra


Voorbeeldprojecten natuurlijke trek voor het natuurlijke

Dat in de praktijk zeer energiezuinige woningen ventilatiesysteem. Ontwerp: Hubert-

Jan Henket, Henket & Partners te


en gebouwen mogelijk zijn, laten diverse voor-
Esch. Realisatie 2000.
beeldprojecten zien. Op www.senternovem.nl, in
Ook in het Sportcomplex De Vlinder
de Duurzame Energie planner (DE-planner) in Wageningen is een zonneschoor-

woningbouw en op www.dubo-centrum.nl zijn steen toegepast.

interessante voorbeelden te vinden.


Energie-inhoud
Steeds meer aandacht gaat uit naar de totale
'milieu-prestatie' van een woning, gebouw of
zelfs een buurt gedurende de gehele levensduur.
Men overweegt om deze prestatie voor woningen
en gebouwen op termijn in het Bouwbesluit te
gaan voorschrijven. Energie is daarbij een belang-
rijk onderdeel.
De energie die nodig is voor de produktie en de
bouw van installaties en andere bouwproducten
en bouwelementen, kortweg de energie-inhoud,
Afb. 20: Urban Villa in Amstelveen

Zicht vanuit het zuiden op een deel van het demonstratieproject vormt een steeds belangrijker deel van het totale
'Urban Villa' in Amstelveen. Het project liep zijn tijd ver vooruit en is energieverbruik door alle jaren heen. Dit aandeel
nog steeds een zeer interessant voorbeeld. Zestien van de in totaal
bedraagt anno 2006 naar schatting zo'n 10 à
42 woningen zijn zeer energiezuinig uitgevoerd, ook naar de huidige
20%. Dit percentage is erg afhankelijk van de
maatstaven. Meetresultaten geven aan dat voor ruimteverwarming
3
slechts zo'n 150 m aardgas per jaar nodig is. Dit verbruik is gecorri- gekozen bouwmethode en natuurlijk van het
geerd naar onder andere een 'standaard' jaar. De bewoners zijn over jaarlijkse energieverbruik voor verwarming,
het algemeen goed te spreken over het energieconcept. Zo bleef het in
ventilatie en dergelijke.
de warme zomer van '95 relatief koel binnen: terwijl het buiten overdag

soms boven de 30°C was, lag de binnentemperatuur rond de 25°C. De

zonwering wordt automatisch bediend maar kan door de bewoner zelf

worden geregeld. E N E R G I E - I N H O U D Z O N N E PA N E L E N ,
Het project is uitgebreid omschreven in diverse nummers van
ZONNEBOILERS EN WINDMOLENS
Bouwwereld (lit. 10). Realisatie: 1995. Architect: Atelier Z - Zavrel

Architecten te Rotterdam in samenwerking met onder andere BAM

Vastgoed en Damen Consultants te Arnhem en TU-Delft. Nog vaak wordt gedacht dat zonne-energiesystemen

en windmolens zichzelf qua energie nauwelijks of


Afb. 21: Vrijstaand 'passief huis' in Dalem.
niet terugverdienen. Dat is gelukkig een fabeltje.
Belangrijke kenmerken: Zeer goed geïsoleerd

(Rc-waarden van 8 m 2 K/W voor gevels, dak en


Bij een zonneboiler is na ongeveer één jaar de
begane grondvloer), passieve zonne-energie

met buitenzonwering, zonneboilercombi, hoeveelheid energie voor de productie inclusief


gebalanceerde ventilatie met wtw met bypass grondstoffen gecompenseerd door de energie die de
en voorverwarming en koeling via bodem-
zonneboiler bespaart, bij PV-panelen is dat na 2,5
warmtewisselaars. Gemeten gasverbruik voor
tot 6 jaar (bron) en bij windmolens (inclusief onder-
ruimte- en tapwaterverwarming: circa 650 m 3

gas per jaar. Ontwerp: Franke Architekten te houd) na 4 tot 8 maanden (bron).
Sliedrecht. Realisatie: 2000 (lit. 11).

36
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Basiskennis en vaardigheden tekeningen). In de praktijk van duurzaam bouwen


Bij het thema energie zijn in de bouwpraktijk blijkt dat bestekken regelmatig slecht bekeken
talloze onderwerpen, begrippen en vaardigheden worden. Juist met relatief nieuwe zaken levert dat
van belang, te veel om hier te beschrijven. De het risico op dat het plan anders wordt uitgevoerd
meest belangrijke worden hierna genoemd, voor dan de bedoeling is.
een nadere toelichting wordt verwezen naar sites
en literatuur. Ook verderop in dit hoofdstuk (zie Natuurkundige en bouwfysische
de checklist) worden nog tal van onderwerpen en begrippen
begrippen genoemd. De mate waarin de diverse • Energiebronnen
zaken aan de orde moeten komen, kan vanzelf- Kennis van welke eindige (fossiele) en niet-
sprekend per opleiding sterk verschillen. eindige bronnen zoals zonne- en windenergie,
biomassa, van belang zijn voor ons land.
Veel informatie is te vinden bij: Mogelijkheden voor CO2-opslag in de bodem.
• www.senternovem.nl: het Vademecum Energie- Onderscheid tussen actieve en passieve zonne-
bewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen. energie. Begrippen over zonne-energie zoals
• www.senternovem.nl/Kompas zonnebaan, zonne-instralingsdiagram, directe
• www.senternovem.nl/Duurzame energie in en diffuse straling (lit. 12).
Nederland • Energie-kwaliteitsniveaus
• www.senternovem.nl/epn en nieuwbouw Inzicht in kwaliteitsniveaus van energie (van
• www.dubocentrum.nl: de infobladen hoog- tot laagwaardig). In de bouw moet
• www.dubocentrum.nl: infodesk met bijbe- gestreefd worden naar de afstemming van de
horende begrippenlijst energievraag op het energie-aanbod zowel qua
• via www.npds.nl een begrippenlijst van de hoeveelheid als qua temperatuur. In 'Exergie-
provincie Gelderland over duurzame stedelijke woning - optimaal woonprofijt' (lit. 13) staat een
ontwikkeling aantal woningontwerpen beschreven waarbij
• www.sbr.nl: enkele infobladen met betrekking diverse kwaliteitsniveaus voor energie worden
tot energie uitgewerkt. Zie ook: www.lowex.net
• www.sbr.nl: DE-technieken: 4 themasites: • Begrippen rond warmte, vocht en ventilatie
- zonneboilers Het gaat dan om bijvoorbeeld behaaglijkheid:
- PV panelen lucht- en stralingstemperatuur, absolute en
- warmtepompen relatieve vochtigheid en luchtsnelheid; straling
- kleinschalige windturbines en convectie, transmissie en warmteweerstand
• www.vrom.nl: Dossier Energiebewust bouwen (Rc-waarde), koudebrug en f-factor, oppervlakte-
en wonen condensatie, qv10-waarde, ZTA-waarde.
• www.sev.nl: publicaties en projecten of • Begrippen rond koeling
experimenten Inzicht in de behoefte aan koeling met belang-
rijke parameters zoals bezonning, isolatie,
Een belangrijke vaardigheid is het kunnen 'lezen' interne bronnen, ventilatie; rekenmethoden
van bouwkundige en installatietechnische teke- temperatuuroverschreiding, koellastberekening.
ningen. Daarnaast is het kunnen lezen van de • Energie-eenheden
geschreven bestekken of technische werkom- Eenheden zoals m3 aardgas, m3 a.e. (aardgas-
schrijvingen van groot belang. In de opleidingen equivalenten), kWh, MJ; het begrip primaire
moet met nadruk worden gewezen op het belang energie, omrekenfactoren.
(de juridische status) van het bestek (tekst plus

37
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Rendementen Begrippen rond beleid, regelgeving


Onderscheid tussen rendement op boven- en instrumenten
en onderwaarde. COP-waarde, SPF en PER bij • Voor de woningbouw: EPN (NEN 5128:2004)
warmtepompen. met bijbehorende NPR 5129:2005 en EPC. De
Voor verdere informatie: het ‘Vademecum Energie- EPN is de norm en geeft de systematiek voor
bewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen’. de berekening van de EPC (energieprestatie-
coëfficiënt). De EPC-eisen staan in het
Bouwbesluit. Inzicht in effecten van energie-
Technische begrippen besparende maatregelen op de EPC.
• Energie-infrastructuur. Meer informatie: www.senternovem.nl/epn
In ons land bestaat de energie-infrastructuur
meestal uit een gas- en een elektriciteitsnet.
Soms in combinatie met een warmtenet waarbij DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN
dan vaak het gasnet achterwege gelaten wordt. IN NEN 5128:2004 TEN OPZICHTE
Zie ook verderop in dit hoofdstuk. Bij warmtele- VA N 2 0 0 2 :
vering is de kostenverrekening voor de afnemers
van belang: het niet-meer-dan-anders-principe - zomercomfort en koeling: 'Passieve' koeling in de
(NMDA-principe (lit. 14, 15). vorm van overstek, zonwering, extra ventilatie, een
• Begrippen zoals: bypass in de wtw-unit en buffering in de gebouw-
dampremmende laag, warm dak en omgekeerd massa worden gewaardeerd;
warm dak, koud dak, HR++-glas, zonwerend glas, - de berekening is nu gebaseerd op een maand-
vacuüm-isolatie, diverse typen afstandhouders methode (maandelijkse berekeningen) in plaats
in beglazing, houten kozijnen met van één voor het hele stookseizoen;
koudebrugonderbreking. - zelfregelende ventilatieroosters kunnen forfaitair
• Installatietechnische begrippen zoals: worden ingevoerd;
- open en gesloten toestellen, energie-labels, - meer mogelijkheden voor de invoer warmtepompen
modulerende ketels, weersafhankelijke rege- in verschillende systemen;
ling, vloer- en wandverwarming, betonkern- - de warmtevraag voor warmtapwater wordt
activering, cascade-opstelling, de diverse nauwkeuriger bepaald;
typen warmtepompen, warmtewisselaar, - de berekening geeft nu ook de CO 2 -emissie.
aquifer voor warmte- en koude-opslag,
zonneboilercombi, warmtepompboiler, mini-
en micro-wkk, kleine hot-fill keukenboiler; • Voor de utiliteitsbouw: NEN 2916:2004 met
diverse typen (gebouwgebonden) windmolens; bijbehorende NPR 2917:2005. Meer informatie:
- gebalanceerde ventilatie, warmteterugwinning, www.senternovem.nl/epn
recirculatielucht; gelijkstroom en wisselstroom • EPA en EI
ventilatoren; EPA (Energieprestatieadvies) met bijbehorende
- tapdrempel, warmtepompboiler, diverse EI (Energie Index) als maat voor de energie-
typen zonneboilers, doorstroombegrenzer zuinigheid van bestaande woningen (analoog
(op kranen), DH-factor, hot-fill apparatuur. aan de EPC). Een EI van 0,5 komt ongeveer
overeen met een EPC van 1,0.
Voor verdere informatie: 'Vademecum - Energie-
bewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen'.

38
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• De EPBD voor de bestaande bouw en hoge rivierafvoeren. De klimaatverandering


Deze Europese richtlijn wordt in ons land nog wordt deels door menselijke activiteiten veroor-
niet ingevoerd (stand van zaken begin 2006). zaakt, zo is eerder door deskundigen over de hele
Volgens de richtlijn moet onder andere bij wereld vastgesteld. Zelfs bij een sterke verminde-
bestaande gebouwen bij verkoop en verhuur ring van de emissies van broeikasgassen gaan ver-
een energieprestatiecertificaat overlegd worden. anderingen nog heel lang door vanwege de ver-
• Enige kennis over mogelijkheden voor traagde reactie van het klimaatsysteem. Het rap-
subsidie en fiscale regelingen zoals de port noemt ook enkele concrete veranderingen die
'groene financiering' voor woning- en utiliteits- nu al waar te nemen zijn zoals:
bouw; omdat de mogelijkheden jaarlijks • de toename van de temperatuur wereldwijd met
wijzigen, is het vooral van belang bij de 0,7 °C en in Nederland met circa 1 °C;
opleidingen de instanties aan te geven die • de stijging van de zeespiegel aan de
mogelijk interessant zijn in dit kader: Nederlandse kust van circa 20 cm per eeuw.
SenterNovem, ministerie van VROM, de energie- Zie ook het VROM Dossier 'Klimaatverandering'
bedrijven en de Belastingdienst.
• Kennis over de verschillende Nationale De (milieu)problemen op een rijtje:
Pakketten Duurzaam Bouwen. Uitputting en beschikbaarheid
• Enig inzicht in rekenmodellen voor milieu- Met name de olie- en gasvoorraden zijn beperkt.
belasting (Ecoquantum, Greencalc+, DuboCalc De thans bewezen mondiale reserves van aardolie
en GPR Gebouw) met achterliggende informatie, en aardgas zijn genoeg voor respectievelijk zo'n
het begrip LCA (levenscyclusanalayse) en MRPI. 40 en 60 jaar. Bij steenkool ligt dat nog boven de
• Enige kennis over voorschriften, is erg 200 jaar. Hierbij wordt uitgegaan van het huidige
afhankelijk van de opleiding: allerlei verbruik. Het is wel aannemelijk dat er nog meer
normen/voorschriften zoals KOMO-certificaten voorraden zijn. De reserves zullen door nieuwe
en de Vewin werkbladen (drinkwater), NEN- vondsten en verbeterde winningstechnieken
normen. toenemen. Het verbruik zal echter de komende
decennia blijven stijgen (lit. 17). Genoemde perio-
Voor verdere informatie: 'Vademecum - des moeten dus met de nodige voorzichtigheid
Energiebewust ontwerpen van nieuwbouw- worden gehanteerd.
woningen' en het Dossier Energiebewust bouwen Naast de beperkte voorraden is men vooral ook
en wonen’. beducht voor de zogenaamde geopolitieke
verdeling van deze voorraden. De geografische
Het energievraagstuk: processen spreiding van de energievoorraden is vrij beperkt.
en gevolgen De Europese Unie is voor olie en gas al voor 50%
Het huidige gebruik van fossiele energie heeft afhankelijk van de OPEC-landen en van Rusland
ernstige consequenties voor het milieu. De op- (lit. 1).
warming van de aarde is daarbij de belangrijkste.
Het rapport 'Effecten van klimaatverandering in Vervuiling
Nederland' (lit. 16) gaat uitgebreid hierop in: Bij de verbranding van kolen, olie en aardgas
De effecten van de klimaatverandering zijn anno komen stikstofoxyde (NOx) en kooldioxyde (CO2)
2005 nog beperkt en zullen pas aan het einde van vrij. Bij kolen en olie komt bovendien ook zwavel-
deze eeuw problematisch worden voor Nederland. dioxyde (SO2) vrij. NOx en SO2 dragen bij aan de
Dan zal de veiligheid van laag-Nederland in het verzuring van het milieu en CO2 draagt bij aan het
geding komen door een combinatie van voort- broeikaseffect.
gaande stijging van de zeespiegel, bodemdaling

39
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Dit in combinatie met de voortgaande groot-


schalige ontbossing levert, zo is nu wel algemeen
aanvaard, ernstige problemen op ten aanzien van
het klimaat op wereldschaal. 38%
52%
Aantasting
De winning en het transport van fossiele brand- 10%
stoffen veroorzaken diverse vormen van aan-
tasting zoals aantasting van het landschap. Zo
veroorzaakt de winning van aardgas bodemdaling
OESEO- landen Voormalige Oostbloklanden Landen in ontwikkeling
in het noorden van ons land. Door luchtverontrei- (o.a. China en India)

niging wordt de ozonlaag aangetast.


Afb. 23: Verdeling mondiaal energieverbruik in 2002

(bron: Energierapport 2005/World Energy Outlook 2004).


Mondiale aanpak
De 'Derde Energienota' uit 1996 sprak zich al
duidelijk uit: 'Alleen een zeer vergaand mondiaal
beleid (afb. 23), waarbij de totale vraag naar fossiele
brandstoffen terugloopt en de samenstelling van
het brandstofpakket sterk verandert, kan dit
(bovenstaande) beeld dan wijzigen'.
Het 'Energierapport 2005' trekt een vergelijkbare
conclusie: 'Het Nederlandse energiebeleid moet
fors internationaliseren, want alleen dan zijn de
voorzieningszekerheid en het klimaatprobleem
effectief aan te pakken.'
ruimteverwarming verlichting

tapwaterverwarming elektrische huishoudelijke apparatuur

koken (op gas) transport (auto + openbaar vervoer)


Energieverbruik en warmtestromen elektriciteit voor installaties (pomp, ventilatoren e.d.)

Inzicht in het totale energieverbruik van een


huishouden, bedrijfsgebouw of een stadsdeel is Afb. 24: Verdeling energieverbruik inclusief transport in een gemiddeld

zeer nuttig om te kunnen begrijpen waar naar huishouden in een nieuwbouwwoning anno 2006 (bron: BOOM-SI).

zinvolle besparingen gezocht moet worden. Zo


blijkt het aandeel in het jaarlijkse energieverbruik Beleid
(in primaire energie) voor transport voor een
gemiddeld huishouden bijna even groot te zijn als Rijksbeleid
dat voor ruimteverwarming, tapwaterverwarming Voor het huidige rijksbeleid zijn vooral de volgende
en elektrische apparatuur! (afb. 24). drie rapporten van belang:
Binnen een woning of gebouw is een overzicht • Energierapport 2005 - Nu voor later (lit. 1)
van de warmtestromen interessant. Het aandeel • Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 - Onderweg naar
voor tapwaterverwarming in het jaarlijkse energie- Kyoto (lit. 18);
verbruik is in een huidige nieuwbouwwoning al • Energietransitie: Klimaat voor nieuwe kansen; dit is
gelijk aan dat voor ruimteverwarming! Zie voor een gezamenlijk advies van de VROM-raad en de
meer informatie het 'Vademecum - Energiebewust Algemene Energieraad (lit 2).
ontwerpen van nieuwbouwwoningen'.

40
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Globaal richt het (binnenlands)beleid tot 2020 De VROM-raad en de Energieraad stellen samen
zich op: dat een veel krachtiger besparingsbeleid nodig is:
• Intensivering energiebesparing in de sectoren in plaats van 1,3 à 1,5% per jaar wel 2% per jaar
industrie, verkeer en gebouwde omgeving, (lit. 2). Anno 2005 ligt de werkelijke besparing op
onder andere via het systeem van verhandelbare 1% per jaar.
energiebesparingscertificaten, ook wel 'witte' Energiebesparing blijft voorlopig zowel binnen
certificaten genoemd. Zuiniger elektrische (con- Europa als daarbuiten de meest veelbelovende en
sumenten) apparatuur krijgt speciale aandacht kosteneffectieve optie om het fossiele energiever-
waarbij het beperken van de standby-verliezen bruik te temperen en daarmee de CO2-uitstoot.
één van de mogelijkheden is. 'Belangrijke kansen voor Nederland lijken te liggen
• Bij hernieuwbare energie inzetten op kostenver- in de energie-intensieve industrie (onder andere
laging bij biomassa en wind-op-zee. Het streven ontwikkeling doorbraaktechnologie) en in de
is 10% duurzame energie in 2020, maar of dat gebouwde omgeving (onder andere nul-energie
ook daadwerkelijk gehaald zal worden, is nog woning)', aldus de beide adviesraden.
onduidelijk (bron: Energierapport 2005). De doelstelling van 10% duurzame energie in 2020
In 2004 droeg duurzame energie voor 1,8% bij moet, hoewel ambitieus, gehandhaafd blijven.
aan de totale energievoorziening in ons land.
Globaal tweederde werd geleverd door bio- Ook stellen de beide adviesraden dat het beleid
massa (bron: MilieuCompendium). zich te eenzijdig richt op het voldoen aan de
• Sterker inzetten op schoon fossiel inclusief Kyoto-doelstelling. Ze wijzen op diverse ontwikke-
ondergrondse CO2-opslag. lingen in de wereld zoals natuurrampen en olie-
• Op alle drie genoemde terreinen toewerken en energieprijzen. Deze ontwikkelingen kunnen
naar technologische vernieuwingen zoals het van grote invloed zijn op de post-Kyoto periode.
gebruik van restwarmte, waterstof, aardwarmte Zo is er relatief weinig aandacht voor duurzame
en efficiëntere technieken. energie, terwijl die aandacht noodzakelijk is om
op termijn de transitie naar een duurzame ener-
Een toename van het gebruik van kernenergie giehuishouding te kunnen maken.
wordt in het beleid niet uitgesloten. Wel wordt
het probleem van een veilig beheer van het radio- Over het gebruik van biomassa zijn de meningen
actieve kernafval als nadeel vermeld: Volgens de verdeeld. Dit is een gevolg van het feit dat er soms
meest recente inzichten blijven de daarmee alternatieve mogelijkheden zijn voor het gebruik
gepaard gaande risico's minstens enkele honder- van gewassen (inclusief houtteelt). Hierbij kan men
den jaren bestaan. denken aan het gebruik van biomassa voor 'duur-
Wat duurzame energie betreft, wordt vooral veel zame' bouwmaterialen. De uitgave 'Handreiking
verwacht van windenergie en biomassa. Biomassa voor duurzame energie' (lit. 19) is in dit
kader interessant. Er is onder andere aandacht
In de Evaluatienota (lit. 18) komt men tot de voor de ecologische aspecten rond het gebruik
conclusie dat ons land op de goede weg ligt om van biomassa.
te gaan voldoen aan eisen die het Kyoto-protocol
(zie kader) stelt. Dit temeer daar het kabinet
verspreid over alle sectoren een aantal extra voor-
zieningen heeft getroffen of achter de hand heeft.

41
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

bijvoorbeeld worden aangegeven welke niveaus


KYOTO - P R OTO CO L
ten aanzien van energiezuinigheid (EPC's,
EPL's - Energie Prestatie op Locatie) bij concrete
Het Kyoto-protocol werd in 1997 opgesteld als aanvul- plannen zullen worden nagestreefd. En welk
ling op het Klimaatverdrag. Industrielanden verbinden planproces en welke hulpmiddelen zullen
zich hierin om de uitstoot van broeikasgassen in worden ingezet. En welke taken en bevoegd-
2008-2012 met gemiddeld 5% te verminderen ten heden diverse partijen (bijv. gemeentelijk
opzichte van het niveau in 1990. Per land gelden uit- dubo-coördinator) kunnen krijgen.
eenlopende reductiepercentages. Nederland moet zijn • Duurzaam bouwen opnemen in een bestem-
broeikasgasemissies in 2008-2012 met 6% hebben mingsplan. Op stedenbouwkundig niveau biedt
gereduceerd ten opzichte van 1990. het bestemmingsplan volop mogelijkheden. In
In Kyoto is ook besloten dat industrielanden een deel dit plan zijn de voorschriften en de plankaart
van hun reductieverplichting via maatregelen in het juridisch bindend. Gangbaar is dat alleen de
buitenland mogen realiseren. Sommige maatregelen zijn ruimtelijk relevante aspecten in het bestem-
goedkoper te realiseren in ontwikkelingslanden dan in mingsplan worden vastgelegd. Wat energie-
eigen land. Daarvoor bevat het Kyoto-protocol drie zuinig bouwen betreft, gaat het hierbij in ieder
nieuwe instrumenten: het clean development mechanism geval om zaken zoals de locatie voor diverse
(CDM), joint implementation (JI) en emissiehandel. De bestemmingen (wonen, werken, recreëren),
Verenigde Staten hebben gezegd het Kyoto-protocol niet de mate van compactheid, de oriëntatie van
te bekrachtigen. De inwerkingtreding van het protocol woningen en gebouwen op de zon en be-
hing lange tijd af van Rusland. Op 5 november 2004 lemmeringshoeken.
heeft Rusland het verdrag geratificeerd. Het protocol is In een milieuparagraaf in de toelichting op het
op 16 februari 2005 in werking getreden. bestemmingsplan kunnen de doelstellingen van
Bron: www.vrom.nl het plan ten aanzien van energiezuinig bouwen
verduidelijkt worden. Maar juridisch bindend is
deze paragraaf niet. Zie voor meer informatie:
Gemeentelijk en provinciaal beleid 'Het bestemmingsplan als instrument voor
Provincies en gemeenten hebben diverse moge- duurzame stedenbouw' (lit. 20).
lijkheden om energiebesparing en duurzame • Afspraken maken met bouwpartners. Bij wonin-
energie te stimuleren. gen en andere gebouwen mag een gemeente
geen aanvullende milieu-eisen stellen op gebie-
Allereerst in de GWW-sector: Zie paragraaf 2.3. den die in het Bouwbesluit en de gemeentelijke
Daarnaast kunnen deze partijen ook provinciale bouwverordening al geregeld zijn, tenzij eisen
of regionale dubo-convenanten afsluiten. Hierbij is voortvloeien uit het bestemmingsplan. Wel kan
het aan te raden om overleg- en evaluatiemomen- de gemeente afspraken maken met bouwpart-
ten in te bouwen, waardoor de doelstellingen van ners. Bijvoorbeeld in een convenant of, wanneer
het convenant bewaakt kunnen worden. Dit is de gemeente de grond in handen heeft, via het
des te belangrijker, naarmate er minder 'harde' gronduitgiftecontract (afb. 25).
afspraken zijn. Zo maken alle gemeenten uit de Regio Zuid-
Holland zuid, waaronder de gemeente
Gemeenten hebben bovendien diverse (andere) Dordrecht, per project een afspraak met de
mogelijkheden om energiezuinig bouwen te sti- opdrachtgever. Voor alle nieuwbouw (en
muleren en te concretiseren. Enkele voorbeelden: projectmatige renovatie) geldt hetzelfde 'milieu-
• Het opstellen van een algemeen gemeentelijk niveau' uit de ‘Dordtse 'Checklist Duurzaam
beleidsplan voor duurzaam bouwen. Hierin kan Bouwen’.

42
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Afspraken maken met particuliere opdracht- In de ontwerpfase volgt de verdere uitwerking


gevers bij de zogenaamde vrije kavels (lit. 21). van het gekozen concept of concepten tot een
Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een statie- ruimtelijk plan met bijbehorende constructies,
geldregeling: wanneer men voldoet aan een installaties en materialen. Daarbij zal, als het goed
afgesproken pakket dubo-maatregelen, dan is, aandacht besteed worden aan het toekomstige
krijgt men het betaalde 'statiegeld' weer terug. energieverbruik, in relatie tot de benodigde
Goede voorlichting over dubo is noodzakelijk. investeringen en de daaruit resulterende totale
exploitatielasten.

Drie-stappen-strategie
De 'Drie-stappen-strategie' (ontwikkeld door
SOM-TUDelft) is een (ontwerp)strategie die uitgaat
van een getrapte aanpak voor duurzaam ontwer-
pen. Deze aanpak is gebaseerd op het principe
dat eerst de vraag naar bijvoorbeeld energie zo
veel mogelijk beperkt moet worden. Vervolgens
probeert men de mogelijkheden van duurzame
bronnen optimaal te benutten en tot slot, indien
nodig, maakt men zo efficiënt mogelijk gebruik
van eindige bronnen. Met name de maatregelen
die nauwelijks of niet gedurende de levensduur
van de woning of het gebouw te wijzigen zijn,
Afb. 25: Oikos te Enschede vragen veel aandacht. Zo vraagt een optimaal
Zicht op één van de woningprojecten in Oikos te Enschede. De gemeente heeft duurzaam bouwen gebruik van passieve zonne-energie om een min
via het grondcontract voor de circa zeshonderd woningen veilig gesteld. Ook aan de woningen op
of meer zuid-oriëntatie van de woning. Heeft een
de vrije kavels zijn dubo-eisen gesteld. Het appartementengebouw op de foto heeft een uitgebreid
pakket energiebesparende voorzieningen. Architect: George de Witte te Enschede. Realisatie 1999.
woning eenmaal een 'foute' oriëntatie, dan is die
natuurlijk niet meer te wijzigen.

De drie stappen voor het thema energie (ook wel


2.2 Checklist Energie 'Trias Energetica' genoemd) zien er als volgt uit:

Ontwerp 1. Beperk het energieverbruik:


In het begin van de ontwerpfase, of zelfs al in de • maak een compacte bouwvorm;
initiatieffase, wordt over het algemeen al bepaald • compartimenteer en zoneer;
in hoeverre een project duurzaam zal worden. De • breng goede warmte-isolatie èn zonwering aan;
opdrachtgever zal in globale termen (moeten) • maak optimaal gebruik van gebouwmassa en
aangegeven welke ambities worden nastreefd. De ventilatiesysteem om mechanische koeling met
architect, dubo-adviseur en/of installatie-adviseur koelmachines tegen te gaan;
zullen deze ambities vervolgens vertalen in meer
concrete (ruimtelijke) modellen of concepten. De 2. Gebruik duurzame energiebronnen zoals:
Toolkit duurzame woningbouw (lit. 22) en het • passieve zonne-energie;
'Vademecum Energiebewust ontwerpen van • actieve zonne-energie (zonneboiler, vergrote
nieuwbouwwoningen' geven voorbeelden van zonneboiler, PV-panelen);
dergelijke concepten. De zonne-haard-woning is
een voorbeeld van zo’n concept.

43
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

3. Maak efficiënt gebruik van eindige Stedenbouwkundige structuurschets


energiebronnen: Energieconcepten
• maak optimaal gebruik van restwarmte • Stel één of meer energieconcepten op voor het
(zoals bij warmtekrachtkoppeling); plangebied; leg dat vast in een Energievisie.
• maak gebruik van een warmtepomp; Houd rekening met mogelijke toekomstige ont-
• gebruik lage-temperatuurverwarming; wikkelingen zoals gebiedsuitbreiding; calculeer
• kies voor efficiënte warmteleveranciers; ook onzekerheden in, bijvoorbeeld ten aanzien
• beperk leidinglengtes in verwarming- en van woning- en gebouwdichtheid.
ventilatiesystemen; Let op mogelijkheden voor:
• breng zonering aan in gebouwen en installaties - energiebesparing;
zodat per zone optimaal aan de vraag kan - duurzame energie;
worden voldaan. - warmtenet; gebruik restwarmte /
warmtekrachtkoppeling (wkk);
EPC & Kosten woningbouw - energie-infrastructuur (bijvoorbeeld wel/geen
Vanaf de site www.senternovem.nl/epn is de gasnet).
meest recente versie van de spreadsheet 'EPC &
Kosten' te downloaden. Hiermee kunt u voor Optimaal gebruik
nieuwbouwwoningen inzicht krijgen in het effect Maak optimaal gebruik van de energie-infra-
van een aantal maatregelen op de EPC. U kunt structuur door menging van functies zoals wonen
kiezen uit een aantal referentiewoningen en u en werken.
kunt ook zelf een woning invoeren.
Stedenbouwkundig plan/dataillering
Compact bouwen
Checklist energie ontwerpfase • Bouw compact om transmissieverliezen te
In de onderstaande checklist zijn belangrijke beperken;
mogelijkheden voor energiebesparing opgeno- in speciale gevallen kan het gebruik van een
men. De checklist is niet volgens de Drie Stappen atrium interessant zijn.
Strategie geordend maar per schaalniveau; dit
omdat deze indeling beter aansluit bij de diverse Passieve zonne-energie
opleidingen. Voor achtergrondinformatie zie onder • Houd rekening met benutting passieve zonne-
andere: energie:
• de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen; - oriëntatie gevels;
• 'Vademecum Energiebewust ontwerpen van - beschaduwing (ook door vegetatie!);
nieuwbouwwoningen'; - zonering.
• 'Unplugged - Met het oog op de toekomst'
+ CD-Rom met veel informatie over energie- Actieve zonne-energie
zuinige utiliteitsbouw (lit. 23); • Houd rekening met actieve zonne-energie:
• Duurzame energie in nieuwbouw utiliteits- - oriëntatie en helling (dak)vlakken;
gebouwen (lit. 24); - beschaduwing (let ook op dakkapellen e.d.);
• Handreiking voor innovatieve en duurzame - ga mogelijkheden na van warmte-opslag
gebouw- en installatiesystemen (lit. 25); in de bodem.
• Daglichtsystemen en visueel comfort (lit. 26); Let op: Schrijf in bestemmingsplan dakvormen
• 'Duurzame stedenbouw, perspectieven en voor die plaatsing van zonnecollectoren en zonne-
voorbeelden' (lit. 27) met een algemene panelen mogelijk maakt.
inleiding en veel voorbeeldprojecten.

44
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Rooilijnen Bouwplan
• Maak serres/aanbouwen mogelijk bij vastleggen Compact bouwen
rooilijnen. • Bouw compact om transmissieverliezen te
beperken; in speciale gevallen kan het gebruik
Warmte(koude)net van een atrium interessant zijn (ook voor
• Houd bij een warmte(koude)net rekening met: gebruik passieve zonne-energie voor voorver-
- benodigde ruimte voor leidingen en andere warming ventilatielucht); houd rekening met
voorzieningen; voldoende daglichttoetreding;
- een zo droog mogelijke ligging van de
leidingen (grondwaterpeil); voorkeur voor Bouwschil
aanleg in de kruipruimte; maak afweging • Pas een zeer goede warmte-isolatie toe en
tussen het wel of niet toepassen van kruip- detailleer zorgvuldig om 'koudebruggen' te
ruimten in de bebouwing; voorkomen. Overweeg bijvoorbeeld:
- houd bij leidingtracé's rekening met wortel- - extra isolerende houten kozijnen met
zone voor bomen; koudebrugonderbreking (bijv. door middel
- eventueel een warmte-/koude-opslag in de van kurk of schuim);
bodem of een andere 'bron' zoals oppervlak- - 'beter' isolerende afstandhouders in
tewater; zie voor verticale bodemwarmte- isolerende beglazing.
wisselaars ISSO-publicatie 73; • Pas op de juiste plaats dampremmende lagen toe.
- situering afnemers: zo dicht mogelijk bij • Pas een goede kier- en naaddichting toe en stem
de 'warmtebron' en een zo kort mogelijk de luchtdichtheid af op het toe te passen venti-
leidingnet; latiesysteem.
- een gefaseerde aanleg van de bebouwing
(leidingnet, rendabiliteit). Passieve zonne-energie
Let op: Het is te overwegen wèl een gasnet aan • Stem het ontwerp af op het gebruik van
te leggen om onder andere koken op gas mogelijk passieve zonne-energie;
te laten (zie par. 2.4). Let op:
- oriëntatie gevels: kies voor een juiste verde-
Windenergie ling van de ramen over de gevels;
• Houd rekening met mogelijkheden voor wind- - voorkom beschaduwing (ook door vegetatie!);
energie (kust, windrijke randen plangebied). - pas zonering toe;
- serre; zorg door een juiste vormgeving en
Energieprestatie detaillering voor een energiezuinig gebruik
• Neem eventuele extra eisen voor de energie- van de serre; voorkom verwarming in de
prestatie (EPC/EPL) t.o.v. het Bouwbesluit op serre!);
in grondcontract, convenant of project- - pas voldoende zonwering (vast en/of variabel)
overeenkomst. en/of zonwerende beglazing toe; houd reke-
ning met de gewenste daglichttoetreding en
Kruipruimte voorkom reflecties in beeldschermen.
• Overweeg het weglaten van kruipruimten in
verband met energiebesparing; let op de relatie Actieve zonne-energie
met het wel of niet (selectief) ophogen van • Houd rekening met actieve zonne-energie
het plangebied en met het toepassen van een (zonneboilersystemen, zonneboilercombi's en
warmte/koudenet. PV-panelen):

45
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

- oriëntatie, helling en oppervlak (dak)vlakken; cv-ketels in zeer energiezuinige woningen.


- beschaduwing (let ook op dakkapellen e.d.); • Maak optimaal gebruik van restwarmte (zoals
- stem de materiaalkeuze van de dakbedekking bij warmtekracht-koppeling) en warmteterug-
af op het gebruik van zonnecollectoren en PV- winning.
panelen; houd rekening met de benodigde • Maak gebruik van lage-temperatuurverwarming
bevestigingsmiddelen; (LTV) (zie ook subsite LTV): een voorwaarde bij
- overweeg warmte-opslag in bodem (voor gebruik van warmtepompsystemen en aan te
seizoensopslag). bevelen bij zonneboilercombi's (lit. 28).
Voor het onderwijs is het van belang om aan-
Daglicht dacht te schenken aan de voor- en nadelen
• Maak optimaal gebruik van daglicht. Denk aan van de verschillende typen, ook t.o.v. de niet-
onder andere: LTV-systemen.
- juiste vorm en plek ramen; daklichten; • Gebruik bij vloer- en wandverwarming een
- daglichtreflectoren; aangepaste detaillering en maatvoering.
- bij utiliteitsbouw: goede voorzieningen Let op:
tegen hinder door reflecties bij gebruik - Niet elke cv-ketel is zondermeer geschikt om
beeldschermen. toe te passen bij vloer- en wandverwarming.
Informeer bij de ketelfabrikant.
Kunstlicht - Let op consequenties voor de keuze van
• Kies voor efficiënte verlichting. Denk aan onder vloerbedekking;
andere: - Een zorgvuldige uitvoering van de regeling
- HF-verlichting; bij de combinatie van radiatoren en vloer- of
- werkplekverlichting; wandverwarming.
- daglichtafhankelijke regeling, veegschakeling; • Beperk leidinglengtes in verwarmingsystemen.
- bewegingsdetectoren. • Verdeel gebouwen en installaties in zones zodat
per zone optimaal aan de vraag kan worden
Ruimteverwarming voldaan.
• Kies voor een efficiënte installatie, overweeg • Kies voor een goede regeling van de installaties,
onder andere: ook in de woningbouw! Denk aan comfort en
- een collectieve installatie; gebruikersgemak (eenvoud, gebruikershand-
- een cascade-opstelling van de cv-ketels bij leiding e.d.); enkele voorbeelden:
een collectieve installatie; - gebruik TRA's (thermostatische radiator-
- een zonneboilercombi; kranen); aandacht voor de juiste plek;
- systemen met elektrische of gasgestookte - let op de juiste plek van de buitenvoelers
warmtepompen (ook voor koeling); diverse van weersafhankelijke regelingen;
bronnen zijn mogelijk zoals oppervlaktewater, - pas optimaliserende klokthermostaten toe;
ventilatielucht, bodem/grondwater (aquifers - maak meer flexibele regelingen voor wonin-
en buizenstelsels). In de bodem is seizoen- gen (nu: woonkamer is vrijwel altijd bepalend
opslag mogelijk. Maak zonodig gebruik van voor warmtelevering) en gebouwen (onder
korte termijnopslag in buffervaten. Denk aan andere per zone, per ruimte).
de benodigde vergunningen voor het mogen - maak gebruik van individuele bemeterings- en
aanleggen en gebruiken van de warmte- en regelingsystemen bij collectieve verwarmings-
koudebronnen (bodem, oppervlaktewater). systemen: onder andere verbruiksmeting op
• Let op het wel of niet kunnen moduleren van afstand, aanwezigheidsdetectie.
cv-ketels; kies voor vergaande modulerende

46
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Zorg bij warmtelevering (warmtenet) in wonin- - de geluidbelasting door verkeer op gevels:


gen voor een goede ventilatie van de meterkast misschien zijn er suskasten nodig. Het is dan
en isoleer alle warme leidingen goed, dit ter te overwegen om gebalanceerde ventilatie
voorkoming van legionella. toe te passen waarbij de mogelijkheid bestaat
relatief schone lucht aan bijvoorbeeld de min-
Ruimtekoeling der geluidbelaste zijde aan te zuigen.
• Pas zoveel mogelijk 'natuurlijke' koeling toe, - het voorverwarmen van de ventilatielucht op
dus zonder koelmachines: via massa gebouw + 'passieve' wijze in bijvoorbeeld een serre,
nachtventilatie, eventueel aanvoer ventilatie- atrium of klimaatgevel of op 'actieve' wijze
lucht via bodemkanalen. via een luchtcollector.
• Kies, indien nodig, voor een energiezuinig koel- • Let op:
systeem. Er zijn diverse mogelijkheden: onder - Warmteterugwinning uit ventilatielucht is
andere adiabatische koeling, DEC (= koelen door alleen mogelijk bij gebalanceerde ventilatie;
drogen en verdampen) in combinatie met een zeer goede kier- en naaddichting is nood-
zonnecollectoren, koelen met behulp van een zakelijk.
bodemwisselaar zodat 'koude' rechtstreeks uit - Pas in een wtw-unit altijd een bypass toe om
de bodem komt. de aanvoer van lucht met een te hoge tempe-
• Overweeg warmtepompsystemen voor koelen. ratuur in de zomer te voorkomen.
• Overweeg een seizoensopslag in de bodem. Uit - Kies voor een geluidarm systeem; vooral bij
de praktijk blijkt dat zo'n energie-opslag prima gebalanceerde ventilatie zijn regelmatig
voldoet: betrouwbaar en economisch rendabel. klachten over een te hoge geluidproductie; dit
is te voorkomen door een zorgvuldig ontwerp
Ventilatie en uitvoering van het systeem.
• Maak een bewuste (concept)keuze tussen de - Situeer de aanvoerroosters voor buitenlucht
diverse ventilatiesystemen: bij gebalanceerde ventilatiesystemen op de
- geheel natuurlijk systeem (+ bijvoorbeeld juiste plek: bij platte daken niet vlak daarboven
afzuigkap) en ook niet aan zonzijde, dit in verband met
- natuurlijke toevoer, mechanisch afzuigsysteem onnodige opwarming van de ventilatielucht
- gebalanceerde ventilatie met warmteterug- in de zomer.
winning (wtw) - Comfort: beperk kans op tocht bij natuurlijke
- hybride systeem: een combinatie van natuur- toevoer via gevelroosters door bijvoorbeeld
lijke en mechanische ventilatie. zelfregulerende roosters te gebruiken.
• Overweeg het toepassen van vraaggestuurde • Beperk leidinglengtes in ventilatiesystemen:
regelingen bij bovenstaande systemen. minder weerstand en minder materiaalgebruik.
• Er zijn diverse wtw-principes verkrijgbaar zoals
een tegenstroomwarmtewisselaar, een alterne- Tapwaterverwarming
rende warmtewisselaar, warmtewiel en twin-coil • Kies een zuinige warmtebron in combinatie met
systeem. Sommige systemen worden alleen in een zonneboiler.
de utiliteitsbouw toegepast. • Voorzie de leidingen van warmte-isolatie.
• Leg bij de keuze van een systeem een relatie • Plaats de naverwarmer zo dicht mogelijk bij
met: de veel gebruikte tappunten (in een woning:
- de overige installaties voor verwarming en de keuken). Gebruik leidingen met beperkte
koeling; diameters.
- de eisen voor luchtdichtheid van woningen
en gebouwen;

47
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Realiseer in woningen een aparte leiding van de De uitvoering vraagt om een goede voorbereiding.
warmtebron naar het keukentappunt. Maak deze Denk aan een goede logistiek, hulpmiddelen voor
leiding zo kort mogelijk en maak de leiding van veiligheid tijdens de uitvoering en een werkplan-
een beperkte diameter. ning. Dit zijn echter geen zaken die specifiek
• Overweeg het toepassen van warmterugwinning betrekking hebben op duurzaam bouwen. Dat is
uit het douchewater. wel het geval bij:
• Gebruik (warm)waterbesparende voorzieningen. • bouwafval: zorg voor zo min mogelijk bouwafval
en zorg voor een zorgvuldige behandeling en
Hot-fill apparatuur scheiding van dit afval (zie paragraaf 3.2);
• Maak in het warmwaternet aansluitpunten voor • de opslag van bouwmaterialen en bouwpro-
hot-fill apparatuur. ducten tijdens de bouw; een zorgvuldige
behandeling kan bijdragen aan een langere
Kruipruimte levensduur van bouwelementen en aan minder
• Overweeg geen kruipruimte toe te passen, uitval tijdens de bouw door mechanische
mede in verband met energiebesparing (let op beschadigingen en weersinvloeden.
bij warmte/koudenet).
Tijdens de bouw is het van groot belang dat
GBS/domotica gecontroleerd wordt of daadwerkelijk de goede
• Overweeg het toepassen van Gebouwbeheer- installaties, materialen en detailleringen worden
systemen (GBS); één van de mogelijkheden toegepast. De controle is een belangrijke taak voor
hiervan is het 'beheer op afstand'. de architect, installatie-adviseur, dubo-adviseur of
Overweeg het toepassen van aanwezigheids- een gespecialiseerd bouwmanagementbureau. De
detectie. controle kan door toezicht op de bouw namens de
opdrachtgever plaatsvinden (traditioneel model)
Peakshaving of via een kwaliteitszorgsysteem. Dit laatste wordt
• Bij utiliteitsbouw kan 'peakshaving' interessant vooral in de GWW-sector al beproefd.
zijn om het piekvermogen te verminderen wat
gunstig is voor de exploitatiekosten. Ook de oplevering vraagt om een goede controle.
Daarnaast moeten gebruikers en bewoners goed
geïnformeerd worden over de werking van bij-
Uitvoering en beheer voorbeeld installaties en over het benodigde
onderhoud van deze installaties en van bepaalde
Uitvoering bouwdelen. Twee voorbeelden:
Een belangrijk uitgangspunt voor de uitvoering • Filters in ventilatiesystemen (onder andere wtw-
zijn het bestek, bestektekeningen en de werkteke- unit!) moeten regelmatig schoongemaakt of
ningen. Het bestek met bestektekeningen geven vervangen worden. Zie www.wtw-filters.nl voor
de contractuele verplichtingen van de aannemer onder andere informatie (voor particulieren)
aan. Voor de aanvang van de uitvoering moeten over noodzaak onderhoud en verkrijgbaarheid
deze werktekeningen (nogmaals) goed worden van filters.
gecontroleerd. Het is een goed moment om • De douche mag niet worden schoongemaakt
eventuele gemaakte fouten (bijv. verkeerde type- met kalkrijke schoonmaakmiddelen wanneer
aanduidingen, materiaalkeuze, maten) alsnog te een unit voor warmterterugwinning uit het
kunnen corrigeren. Het spreekt voor zich dat ook douchewater aanwezig is. Deze middelen kunnen
tijdens de uitvoering het bestek en de werkteke- de werking van de unit sterk verminderen.
ningen de leidraad vormen voor de bouw.

48
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Checklist energie uitvoering Beheer


(en oplevering) Om woningen en andere gebouwen (blijvend) te
laten aansluiten op de wensen van bewoners en
Bouwschil gebruikers, is het zaak om het beheer hierop af te
• Let op: stemmen. De momenten waarop planmatig onder-
- Zorgvuldige uitvoering en controle warmte- houd en renovatie plaatsvindt, zijn zeer geschikt
isolatie (zie afb. 26, 27), glastype (juiste zijde om gewenste kwaliteiten toe te voegen. Het
naar binnen- en buitenkant) en naaddichting. ‘Werkboek Strategisch Voorraadbeheer’ (lit. 29)
- Zorgvuldige uitvoering en controle damp- gaat hierop in en is gericht op de woningbouw.
remmende lagen. In het werkboek wordt speciale aandacht besteed
Overweeg ook controle achteraf d.m.v. aan energiebesparende maatregelen.
infraroodfotografie en een opblaasproef.
Installaties
Ruimteverwarming Bij het beheer spreekt het voor zich dat het her-
• Controleer geluidniveau installaties. kennen van storingen in vooral de installaties een
• Controleer leidingisolatie inclusief aansluitingen belangrijk item is. Zeker bij de huidige energie-
en koppelingen. zuinige installaties vraagt dat om de nodige en
• Controleer de installaties op de juiste werking. specifieke kennis. Van groot belang is dat ontwer-
• Zorg voor een goede waterzijdige inregeling en pers en uitvoerenden gemotiveerd zijn om duur-
afstelling van de installatie: van pompen, kleppen zaam te handelen. Binnen het onderwijs en binnen
en inregel(voet)ventielen (zie ook par. 2.4). bedrijven (denk aan bijvoorbeeld een bedrijfsvisie)
vraagt dit onder meer om een goede begeleiding.
Ventilatie
• Zorg voor een zorgvuldige inregeling van het Eén van de mogelijkheden waardoor in de
ventilatiesysteem. praktijk storingen ontstaan, is de regeltechniek.
Controleer de installaties (luchthoeveelheden, Zo zullen onderhoudsmonteurs dus moeten weten
luchtsnelheid, instelling roosters). of een storing in 'de installatie' òf in de regeling
• Controleer of de nodige spleten bij binnen- te vinden is. Voor zover nodig, kan dan gericht
deuren of roosters aanwezig zijn. gezocht worden en eventueel een specialist in-
• Controleer bij toevoerroosters, dakdoorvoeren geroepen worden.
e.d. of deze goed luchtdicht zijn afgewerkt met
de aansluitende bouwkundige constructies. Na de ingebruikname is 'monitoring' van installaties
zeer nuttig om een optimaal draaiende installatie
Tapwaterverwarming te krijgen. Bij grote systemen geeft een gebouw-
• Controleer leidingisolatie. beheerssysteem (GBS) daarvoor de mogelijkheden.
Het beheer, of een deel daarvan, kan dan ook 'op
GBS/domotica afstand' door een specialist worden uitgevoerd. Bij
• Controleer het juiste functioneren van het GBS. kleine systemen, zoals in de woningbouw, kan
men thermometers, leds ed. aanbrengen om
Gebruiksaanwijzing informatie te geven over het functioneren van de
• Is de voorlichting naar bewoners en gebruikers installatie. Bewoners of beheerders kunnen dan
duidelijk (mondeling en schriftelijk)? Is de toch zicht krijgen op de werking van hun installa-
gebruikshandleiding aanwezig? ties. Dergelijke voorzieningen moeten wel op een
logische plek worden aangebracht.

49
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Verder is natuurlijk het gebruikelijke onderhoud


van groot belang. De ontwerper moet hier bij het
ontwerp al rekening mee houden. Daarbij zal
direct de vraag naar voren komen in hoeverre
het benodigde onderhoud geminimaliseerd kan
worden. Ook zal bij het ontwerp aandacht nodig
zijn voor het goed kunnen uitvoeren van het
onderhoud. Denk bijvoorbeeld aan de bereikbaar-
heid en demonteerbaarheid van onderdelen en
aan voldoende (werk)ruimte om het onderhoud te
kunnen uitvoeren.

Checklist energie beheer


en onderhoud

Ruimteverwarming/ tapwaterverwarming
• Zorg voor een goed onderhoud, controleer de Afb. 26: Detail (bron SBR) (lit. 35)

werking van de totale installatie zoals de trek


in de rookgasafvoer, de volledigheid van de
verbranding en de inregeling van thermostaten
en GBS.
• Schenk aandacht aan of zorg voor goed
periodiek en preventief onderhoud. Zo vragen
luchtverwarmingsystemen, onder andere
vanwege gezondheidsaspecten, om het regel-
matig schoonmaken en/of vervangen van filters,
evenals het schoonmaken van roosters en lucht-
kanalen. Een onderhoudsschema is noodzakelijk.
• Werk zorgvuldig. Controleer de instellingen Afb. 27: Een zeer zorgvuldige uitvoering is gewenst. Zo dient de isolatie

in de spouw goed aan te sluiten op het binnenspouwblad. Bovendien


van onder andere de watertemperatuur, water-
moeten de isolatieplaten goed op elkaar aansluiten.
hoeveelheden en tijdklok. Plaats bijvoorbeeld
isolatie(schalen) weer terug op de juiste plek.

Ventilatie 2.3 Energie in de


• Zorg voor een goed periodiek onderhoud van GWW-sector
ventilatiesystemen, mede in verband met
gezondheidsaspecten. Naast schoonmaken (fil- Ook in de grond-, weg- en waterbouw zijn er veel
ters, roosters, luchtkanalen e.d.) is ook controle mogelijkheden voor energiebesparing en gebruik
op het functioneren van groot belang. van duurzame energie. Denk hierbij aan installaties
Controleer bijv. de volumestromen aan de hand (pompen, motoren, ventilatoren, regelingen) voor
van de oorspronkelijke eisen. Uit onderzoek beweegbare bruggen, sluizen, stuwen, gemalen,
(lit. 5) blijkt dat mechanische ventilatiesystemen tunnels en waterzuiveringen, aan het verwarmen,
in de woningbouw na enige jaren gebruik vaak ventileren en verlichten van (bedienings)-
ernstig vervuild zijn. De benodigde ventilatie- gebouwen en aan verlichting van wegen, straten
capaciteit wordt bij lange na niet meer gehaald! en andere (openbare) ruimten. Daarnaast zijn er
50
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

besparingsmogelijkheden bij de uitvoering van


werken zoals transport van materialen en ver- Veel informatie is te vinden via het Projectbureau
werking van materialen op de bouwplaats. Energiebesparing GWW. Dit bureau geeft de
‘Toolbox energiebesparing in de GWW-sector’ uit.
Enkele voorbeelden: Deze Toolbox staat op CD-rom en bevat onder
• Gebruik van Led-verlichting als alternatief voor andere een energiescan (zie hierna), energie-
gloeilampen bij onder andere verkeerslichten kengetallen, een leidraad voor energiezuinig
voor het wegverkeer en seinen en vaarweg- ontwerpen en veel praktijkvoorbeelden. Het
markeringen in de scheepvaart. De nieuwe projectbureau geeft ook de digitale 'Nieuwsbrief
generatie Led2-lampen zijn zeer energiezuinig Energiebesparing in de Grond-, Weg- en
(80 à 90% zuiniger dan gloeilampen in deze toe- Waterbouw' uit.
passing), gaan lang mee (10 jaar in plaats van Ook in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
0,5 jaar bij gloeilampen), zijn te dimmen, goed GWW is veel info te vinden.
zichtbaar en betrouwbaar (lit. 30).
• Energiezuinige openbare verlichting op GWW-energiescan
(provinciale) wegen en binnen de bebouwde Met de GWW-energiescan kan men systematisch
kom (lit. 31, 32). Naast (sociale) veiligheid, zijn in beeld brengen hoeveel energie objecten
de volgende twee aspecten van groot belang: gebruiken. Met de uitkomsten kunnen beheerders
energieverbruik en hinder naar de omgeving. bijvoorbeeld factuurgegevens controleren. Door
Enkele besparingsmogelijkheden: de uitkomsten te vergelijken met de GWW-
- actieve wegmarkering: zorgt voor een energiekengetallen, kan men een beeld krijgen
'verlichte' geleiding; van de besparingsmogelijkheden. Verder maakt
- verbeterde verlichtingsarmaturen; de scan een simpele onderlinge vergelijking van
- zuinige lampen; objecten mogelijk. Op basis hiervan kan men
- lichtmanagementsystemen: verlichting is op bepalen welke objecten op korte en welke op
afstand te regelen en te controleren en kan langere termijn zullen worden aangepakt. De
aan de behoefte (verkeersdrukte, weers- energiescan is bedoeld voor beheerders van
gesteldheid) worden aangepast. GWW objecten bij gemeenten, provincies,
• Diverse maatregelen bij bedieningsgebouwen Rijkswaterstaat, railsector en de waterschappen.
(lit. 33): De energiescan is te downloaden via
- efficiënte verwarmings- en ventilatiesystemen; www.energiebesparingGWW.nl.
- goede zonwering, onder andere door dak-
overstekken (ook tegen verblinding);
- zuinige en dimbare verlichting; 2.4 Tot slot
- compartimentering met aparte temperatuur-
regeling. De volgende onderwerpen verdienen extra
• Gebruik van PV-panelen bij 'stand-alone' toe- aandacht.
passingen: geen elektriciteitsnet in de buurt)
zoals praatpalen, parkeermeters en stuwtjes. Lage temperatuurverwarming
• Het minimaliseren van de hoeveelheid af te Lage temperatuurverwarming (LTV) verdient veel
voeren water (oppervlakte- en regenwater). aandacht vooral in verband met de toepassing van
Bij infiltratie van regenwater in de bodem als duurzame energie. Men kan denken aan zonne-
alternatief voor afvoeren behoeft vaak minder energie, maar ook aan warmte die via een warmte-
verpompt te worden en dit betekent dus
energiebesparing.

51
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

pomp uit bodem, water of lucht wordt gewonnen. Financieel rendabel is een serre niet, gezien de
Als afgiftesystemen zijn er diverse mogelijkheden: relatief hoge investering. Wel bieden ze aantrekke-
vergrote radiatoren, vloer- en wandverwarming, lijke gebruiksmogelijkheden voor bewoners. Deze
luchtverwarming maar ook stralingspanelen tegen blijken in de praktijk dan ook extra geld voor een
het plafond. serre over te hebben. Voor meer informatie wordt
Zie ook 'Meer comfort met minder energie - LTV u verwezen naar de publicatie 'Serres - Praktijk-
voor nieuwbouw en renovatie' (lit. 28). voorbeelden, toepassingen en gebruik' (lit. 34).

Waterzijdig inregelen Gasleidingnet


Er is veel meer aandacht nodig voor het 'water- In de praktijk wordt bij grootschalige collectieve
zijdig inregelen' van cv-installaties. Gebrek aan warmtelevering meestal een gasleidingnet achter-
kennis en tijd zijn bij installateurs belangrijke wege gelaten. Dit houdt in dat er dus elektrisch
redenen waarom dit inregelen in de praktijk niet gekookt moet worden en dat men nieuw ontwik-
voldoende gebeurt. kelde apparatuur op gas (zoals een gaswasdroger)
Een goede inregeling levert verbetering van het niet kan gebruiken. Het gebruik van elektriciteit
comfort èn energiebesparing op. voor dergelijke toepassingen is echter energetisch
Waterzijdig inregelen zorgt er namelijk voor dat gezien minder efficiënt. Het is daarom zeker te
het warme water op de juiste snelheid door elke overwegen om naast het warmtenet ook een gas-
radiator (of ander afgifte-element) stroomt. net aan te leggen. Bovendien is dit volgens schat-
Hiermee wordt voorkomen dat bepaalde radiato- tingen (bron BOOM-SI) goedkoper, ervan uitgaande
ren in het verwarmingssysteem te heet of te koud dat alle investeringen inclusief kooktoestellen in de
worden om de gewenste temperatuur in de betref- vergelijking meegenomen worden. Toekomstige
fende ruimte te realiseren. In de utiliteitsbouw zijn ontwikkelingen zoals het gebruik van biogas of
soms aanzienlijke besparingen mogelijk van wel waterstof zijn dan eenvoudiger in te passen.
10% tot 30% (bron: www.waterzijdiginregelen.nl).
Zie voor informatie ook: Vegetatiedaken
• www.senternovem.nl/kompas/utiliteitsbouw Vegetatiedaken kunnen, afhankelijk van de uit-
• www.senternovem.nl/kompas/woningbouw voering, nuttig zijn vanwege het tijdelijk opnemen
van regenwater. Dit kan in sterk verstedelijkte
Serres gebieden problemen voorkomen met de afvoer-
Serres kunnen 'extra' zonne-energie opvangen, capaciteit van de riolering. Bovendien leveren
terwijl ze bovendien de transmissieverliezen vegetatiedaken een goede geluidsisolatie op,
beperken wanneer de bewoners de serre goed vaak een mooi uitzicht en in de zomer een koelend
gebruiken. Dit houdt in dat ze de glazen afschei- effect wat vooral bij utiliteitsbouw interessant kan
ding tussen de serre en de woonkamer bij koud zijn. Een bijkomend voordeel: dakbedekking onder
weer (en geen zon) gesloten houden en de serre een vegetatiedak is veel minder onderhevig aan
beslist niet gaan verwarmen. Bovendien moet temperatuurschommelingen dan normaal. Dit is
voorkomen worden dat bewoners de tussenwand gunstig voor de levensduur.
verwijderen of al tijdens de bouw niet laten aan- De vegetatie levert echter een relatief gering
brengen wat in de praktijk regelmatig gebeurt! warmte-isolerend effect op: Men moet deze daken
Goede voorlichting en het ontwerpen van ruime dus gewoon voorzien van voldoende isolatie-
woonkamers kunnen naar verwachting een goed materiaal.
gebruik van de serre stimuleren.

52
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

++
HR -glas 10 Urban Villa biedt toekomstperpectief; A. Poel
De afstandhouders in dubbele of drievoudige e.a., Damen Consultants Arnhem, in:
beglazing is meestal gemaakt van aluminium of BouwWereld nr 21 (1995), vervolgartikelen in
(roestvast) staal. Deze vormen een warmtelek. Het nr 22, 23 en 24 (1995).
is daarom aan te bevelen om beglazing te kiezen 11 Monitoring Passief Huis in Dalem 2003/2004;
met kunststof afstandhouders: deze isoleren Brouwer Energie Consult te Apeldoorn, Novem,
aanzienlijk beter. Samen met een verbeterde maart 2005.
kozijndetaillering kan dat wel een verbetering 12 Leidraad zonnestroomprojecten; Ecofys,
van de isolatiewaarde van het kozijn (alleen uitgave Novem, thans SenterNovem
omranding inclusief randen beglazing) opleveren Utrecht/Sittard, 2003.
van globaal 30%. 13 Exergiewoning - optimaal woonprofijt;
Projectgroep Exergiewoning, Quint & Partners
te Apeldoorn, 1997.
Literatuur en sites 14 NMDA, een redelijke prijs voor warmte;
J. de Wit e.a., in: Verwarming en Ventilatie, nr 6
1 Energierapport 2005 - Nu voor later; Ministerie juni 2005.
van Economische Zaken, Den Haag, juli 2005. 15 Berekeningsgrondslagen voor warmtelevering;
2 Energietransitie: Klimaat voor nieuwe kansen; J. de Wit e.a., in: Verwarming en Ventilatie, nr 6
beknopte versie, gezamenlijk advies van de juni 2005.
VROM-raad en de Algemene Energieraad, 16 Effecten van klimaatverandering in Nederland';
Den Haag, dec. 2004. MNP, Milieu- en Natuurplanbureau te
3 Voorbeelden uit de praktijk - Energiebesparing Bilthoven, oktober 2005.
in corporatiewoningen; Nibag, uitgave Novem 17 Kwaliteit en toekomst - Verkenning van
(thans SenterNovem), 2001. duurzaamheid; MNP/RIVM te Bilthoven, Sdu
4 Luchtbevochtiging veroorzaakt astma; in: de Uitgevers, Den Haag, 2004.
Volkskrant 6/4/'01; onderzoek van bedrijfsarts 18 Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 - Onderweg
T. Pal, Groningen. naar Kyoto; Den Haag, okt 2005.
5 Hoe gezond is de Nederlandse woning? 19 Handreiking Biomassa voor duurzame energie;
E. Hasselaar, Onderzoeksinstituut OTB, Delft L. Kuiper e.a., uitgave Novem (thans
University Press, Delft, 2001. SenterNovem), 1998.
6 Praktijkboek Gezonde gebouwen; SBR, 2002 20 Het bestemmingsplan als instrument voor
met aanvullingen. duurzame stedenbouw; BRO, uitgave
7 Demonstratie en evaluatie van geavanceerde ministerie van VROM, 1999; te bestellen via
ventilatieconcepten in project Thiemsland te infodesk@senternovem.nl.
Hengelo; monitoring ventilatie, binnenlucht- 21 Energiebesparing en vrije-kavelbouw: de
kwaliteit en energetische prestaties; Cauberg- gemeente als stimulator; SenterNovem, 2004.
Huygen Raadgevende Ingenieurs te Zwolle, in 22 Toolkit duurzame woningbouw voor ontwikke-
opdracht van Novem (thans SenterNovem), laars, gemeenten en ontwerpers;
2004. P. Hameetman e.a., BAM Vastgoed,
8 duurzaam bouwen duurzaam wonen; Dubo- SenterNovem, uitgave: Æneas, Boxtel, 2005.
woningen en hun bewoners; SEV, uitgave 23 Unplugged - Met het oog op de toekomst +
Æneas, Boxtel, 2002. CD-Rom; SenterNovem, april 2005.
9 Nieuwe energiezuinige hybride ventilatie- 24 Duurzame energie in nieuwbouw utiliteits-
systemen; P. op 't Veld, in: Verwarming en gebouwen; SBR, Rotterdam, 2003.
Ventilatie, nr 6 juni 2005.

53
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

25 Handreiking voor innovatieve en duurzame www.senternovem.nl - SenterNovem;


gebouw- en installatiesystemen; SBR, diverse subsites onder andere:
Rotterdam, 2002. - www.senternovem.nl/warmtelevering
26 Daglichtsystemen en visueel comfort, SBR, - www.senternovem.nl/epn
Rotterdam, 2000. - www.senternovem.nl/ltv
27 Duurzame stedenbouw, perspectieven en - www.senternovem.nl/duurzameenergie
voorbeelden; F.Adriaens e.a.; Uitgeverij - www.senternovem.nl - Cijfers en tabellen -
Blauwdruk te Wageningen, 2005. info over kengetallen
28 Meer comfort met minder energie - LTV voor www.vrom.nl - Ministerie van VROM
nieuwbouw en renovatie; Cauberg-Huygen (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu)
Raadgevende Ingenieurs, uitgave Novem www.ez.nl - Ministerie van Economische Zaken
(thans SenterNovem), 2001; www.energieraad.nl - Algemene Energieraad
29 Werkboek Strategisch Voorraadbeleid - www.vromraad.nl - VROMraad
Kwaliteitsvraag en kwaliteitsaanbod op elkaar www.dubo-centrum.nl - onderdeel van
afstemmen met extra aandacht voor energie- SenterNovem
besparende maatregelen; SenterNovem, 2005. www.sbr.nl - SBR
30 Voorbeeldenboek kosteneffectieve DuBo- www.sev.nl - SEV, Stuurgroep Experimenten
maatregelen in de waterbouw; Infram, Volkshuisvesting
Rijkswaterstaat DWW, Delft, 2005 www.energiebesparingGWW.nl - Projectbureau
(www.rws.nl/rws/dww). Energiebesparing GWW
31 Waarom brandt het licht hier? - Openbare www.crow.nl - CROW (Kenniscentrum voor verkeer,
verlichting op provinciale wegen in Noord- vervoer en infrastructuur)
Holland; Haarlem, augustus 2005 www.cur.nl - CUR (Civieltechnisch Centrum
(www.noord-holland.nl). Uitvoering Research en Regelgeving)
32 Anders verlichten, goed voor veiligheid en www.nen.nl - NEN (Nederlands Normalisatie-
milieu; provincie Noord-Holland; maart 2003 instituut)
(www.noord-holland.nl). www.isso.nl - ISSO (Instituut voor Studie en
33 energiebesparing boven de sluis; Stimulering van Onderzoek op het gebied
Projectbureau Energiebesparing GWW, 2002; te van gebouw-installaties)
downloaden via www.energiebesparinggww.nl www.mnp.nl - MNP (Milieu- en Natuurplanbureau)
(publicaties). www.minvenw.nl - Ministerie van Verkeer en
34 G. de Vries e.a.; Serres - Praktijkvoorbeelden, Waterstaat
toepassingen en gebruik; Novem (thans www.noord-holland.nl - Provincie Noord-Holland,
SenterNovem) en SEV, Rotterdam, 1996. openbare verlichting
35 Duurzaam detailleren Woningbouw; uitgave www.wtw-filters.nl - info (voor particulieren)
SBR, Rotterdam, 2002. over noodzaak onderhoud en verkrijgbaarheid
van filters.
Sites www.passiefhuis.nl - info over passief huizen in
www.dubo-centrum.nl/links - links naar ‘onze Nederland / Stichting PassiefHuis Holland
favorieten’ www.passiv.de - info over passief huizen in
www.stichtinghrv.nl - Stichting Duitsland
Hoogrendementsventilatie www.cepheus.de - info over passief huizen
www.biomassa.nu - info over biomassa
www.microwk.nl - info over micro-warmtekracht
installaties

54
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

3 Materialen
3.1 Grondstoffen • Basiswerk Duurzaam en Gezond Bouwen - dé
en bouwmaterialen leidraad bij het realiseren van duurzame en
gezonde woning- en utiliteitsbouw; NIBE,
Introductie Naarden, 2005 (lit. 3).
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste items • Duurzame bouwmaterialen; Ch.F.Hendriks e.a.;
op het gebied van duurzaam materiaalgebruik Æneas te Boxtel, 1999.
kort toegelicht. Het gebruik en de winning van • Specifiek voor de waterbouw: Voorbeeldenboek
bouwmaterialen leidt in veel gevallen tot milieu- kosteneffectieve Dubo-maatregelen in de water-
problemen zoals uitputting van grondstoffen, ver- bouw (lit. 4).
ontreiniging van het binnenmilieu en aantasting
van het landschap. In diverse overheidsplannen, maar ook vanuit
marktpartijen, wordt aandacht gevraagd voor de
Bij de keuzeafweging tussen materialen moet milieueffecten van producten, bouwelementen en
er rekening gehouden worden met de milieu- gebouwen (zie ook paragraaf 1.6).
effecten gedurende de gehele levenscyclus: Dus Dit vraagstuk is op een kwalitatieve en kwantita-
vanaf de winning van de benodigde grondstof tieve wijze te benaderen.
tot en met de sloop van het gebouw. Ook de Voor deze laatste benadering is de levenscyclus-
mogelijkheden voor hergebruik van materialen analyse (LCA) als rekenmodel voor materialen en
of componenten moeten bij de afweging mee- producten veel gebruikt. Voor de LCA-methode is
genomen worden (afb. 28). Hierbij is het ook van nog geen bindende standaard opgesteld. Met de
belang om de materiaalkeuze af te stemmen op de standaard beoordelingsmethode volgens de MRPI®
functie en de gewenste en benodigde levensduur kunnen LCA's op een vergelijkbare manier worden
van die functie. opgesteld. Wel is de informatie voor het opstellen
van een LCA meestal afkomstig van een bepaalde
Het voert te ver om in dit basisdocument uitge- producent of branchevereniging. Dit betekent dat
breid in te gaan op het grote aantal materialen en conclusies uit een LCA met enige voorzichtigheid
producten die in de gehele bouwsector gebruikt moeten worden gehanteerd. Het kan bijvoorbeeld
worden. Voor achtergrondinformatie over de zijn dat een bepaalde LCA opgesteld is voor een
milieu-aspecten van materialen en producten bepaald product van één bepaalde producent. Deze
wordt u verwezen naar: informatie zal dus niet algemeen geldend zijn.
• De 'Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen' voor MRPI staat voor MilieuRelevantie Product-
woningbouw en utiliteitsbouw (voor beide zie Informatie. De Stichting MRPI is een initiatief van
www.sbr.nl en kijk onder SBR-winkel, digitale het Nederlandse Verbond Toelevering Bouw
producten) (lit. 1) en GWW (lit. 2). In deze pak- (NVTB) en het ministerie van VROM.
ketten is voor de meest gangbare materialen
een informatieblad aanwezig.
• De infobladen met betrekking tot materialen
op de site van het Nationale DuBo centrum.

55
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Kennis over de juiste toepassing van deze mate-


rialen en producten. Let op de juiste opbouw en
detaillering van constructies met het oog op:
- optimaal materiaalgebruik, dus bijvoorbeeld
zo slank en zo licht mogelijk construeren;
- mogelijkheden voor hergebruik, denk aan
industrieel flexibel en demontabel bouwen
(IFD);
- energetische aspecten (zie ook hoofdstuk 2)
zoals het bereiken van het gewenste thermi-
sche isolatieniveau en het voorkomen van
koudebruggen; zo moet spouwisolatie naad-
loos aansluiten op het binnenspouwblad;
- een lange levensduur; denk aan bijvoorbeeld
het gebruik van dakoverstekken ter bescher-
ming van de onderliggende gevel;
Afb. 28: Hergebruik

Gestreefd wordt naar minder puin en naar - een goede vochtwering;


een verantwoord hergebruik. - geluidsaspecten van bouwkundige construc-
ties en installaties voor verwarming, ventilatie,
Basiskennis en vaardigheden tapwater en afvalwater (riolering); om de
Bij het thema grondstoffen en bouwmaterialen gewenste geluidsisolatie te bereiken is naast
zijn voor duurzaamheid in de bouwpraktijk de vol- een goede detaillering een zeer zorgvuldige
gende onderwerpen, begrippen en vaardigheden uitvoering noodzakelijk;
van groot belang: - de gewenste luchtdichtheid van constructies;
• Kennis over de milieuaspecten van bouw- ook hier is een zorgvuldige uitvoering cruciaal
materialen en producten; het gaat hierbij om het gewenste niveau te bereiken;
enerzijds om het minimaliseren van het gebruik - de juiste behandeling en verwerking van
van (ernstige) mens- en milieubelastende mate- materialen en producten op de bouwplaats
rialen (bijv. radon en formaldehyde houdende zoals het droog opslaan van kozijnen en
materialen) en anderzijds om het stimuleren van isolatiemateriaal;
materialen met een zo klein mogelijke milieu- - zo min mogelijk productie van bouwafval; de
belasting zoals materialen uit 'vernieuwbare' mogelijkheden voor demontabel bouwen.
grondstoffen (hout, vlas e.d.). • Kennis over de juiste afvalscheiding en de
• Kennis over begrippen die hier betrekking op praktische vertaling hiervan op de bouwplaats
hebben zoals LCA, dubo-keurmerken voor (zie par. 3.2).
materialen zoals het FSC-keurmerk • Het kunnen 'lezen' van bouwkundige en installa-
(www.fscnl.org), duurzaamheidsklassen voor tietechnische tekeningen en het kunnen lezen
hout en keurmerken of labels voor installaties van de geschreven bestekken of technische
zoals Gaskeurlabels voor cv-ketels. werkomschrijvingen. In de opleidingen moet
• Kennis over (en zo nodig het kunnen omgaan met nadruk worden gewezen op het belang
met) instrumenten voor het bepalen van de (de juridische status) van het bestek (tekst
milieuscore van een woning, gebouw of GWW- plus tekeningen). In de praktijk van duurzaam
object; het 'Variantenboek milieuprestatie vorm- bouwen blijkt dat bestekken regelmatig slecht
gegeven' (lit. 5) geeft interessante informatie bekeken worden. Juist met relatief nieuwe zaken
over één van de gangbare dubo-instrumenten. levert dat het risico op dat een project anders
wordt uitgevoerd dan de bedoeling is.
56
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Globaal inzicht in het huidige beleid met betrek- Ook in Groningen is een VIBA-expo, die echter
king tot duurzaamheid. kleiner van omvang is.
• Kennis over regelgeving met betrekking tot Zie voor andere bezoekerscentra:
duurzaamheid. www.dubo-centrum.nl/links (1e kolom).

Naast de bij de Introductie genoemde informatie- Problematiek grondstoffen


bronnen over materialen, zijn de volgende twee en bouwmaterialen
bronnen interessant, met name vanwege het De belangrijkste milieuproblemen met betrekking
detailleren: tot grondstoffen en bouwmaterialen zijn:
• SBR-infobladen; deze digitale infobladen gaan • uitputting grondstoffen;
over onder andere: • aantasting landschap en verstoring ecosystemen
- luchtdicht bouwen bij winning en transport van grondstoffen;
- geluidsoverdracht • bij bouwmaterialen en bouwproducten:
- thermische isolatie de vervuiling van het milieu door:
- koudebruggen - productie;
- afvalbeheersing - verwerking;
• Duurzaam detailleren Woningbouw (lit. 6). - onderhoud;
In deze publicatie is een groot aantal bouw- - sloop;
kundige details opgenomen. Verder is er een - bouw- en sloopafval.
korte toelichting over de belangrijkste aspecten • verontreiniging van het binnenmilieu door
van duurzaam materiaalgebruik. Hierbij wordt emissies van stoffen uit materialen in de
uitgegaan van de maatregelen en materialen gebruiksfase;
die in het Nationaal Pakket Woningbouw zijn • emissies uit materialen naar bodem, water en
opgenomen. Ook is een bijbehorende korte lucht in de gebruiksfase.
alfabetische begrippenlijst toegevoegd.
De Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen
Voor meer informatie wordt u verwezen naar sites (lit. 1, 2), de Milieuclassificatie (lit. 3) en het
en literatuur. Ook verderop in dit hoofdstuk (zie de Voorbeeldenboek kosteneffectieve Dubo-maat-
checklist) worden nog diverse onderwerpen en regelen in de waterbouw (lit. 7) gaan dieper in op
begrippen genoemd. de milieueffecten, zowel negatieve als positieve.
De mate waarin de diverse zaken in het onderwijs In de Toolkit duurzame woningbouw (lit. 8) zijn
aan de orde moeten komen, kan vanzelfsprekend enkele woningconcepten met duurzame materia-
per opleiding sterk verschillen. len opgenomen. Per concept is de totale milieu-
score berekend op drie verschillende wijzen: met
VIBA-expo de rekenmodellen Greencalc Plus, EcoQuantum en
Zeer de moeite waard is een bezoek aan de perma- GPR Gebouw (zie par. 1.6).
nente VIBA-expo (www.viba-expo.nl) in Den Bosch.
In verschillende zalen is een groot aantal dubo- In het MilieuCompendium is onder andere
materialen en producten te zien. Ze staan opge- informatie te vinden over de voorraden opper-
steld in stands van fabrikanten en leveranciers. Er vlaktedelfstoffen in ons land. Geologisch gezien
zijn ook stands met onder andere energiezuinige zijn de voorraden van de meeste oppervlakte-
en waterbesparende producten en stands van delfstoffen zeer groot met uitzondering van grind
architecten en adviseurs die actief zijn op het en zilverzand. De winbaarheid wordt echter sterk
gebied van duurzaam bouwen. bepaald door ruimtelijke, maatschappelijke en
economische aspecten.

57
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Ongeveer 10 à 15% van de benodigde bouw- Nota Ruimte (2006)


grondstoffen is afkomstig uit hergebruik. De overi- In de Nota Ruimte wordt ingegaan op de relatie
ge bouwgrondstoffen worden voornamelijk als tussen de winning van oppervlaktedelfstoffen en
oppervlaktedelfstof in Nederland gewonnen. de ruimtelijke consequenties daarvan. Doel van
het beleid is de winning van deze stoffen in ons
land te stimuleren op een maatschappelijk aan-
Beleid vaardbare wijze. Projecten voor winning van
bouwgrondstoffen moeten waar mogelijk ook
Nationaal beleid andere functies hebben dan grondstoffenvoor-
Beleidsbrief Duurzaam Bouwen (2002) ziening. Denk hierbij aan natuurontwikkeling,
In deze Beleidsbrief (24280 en volgnummer 22) recreatie, wonen aan het water, waterbeheer en
van VROM staan drie aspecten genoemd waarop aanleg vaargeulen.
het rijksbeleid zich de komende jaren zal toespit- Voorheen werd de ruimtevraag gestuurd via het
sen. Twee daarvan hebben (deels) betrekking op structuurschema oppervlaktedelfstoffen. Deze
het materiaalgebruik: regierol bij het afstemmen van vraag en aanbod
• Verantwoord materiaalgebruik. Het gaat daarbij wordt afgebouwd. De winning van bouwgrond-
onder andere om het stimuleren van het gebruik stoffen wordt aan de markt overgelaten.
van hernieuwbare grondstoffen zoals (bijvoor-
beeld FSC) gecertificeerd hout, het beperken Bouwbesluit
van emissies uit materialen naar lucht, bodem Er wordt voorlopig afgezien van het opnemen van
en water, het zo goed mogelijk sluiten van prestatie-eisen voor de duurzaamheid van bouw-
kringlopen. materialen in een woning of gebouw.
• Verbetering van het binnenklimaat met het oog Dit zou plaatsvinden met behulp van bijvoorbeeld
op de gezondheid van bewoners en gebruikers een Materiaalgebonden Milieuprofiel van
van gebouwen. Dit aspect heeft betrekking op Gebouwen (mmg).
onder andere het beperken van vocht, allergenen Ook is afgezien van het invoeren van een stralings-
en radon. norm voor met name radon in de woningbouw.
Dit om verdere uitbreiding van regelgeving te
Op de Nationale Dubo-dag eind 2005 onder- voorkomen. Met de bouwwereld zijn wel afspraken
streepte de staatssecretaris deze beleidspunten gemaakt om het radongehalte van materialen zo
nogmaals. Hij noemde met name nog: veel mogelijk te beperken evenals het stralings-
• het belang van het kwantificeren van de milieu- niveau binnen woningen. Hierbij spelen naast de
effecten van de bouw; materialen ook de luchtdichtheid van de begane
• de instrumenten die hiervoor gereed zijn en de grondvloer en het functioneren van ventilatie-
wens om tot harmonisatie te komen van deze systemen een belangrijke rol. Voor meer informatie
instrumenten, en zo mogelijk te komen tot een zie hoofdstuk 5 en het Dossier Radon op
nationale standaard; www.vrom.nl.
• het belang van een gezond binnenklimaat.
Ook kwam duidelijk naar voren dat volgens VROM Gemeentelijk beleid
duurzaamheid een gedeelde verantwoordelijkheid Gemeenten hebben beperkte mogelijkheden
is tussen de verschillende overheden, het bedrijfs- om het gebruik van duurzame grondstoffen en
leven en burgers. materialen te stimuleren.

58
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Bij woningen en andere gebouwen mag een andere functie kan krijgen. Houd hiermee reke-
gemeente geen aanvullende milieueisen stellen op ning bij het ontwerp voor de draagconstructie
gebieden die in het Bouwbesluit en de gemeente- en de installaties. Een voorbeeld:
lijke bouwverordening al geregeld zijn, tenzij eisen Schoolwoningen; bij de huidige bouw van
voortvloeien uit het bestemmingsplan. Wel kan scholen wordt regelmatig rekening gehouden
een gemeente afspraken maken met bouwpart- met de ombouw tot woningen. Zie ook het
ners. Dit kan bijvoorbeeld in een convenant of, Infoblad 'Industrieel, flexibel en demontabel
wanneer de gemeente de grond in handen heeft, bouwen (IFD) op www.dubo-centrum.nl.
via het gronduitgiftecontract. In haar eigen ge- • Kies de optimale vorm van het bouwvolume:
bouwen kan een gemeente natuurlijk wel het beperk het buitenoppervlak. Houd wel rekening
goede voorbeeld geven Dit kan ook in de GWW- met bijvoorbeeld een goede daglichttoetreding.
sector wanneer het om gemeentelijke objecten • Stimuleer 'dubbel' gebruik van vertrekken,
of projecten gaat (materiaalgebruik verhardingen, maak flexibele plattegronden (schuifdeuren-
aanleg watergangen enz.). Zie bij GWW-sector. schuifwanden).
• Zorg voor een zodanige vormgeving van de
Checklist grondstoffen bouwmassa dat geen 'moeilijke' aansluitdetails
en bouwmaterialen nodig zijn (bijvoorbeeld loodslabben) en dat zo
Met behulp van de ‘Drie-stappen-strategie’ kan min mogelijk zaag- en snijverliezen optreden.
de milieubelasting door het gebruik van bouwma- Gebruik dus geen grillige vormen tenzij een
terialen verminderd worden. De drie stappen zijn: hiervoor geschikt materiaal gebruikt wordt.
1 Beperk het gebruik van grondstoffen. • Maak een zodanig ontwerp dat minimale
2 Gebruik 'duurzame' grondstoffen. leidinglengtes nodig zijn voor verwarming,
3 Verstandig gebruik 'niet-duurzame' ventilatie, koeling en tapwater.
grondstoffen.
Detaillering
• Minimaliseer onnodige afwerklagen (bijvoor-
Ontwerp beeld vloeren, verfwerk, binnenkozijnen, stuc).
• Verleng de levensduur van de woning of het
1 Beperk het gebruik van gebouw:
grondstoffen - Kies een flexibel inbouwpakket voor voor-
Nieuwbouw/renovatie/hergebruik zieningen.
• Overweeg of nieuwbouw echt nodig is. Mogelijk - Maak eenvoudige (de)montage van onder-
is renovatie of hergebruik van een ander delen, bijvoorbeeld montagekozijnen en
gebouw of woningcomplex een goede optie. leidingen mogelijk.
Zie ook de publicatie ‘Duurzaam huisvesten - - Zorg voor juiste detaillering: onder andere
een leidraad voor strategisch denken’ (lit. 9). dakoverstek bij houten gevels (alleen effectief
voor de 2 à 3 onderliggende bouwlagen),
Ruimtelijk ontwerp terugliggende kozijnen, met name voor
• Zoek naar een optimaal ruimtegebruik. Ga na of kozijnen van hout en kunststof, en een zorg-
functies te combineren zijn. Bij utiliteitsbouw: vuldige plaatsing van dampremmende lagen.
Overweeg werkplekken uitwisselbaar te maken, • Beperk de 'massa' van constructies: Maak
denk aan het 'flexibele' kantoorconcept' (lit. 10). gebruik van optimale constructies of optimaal
• Ga na in hoeverre de woning of het gebouw een samengestelde constructies. Zo heeft een
flexibele indeling moet hebben, uitbreidbaar kanaalplaatvloer minder materiaal dan een
moet zijn en op de lange termijn mogelijk een massieve vloer. Gebruik bijvoorbeeld voorge-

59
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

spannen constructies en verjongde kolommen Wel biedt leem voor kleine projecten (met bij-
op de hoger gelegen verdiepingen. Overweeg voorbeeld zelfbouwers) goede mogelijkheden
houtskeletbouw, deze bouwmethode is ook evenals voor bepaalde onderdelen zoals
vanuit dit oogpunt gunstig. binnenwanden.
Met name leemstuc biedt nu al interessante
Uit onderzoek (lit. 11) blijkt dat voor de bouw mogelijkheden voor woning- en utiliteitsbouw.
van een normale eengezinswoning door onder
andere bovenstaande maatregelen zeker zo'n 3 Verstandig gebruik 'niet-duurzame'
20% materiaal bespaard kan worden zonder grondstoffen
wezenlijke aanpassing van de woning of verande- • Beperk het gebruik van 'niet-duurzame' produc-
ring van materialen. ten zoals de traditionele alkydverf (voor zover
De publikatie 'Milieubewust materiaalgebruik - nog toegestaan); gebruik zo min mogelijk orga-
Aanpak, ontwerpinstrumenten en realisatie in de nische oplosmiddelen: gebruik bijvoorbeeld
utiliteitsbouw' (lit. 12) geeft een voorbeeld van natuurverf of watergedragen verfsystemen.
een concreet kantoorgebouw waarbij een aantal • Gebruik reststoffen zoals granulaat (in plaats van
van de bovenstaande maatregelen is gerealiseerd. zand en grind)(zie www.dubobeton.nl), rogips
De gekozen maatregelen worden uitgebreid toe- (voor gipsprodukten) en cellulose (voor warmte-
gelicht. Beide rapporten zijn ruim 10 jaar oud, isolatie) als (grondstof voor) bouwmateriaal.
maar op hoofdlijnen nog steeds actueel. Let op bij granulaat (lit. 13, 14): Afhankelijk van
de toepassing kan een onderscheid nodig zijn
2 Gebruik 'duurzame' grondstoffen tussen:
'Duurzame' grondstoffen zijn grondstoffen die ver- - betongranulaat: afkomstig van gebroken
nieuwbaar of eenvoudig opnieuw te gebruiken beton, zoveel mogelijk zonder staalresten;
zijn en bij bewerking relatief weinig milieudruk - metselwerkgranulaat: afkomstig van gebroken
veroorzaken. Zie ook 'Vernieuwbare grondstoffen metselwerk;
in de bouw'. - menggranulaat: afkomstig van een mengsel
Enkele voorbeelden: van beton- en metselwerkpuin; voor
• Hout uit productiebossen of duurzaam beheerde constructieve toepassingen worden eisen
bossen (afb. 30), houtafval en andere plantaardi- gesteld aan de verhouding beton- en metsel-
ge grondstoffen zoals natuurharsen voor verven werkgranulaat.
en lijmen. Meestal is het gebruik van menggranulaat ter
• Vlas en hennep voor isolatiemateriaal. vervanging van 20% grind geen probleem, wel
• Schelpen voor kruipruimte-isolatie in de wanneer er extra hoge eisen aan het beton
bestaande bouw. worden gesteld. Ook een hoger percentage (tot
• Stro voor strobalenbouw (Viba- ga naar 100%) behoort tot de mogelijkheden. Overleg
vereniging - werkgroep strobalenbouw). met de constructeur hierover is dus gewenst.
• Leem (lit. 20). • Overweeg het gebruik van sloopmaterialen,
Deze grondstof kent weinig milieudruk bij bijvoorbeeld hout voor piketpaaltjes en balken
winning en sloop. Denk aan stroleem met rond- en/of direct hergebruik van dakpannen, sanitair
hout als draagconstructie, prefab leemstenen en installatiecomponenten. Hergebruik vindt
voor binnenwanden en leemstuc als afwerking. soms op grote schaal plaats zoals in Spoorwijk
Leembouwtechnieken zijn nog geen reëel in Den Haag.
alternatief voor de huidige projectmatige bouw • Gebruik demontabele constructies zodat bij
gezien de meestal arbeidsintensieve bewerking. onderhoud en sloop hergebruik mogelijk is.
De 'Handleiding duurzaam slopen' (lit. 15) geeft

60
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

zeer praktische informatie hierover en beschrijft Uitvoering


ook een aantal voorbeeldprojecten. Duurzaam bouwen vraagt om een zorgvuldige uit-
Enkele aandachtspunten: voering en controle van onder andere installaties,
- Gebruik zo min mogelijk ingestorte leidingen materialen en detailleringen. Warmte-isolatie,
of kanalen; een bijkomend voordeel is dat luchtdichting, dampremmende lagen, certificaten
ze dan eenvoudig te voorzien zijn van warm- en type-aanduiding van installaties zijn enkele
te-isolatie (bijvoorbeeld zinvol bij warm- belangrijke aandachtspunten.
tapwaterleidingen).
- Gebruik zo min mogelijk gelijmde verbindin- Het is belangrijk dat aannemers, werkvoorberei-
gen en gebruik geen ter plaatse gespoten ders, uitvoerders, bouwvakkers, installateurs en
PUR-schuim als isolatie, montagekit of monteurs goed weten wat zij moeten doen en
kierdichting, tenzij goede alternatieven waarom. Soms vraagt duurzaam bouwen om
ontbreken. andere materialen met een andere toepassing
- Gebruik voor platte daken losliggende (met en werkwijze. Duurzaam handelen begint immers
ballast) of mechanisch bevestigde dakbedek- bij duurzaam denken!
king in plaats van gelijmde. De controle is een belangrijke taak voor de
• Gebruik vooral prefab-onderdelen; deze geven architect, installatie-adviseur, dubo-adviseur of
minder afval door onder andere een gecontro- een gespecialiseerd bouwmanagementbureau.
leerde verwerking van het afval bij de productie. Ook Bouw- en Woningtoezicht kan hierbij een
Vaak is later onderhoud en sloop ook met taak hebben, vooral als het gaat om gemeentelijke
minder milieunadelen te realiseren. dubo-eisen.

Dat het regelmatig aan een zorgvuldige uitvoering


ontbreekt, zal niemand ontgaan die regelmatig
een bouwplaats bezoekt. Enkele concrete voor-
beelden zijn te vinden in twee artikelen in
Bouwwereld (lit. 16, 17).

Bij de keuze van bouwmaterialen en de verwerking


ervan moeten ook de arbeidsomstandigheden een
belangrijke rol spelen. Aandacht is nodig voor
onder andere:
• het minimaliseren of, nog beter, het voorkomen
van organische oplosmiddelen (verf, lijm);
• het minimaliseren van het vrijkomen van
stofdeeltjes;
• het beperken van hoge geluidniveaus;
• het voorkomen van te zware belastingen van
Afb. 29: Alternatief voor zink
rug en knieën van de bouwvakker.
Houten goot bekleed met epdm in de wijk Ruwenbos in Enschede: één van de alternatieven
Een goed voorbeeld: Het gebruik van anhydriet
voor zink en koper. Het hemelwater in deze wijk wordt via wadi's in de bodem geïnfiltreerd

of afgevoerd naar een opslagvijver aan de rand van de wijk. Het is daarom van groot belang als dekvloer in plaats van zandcement scoort op
dat zo min mogelijk ‘zware’ metalen afspoelen. dit punt aanzienlijk beter.

61
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

granulaatbeton bij deze toepassingen nog niet


alles bekend, onder andere ten aanzien van
gedrag bij vorst en brand.

Ook bij materiaalkeuze in de waterbouw wordt


steeds vaker rekening gehouden met milieu-
effecten. Zo worden indien mogelijk verduur-
zamingsmiddelen voor houten constructies
achterwege gelaten en worden beschoeiingen niet
aangebracht door het toepassen van alternatieven
zoals 'natuurlijke' oevers. Zie voor meer informatie
het Infoblad 'Hout: houtverduurzaming' op
www.dubo-centrum.nl. Ook worden biologisch
afbreekbare geotextielen gebruikt voor tijdelijke
constructies en zijn de 'klassieke' zinkstukken

Afb. 30: Lariks (rijshout, riet) weer terug.


Gebruik van inlands lariks in het gebouw GWW-sector In het 'Voorbeeldenboek kosteneffectieve
van het Agrarisch Onderwijs in Leeuwarden.
In de GWW-sector wordt al jaren milieubewust DuBo-maatregelen in de waterbouw' (lit. 7) zijn
Het lariks is gebruikt voor onder andere
omgesprongen met grondstoffen en materialen. diverse interessante voorbeelden van een duur-
gevelbeschieting, kozijnen en draagstructuur

zoals spanten en kolommen. Architect: Atelier Zo wordt volop gebruik gemaakt van secundaire zaam materiaalgebruik te vinden, evenals in het
PRO architecten te Den Haag. Realisatie: 1996. grondstoffen, met name voor wegfunderingen. Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW (lit. 2).
Straatklinkers, straattegels en stoepranden worden
hergebruikt. Het gebruik van betongranulaat als Bij het ontwerp en de aanleg van riolering (afb. 31)
grindvervanger in betonproducten zoals straat- kan milieuwinst geboekt worden. Niet alleen door
tegels vindt op bescheiden schaal plaats; in deze de keuze van het materiaal, maar ook door het
sector zijn ongetwijfeld meer mogelijkheden voor vasthouden en benutten van relatief schoon
granulaten te vinden. Technisch gezien is dat regenwater. Voor een toelichting op duurzame
geen probleem, maar de markt is erg afhankelijk rioleringsystemen: zie par. 6.2.
van de prijzen van enerzijds grind en anderzijds Keramische rioleringsbuizen zijn volop verkrijg-
granulaat. baar en vormen een interessant alternatief voor
Let bij granulaat (lit. 13, 14) op de volgende beton en kunststof.
verschillen:
• betongranulaat: afkomstig van gebroken beton, Bouwrijp maken wordt steeds vaker integraal
zoveel mogelijk zonder staalresten; benaderd, dus rekening houdend met aspecten
• metselwerkgranulaat: afkomstig van gebroken zoals landschap, flora en fauna, kruipruimteloos
metselwerk; bouwen en waterhuishouding. In het algemeen
• menggranulaat: afkomstig van een mengsel van wordt gestreefd naar minder grondverplaatsingen
beton- en metselwerkpuin; voor toepassingen in en naar een 'gesloten grondbalans'.
betonconstructies worden eisen gesteld aan de
verhouding beton- en metselwerkgranulaat. In het rapport 'Integraal Ketenbeheer, Afwegen of
afschuiven' (lit. 18) wordt een model gepresen-
Het gebruik van granulaat in betonconstructies teerd voor een milieubewuste keuze van grond-
voor weg- en waterbouw vindt nauwelijks plaats, stoffen. Het is geen rekenmodel, wel een 'denk-
vooral door de hoge eisen die vaak gesteld raam' als beslissingsondersteunend model. Voor
worden aan deze constructies. Maar ook is over het onderwijs kan het interessant zijn vanwege de

62
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

veelheid aan thema's en criteria die aan de orde gebeurt. Het gebruik van niet-verduurzaamd
komen. Na invulling van het model verschijnt een (met impregneermiddelen) hout heeft daarom
milieuprofiel. De volgende vijf thema's komen aan duidelijk de voorkeur.
de orde: Voorwaarde is dat de juiste houtsoort en de juiste
• gezondheid en veiligheid in de diverse fasen en constructies en detailleringen gebruikt worden.
voor diverse groeperingen; Ook thermisch verduurzaamd hout voor bijv.
• omgevingskwaliteit en milieu; gevelbeschieting is een goede optie.
• beheersbaarheid;
• economische betekenis met aandacht voor Voor kozijnen zijn er allerlei mogelijkheden. Naast
onder andere kosten, innovatie en werk- tropisch hardhout met FSC-keurmerk, kan men
gelegenheid; ook kiezen voor niet-verduurzaamde kozijnen van
• maatschappelijke acceptatie. zachthout van uitstekende kwaliteit.
Het Garantie Instituut Woningbouw (GIW) geeft
anno 2006 alleen onder voorwaarden garantie
voor inmetselkozijnen van naaldhout (zachthout)
en gevingerlast hardhout. Kapla-kozijnen, andere
montage-kozijnen en kozijnen van massief hard-
hout Klasse A zijn zondermeer toegestaan.

Zie voor meer informatie het Infoblad 'Hout:


houtverduurzaming' op www.dubo-centrum.nl.

Diffuse bronnen
Afspoeling en verspreiding in het milieu van zware
metalen door afspoeling door regenwater moet
worden voorkomen. Dit speelt vooral bij zink en
Afb. 31:
verzinkte producten en mindere mate, bij lood en
Moderne keramische rioleringsbuizen zijn

een volwaardig alternatief voor beton en


Tot slot koper. Zodra deze producten afgeschermd zijn
(gerecycled) pvc. Enkele materialen vragen speciale aandacht: door middel van bijvoorbeeld een coating, speelt
het probleem van afspoeling niet meer.
Duurzaam hout Wel blijven andere, vaak ernstige, milieuproble-
Gebruik bij voorkeur hout uit duurzaam beheerde men bestaan zoals die bij de winning van zink in
bossen. Hierover is nog vaak discussie gaande de mijnbouw.
welke bossen daaraan voldoen. Wil men alle zeker- Over het toepassen van deze materialen is discussie
heid, kies dan voor hout met het FSC-keurmerk. gaande. Weliswaar is de afspoeling de afgelopen
Ook Keurhout verleent een keurmerk voor duur- jaren gedaald doordat het regenwater minder zuur
zaam hout. werd, maar er treedt nog steeds een niet te ver-
Voor meer informatie zie het Infoblad 'Hout: duur- waarlozen emissie op (lit. 19). Doordat er voor veel
zaam geproduceerd uit verantwoord beheerde bouwkundige toepassingen goede alternatieven
bossen' op www.dubo-centrum.nl. voorhanden zijn, is het verstandig het gebruik van
deze materialen te vermijden.
Houtverduurzaming Zie voor meer informatie de Infobladen 'Zink:
Houtverduurzaming (met impregneermiddelen) toepassingen in de bouw' en 'Materialen in de
wordt nog regelmatig toegepast. Het is echter zeer gebouwde omgeving: bronnen van waterveront-
de vraag wat er met dit hout in de afvalfase reiniging' via www.dubo-centrum.nl.

63
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Waterleidingen 12 Milieubewust materiaalgebruik - aanpak,


Momenteel wordt in plaats van koper steeds vaker ontwerpinstrumenten en realisatie in de
kunststof voor waterleidingen gebruikt, zeker in de utiliteitsbouw, hoofdrapport en bijlagen;
seriematige woningbouw. Veel gebruikte alterna- J.H. Jutte, DHV AIB te Amersfoort, 1994.
tieven zijn bijvoorbeeld PB (polybutyleen) en PE 13 Aanbeveling 80 - Beton met menggranulaten
(polyetyleen) (de laatste alleen voor koud water). als grof toeslagmateriaal; CUR, Gouda, 2001.
Er is nog een discussie gaande over de milieu- en 14 Beton met menggranulaten als grof toeslag-
gezondheidseffecten van respectievelijk koper en materiaal - rapport 2002-1; CUR, Gouda, 2002.
kunststof voor deze toepassing. 15 Handleiding duurzaam slopen; G. de Vries e.a.,
uitgave SEV Realisatie, Rotterdam, 2005;
16 Luchtdichte begane grondvloer voor een goed
Literatuur en sites binnenklimaat; H. Nieman e.a., in: Bouwwereld
nr. 6, 2004.
1 Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen, 17 Isoleren: kleine gaatjes, grote gevolgen;
diverse delen, SBR, Rotterdam. H. Nieman e.a., in: Bouwwereld nr. 8, 2004.
2 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW; 18 Integraal Ketenbeheer, Afwegen of afschuiven;
CUR en CROW te Ede, 2002. CROW, Ede, september 2004.
3 Basiswerk Duurzaam en Gezond Bouwen - 19 Emissies van bouwmaterialen - Vaststelling
dé leidraad bij het realiseren van duurzame van afspoelsnelheden op basis van metingen
en gezonde woning- en utiliteitsbouw; NIBE, aan proefopstellingen; RIZA rapport 2003.027,
Naarden, 2005. 2003;
In dit Basiswerk is ook opgenomen: 20 Stroleem in de praktijk - Atelierwoning in de
Milieuclassificatie Bouw. binnenstad van Delft; P. Teeuw, TU-Delft Fac.
4 Duurzame bouwmaterialen; Ch.F.Hendriks e.a..; Bouwkunde, uitgave: Æneas, Boxtel, 2001.
Æneas te Boxtel, 1999.
5 Variantenboek milieuprestatie vormgegeven; Sites
H. Pötz e.a., SEV; Æneas, Boxtel, 2003. http://duurzaambouwen.senternovem.nl
6 Duurzaam detailleren Woningbouw; uitgave www.mrpi.nl - Stichting Milieu Relevante Product
SBR, Rotterdam, 2002. Informatie
7 Voorbeeldenboek kosteneffectieve DuBo- www.fscnl.org - Stichting FSC-hout
maatregelen in de waterbouw; Infram, www.crow.nl - CROW (Kenniscentrum voor verkeer,
Rijkswaterstaat DWW, Delft, 2005. vervoer en infrastructuur)
8 Toolkit duurzame woningbouw voor ont- www.sbr.nl - SBR
wikkelaars, gemeenten en ontwerpers; P. www.viba-expo.nl - VIBA-expo in Den Bosch
Hameetman e.a., BAM Vastgoed, SenterNovem, www.Toolkitonline.nl - info over de Toolkit
uitgave: Æneas, Boxtel, 2005; Duurzame Woningbouw
9 Duurzaam huisvesten - een leidraad voor www.mnp.nl - Milieu- en Natuurplanbureau
strategisch denken; J. van Kasteren e.a., VROM www.vrom.nl - Ministerie van VROM
en NAi Uitgevers te Rotterdam, 2002. (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu)
10 Werkomgeving; themanummer 63 van: www.bouwenmetaarde.be - info over leembouw
de Architect, oktober 1996. www.keurhout.nl - info over certificaat keurhout
11 Vermindering van het materiaalverbruik in www.minvenw.nl - Ministerie van Verkeer en
de woningbouw; J. Stroband, Bekker & Waterstaat
Stroband te Amsterdam en E. Israëls, BOOM www.riza.nl - RIZA (Rijksinstituut voor Integraal
te Delft, VROM - DGV, 1994. Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling)

64
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling)
www.cur.nl - CUR (Civieltechnisch Centrum
Uitvoering Research en Regelgeving)
beton 39%
www.sev-realisatie.nl - SEV Realisatie
www.dubobeton.nl - info over granulaat divers 5,5%
grind 2%
www.hetkenniscentrum.nl - Kenniscentrum metaal 1% hout 1,5%

Grote steden
metselwerk 24,5% asfalt 25,5%

verpakking 1%

3.2 Bouw- en sloopafval


Introductie
De bouw produceert jaarlijks zo’n 20 miljoen ton
afval. Dit is ongeveer een derde van de totale afval- Afb. 32: Samenstelling bouw- en sloopafval omstreeks 2000 (lit. 1).

berg. Bouw- en sloopafval (afb. 32) komt vrij bij


het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen, Basiskennis
kunstwerken en wegen. De basiskennis voor bouw- en sloopafval bestaat
Door een groot aantal maatregelen is het herge- uit inzicht hebben in:
bruik van dit afval de afgelopen jaren gestegen tot • De diverse soorten afvalstromen en -fracties.
circa 90% (lit. 1). Behalve dat hierdoor het volume • De mogelijke preventieve maatregelen.
van de te storten afvalstoffen aanzienlijk wordt • De mogelijkheden voor hergebruik en milieu-
gereduceerd, leidt dit hergebruik ook tot beper- bewuste afvalverwerking.
king van het gebruik van primaire grondstoffen • De benodigde voorzieningen en partijen voor
zoals zand en grind. afvalscheiding.
De belangrijkste factoren die leiden tot de hoge • De verwerking van het afval.
mate van hergebruik, zijn: • Het huidige afvalbeleid.
• Scheiding aan de bron (dus op de 'bouwplaats'). Een korte toelichting per aandachtspunt:
• Voldoende en goede afzetmogelijkheden. Het
belangrijkste product is granulaat dat vooral Om afval goed te kunnen scheiden is inzicht in
gebruikt wordt in wegfunderingen en in beperk- de diverse afvalstromen (inclusief omvang) op de
te mate als grindvervanger in beton. bouwplaats van belang. De verschillende afval-
• Financiële prikkels (hoge stortkosten). soorten moeten kunnen worden herkend. Zo zal
• Het stortverbod voor herbruikbaar afval. onder andere bekend moeten zijn wat 'klein
gevaarlijk afval' is.
De bouw vraagt voor de woning-, utiliteits- en
GWW-sector een continue en zeker tot 2010 Inzicht in preventieve maatregelen, waardoor
stijgende vraag naar bouwmaterialen en grond- minder afval ontstaat, is ook belangrijk: zo kan
stoffen. Het hergebruik van bouw- en sloopafval het ontstaan van afval voorkomen worden. De
kan in deze periode voorzien in 10% van de vraag materiaalkeuze dient afgestemd te zijn op de
(lit. 2). Daarbij komt dat reststoffen vaak alleen in gewenste functie en vorm.
laagwaardige toepassingen worden gebruikt. De Voorbeelden hiervan:
meeste bouwmaterialen en producten zullen • Het maatplan afstemmen op standaardmaten
daarom de komende tijd vooral nog uit nieuwe, van producten.
meestal eindige, grondstoffen worden gemaakt. • De materiaalkeuze afstemmen op de gewenste
vorm (of andersom).

65
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Per soort afval zal men inzicht moeten hebben Beleid


in wat de mogelijkheden zijn voor:
• direct hergebruik; hiervan is sprake als een Nationaal beleid
materiaal of product (vrijwel) direct weer Om de druk op het milieu terug te dringen, heeft
kan worden gebruikt. In de Handleiding duur- preventie van afval de hoogste prioriteit. Dit geeft
zaam slopen (lit. 3) zijn diverse voorbeelden niet alleen minder afval, maar levert ook milieu-
opgenomen. winst op door vermindering van het gebruik van
• hergebruik; het afval moet eerst een behande- grondstoffen en energie voor nieuwe bouwmate-
ling ondergaan voordat de grondstof(fen) rialen en producten.
opnieuw gebruikt kunnen worden. Voorbeeld:
betongranulaat. Daarnaast zet het Rijk met het afvalbeheer in op zo
• milieubewuste afvalverwerking, dit is in het hoogwaardig mogelijk hergebruik van afval en het
geval dat het afval niet hergebruikt kan worden. terugwinnen van energie uit afval. Hergebruik en
energieterugwinning dragen bij aan het behoud
Om afval goed te kunnen scheiden, is inzicht van natuurlijke hulpbronnen. Gescheiden inzame-
nodig in de mogelijkheden van scheiding op de ling en vervolgens nuttige toepassing van afval-
bouwplaats: stoffen is in de meeste gevallen goedkoper dan
• welke voorzieningen zijn nodig; het verwijderen van ongesorteerd afgegeven
• in hoeveel fracties is scheiding zinvol; afvalstoffen (lit. 4). De kostenvoordelen bij afval-
• welke partijen spelen hierbij een rol (bouw- scheiding aan de bron zijn te vinden in de ver-
vakker, monteur, schilder, loodgieter, inzame- werking van het afval, de inzameling is namelijk
laar/transporteur, afvalverwerker). wel duurder.
Enige kennis over de verdere verwerking van het
afval draagt bij aan een goede afvalscheiding. Het storten van afval moet zoveel mogelijk worden
beperkt en is alleen toegestaan voor niet-brand-
Tot slot is inzicht gewenst in het huidige beleid baar materiaal. Hierdoor wordt verontreiniging
voor afvalstoffen, bouw- en sloopafval en her- van bodem- en oppervlaktewater door het storten
gebruik van afval. Kennis over de wet- en regel- van afval voorkomen.
geving kan wenselijk zijn, denk aan het Bouw-
stoffenbesluit, het Bouwbesluit, Woningwet en Zie ook ‘De Ladder van Lansink’ over de voor-
de Gemeentelijke (Model) Bouwverordening. keursvolgorde voor de behandeling van rest- en
afvalstoffen.

Problematiek bouw- en sloopafval Om een zo hoogwaardig mogelijk afvalbeheer te


De problematiek van het bouw- en sloopafval zal bereiken, zijn zogenaamde sectorplannen opge-
duidelijk zijn: zo’n 20 miljoen ton per jaar (gege- steld (lit. 5). Deze geven een minimumstandaard
vens uit 2002). Het milieubewust verwerken van aan voor de minimale hoogwaardigheid van de
deze enorme afvalstromen vergt veel inspanning. bewerking of verwerking van een bepaalde afval-
Al zo'n 90% wordt hergebruikt. stof of categorie van afvalstoffen. De bedoeling is
Van groot belang is dat de afvalscheiding op de om te voorkomen dat afvalstoffen laagwaardiger
juiste wijze plaatsvindt: worden gebruikt dan wenselijk is. Voor bouw- en
• op het juiste ogenblik: op de bouwplaats of sloopafval is ook zo'n sectorplan opgesteld.
achteraf bij de afvalscheider;
• in de juiste fracties. Veel informatie over beleid en de huidige stand
Zie verder bij ontwerp en uitvoering. van zaken rond afvalverwerking is te vinden in:

66
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Milieubalans 2005 (lit. 4); besparen. Zo is er een tool in de vorm van een lijst
• Landelijk afvalbeheerplan 2002-2012 (lit. 5). om bouwafval per bouwproject te voorspellen en
is er een standaard afvalplan.
Gemeentelijk beleid
Op gemeentelijk niveau kan in de plaatselijke Uit een praktijkproef van enige jaren geleden
Bouwverordening het aantal fracties bepaald bleek dat een reductie van bouwafval bij nieuw-
worden waarin het afval gescheiden moet worden. bouwwoningen ter grootte van zo'n 40% mogelijk
Verder kunnen gemeenten het goede voorbeeld was. Dit percentage gold ten opzichte van de
geven door hergebruikte materialen toe te passen gemiddelde hoeveelheid bouwafval in die periode.
in gemeentelijke gebouwen en de GWW-sector. Dit In de brochure 'Preventie en hergebruik van bouw-
laatste gebeurt in de praktijk al ruimschoots, van afval' (lit. 8) wordt verslag gedaan van dit experi-
straatklinkers tot en met complete bruggen. ment. De hoofdlijnen uit dit verslag zijn nog
steeds actueel:
Ontwerp • De ontwerpfase is van groot belang (zie hieron-
De hoeveelheid afval kan op diverse wijzen worden der). Overleg tussen de diverse partijen speelt
beperkt, onder andere door: hierbij een grote rol.
• Woningen en gebouwen langer mee te laten • Door de preventieve maatregelen nemen de
gaan. Trefwoorden hierbij zijn: industrieel totale bouwkosten af. Het gaat daarbij om
bouwen, flexibel bouwen, demontabel bouwen, minstens honderden euro’s, maar besparingen
scheiding tussen drager en inbouw. De laatste ver boven de € 450 zijn ook mogelijk. Oorzaak:
twee zijn van belang om onderhoud of vervan- Niet alleen de afname van de hoeveelheid afval
ging van onderdelen relatief eenvoudig te laten bespaart kosten, zeker zo belangrijk zijn de
plaatsvinden. Zie ook het Infoblad 'Industrieel, besparingen op inkoop en arbeid. Door de
flexibel en demontabel bouwen (IFD) op preventieve maatregelen is namelijk minder
www.dubo-centrum.nl. materiaal nodig.
• Hergebruik materialen en producten. Ook hierbij
is demontabel bouwen van belang: onderdelen
kunnen hierdoor beter gescheiden ingezameld
worden of zelfs als product hergebruikt worden.
• Een optimaal materiaalgebruik door onder
andere een zorgvuldige werkvoorbereiding en
uitvoering.

De SBR geeft diverse infobladen uit over afval-


beheersing in de bouw zoals die over afvalschei-
ding op de bouwplaats. Ze zijn te downloaden via
www.sbr.nl/infobladen. Ook in de Nationale Afb. 33: 100% puingranulaat in het project 'Delftse Zoom in Delft. In de circa

270 woningen werd voor een aantal prefab betonnen onderdelen het grind vol-
Pakketten Duurzaam Bouwen (lit. 6) is praktische
ledig vervangen door menggranulaat. Dit mengsel bestaat uit minstens 50%
informatie te vinden.
betongranulaat. Architecten: Inbo Architecten, Architektenbureau Galis en
Op www.milieuwinst.nl is onder andere informatie Baneke - Van der Hoeven Architecten. Realisatie: 1998.

te vinden over het gebruik van granulaat (afb. 33)


en hergebruik van spoelwater in de betonindustrie. Bij renovatieprojecten is het zinvol te overwegen
zoveel mogelijk de bestaande structuur te hand-
De Handleiding 'Milieuzorg, van bureau naar haven en gebruik te maken van aanwezige onder-
bouwplaats' (lit. 7) bevat 'tools' om afval op de delen. Zo is een intussen gangbare praktijk het
bouwplaats te beheersen en om afvalkosten te zoveel mogelijk handhaven van houten kozijnen
67
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

door ze waar nodig te repareren. Dit als alternatief vermeld staat voor welk afval de container exact
voor het geheel vervangen van alle kozijnen. bedoeld is.
• Plaats afsluitbare containers voor de lichte
Belangrijke maatregelen in de ontwerpfase zijn: fracties (PS-schuim, minerale wol en dergelijke)
• Voorkom afval door een goed ontwerp: gebruik in verband met het beperken van zwerfvuil.
geen grillige vormen en scheve hoeken, tenzij • Voorkom verontreiniging van de bodem door
hiervoor een geschikt materiaal gebruikt wordt. bijvoorbeeld bekistingsolie. Voorzie het vat van
• Een zorgvuldige begroting van de hoeveelheden een kraantje en een lekdichte bodem.
benodigd materiaal voorkomt dat overschotten • Zorg voor voldoende ruimte voor de diverse
in de afvalstroom terecht komen. containers.
• Zorg er voor dat belangrijke leveranciers gebruik • Voorkom dat omwonenden de containers voor
maken van statiegeldverpakking en containers. de gescheiden inzameling met ongescheiden
• Ga de mogelijkheden na voor direct hergebruik afval 'vervuilen'.
van 'afval'. Vaak is resthout nog te gebruiken op
dezelfde bouwplaats evenals minerale wol.

Uitvoering
Naast scheiding van het 'klein gevaarlijk afval' in
vier fracties, is het scheiden van het overige afval
in minstens zes à acht fracties steeds gangbaarder.

Belangrijke maatregelen zijn:


• Leg de verantwoordelijkheid voor de inkoop
van materialen en de verwerking daarvan in
één hand; dit is onder andere van belang bij Afb. 34: Zorg voor heldere bijschriften bij afvalcontainers.

de inschakeling van onderaannemers.


• Het scheiden in afzonderlijke fracties van bouw- GWW-sector
afval is een voorwaarde om de producten voor Zoals al gezegd, de GWW-sector werkt al jaren aan
hergebruik te gebruiken. Vroegtijdig overleg het beperken van bouw- en sloopafval. Zo is het
tussen onder andere architect, aannemer, gebruik van secundaire grondstoffen van groot
onderaannemers en afvaltransporteur is belang. Dit zijn grondstoffen die ergens anders als
gewenst. Zo kan besproken worden welke overschot, afval- of restproduct vrijkomen, zoals
fracties waar gescheiden worden en welke typen licht verontreinigde grond, puin- meng- en asfalt-
containers (grote/kleine, afsluitbare) zinvol zijn. granulaat of industriële reststoffen als hoogoven-
Neem belangrijke zaken op in het bestek. slakken. Het 'Bouwstoffenbesluit' geeft de regels
Bijkomend voordeel van scheiding is dat voor dit gebruik. Ook vindt hergebruik van pro-
containers beter benut kunnen worden wat een ducten zoals straatklinkers en betonbanden veel-
financieel voordeel oplevert. vuldig plaats en bestaan er 'grondbanken' waar
• Voorkom dat er gips, cellenbeton, drijfsteen of herbruikbare grond verhandeld wordt.
kalkzandsteen tussen het overige steenachtige Zowel in het 'Voorbeeldenboek kosteneffectieve
puin komt omdat dit puin dan niet meer voor DuBo-maatregelen in de waterbouw' (lit. 9) als in
puingranulaat te gebruiken is. het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW (lit.
• Zorg er voor dat bij de containers heldere 10) zijn diverse interessante voorbeelden te vinden
bijschriften (afb. 34) komen te hangen waarin van het gebruik van secundaire grondstoffen.

68
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Literatuur en sites Sites


www.grondbanken.net - Brancheorganisatie
1 Informatieblad Bouw- en Sloopafval; VROM, Grondbanken BOG
2001. www.minvenw.nl - Ministerie van Verkeer en
2 Langetermijnperpectief Duurzaam Bouwen; Waterstaat
VROM, Den Haag, 1997. www.vrom.nl - Ministerie van VROM
3 Handleiding duurzaam slopen; G. de Vries e.a., (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu)
uitgave SEV Realisatie, Rotterdam, 2005. www.sev-realisatie.nl - SEV Realisatie
4 Milieubalans 2005; Milieu- en www.sbr.nl - SBR:
Natuurplanbureau, RIVM, uitgave SDU - afvalpreventie
uitgevers, Den Haag, 2005. - duurzaam bouwen en milieu
5 Landelijk afvalbeheerplan 2002-2012, delen - milieuzorg
1 en 2 + 3; VROM, Den Haag, gewijzigde versie http://duurzaambouwen.senternovem.nl
april 2004. www.verenigingafvalbedrijven.nl - Vereniging
6 Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen, Afvalbedrijven
SBR te Rotterdam, diverse jaren. www.crow.nl - CROW (Kenniscentrum voor verkeer,
7 Handleiding Milieuzorg, van bureau naar vervoer en infrastructuur)
bouwplaats; M. Herberigs, SBR, Rotterdam, www.cur.nl - CUR (Civieltechnisch Centrum
2001. Uitvoering Research en Regelgeving)
8 Preventie en hergebruik van bouwafval - www.milieuwinst.nl - Milieu & Winst: een site
Meerwaarde door samenwerking in de bouw- met info over een groot aantal sectoren in het
keten; J. vd Linden, WDC Consulting, SBR te bedrijfsleven
Rotterdam, 1998. www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer -
9 Voorbeeldenboek kosteneffectieve DuBo- SenterNovem - Uitvoering Afvalbeheer
maatregelen in de waterbouw; Infram,
Rijkswaterstaat DWW, Delft, 2005.
10 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW;
CUR en CROW te Ede, 2002.

69
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

3.3 'Huishoudelijk' afval De zuivering van afvalwater in AWZI's (afvalwater-


zuiveringsinstallaties) valt buiten het kader van
Introductie duurzaam bouwen.
Per inwoner wordt in totaal gemiddeld zo'n 550 kg
huishoudelijk afval (afb. 35) ingezameld. Hierin is
ook het grof vuil opgenomen (lit. 1). Bijna de helft 1%1%
3% 5%
1%
wordt gescheiden ingezameld. GFT (groente-, 4%
1%
fruit- en tuinafval) vormt ruim één derde van 1%
4% 44%
deze totale hoeveelheid afval (lit. 2). Van het
huishoudelijk afval werd in 2003 nog 6% gestort. 11%

Voor het eerst is de totale hoeveelheid huishoude-


lijk afval in ons land iets afgenomen (tussen 2000
en 2003 met 1%) (lit. 3).

15%
Het scheiden van het 'huishoudelijk' afval van 1% 8%

huishoudens en gebruikers van scholen, kantoren


huishoudelijk restafval (44%) textiel (1%) houtafval (3%)
en dergelijke, lijkt een voorwaarde om te komen
grof huishoudelijk restafval (8%) wit- en bruingoed (1%) puin (5%)

tot een schone verwerking of een optimaal her-


verbouwingsrestafval (1%) verpakkingsglas (4%) schone grond (1%)

gebruik. Gescheiden inzameling en vervolgens gft (15%) grof tuinafval (4%) overig (1%)

nuttige toepassing van afvalstoffen is in de meeste oud papier en karton (11%) metalen (1%) klein chemisch afval (0%)

gevallen goedkoper dan het verwijderen van inte-


graal afgegeven afval. De kostenvoordelen zitten Afb. 35: Samenstelling huishoudelijk afval in 2003 (bron: CBS)

vooral in een goedkopere verwerking; gescheiden (meer info: Vereniging Afvalbedrijven).

inzameling is in veel gevallen duurder dan ge-


mengde inzameling (lit. 4). Toch is er nog discussie Basiskennis
gaande of scheiding bij de bron wel zinvol is omdat Globaal inzicht in:
scheiding ook machinaal kan plaatsvinden. • De omvang van de fracties.
Ook over het gescheiden inzamelen van GFT-afval • Inzicht in de mogelijkheden van afvalscheiding.
is nog steeds discussie gaande (zie beleid). • Welke voorzieningen zijn nodig, in hoeveel
fracties is scheiding zinvol.
Uitgaande van een gescheiden afvalinzameling • Inzicht in inzamelsystemen met als belangrijk
in een aantal fracties, is het aan te bevelen in onderscheid: haal- en brengsystemen.
het ruimtelijk ontwerp mogelijkheden te bieden • Kennis van begrippen zoals integraal afvalplan,
aan bewoners en gebruikers het afval op een centrale inzamelpunten en kringloopcentrum.
hygiënische en eenvoudige manier te scheiden • Globaal inzicht in het huidige beleid. Kennis
(zie ontwerp). over regelgeving.
Aan huis composteren, dus door de bewoners zelf,
is vanuit milieu-overwegingen een voor de hand Kennis over de diverse zaken kan vanzelfsprekend
liggende keuze. Dit geldt natuurlijk alleen wanneer per opleiding sterk verschillen.
men over een tuin beschikt. Er is geen transport
nodig en men kan over een goede kwaliteit com- Problematiek
post beschikken. Ook bij utiliteitsgebouwen zoals Circa 15% van het afval dat jaarlijks in Nederland
scholen, is 'zelf' composteren te overwegen. ontstaat, is huishoudelijk afval (inclusief grof vuil).
Composteren zou bijvoorbeeld deel kunnen uit- Zoals hierboven al vermeld, is er nog steeds een
maken van het onderwijsprogramma. discussie gaande hoe met deze 'afvalberg' om te

70
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

gaan. Daarnaast speelt natuurlijk de vraag hoe de Het overheidsbeleid is er op gericht om producen-
hoeveelheid afval beperkt kan worden. ten meer verantwoordelijkheid te geven voor hun
Veel informatie over beleid en de huidige stand producten in het afvalstadium: voor verpakkingen,
van zaken rond afvalverwerking is te vinden in: batterijen en wit en bruingoed is dit (gedeeltelijk)
• Milieubalans 2005 (lit. 3); gerealiseerd. Bedrijven en instellingen worden
• Landelijk afvalbeheerplan 2002-2012 (lit. 4). gestimuleerd om milieuzorgsystemen op te zetten
en na te leven.

Beleid Om een zo hoogwaardig mogelijk afvalbeheer te


Om de druk op het milieu terug te dringen, bereiken, zijn zogenaamde sectorplannen opge-
heeft preventie van afval de hoogste prioriteit. steld (lit. 4). Deze geven een minimumstandaard
Dit geeft niet alleen minder afval, maar levert ook aan voor de minimale hoogwaardigheid van de
milieuwinst door vermindering van het gebruik bewerking of verwerking van een bepaalde afval-
van grondstoffen en energie voor nieuwe bouw- stof of categorie van afvalstoffen. De bedoeling is
materialen en producten. om te voorkomen dat afvalstoffen laagwaardiger
worden gebruikt dan wenselijk is. Voor huishoude-
Daarnaast zet het Rijk met het afvalbeheer in op: lijk afval is ook zo'n sectorplan opgesteld.
• zo hoogwaardig mogelijk hergebruik van afval;
• het afval zo schoon mogelijk te verwerken; GFT-afvalinzameling
• het terugwinnen van energie uit afval. Eind 2004 is in de Tweede Kamer geconcludeerd
Hergebruik en energieterugwinning dragen bij dat een gescheiden inzameling van GFT-afval over
aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen. het algemeen zeer nuttig is en daarom moet blij-
Gescheiden inzameling en vervolgens nuttige toe- ven bestaan. Wel zullen in 2006 enkele extra
passing van afvalstoffen is in de meeste gevallen mogelijkheden in de Wet Milieubeheer worden
goedkoper dan het verwijderen van ongesorteerd opgenomen om van de wettelijk verplichte inza-
afgegeven afvalstoffen (lit. 4). De kostenvoordelen meling af te kunnen wijken.
bij afvalscheiding aan de bron zijn te vinden in de Beëindiging van GFT-afvalinzameling zal tot
verwerking van het afval, de inzameling is namelijk gemiddeld 10% extra kosten leiden, volgens het
wel duurder. artikel 'Sector verdeeld over inzameling gft-afval'
(lit. 5).
Het storten van afval moet zoveel mogelijk worden
beperkt en is alleen toegestaan voor niet-brand- De wet biedt gemeenten nu al de mogelijkheid
baar materiaal. Hierdoor wordt verontreiniging om delen van hun grondgebied uit te zonderen
van bodem- en oppervlaktewater door het storten van de gescheiden inzameling van specifieke
van afval voorkomen. stromen, bijvoorbeeld groente-, fruit- en tuin-
afval. Ook geeft dit gemeenten de mogelijkheid
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de in te zetten op gescheiden inzameling van meer
inzameling van huishoudelijk afval en moeten stromen dan waar in het landelijk beleid van
groente-, fruit- en tuin-afval (gft-afval), glas, wordt uitgegaan.
papier/karton, textiel en klein chemisch afval Ook voor bedrijfsafval is soms gescheiden inzame-
(KCA) gescheiden inzamelen. ling van meer afvalstromen dan waar in het lande-
lijk beleid van wordt uitgegaan, haalbaar (lit. 4).

71
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Ontwerp Literatuur en sites


In het ontwerp is het aan te bevelen om voorzie- 1 Een schonere leefomgeving? Ook úw keuzes
ningen op te nemen voor de inzameling van al of tellen mee; VROM, juni 2005 (www.vrom.nl).
niet gescheiden huishoudelijk afval. Dit geldt voor 2 Afval in Nederland: huishoudelijk afval; VROM,
de woningbouw, utiliteitsbouw en de openbare 2001.
buitenruimte. 3 Milieubalans 2005; Milieu- en
Het gaat om voorzieningen zoals: Natuurplanbureau, RIVM, uitgave SDU
• GFT-bakje onder aanrecht of GFT-containers bij uitgevers, Den Haag, 2005.
pantry, kantines enz.; 4 Landelijk afvalbeheerplan 2002-2012, delen
• afvalscheidingskast in woningen (voor vaste 1 en 2 + 3; VROM, Den Haag, gewijzigde versie
fracties zoals papier, glas); april 2004.
• logische en architectonisch ingepaste opstelplek 5 Sector verdeeld over inzameling gft-afval; in:
voor mini-containers (afb. 36) bij de woning- Nieuwsblad Stromen 13 augustus 2004, Sdu
bouw; let op goede routing vanuit keuken en uitgevers, Den Haag.
goede routing van opstelplek naar inzamelplek
op straat; Sites
• opstelruimte voor collectieve containers in www.verenigingafvalbedrijven.nl - Vereniging
gestapelde woningbouw; Afvalbedrijven
• ondergrondse opslagsystemen (in woonom- www.vrom.nl - Ministerie van VROM
geving), loopafstand tot woningen bij voorkeur (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu)
rond de 50 meter, maximaal 75 meter. www.gft-afval.nl - info over GFT afval van
In het stedenbouwkundig plan moet een logische Vereniging Afvalbedrijven
route voor de inzameling per vuilnisauto mogelijk www.mnp.nl - Milieubalans 2005
zijn. Speciale aandacht is nodig bij autoluwe www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer -
woonstraten. SenterNovem - Uitvoering Afvalbeheer
Betrekkelijk nieuw is het ondergronds afvaltran-
sportsysteem zoals in Almere is aangelegd. Via dit
systeem worden de meest voorkomende afvalsoor-
ten (restafval, papier en GFT) afgevoerd.

Afb. 36: In de architectuur meegenomen

opstelvoorziening voor minicontainers in

woningbouwproject in de wijk Roomburg te

Leiden.

Architect: VVKH architecten te Leiden.

Realisatie 2004.

72
4 Drinkwater
4.1 Introductie Voor informatie over riolering, integraal waterbe-
heer en dergelijke wordt u verwezen naar par. 6.2.
De drinkwatervoorziening kan in de (nabije) toe-
komst ook in ons land nog voor veel problemen
9
komen te staan. De overheid streeft daarom naar 1
een beperking van het gebruik van drinkwater. 8
Zuiniger omgaan met drinkwater wordt gestimu-
7
leerd. Daarnaast kan drinkwater worden vervan-
6 2
gen door water met een iets lagere kwaliteit voor
de niet-drinkwater doeleinden. Dit kan regenwater
5
zijn, maar ook (gezuiverd) oppervlaktewater uit de
nabije omgeving.
4
3
In ons land wordt binnen huishoudens per per-
1 toilet 4 wastafel 7 wastafel
soon per dag gemiddeld bijna 124 liter drinkwater
2 douche 5 wasmachine 8 keukenkraan
gebruikt. Dit is per jaar 45 m3 water (bron Vewin, 3 bad 6 vaatwasser 9 diversen

jaarverbruik 2004, lit. 1). Een gemiddeld huishou-


den (2,4 personen) gebruikt daardoor per jaar zo'n Afb. 37: Schatting verdeling drinkwaterverbruik voor de verschillende

110 m3 drinkwater. Voor het verwarmen van tap- doeleinden in een moderne nieuwbouwwoning met ligbad. Een gemiddeld

huishouden in zo'n woning gebruikt jaarlijks zo'n 120 m 3 drinkwater.


water gebruikt dit zelfde huishouden 300 à 400 m3
(bron: BOOM-SI).
a.e. (aardgasequivalenten) per jaar.
In de praktijk zal dit gebruik sterk afhangen van
het bewonersgedrag. Ook het aantal en soort Basiskennis en vaardigheden
voorzieningen (denk bijv. aan een ligbad) (afb. 37) Bij het thema drinkwater zijn voor duurzaamheid
bepalen het werkelijke water- en energieverbruik in de bouwpraktijk de volgende onderwerpen,
voor (warm) tapwater. begrippen en vaardigheden van groot belang:
• Milieueffecten
Huishoudens en andere kleine afnemers gebruiken - Inzicht in de milieueffecten van het gebruik
samen ongeveer tweederde deel van het drink- van (warm)drinkwater.
water dat door de waterleidingbedrijven geleverd - Inzicht in het gebruik van drinkwater en
wordt, de zakelijke sector (inclusief industrie) één- energie voor het verwarmen.
derde (bron: MNP Milieucompendium). - Kennis over de milieueffecten van de ver-
De waterleidingbedrijven leveren naast drinkwater schillende materialen voor waterleidingen.
ook een beperkte hoeveelheid ‘ander water’. • Technische zaken
Hierbij gaat het meestal om water dat minder ver- - Kennis over de vele mogelijkheden voor
gaand gezuiverd is dan drinkwater. Ook wordt water- en energiebesparing (zie hierna).
door andere partijen water onttrokken aan het - Kennis over installaties voor tapwaterver-
oppervlakte- en grondwater en eventueel gezui- warming; het begrip 'tapdrempel' en de
verd. Denk aan de land- en tuinbouw en de comfortklassen.
industrie.
73
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

- Inzicht in voor- en nadelen van de diverse Problematiek (processen en gevolgen)


materialen voor leidingen (kunststof, koper). In Nederland wordt tweederde van het drinkwater
- Noodzaak van vervangen van de nog aan- uit grondwater gewonnen en éénderde uit het
wezige loden waterleidingen bij onderhoud oppervlaktewater. In het westen van ons land is
en renovatie in verband met gezondheids- het grondwater niet geschikt voor het maken van
aspecten. drinkwater door verzilting. Daarom wordt in dit
- Globaal inzicht in benodigde waterkwaliteiten deel van het land vooral oppervlaktewater
voor de diverse doeleinden. gebruikt. Wel is de bereiding van leidingwater uit
- Globaal inzicht in zuiveringsprincipes. oppervlaktewater aanmerkelijk complexer dan uit
- Inzicht (natuurlijk afhankelijk van opleiding) in grondwater.
effecten van energiebesparende maatregelen
op de EPC en de EPBD. De productie van schoon drinkwater veroorzaakt
milieubelasting. Zo is oppervlaktewater verontrei-
• Beleid en wet- en regelgeving nigd als gevolg van onder andere lozingen van
- Kennis over de van belang zijnde wet- en vervuild water door diffuse bronnen (zie par. 3.1)
regelgeving, ook die van Europa; allerlei en het gebruik van mest en bestrijdingsmiddelen
normen/voorschriften zoals de Vewin werk- in de landbouw en onkruidbestrijdingsmiddelen
bladen (drinkwater), NEN-normen (onder bij het beheer van de openbare ruimte. Om dit
andere NEN 1006). water schoon te krijgen zijn energie, desinfectie-
- Trends in de waterlevering door verschillende middelen en chemicaliën nodig. Een afvalproduct
leveranciers. dat bij dit reinigingsproces ontstaat, is vervuild
- Globaal inzicht in het huidige beleid, waar- slib. Dit slib moet worden verwerkt of opgeslagen
onder de term 'waterspoor': een (toekomstig) (lit. 2). Ook grondwater moet gezuiverd worden en
tariefsysteem voor drinkwater waarbij het de winning draagt bij aan de daling van het
drinkwatergebruik gekoppeld wordt aan riool- grondwaterpeil en daardoor aan verdroging van
en waterzuiveringsheffing. bijvoorbeeld natuurgebieden (lit. 3).
Andere milieueffecten:
Kennis over de diverse zaken kan vanzelfsprekend • ruimtebeslag voor spaarbekkens en water-
per opleiding sterk verschillen. wingebieden;
• energieverbruik voor warm tapwater.
Een belangrijke vaardigheid is het kunnen 'lezen'
van bouwkundige en installatietechnische teke-
ningen. Daarnaast is het kunnen lezen van de Beleid
geschreven bestekken of technische werkom- Het rijksoverheidsbeleid is gericht op een
schrijvingen van groot belang. In de opleidingen verschuiving van winning uit grondwater naar
moet met nadruk worden gewezen op het belang winning uit oppervlaktewater. Onder andere om
(de juridische status) van het bestek (tekst plus verdroging van de bodem te voorkomen. Ook
tekeningen). In de praktijk van duurzaam bouwen wordt gestreefd naar besparing van (warm)-
blijkt dat bestekken regelmatig slecht bekeken drinkwater in onder andere woningen en utiliteits-
worden. Juist met relatief nieuwe zaken levert dat gebouwen.
het risico op dat het plan anders wordt uitgevoerd Het nationale beleid rond drinkwaterbesparing is
dan de bedoeling is. beschreven in onder andere de 'Vierde Nota
Waterhuishouding' (lit. 4) en het Nationaal
Milieubeleidsplan 4 (lit. 5). In de loop van 2006
wordt de nieuwe 'Waterwet' bij de Tweede Kamer

74
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

ingediend. Deze wet zal diverse wetten op het


gebied van de waterhuishouding vervangen
waaronder de zojuist genoemde Vierde Nota.
Gestreefd wordt naar samenhang in de totale
waterketen van winning, via productie en
gebruik, tot afvalwaterzuivering en -lozing
(zie ook par. 6.2).

R E G E N W AT E R E N H U I S H O U D W AT E R Afb. 38: Spoelonderbreker

In nieuwbouwwoningen is een aantal waterbesparende voorzieningen

zoals de spoelonderbreker, al vrijwel standaard. In de vervangingsmarkt

Naast het bevorderen van drinkwaterbesparing, wilde (bestaande bouw) is daar nog een aanzienlijke waterbesparing te halen.

men tot voor kort ook het gebruik van regenwater en

'tweede kwaliteit' water geleverd door een waterleiding-

bedrijf ('huishoudwater') in huishoudens stimuleren.

Beide typen water waren bedoeld voor toiletspoeling,

het doen van de was en voor het sproeien van de tuin.

Enkele woningbouwprojecten zijn de afgelopen jaren

voorzien van een net voor huishoudwater. Na enkele

incidenten is besloten de grootschalige levering van

huishoudwater (dus door waterleidingbedrijven) niet

langer toe te staan (lit. 6).

Alleen in kleinschalige 'collectieve' of individuele

projecten (bijvoorbeeld kantoorgebouw, camping of

individuele huishoudens) kan wel gebruik gemaakt

worden van regenwater of grondwater. Als dit gebruik

zich beperkt tot toiletspoeling mag zelfs oppervlakte-

water en in korte kringloop gezuiverd (huishoudelijk)

afvalwater toegepast worden. Maar voorzichtigheid is

wel geboden om gezondheidsproblemen te voorkomen.

Zie ook ISSO P 70.1 (lit. 7). Voor individuele toe-

passingen zijn kant-en-klare systemen voor hergebruik

van regenwater en afvalwater uit de badkamer

verkrijgbaar (afb. 39).

Gemeenten kunnen, evenals bij thema's zoals


energie en bouwmaterialen, in het algemeen
betrekkelijk weinig sturend optreden. Wel kunnen
ze per project, bijvoorbeeld op basis van een con-
venant, afspraken maken over duurzaam bouwen Afb. 39: Hergebruik douche/badwater. In deze verdiepinghoge prefab

en zo waterbesparing stimuleren. unit wordt water afkomstig van douche en bad gereinigd en vervolgens

opgeslagen in een tank van 100 liter. Dit water kan voor toiletspoeling

worden gebruikt. Er kan een tweede toilet worden aangesloten. De unit

is ook aangesloten op het drinkwaternet zodat er altijd voldoende water

van voldoende kwaliteit aanwezig is. Afbeelding: Ecoplay.

75
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

(© BOOM-Maastricht)

Afb. 40: Schema watersysteem in kantoor-

gebouw Beheer Openbare ruimte Gemeente


4.2 Ontwerp - zuinige douchekoppen;
Venlo. Eén van de vele dubo-maaatregelen
- 6-liter toiletten met spaarknop (afb. 38);
in dit kantoorgebouw betreft het hergebruik

van regenwater. Het regenwater komt via een In de fase van het ruimtelijk ontwerp verdienen - urinoirs; ze zijn relatief zuinig en daarom ook
grofvuilfilter in de vijver terecht en kan dan enkele maatregelen extra aandacht: voor de woningbouw interessant;
gebruikt worden voor het wassen van de
• Reserveer bij gebruik van regenwater of afval- - waterloze urinoirs.
auto's. Een helofytenfilter zorgt er voor dat
water uit de badkamer voor toiletspoeling • Overweeg het toepassen van een WST-systeem
de kwaliteit van het vijverwater op peil blijft.

Realisatie 2004. Afbeelding: BOOM-Maastricht. ruimte voor het systeem en voor de benodigde (4 / 2,5 liter met stroomvergroter).
leidingen. • Bijzonder zijn het composttoilet en het urine-
• Maak met het oog op het (mogelijke) gebruik scheidend toilet. Er zijn verschillende typen ver-
van zonnecollectoren (onder andere voor warm krijgbaar. Een composttoilet gebruikt helemaal
tapwater) dakvlakken of gevels zodanig dat ze geen water en levert compost. Op plaatsen waar
een gunstige bezonning hebben. geen riolering is, kan een composttoilet een
• Reserveer bij toepassing van warmteterugwin- goede optie zijn.
ning uit douchewater ruimte voor de wtw-unit. • Realiseer in woningen een aparte leiding van de
• Zorg voor een zo kort mogelijk waterleiding- warmtebron naar het keukentappunt. Maak deze
stelsel voor het warme tapwater. leiding zo kort mogelijk en maak de leiding van
een beperkte diameter.
Voor een meer uitgebreide lijst met maatregelen • Realiseer een zo kort mogelijk leidingstelsel voor
zie het overzicht hieronder. warm tapwater.
De Nationaal Pakketten Duurzaam Bouwen (lit. 11) • Pas leidingisolatie toe bij alle (ook ingestorte
en de uitgave 'Water duurzaam in het ontwerp' en ingefreesde) warmwaterleidingen, ook ter
(lit. 8) geven veel praktische informatie over water- plaatse van muurdoorvoeren.
besparing. Zie ook het Infoblad ‘Water in en rond • Voorkom lange wachttijden voor warmwater
het gebouw’. (vaak veroorzaakt door combiketels met een
Voor specifieke informatie over energiebesparing lange toestelwachttijd).
bij warmtapwater zie het 'Vademecum Energie- • Voorkom het (later) aanbrengen van kleine
bewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen'. elektrische keukenboilers als gevolg van lange
wachttijden (zie vorig punt); geef goede voor-
Overzicht maatregelen lichting aan consumenten. De hot-fill versie van
(warm)waterbesparing deze keukenboiler is vaak nauwelijks zuiniger,
maar meestal wel milieuvriendelijker.
Stap 1: voorkom onnodig gebruik: • Overweeg een thermostatische mengkraan in
• Pas waterbesparende voorzieningen toe zoals: de badkamer, vooral in verband met comfort en
- waterbesparende kranen; veiligheid (geen te hoge watertemperaturen).
76
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Stap 2: gebruik duurzame bronnen: Bij een voorraadtoestel moet de watertemperatuur


• Overweeg het gebruik van regenwater of afval- onderin het vat regelmatig tot minimaal 60°C ver-
water uit de badkamer voor toiletspoeling of warmd worden.
bepaalde bedrijfsactiviteiten (afb. 40). Volgens NEN 1006 mag de temperatuur van koud
• Overweeg het toepassen van een regenton. drinkwater niet boven 25°C uitkomen en moet in
• Overweeg het toepassen van een zonneboiler woningen de temperatuur van warmwater aan de
of warmtepompboiler. kraan tenminste 60°C kunnen bedragen.

Ook in de GWW-sector is waterbesparing mogelijk. Met name de 'Legionella Pneumophilia' vormt een
Zo wordt in het Nationaal Pakket Duurzaam serieus gevaar. Deze bacterie groeit het sterkst bij
Bouwen GWW (lit. 9) het gebruik van 'laagwaardig' temperaturen tussen 30 en 40°C. Besmetting vindt
water in plaats van drinkwater als maatregel plaats door het inademen van minuscule water-
genoemd. Het kan dan gaan om regenwater of druppeltjes na verneveling van het besmette
oppervlaktewater voor bijv. het schoonspuiten water. Bijvoorbeeld tijdens het douchen.
van bekisting, afspoelen van vrachtauto's en
rioolreiniging. Bij veel collectieve leidingwaternetten, zoals in
ziekenhuizen, verzorgingshuizen en hotels,
Stap 3: gebruik eindige bronnen verstandig: moeten allerlei (beheers)maatregelen genomen
• Verwarm water met een hoog rendement. worden om legionella te voorkomen. Zo moet men
• Overweeg de toepassing van warmteterug- een beheersplan opstellen, een logboek bijhouden
winning uit douchewater. en regelmatig watermonsters nemen.

Korte toelichting bij enkele onderwerpen: Overweeg de mogelijkheid voor UV-behandeling


in de utiliteitsbouw of in woningcomplexen met
Wtw-unit voor douchewater een collectief net.
Een vrij recente ontwikkeling is warmteterug- Let bij een warmtenet (in de woningbouw) op
winning uit douchewater. Er zijn enkele systemen voldoende ventilatie van de meterkast. Samen
verkrijgbaar. De warmte uit het douchewater met leidingisolatie verkleint dat de kans op een te
wordt gebruikt voor het voorverwarmen van het hoge temperatuur van de koudwaterleiding. Zie
koude leidingwater tijdens het douchen. Gezien ook www.legionellavraagbaak.nl en het Dossier
de relatief geringe kosten van deze voorziening en Legionella (lit. 10).
de te behalen energiebesparing van zo'n 30% is
een wtw-unit een interessante optie; ook gunstig
voor de EPC! 4.3 Uitvoering en beheer
Gezondheid Een goede controle op de bouw tijdens de uitvoe-
Om te voorkomen dat drinkwater met bacteriën ring en oplevering is noodzakelijk. Het gaat om
verontreinigd wordt, moet het water beneden controle van onder andere de leidingisolatie, de
20°C of ruim boven 50°C blijven. Problemen kunnen leidingdiameters en het beloop (het kortste
zich voordoen wanneer het water langdurig stil tracé?), de afmetingen (collector, opslagvaten), de
staat (zoals in boilers en in ongebruikte stukken merken en type-aanduidingen van het sanitair, de
leiding) en de watertemperatuur tussen genoemde regeltechniek en controleer instellingen, voordruk,
grenzen valt. Zolang het water regelmatig (om wachttijden en watertemperaturen.
de paar dagen) ververst wordt, kan geen grote Zorg voor een goede handleiding voor bewoners
bacteriegroei optreden. en gebruikers of beheerder.

77
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Na de ingebruikname is 'monitoring' van installa- Sites


ties zeer nuttig om een optimaal draaiende instal- http://duurzaambouwen.senternovem.nl
latie te krijgen. Bij grote systemen geeft een GBS www.senternovem.nl - SenterNovem
(gebouwbeheerssysteem) daarvoor de mogelijk- www.vewin.nl - Vereniging van
heden. Het beheer, of een deel daarvan, kan Waterleidingbedrijven
dan ook 'op afstand' door een specialist worden www.milieucentraal.nl - Milieu Centraal
uitgevoerd. Bij kleine systemen, zoals in de www.waterwet.nl - informatie over de nieuwe
woningbouw, kunnen thermometers, leds e.d. Waterwet op de site van het Ministerie van Verkeer
worden aangebracht om informatie te geven over en Waterstaat.
het functioneren van de installatie voor warm tap- www.mnp.nl/mnc - Milieu- en Natuurcompendium
water en gebruik van regenwater. Bewoners of www.legionellavraagbaak.nl - info over legionella
beheerders kunnen daarmee zicht krijgen op de
werking van hun installaties. Dergelijke voor-
zieningen moeten dan wel op een logische plek
worden aangebracht. In een woning kan bijvoor-
beeld bij de badkamer aangegeven worden
welke temperatuur het water in de zonneboiler
heeft. Verder is het regelmatig onderhoud van
groot belang.

Literatuur en sites

1 Waterleidingstatistiek 2004; Vewin,


oktober 2005.
2 Dossier Drinkwater; VROM.
3 Nationale Milieuverkenning 5 2000 - 2030;
RIVM, uitgave Samsom, Alphen a/d Rijn, 2000.
4 Vierde Nota Waterhuishouding; VROM,
Den Haag, 1998.
5 Nationaal Milieubeleidsplan 4 / Een wereld en
een wil - werken aan duurzaamheid;
Ministerie VROM, Den Haag, juni 2001.
6 Beleidsstandpunt inzet huishoudwater; VROM,
brief van de Staatssecretaris aan de Tweede
Kamer, 2003.
7 ISSO P 70.1; Hemelwater binnen de perceel-
grens; uitgave: ISSO en SBR te Rotterdam.
8 Water duurzaam in het ontwerp; P. Teeuw e.a.,
SOM-TU-Delft, Æneas te Boxtel, 2005.
9 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW;
CUR en CROW te Ede, 2002.
10 Dossier Legionella; VROM.
11 Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen; SBR,
Rotterdam, divese jaren.

78
5 Binnenmilieu
en gezondheid
5.1 Introductie ook het ventilatiesysteem. In het artikel 'Invloed
ventilatiesysteem op comfort en productiviteit'
In de grond van de zaak zijn 'gezondheid' en (lit. 3) wordt daarop uitgebreid ingegaan.
'duurzaamheid' met elkaar verwant. Schade aan
milieu en ecologie heeft op kortere of langere Diverse rapporten, nota's en sites gaan in op de
termijn schade aan de gezondheid van de mens relatie tussen gezondheid en binnenmilieu. De
tot gevolg. Kiezen voor duurzaamheid is dus ook belangrijkste zijn wel:
vanuit gezondheidsoogpunt essentieel. Gezond • Infoblad ‘Binnenmilieu en gezondheid’ (lit. 2)
bouwen wordt algemeen gezien als één van de via www.dubo-centrum.nl.
thema's van duurzaam bouwen, en is dus geen Dit infoblad gaat vrij uitgebreid in op gezond-
afzonderlijk beleidsterrein. heidseffecten en geeft veel verwijzingen naar
sites, literatuur, instrumenten voor onder andere
'Ongeveer 2 tot 5% van het gezondheidsverlies de beoordeling van het binnenmilieu, wet- en
in Nederland is toe te schrijven aan milieu- regelgeving en enkele voorbeeldprojecten.
factoren', zo is te lezen in het 'Actieprogrogramma • Het zojuist genoemde Actieprogramma gezond-
gezondheid en milieu' (lit. 1) (www.vrom.nl). heid en milieu' (lit. 1). In deze nota wordt uit-
De belangrijkste oorzaken voor het verlies van gebreid ingegaan op de stand van zaken anno
gezondheid zijn: 2003, de te nemen (beleids) acties en achter-
• de verontreiniging van de buitenlucht met fijn grondinformatie over gezondheidsaspecten.
stof en ozon;
• ernstige geluidshinder door verkeer; Basiskennis
• verontreiniging van het binnenmilieu met Bij dit thema staat de gezondheid van de mens
radon, fijn stof (tabaksrook) en allergie centraal, in relatie tot gebouwen en de gebouwde
veroorzakende 'vochtminnende' huisstofmijt omgeving. Gezondheid is meer dan alleen 'niet
en schimmels. ziek zijn'. Het wordt gedefinieerd als 'lichamelijk,
geestelijk en sociaal welbevinden' (lit. 4). Gezond
Gemiddeld brengen wij zo'n 85% van onze tijd bouwen is zodanig bouwen dat dit welbevinden
door in gebouwen en daarvan ongeveer 70% in wordt bereikt. Veiligheid hoort hier nadrukkelijk
de woning (dus 60% van de totale tijd) (lit. 2). bij. In de bouw spelen aspecten van gezondheid
Gezien deze hoge percentages is de kwaliteit op ieder schaalniveau: van regio, stad en wijk tot
van het binnenmilieu van grote invloed op onze het schaalniveau van een gebouw. In alle fasen van
gezondheid. het bouwproces kan aandacht gegeven worden
aan het thema gezondheid.
En niet alleen op onze gezondheid. Uit onderzoek
blijkt dat het binnenmilieu ook een duidelijk effect De bouw heeft op verschillende momenten in de
heeft op de prestaties van mensen, zowel privé als tijd invloed op de menselijke gezondheid. Denk
op het werk. Een goed binnenmilieu verbetert de aan schadelijke emissies uit verf of lijm tijdens de
prestaties en vermindert het ziekteverzuim. Zo is uitvoering. Of tijdens het verblijf in woning of
de luchtkwaliteit van groot belang en daarmee dus gebouw aan de negatieve effecten op de gezond-

79
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

heid door een permanent ongezond binnenklimaat • Wet- en regelgeving inclusief Europese regels
of slechte luchtkwaliteit in stedelijke gebieden of normen.
(waarmee binnenshuis geventileerd wordt). • De noodzaak van een goede voorlichting naar
Het is van belang dat leerlingen en studenten in bewoners en gebruikers van gebouwen.
bouwgerichte opleidingen weten dat gezondheid
een onderdeel is van duurzaam bouwen en dat zij Interessante informatie is ook te vinden in:
inzicht hebben in de relatie tussen hun eigen vak- • de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen
gebied en werkpraktijk enerzijds, en de mogelijke (lit. 7); uitgave SBR, Rotterdam.
negatieve en positieve effecten op gezondheid • Praktijkboek Gezonde Gebouwen (lit. 8); SBR en
anderzijds. ISSO, uitgave SBR, Rotterdam, 2002; regelmatig
verschijnen nieuwe cahiers.
Enkele onderwerpen die zeker aandacht in het • Cahier R2 binnenmilieu Prestatie-eisen kantoor-
onderwijs vragen zijn: gebouwen (lit. 9); C. Cox e.a., SBR, Rotterdam,
• Belangrijke aspecten (zie ook bij problematiek) 2003.
en mogelijke gezondheidseffecten: • Hoe gezond is de Nederlandse woning? (lit. 5);
- allergische reacties (lit. 5, 20); E. Hasselaar, Onderzoeksinstituut OTB, Delft
- aandoeningen longen en luchtwegen; University Press, Delft, 2002.
- sufheid en concentratievermindering; • De realisatie van allergeenarme woningen in
- hoofdpijn; Utrecht (lit. 10).
- irritatie van ogen, huid of slijmvliezen.
• Hoe zijn deze problemen te voorkomen of te Problematiek
verminderen (zie bij ontwerp en uitvoering). Bij het thema gezondheid (dus: lichamelijk,
• Instrumenten ter beoordeling van het binnen- geestelijk en sociaal welbevinden) kan onder-
milieu (en de gebouwde omgeving) zoals bijv. scheid gemaakt worden tussen gezondheid in
de Toetslijst Gezond en Veilig Wonen. Er is een gebouw en gezondheid in de gebouwde
een versie voor consumenten en een voor omgeving: ofwel gezond binnenmilieu en
professionals en behandelt luchtkwaliteit, gezond buitenmilieu.
comfort, geluid, veiligheid en zorg (zorg alleen
bij de versie voor professionals). De toetslijst Gezond binnenmilieu
beoordeelt niet alleen de woning, maar ook Mensen brengen gemiddeld 85% van hun tijd
het gebruik ervan. binnen gebouwen door. Een gezond binnenmilieu
• Begrippen zoals allergeenarm bouwen, DALY is daarom van groot belang. De volgende aspecten
(Disability Adjusted Life Year); de spelen hierbij een belangrijke rol (lit. 8):
DALY brengt het verlies van levensverwachting, • luchtkwaliteit (voldoende ventilatie en
verlies van kwaliteit van leven, duur van het beperking van emissies uit bouwmaterialen en
gezondheidseffect en het aantal mensen met apparatuur)
gezondheidsschade ruwweg samen in één getal. • thermisch comfort (warmte en koude); naarmate
Verschillende studies gebruiken de DALY als woningen (en kantoren) beter geïsoleerd worden
signalering voor de milieugerelateerde ziektelast en meer gebruik maken van passieve zonne-
(lit. 6). energie, is extra aandacht voor de zomersituatie
• Enkele principes uit het milieubeleid zoals 'de noodzakelijk. Denk daarom aan voldoende
vervuiler betaalt', 'voorzorgprincipe' en 'een zonwering, natuurlijke nachtventilatie en nacht-
gelijk speelveld' voor bedrijven (‘level playing ventilatie via bypasses in wtw-units.
field’); in de 'Milieubalans 2005 (lit. 6) is uitge- • geluid
breide informatie hierover te vinden, evenals • gebruiksveiligheid
over het milieubeleid in de afgelopen 15 jaar. • locatie
80
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• licht en uitzicht Beleid en regelgeving


• privacy
• inrichting en afwerking. Nationaal beleid
In het eerder genoemde 'Actieprogramma gezond-
De belangrijkste gezondheidsbedreigende heid en milieu' (lit. 1) staan tal van acties om de
problemen in woningen zijn volgens het RIVM gezondheidsaspecten te verbeteren. De nota stelt
geluidshinder, vocht, tabaksrook, stikstofoxiden dat al veel verbeterd is en in wet- en regelgeving
en radon. is vastgelegd. Maar ondanks dat treden nog steeds
Geluidshinder in woningen, vanuit naastgelegen ongewenste gezondheidseffecten op door gedrag
woningen of vanuit de omgeving, wordt door van bewoners, gebruiksonvriendelijke installaties
consumenten als één van de grootste bronnen van en nieuwe technologische ontwikkelingen.
hinder ervaren. Ook ontbreken gegevens over blootstelling
Per dag wordt binnenshuis tien tot vijftien liter binnenshuis aan schimmels en bacteriën, geluid
vocht geproduceerd door activiteiten als koken, en elektromagnetische velden. De binnenlucht-
douchen en wassen, door mensen, huisdieren en kwaliteit in energiezuinige woningen vraagt ook
planten. Een overmaat aan vochtige lucht bevor- extra aandacht. Dit heeft onder andere geleid tot
dert de aanwezigheid van schimmels, bacteriën en onderzoek in diverse projecten (lit. 15) en tot de
ander ongedierte. Te droge lucht is echter ook niet verdere ontwikkeling van hybride ventilatiesyste-
gezond. Vooral 's winters kan de lucht binnenshuis men (lit. 16). Ook zijn er recent instrumenten ont-
snel te droog worden. wikkeld zoals de genoemde Toetslijst.

Uit onderzoek (lit. 5) blijkt dat ventilatiesystemen Het Bouwbesluit regelt al een aantal zaken voor
in de woningbouw vaak slecht functioneren of (onder andere) geluidwering, drinkwater, riolering
niet op de juiste wijze worden gebruikt. Deels en luchtverversing. Maar in de praktijk blijkt dat er
komt dat door slecht onderhoud, maar ook door- meer mogelijk is dan het Bouwbesluit regelt. Ook
dat installaties soms hinderlijk lawaai maken. in het Nationaal Pakket Duurzaam bouwen voor
Bewoners zetten de installatie daarom uit of in woningbouw en de utiliteitsbouw staan maatrege-
een te lage stand. len op het gebied van gezondheid zoals het beper-
ken van geluidshinder.
Gezond buitenmilieu
Ook in de gebouwde omgeving en de openbare Zowel de 'Nota Wonen' (lit. 14) als de 'Milieubalans
ruimte spelen gezondheidsaspecten een rol. 2005' (lit. 6) gaan in op gezondheidsaspecten van
Problemen zijn bijvoorbeeld: een slechte lucht- bouwen en wonen.
kwaliteit, geluidshinder, onvoldoende verkeers-
veiligheid en sociale veiligheid.
Gezondheidsbevorderende aspecten zijn onder
andere: voldoende open buitenruimte, voldoende
groen in de stad, ruimte voor jongeren, recreatie-
voorzieningen en functiemenging op wijkniveau
(lit. 11, 12, 13, 14).
Voorkom bij functiemenging van bijvoorbeeld
woningen en winkels geluidsoverlast.
Zie www.piek.org en Infoblad ‘Geluidsbelaste
locaties, toch bouwen?’ (lit. 18).

81
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

De gebruiksfase verdient extra aandacht. Niet


RADON
alleen door het maken van een goede gebruiks-
aanwijzing voor bijvoorbeeld installaties maar ook
Er is een stralingsprestatienorm ontwikkeld voor de
door een eenvoudige bediening hiervan.
radonproblematiek. Om verder uitbreiding van de regel-

geving te voorkomen is er echter van afgezien om deze


Een aardig voorbeeld is de filterindicatie op een
op te nemen in het Bouwbesluit. Met de bouwwereld zijn
driestandenschakelaar voor een gebalanceerd
wel afspraken gemaakt om het radongehalte van
ventilatiesysteem. Dit indicatielampje gaat rood
materialen zo veel mogelijk te beperken evenals het
knipperen wanneer de filters schoongemaakt
stralingsniveau binnen woningen. Hierbij spelen naast
moeten worden. Het is een eenvoudige voor-
de materialen ook de luchtdichtheid van de begane
ziening die er voor zorgt dat bewoners goed
grondvloer en het functioneren van ventilatiesystemen
geïnformeerd worden.
een belangrijke rol. Radon is een radioactief edelgas en

is de belangrijkste stralingsbron binnenshuis. Radon


Bij het ontwerp van de openbare ruimte gaat het
komt vrij uit bouwmaterialen en uit de bodem. De
onder andere om veiligheid, luchtkwaliteit, groen,
meeste radon komt via het beton (hoogovencement!).
ruimte, identiteit en herkenning.
Goed ventileren helpt om het radongehalte te verminde-

ren. Zie voor meer informatie het 'Dossier Radon'


Het voert te ver om hier verder in te gaan op ont-
op www.vrom.nl.
werpuitgangspunten voor gezondheidsaspecten.
Maar wel een voorbeeld met het oog op het
Gemeentelijk beleid beperken van geluidshinder:
Gemeenten kunnen gezondheid in de openbare • Een goede aansluiting van de woningscheidende
ruimte en de gebouwde omgeving in de gaten wanden op de begane grondvloer en de
houden. De GGD kan daarin een belangrijke rol fundering. Zie bijvoorbeeld de uitgave
spelen. Zo is de GGD in Rotterdam e.o. actief 'Duurzaam detailleren Woningbouw (lit. 17).
betrokken bij (her)inrichtingsplannen en doet • Door plattegronden te spiegelen, grenzen stille
onderzoek naar gezond bouwen en wonen. ruimtes in de ene woning aan stille ruimten in
Zie ook de GGD-Richtlijn ‘Gezonde woningbouw’ de buurwoning.
(lit. 19) van het LCM, het Landelijk Centrum • Een zodanige stedenbouwkundige verkaveling
Medische Milieukunde. Deze richtlijn bevat onder dat enkele slaapkamers aan een stille gevel
andere vier woningconcepten en een checklist liggen.
met maatregelen voor een gezonder binnenmilieu.

5.2 Ontwerp

Bij het ontwerpen van woningen, gebouwen en


de openbare buitenruimte kan veel winst behaald
worden op het gebied van gezondheid en veilig-
heid. Bij gebouwontwerpen gaat het vooral om
materiaaltoepassing, daglicht, uitzicht, ruimte,
ventilatie (afb. 42), warmwatervoorziening,
inrichting, geluidwering (afb. 41) en (handmatige)
klimaatbeheersing.

Afb. 41: Een goede geluidsisolatie bij een ankerloze spouwmuur

(bron: SBR, lit. 17).

82
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

7 Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen;


uitgave SBR, Rotterdam diverse jaren.
8 Praktijkboek Gezonde Gebouwen; SBR en ISSO,
uitgave SBR, 2002
(www.gezondegebouwen.nl).
9 Cahier R2 binnenmilieu Prestatie-eisen
kantoorgebouwen; C. Cox e.a., SBR,
Afb. 42: Belastingkantoor Enschede Rotterdam, 2003.
Zuidgevel van de nieuwe uitbreiding van het belastingkantoor in 10 De realisatie van allergeenarme woningen in
Enschede. Het gebouw is een goed voorbeeld van optimaal gebruik
Utrecht; SEV, Rotterdam, 2004.
van natuurlijke ventilatie en daglicht. Een koelinstallatie kon achter-

wege blijven. Architect: Ruurd Roorda - Rijksgebouwendienst/DO&T)


11 Duurzaam Leefbaar; M. van Dorst, TU-Delft,
te Den Haag. Realisatie: 1996. GIDO Stichting te Naarden, 2002.
12 Gezond wonen in gezonde wijken, Tussen
souterrain en dakterras:
5.3 Uitvoering Wonen als motor voor maatschappelijke
kansen; R. Vos, VROM-DGM, 2002.
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden 13 Hart voor de Wijk, zorg voor de straat, Een
verdient de gezondheid van de uitvoerenden alle Essay over veiligheid en sociale cohesie;
aandacht. Zij dienen op de hoogte te zijn van de Tussen souterrain en dakterras: Wonen als
wet- en regelgeving, maar ook van de effecten die motor voor maatschappelijke kansen; HJ
de werkzaamheden op hun gezondheid kunnen Korthals Altes, VROM, 2002.
hebben. Te denken valt aan het werken met ver- 14 Nota Wonen - Mensen, wensen, wonen -
ven, lijmen en kitten, klein gevaarlijk afval en Wonen in de 21e eeuw; VROM, 2004,
werkzaamheden die stof of lawaai veroorzaken. (www.vrom.nl).
15 Demonstratie en evaluatie van geavanceerde
ventilatieconcepten in project Thiemsland te
Literatuur en sites Hengelo; monitoring ventilatie, binnenlucht-
kwaliteit en energetische prestaties; Cauberg-
1 Actieprogramma gezondheid en milieu; Huygen Raadgevende Ingenieurs te Zwolle, in
VROM en Ministerie van Volksgezondheid, opdracht van Novem (thans SenterNovem),
Welzijn en Sport, Den Haag, 2003; te down- 2004.
loaden via www.vrom.nl. 16 Nieuwe energiezuinige hybride ventilatie-
2 Infoblad ‘Binnenmilieu en gezondheid’ systemen; P. op 't Veld, in: Verwarming en
op www.dubo-centrum.nl. Ventilatie, nr 6 juni 2005.
3 Invloed ventilatiesysteem op comfort en 17 Duurzaam detailleren Woningbouw; uitgave
productiviteit; C. Roelofsen, in: Verwarming SBR, Rotterdam, 2002.
en Ventilatie + juni 2005. 18 Infoblad ‘Geluidsbelaste locaties, toch
4 Aanbevelingen Gezond Bouwen en Wonen; bouwen?’ op www.dubo-centrum.nl.
GGD Rotterdam e.o., 1997. 19 GGD-Richtlijn ‘Gezonde woningbouw’,
5 Hoe gezond is de Nederlandse woning? M. Weterings e.a., Landelijk Centrum Medische
E. Hasselaar, Onderzoeksinstituut OTB, Delft Milieukunde, december 2005.
University Press, Delft, 2001. 20 Allergeenarm bouwen; M. Haas, NIBE te
6 Milieubalans 2005; Milieu- en Natuur- Naarden, 2002.
planbureau, RIVM, uitgave SDU uitgevers,
Den Haag, 2005; te downloaden via
www.mnp.nl.
83
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Sites
www.vrom.nl - Ministerie van VROM
(Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu)
www.milieubalans.nl - Milieubalans 2005
www.gezondegebouwen.nl - Praktijkboek
Gezonde Gebouwen
http://duurzaambouwen.senternovem.nl
www.ggd.rotterdam.nl - GGD Rotterdam en
omgeving
www.toetslijstgezondenveiligwonen.nl -
Toetslijst Gezond en Veilig Wonen
www.sbr.nl - SBR, Nationale Pakketten Duurzaam
Bouwen
www.piek.org - info over stillere technieken bij
bevoorrading winkels

84
6 Leefomgeving
6.1 Landschap, bodem waar de bodem de meeste draagkracht heeft. En

en historisch erfgoed de keuze van het afwateringssysteem sluit aan op


de boven- en ondergrondse waterhuishouding (zie
Introductie ook de ‘lagenbenadering’).
Nederland behoort tot de meest verstedelijkte
regio’s van Europa. Bijna 15% van het land is Bij een duurzame inrichting van de woonomge-
bebouwd of in gebruik voor infrastructuur. De ving hoort ook een optimaal gebruik van de
belevingswaarde van ruim een kwart van het aanwezige bodem: Enerzijds om de ecologische
Nederlandse landoppervlak wordt beïnvloed door kwaliteiten te gebruiken, anderzijds om grondstof-
de aanwezigheid van stedelijke bebouwing of fen zoals ophoogzand, uit te sparen.
infrastructuur (lit. 1). Ophogen moet zoveel mogelijk worden vermeden.
Beeld en structuur van karakteristieke landschap- Belangrijke redenen hiervoor:
pen moeten mede daarom volgens het overheids- • het beperken van de hoeveelheid benodigd
beleid beschermd worden. Aan provincies en ophoogmateriaal (vooral zand) in verband met
gemeenten wordt gevraagd de in ecologisch en relatieve schaarste en het beperken van het
landschappelijk opzicht belangrijke elementen in benodigde transport hiervoor;
stand te houden. Daarnaast moet ook rekening • aantasting van bestaand landschap, flora en
gehouden worden met het behoud van historisch fauna.
erfgoed (Nota Belvedere). Het beleid is enerzijds Verder moet het grondwaterpeil bij het bouwrijp
gericht op het versterken van de diversiteit van de maken zo min mogelijk veranderd worden om
natuur, anderzijds op het verhogen van de kwa- onder andere schade aan te handhaven vegetatie
liteit van de woonomgeving. en bebouwing te voorkomen. Wanneer men
(extra) variatie wil bevorderen in flora en fauna
Duurzame stedenbouw is echter meer: Het gaat kan men plaatselijk het aanwezige maaiveld af-
daarbij ook om de ecologische kwaliteiten van graven of juist ophogen.
het landschap zo goed mogelijk te benutten in
samenhang met bodemopbouw en waterhuis- Zaken rond sanering van vervuilde (water)bodems
houding. Een gebiedsgerichte aanpak, waarbij worden over het algemeen niet tot duurzaam
de diverse overheden gezamenlijk een beleid en bouwen gerekend. Duurzaam bouwen is namelijk
aanpak bepalen. Doel is het milieu in zijn totaliteit gericht op het voorkomen van vervuiling.
zo min mogelijk te belasten, waarbij ook rekening
gehouden wordt met andere maatschappelijke Basiskennis en vaardigheden
waarden (lit. 2). Enkele onderwerpen die aandacht in het onderwijs
vragen zijn:
Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat in een • Kennis over landschapstypen, (historische) land-
stedenbouwkundig ontwerp groenzones gesitu- schappelijke elementen en bodemsoorten.
*
eerd worden daar waar interessante gradiënten • Kennis over de aanpak via de 'lagenbenadering'
aanwezig zijn. Bebouwing en wegen komen daar (zie onder andere in Nota Ruimte) (lit. 4).

* gradiënt = geleidelijke ruimtelijke overgang (lit. 3)

85
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Kennis over hulpmiddelen zoals de diverse Problematiek


soorten (digitale) kaarten bijvoorbeeld bodem- Zoals hiervoor omschreven is de problematiek
kaarten, geomorfologische kaarten, waterstaats- rond landschap, bodem en historisch erfgoed
kaarten en luchtfoto's. zeer divers. Met name de samenhang tussen de
• Enige kennis en vaardigheid in het doen van verschillende thema's is van groot belang. Bij een
onderzoek zoals het maken van sonderingen, stedenbouwkundig ontwerp moet in een zeer
het nemen van bodemmonsters en het 'lezen' vroeg stadium een duidelijk omschreven pro-
van infraroodfotografie. gramma van eisen worden opgesteld. Ook de
• Kennis over bouwrijp maken zoals de verschil- gevolgen voor andere schaalniveaus moeten alle
lende mogelijkheden voor ophogen: integraal, aandacht krijgen. Een voorbeeld: Om zo min
selectief e.d., begrippen zoals cunet, gesloten mogelijk ophoogzand nodig te hebben in combi-
grondbalans, kennis over uitvoeringstechnieken natie met het handhaven van de grondwaterstand
(opspuiten, aanvoeren per vrachtauto) en (vaak noodzakelijk voor handhaving aanwezige
ophoogmaterialen; hieronder vallen ook de vegetatie en houten funderingen) is in relatief
nieuwste ontwikkelingen rond het hergebruik natte gebieden (met hoge grondwaterstanden)
van een deel van (vervuild) baggerslib, na het bouwen zonder kruipruimte een goed uit-
zuivering, als ophoogzand. gangspunt. Dit vergt echter ook op het schaal-
• Inzicht in samenhang tussen ophogen, onder- niveau van de woning of het gebouw de nodige
grond, waterhuishouding (grondwaterpeil, in- aandacht in het ontwerp en de uitvoering. Ook kan
klinking bodem) en ecologische consequenties. de mate van drooglegging consequenties hebben
• Kennis over het begrip (ecologische) gradiënt voor het wel of niet toepassen van collectieve
en kennis over in hoeverre gradiënten te warmtenetten en de wijze van afwatering, typen
gebruiken zijn voor het vergroten van de riolering en beplanting.
diversiteit in flora en fauna.
• Inzicht in het (benodigde) onderzoek naar De Nota Ruimte (lit. 4) gaat onder andere in op de
archeologische en historische objecten en vind- 'lagenbenadering'. Het gaat hierbij om drie denk-
plaatsen en de consequenties van het Europese beeldige 'lagen' waaruit een gebied bestaat:
Verdrag van Valletta, ook wel Verdrag van Malta ondergrond, netwerken en occupatie. De Nota
genoemd. Dit verdrag, door Nederland in 1992 zegt onder andere dat 'Van deze lagen is er niet
ondertekend, verplicht ons land om wetgeving één het belangrijkst voor de ruimtelijke ontwikke-
te maken tot behoud van en onderzoek naar ling: elke laag heeft haar specifieke bijdrage aan
archeologisch erfgoed. Vermoedelijk wordt die ontwikkeling.’ en ‘Belangrijk is de onderlinge
medio 2006 de wet van kracht. wisselwerking tussen de lagen. Veel meer dan
Bij de planvorming is tijdig onderzoek naar tot nu toe, is het van belang om bij ruimtelijke
mogelijke archeologische waarden van groot afwegingen op alle schaalniveaus niet alleen met
belang. occupatie-eisen rekening te houden, maar ook
• Kennis over de Nota Belvedere (zie bij Beleid). structureel rekening te houden met de eigen-
• Globaal inzicht in het huidige beleid. Kennis schappen en de functies die zowel de ondergrond
over regelgeving. (bodem, landschap) als de netwerkenlaag bezitten
en de eisen die deze lagen stellen.'
Kennis over de diverse zaken kan vanzelfsprekend
per opleiding sterk verschillen.

86
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

In de Nota Ruimte wordt verder ingegaan op Nota Ruimte


onder andere het probleem dat de kwantiteit en De Nota Ruimte (lit. 4) is een belangrijke beleids-
de kwaliteit van het groen in en om de stad de nota voor het landschap, bodem en historisch
afgelopen decennia aanzienlijk zijn verminderd. erfgoed.
Allerlei 'groene' voorzieningen zoals sportvelden Het kabinet kiest voor 'decentraal wat kan en
en volkstuincomplexen zijn vaak naar de randen centraal wat moet'. Dit betekent dat taken en
van de stad verplaatst. Aanbod van onder andere verantwoordelijkheden verschoven worden naar
voldoende groene ontspanningsmogelijkheden is provincies, waterschappen en gemeenten. Zo
echter belangrijk voor de leefbaarheid, het welzijn stelt het Rijk provincies en waterschappen primair
en de gezondheid van bewoners. In de planvor- verantwoordelijk voor het voorkomen van water-
ming zal daar beter rekening mee moeten worden overlast en watertekorten.
gehouden, zo stelt de Nota.
De nota heeft diverse raakvlakken met duurzaam
Het Ruimtelijk Planbureau schetst in 'Waar de land- bouwen vooral op stedenbouwkundig niveau.
bouw verdwijnt' (lit. 5) de toekomstig te verwachten Zo is er aandacht voor onder andere stedelijke
veranderingen op het platteland. De afname van netwerken, infrastructuur, cultuurhistorische
het agrarisch gebruik rechtvaardigt een aanpassing waarden, landschap, winning van bouwgrond-
in het beleid en regelgeving. Hierdoor kunnen stoffen zoals zand, windenergie en drink- en
nieuwe vormen van gebruik zoals nieuwe land- industriewaterwinning.
goederen en waterberging betere kansen krijgen De nota stelt dat het belangrijk is dat 'landschap-
en kwaliteit aan het landschap toevoegen. pelijke kwaliteit ook buiten de werelderfgoed-
gebieden en de nationale landschappen expliciet
wordt meegenomen in ruimtelijke afwegingen.
Beleid Het betreft hier zowel behoud, versterking en
Diverse beleidsvelden spelen een rol bij landschap, vernieuwing van de landschappelijke kwaliteit,
bodem en historisch erfgoed. Hiervoor is al als een adequate borging van de gewenste
gesproken over het bevorderen van diversiteit in kwaliteiten. Meer aandacht voor het ontwerp is
flora en fauna, het zo veel mogelijk handhaven van hier onlosmakelijk mee verbonden.'
landschappelijke elementen en historisch erfgoed
en het streven naar een samenhang tussen de Als belangrijkste kwaliteiten van het landschap
diverse thema's. Een gebiedsgerichte aanpak, noemt de nota:
waarbij de diverse overheden gezamenlijk een • Natuurlijke kwaliteit: bodem, water, reliëf,
beleid en aanpak bepalen. Doel is het milieu in zijn aardkunde, flora en fauna.
totaliteit zo min mogelijk te belasten, waarbij ook • Culturele kwaliteit: cultuurhistorie, culturele
rekening gehouden wordt met andere maatschap- vernieuwing en architectonische
pelijke waarden (lit. 4). vormgeving.
• Gebruikskwaliteit: (recreatieve) toegankelijkheid,
Gemeenten spelen een belangrijke rol bij het opti- bereikbaarheid en meervoudig ruimtegebruik,
male gebruik van landschap, bodem en historisch aanwezigheid toeristisch-recreatieve voor-
erfgoed in de concrete planvorming. Dit natuurlijk zieningen.
in samenhang met de overige (bestaande) omge- • Belevingskwaliteit: ruimtelijke afwisseling,
ving om bijvoorbeeld versnippering van groen te informatiewaarde, contrast met de stedelijke
voorkomen (zie ook par. 6.3). Naast het opnemen omgeving, groen karakter, rust, ruimte, stilte
van doelstellingen voor behoud en gebruik in en donkerte.
structuur- en bestemmingsplannen, is het maken
van een beheersplan van groot belang.
87
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

De Nota Belvedere (cultuurhistorie), de Nota • Zorg voor een gesloten grondbalans (afb 43).
Landijs (over geomorfologie, verschijnt eind 2006), • Overweeg kruipruimten achterwege te laten.
de Flora- en faunawet en de nieuwe Archeologie- Het is aan te raden bij kruipruimteloos bouwen
wet (2006, invulling van Verdrag van Valletta) zijn de ruimte onder de vloer (die vrijwel altijd aan-
in dit kader van belang. wezig is) licht te ventileren.
De Nota Belvedere is gericht op het meer dan
tot nu toe betrekken van cultuurhistorie bij de
ruimtelijke ontwikkelingen. Op de site is veel
informatie te vinden met onder andere voorbeeld-
projecten. Ook is er een Belvedere-onderwijsnet-
werk. Op 18 november 2005 zijn drie Belvedere-
hoogleraren benoemd.

Ontwerp
De volgende activiteiten en maatregelen vragen Afb. 43:

Bouwrijpmaken met zo weinig mogelijk gebruik van ophoogmateriaal.


aandacht:
Streef naar een gesloten grondbalans.
• Verschaf inzicht in het aanwezige landschap en
de aanwezige bodem.
Inzicht in onder andere het ontstaan van het Uitvoering
aanwezige landschap maakt het mogelijk om • Voorkom het verdichten van de bodem.
in een vroegtijdig stadium van het ontwerp de Op plaatsen waar vegetatie komt, moet grond-
mogelijkheden in te schatten van de aanwezige verdichting voorkomen worden. Door verdich-
ecologische kwaliteiten. Het kan hierbij gaan ting van de bodem kunnen wortels namelijk
om onder andere de draagkracht van de bodem onvoldoende voedingsstoffen opnemen.
en zaken rond de waterhuishouding van het Verdichting tijdens de bouw kan optreden als
plangebied. gevolg van bijvoorbeeld bouwverkeer, opslag
• Inventariseer de aanwezigheid van archeo- van bouwmaterialen of opslag van grond.
logische en cultuurhistorische objecten en • Gebruik geschikt ophoogmateriaal.
vindplaatsen. Voor de bovenste laag bij het ophogen ter
• Behoud structuren, patronen en elementen in plaatse van groenelementen heeft het gebruik
het landschap. van streekeigen grondsoorten de voorkeur.
Naast het behoud van karakteristieken van Deze geven betere kansen voor planten uit de
het landschap als doel op zich, kunnen deze bij directe omgeving en vergelijkbare milieus.
het stedenbouwkundig ontwerp gunstige voor- Zodra met zand opgehoogd wordt, kan worden
waarden scheppen voor onder andere een overwogen om leem toe te voegen op de plaats
'natuurlijker' inrichting. Er is onder andere een waar groenelementen zoals tuinen komen.
'Stappenplan voor gemeenten verkrijgbaar voor Het (regen)water wordt dan beter vastgehou-
de landschappelijke inpassing van nieuwe den, waardoor tuinen minder besproeid
bebouwing'. hoeven te worden.
• Handhaaf het grondwaterpeil zo veel mogelijk • Voorkom dat ter plaatse van tuinen, bermen en
en houd bij het bestemmen van de grond reke- dergelijke klakkeloos 'zwarte grond' (voedselrijk)
ning met het aanwezige waterpeil. wordt gebruikt als afwerklaag.
• Benut de bodempotentie. • Tijdens de uitvoering vraagt kruipruimteloos
• Hoog selectief op indien opgehoogd moet bouwen extra aandacht: Ga zorgvuldig om met
worden. de leidingen die onder de begane grond vloer
88
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

komen te liggen; extra controle op goede aan- www.monumentenzorg.nl - Rijksdienst voor de


sluitingen en bevestiging is gewenst. Ook moet Monumentenzorg. De Rijksdienst voor de
voorkomen worden dat (net) boven de begane Monumentenzorg en de Rijksdienst voor het
grond vloer uitstekende leidingen tijdens de Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) gaan
bouw beschadigd worden; je kunt ze niet een- eind 2006 fuseren. Dan gaat de Rijksdienst voor
voudig vervangen. archeologie, cultuurlandschap en monumenten
van start.
GWW-sector www.mnp.nl - Milieu- en Natuurplanbureau
Veel van de in dit hoofdstuk genoemde maat-
regelen en uitgangspunten gelden zowel voor de
B&U- als de GWW-sector. Het Nationaal Pakket
Duurzaam Bouwen GWW (lit. 6) gaat uitgebreid in
op duurzaamheid bij de aanleg van wegen, vaar-
wegen, spoorverbindingen en natuurontwikkeling.

Literatuur en sites

1 Natuurbalans 2005; Milieu- en Natuurplanbureau,


RIVM, uitgave SDU uitgevers, Den Haag, 2005.
2 Nationaal Milieubeleidsplan 4 / Een wereld en
een wil - werken aan duurzaamheid; Ministerie
VROM, Den Haag, juni 2001.
3 Handboek Natuurdoeltypen; Expertisecentrum
LNV, Wageningen, 2001.
4 Nota Ruimte; VROM, 2005
5 Waar de landbouw verdwijnt; Ruimtelijk
Planbureau, uitgave NAi Uitgevers, Rotterdam,
2005, te downloaden via
www.ruimtelijkplanbureau.nl.
6 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW;
Nationaal Dubo Centrum, CUR en CROW,
uitgave CROW; wordt regelmatig aangepast.

Sites
www.landschapsbeheer.nl - Landschapsbeheer
Nederland
www.belvedere.nu - Nota Belvedere
www.vrom.nl - Ministerie van VROM
(Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu)
www.minocw.nl - Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap
www.ruimtelijkplanbureau.nl - Ruimtelijk
Planbureau

89
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

6.2 Water in de gebouwde heen sturend zullen zijn voor de ontwikkeling en

omgeving locatiekeuzen van grondgebruik.

Introductie Basiskennis en vaardigheden


Oppervlaktewater in de gebouwde omgeving De volgende onderwerpen vragen in het onderwijs
heeft in het algemeen naast een regulerende aandacht:
functie binnen de waterhuishouding, een recrea- • Enig inzicht in de relatie tussen de klimaat-
tieve en ecologische taak. Door de keuze van het wijziging met de waterhuishouding in ons land.
juiste watersysteem, zijn deze functies uitstekend • Inzicht in de waterhuishouding in een plan-
te combineren. Een veelgebruikte term in dit kader gebied (oppervlakte-, regen-, kwel- en grond-
is 'integraal waterbeheer' dat in concrete plannen water), globaal inzicht in de omvang van de
leidt tot 'integrale watersystemen'. diverse stromen.
• De driestapsstrategie (zie bij problematiek) als
Steeds vaker gebruikt men het watersysteem als mogelijke aanpak voor de waterproblematiek.
één van de dragers van het ruimtelijke plan. Het • Inzicht in de problematiek rond waterpeilbe-
maken van onderscheid tussen de hogere (meestal heersing en verdroging, waterkwaliteiten, inklin-
drogere) en de lagere (meestal nattere) locaties is king, relatie tussen grondwaterpeil en houten
van belang bij het bepalen van het juiste water- funderingen en grondwaterpeil en vegetatie.
systeem. Zaken als waterkwaliteit, het voorkomen • Inzicht in de mogelijkheden voor het versterken
van verdroging en peilbeheersing van het opper- van de ecologische potenties van het water-
vlaktewater staan hierbij centraal. systeem voor fauna en flora. Het gaat hierbij om
onder andere waterkwaliteit, diversiteit in diep-
Bij de technische uitwerking van een ruimtelijk gang van waterwegen en inrichting van oevers.
ontwerp komen zaken aan bod zoals de keuze • Kennis over de principes van:
tussen wel of niet afkoppelen van regenwater, de - de diverse rioleringsystemen (lit. 5) in
keuze tussen de diverse rioleringsystemen en de samenhang met afvoer en/of infiltratie van
ecologische inrichting van het oppervlaktewater regenwater; bergbezinkbassin;
met bijbehorende oeverafwerkingen. - infiltratiesystemen zoals wadi's, infiltratie-
greppels, grindkoffers, infiltratiekratten en
Steeds vaker wordt de relatie gelegd tussen de retentiegebieden;
wijzigingen in het klimaat en het waterbeheer in - soorten verharding in verband met water-
ons land. De Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 doorlatendheid: van zeer dichte verharding,
(lit. 1) gaat hier uitgebreid op in en stelt onder via halfverharding tot het achterwege laten
andere: 'Nederland is het meest kwetsbaar voor van verharding.
effecten van klimaatverandering op het water- • Kennis over begrippen zoals grondwatertrap,
systeem en adaptatie (= aanpassing, red.) op dat gesloten watersysteem, ecologische oever.
terrein is logischerwijs het verst ontwikkeld. Het • Inzicht in het wel of niet verontreinigd zijn van
e
beleid in de nota's Waterbeleid voor de 21 eeuw, bestratingen (door hoeveelheid verkeer).
e
Ruimte voor de Rivier (lit. 2) en de 3 Kustnota • Kennis over de relatie tussen keuze materialen
`Traditie, trends en toekomst’ (lit. 3) anticipeert en het voorkomen van vervuiling van afspoe-
expliciet op klimaatverandering. lend regenwater en oppervlaktewater; denk
hierbij aan goten, hemelwaterafvoer (hwa),
In de Nota Ruimte (lit. 4) is opgenomen dat er allerlei metalen objecten of onderdelen, houten
meer ruimte moet worden geboden aan water en beschoeiingen en houten 'kunstwerken' in het
dat waterkwantiteit en -kwaliteit meer dan voor- water zoals steigers en bruggen. Het gaat hierbij

90
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

om met name uitspoeling van zware metalen • opvang en afvoer of infiltratie van regenwater;
(zink, koper en lood) en verduurzamings- • aan- en afvoer van oppervlaktewater;
middelen. Zie ook het Infoblad ‘Materialen in • verdamping en inzijging van oppervlaktewater;
de gebouwde omgeving: bronnen van water- • aanvoer van kwelwater.
verontreiniging (diffuse bronnen)’ en
www.wateremissies.nl. Op hoger gelegen locaties (vooral zandgronden)
• Inzicht in de invloed van het gebruik van be- speelt vooral de problematiek van verdroging. De
strijdingsmiddelen (onkruid, gladheid) op de 'Natuurbalans 2005' (lit. 8) meldt dat bij de aanpak
waterkwaliteit. Zie voor informatie het Infoblad van verdroging sinds het jaar 2000 nauwelijks
‘Onkruidbestrijding en gladheidsbestrijding voortgang is geboekt. Beheerders geven aan dat
op bestrating en verhardingen’ via de waterhuishouding een groot knelpunt is voor
www.dubo-centrum.nl. veel typen natuur.
• Inzicht in materiaalkeuze gelet op dubo-
aspecten: dus bijvoorbeeld het gebruik van Zowel in landelijke als in stedelijke gebieden
(hard)hout voor beschoeiingen uit duurzaam wordt de verdroging, naast de winning van grond-
beheerde bossen. water voor allerlei doeleinden, veroorzaakt door
• Kennis over veiligheid voor kinderen en ouderen onder andere de snelle afvoer van regenwater. Het
of invaliden bij oppervlaktewater in woon- en grondwater wordt hierdoor nauwelijks meer aan-
recreatiegebieden; denk aan het toepassen van gevuld. De oplossing voor dit probleem schuilt in
een plasberm. het meer vasthouden of bergen van regenwater in
• Enige kennis over de mogelijkheden van bodem of oppervlaktewater.
natuurlijke zuivering van afvalwater (lit. 6). Verder levert de aanvoer van relatief vervuild
• Enige kennis over natuurvriendelijke oevers water een probleem. De aanvoer vindt plaats via
(zie diverse uitgaven van CUR). kanalen, beken of via kwel, bijvoorbeeld uit hoger
• Globaal inzicht in huidig beleid en kennis over gelegen landbouwgronden. Ook hiervoor geldt:
regelgeving zoals de watertoets. De watertoets meer vasthouden van relatief schoon regenwater
zorgt voor een vroegtijdige en systematische voorkomt dat gebiedsvreemd water moet worden
aandacht voor wateraspecten in ruimtelijke ingelaten.
plannen en besluiten. Voor een aantal soorten
plannen zoals een bestemmingsplan, is het uit- In de nota ‘Waterbeleid voor de 21e eeuw’ (lit. 2)
voeren van een toets wettelijk verplicht. In de wordt de ‘driestapsstrategie’ ‘vasthouden - bergen
toelichting bij deze plannen moet altijd een - afvoeren’ beschreven als mogelijke aanpak voor
waterparagraaf zijn opgenomen. de opvang en afvoer van (regen)water:
1 Overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms
Kennis over de diverse zaken kan vanzelfsprekend vasthouden in de bodem en in oppervlakte-
per opleiding sterk verschillen. water.
2 Zo nodig water tijdelijk bergen in retentie-
Het Infoblad 'Water en ruimtelijke ordening' (lit. 7) gebieden langs waterlopen waarvoor ruimte
geeft veel achtergrondinformatie, literatuur en moet worden gecreëerd.
sites en is te printen via www.dubo-centrum.nl. 3 Pas als stappen 1 en 2 te weinig opleveren,
water afvoeren naar elders of, als dat niet kan,
Problematiek het water bij zeer extreme omstandigheden
De waterhuishouding in een plangebied is meestal gecontroleerd opvangen in daardoor aange-
een complex geheel van onder andere: wezen gebieden.

91
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Op lager gelegen locaties (vooral veen- en klei- Bij uitzondering wordt ook wel zg. 'grijs-' of zelfs
gebieden) vormt onder andere de aanvoer van 'zwartwater' met behulp van een natuurlijke zuive-
relatief verontreinigd water een probleem. Een ring behandeld (lit. 9, 10). Dergelijke systemen zijn
'gesloten' watersysteem vormt een oplossing vooral in landelijke gebieden interessant, daar
en kan meestal vrij eenvoudig in een plan opge- waar geen riolering is. Onder grijswater verstaat
nomen worden, mits voldoende ruimte gereser- men: afvalwater afkomstig van douche, wastafel,
veerd wordt. keuken, wasmachine e.d.; onder zwartwater: afval-
water in ieder geval afkomstig van het toilet.
Er zijn vier principes te onderscheiden om tot
een duurzaam watersysteem in een stedelijke
omgeving te komen (lit. 2 ): Beleid
• Zorg voor een integrale bestuurlijke afstem- Hoofddoelstelling van de Vierde Nota Waterhuis-
ming. houding (lit. 11): Het hebben en houden van een
• Analyseer en benut gebiedseigen geo-hydro- veilig en bewoonbaar land en het in stand houden
logische, eco-hydrologische en waterhuishoud- en versterken van gezonde en veerkrachtige
kundige kenmerken van het plangebied en de watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik
omgeving. blijft gegarandeerd.
• Pak kwantiteits- en kwaliteitsproblemen
brongericht, binnen de waterketen, aan. In de Nota Ruimte; (lit. 4) is opgenomen dat er
• Laat het watersysteem van schoon naar vuil meer ruimte moet worden geboden aan water en
stromen. dat waterkwantiteit en -kwaliteit meer dan voor-
heen sturend zullen zijn voor de ontwikkeling en
Riolering, seizoensberging, locatiekeuzen van grondgebruik. Hiermee wordt
natuurlijke zuivering beoogd dat het totale watersysteem in ons land
Riooloverstorten zijn nog steeds een groot op orde wordt gebracht, een goede ecologische
probleem (lit. 20). Deze ontstaan bij hevige (grond)waterkwaliteit wordt bereikt en de ruimte-
regenval in korte tijd en veroorzaken ernstige lijke kwaliteit wordt versterkt.
verontreiniging van het oppervlaktewater. Dit
probleem is te voorkomen door onder andere In de loop van 2006 wordt het voorstel voor de
in rioolstelsels meer bergingscapaciteit in te nieuwe Waterwet bij de Tweede Kamer ingediend.
bouwen of de capaciteit beter te benutten en Deze wet moet zorgen voor een integrale aanpak
door regenwater geheel gescheiden van het van de waterhuishouding in ons land en vervangt
vuilwaterriool af te voeren. tal van andere wetten op het gebied van water.

Bij plannen waarbij een 'gesloten' watersysteem


(zie bij ontwerp) (afb. 44) is toegepast, is ruimte
nodig voor een seizoensberging met een lichte
zuivering, bijvoorbeeld in de vorm van een helo-
fytenfilter: een natuurlijke zuivering met moeras-
planten. Denk aan riet- of biezenvelden. Let bij
zo'n systeem op de dimensionering van de riole-
ring: mogelijk hoeft alleen nog vervuild regen-
water afgevoerd te worden.

92
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

periodes ('winter') het overtollige water uit een


gebied afgevoerd wordt en in drogere tijden
('zomer') water van elders, dat vaak relatief vuil is,
ingelaten. Hierdoor wordt al het oppervlaktewater
met elkaar vermengd en ontstaat een nivellering
van de waterkwaliteit.

Door de aanleg van een 'gesloten' watersysteem


(afb. 44) (in een woonwijk) kan de waterkwaliteit
verbeterd worden ten opzichte van de kwaliteit
van buiten het plangebied.
In een dergelijk systeem wordt het watertekort in
de zomer aangevuld met het wateroverschot uit
Afb 44: Gesloten watersysteem groot succes de winter. Hierdoor hoeft in principe het hele jaar
Afvoer van regenwater rechtstreeks op het oppervlaktewater. In de nieuwbouwwijk Morra Park in Drachten (start geen water van buitenaf ingelaten te worden en
realisatie 1991) is een 'gesloten' watersysteem toegepast. Het ruimtebeslag van het watersysteem bedraagt zo'n 10%
kan meestal volstaan worden met het opvangen
van het totale plangebied. Het systeem is zodanig gedimensioneerd dat, behalve bij extreme droogte, jaarlijks een klein
overschot aan neerslag ontstaat dat op het boezemwater geloosd wordt. Er is een noodinlaat aanwezig. De schommelingen van regenwater. Tussen zomer en winter treden
in het waterpeil zijn maximaal zo'n 0,3 meter. dus wisselende waterstanden op.
Het regenwater wordt in het deel van de wijk met alleen woningen (dus relatief schoon) zo veel mogelijk rechtstreeks
Het systeem zal meestal zodanig gedimensioneerd
(via molgoten) op het oppervlaktewater geloosd. Regenwater vanaf collectieve parkeerplaatsen wordt eerst opgevangen
in een straatkolk met olie-opvang en pas daarna geloosd. De meetresultaten naar de waterkwaliteit in het systeem laten worden dat jaarlijks slechts een beperkte hoeveel-
zien dat dit systeem inderdaad duidelijk kwaliteitsverhogend werkt. heid water afgevoerd hoeft te worden. Voor een
zeer droog jaar is wel een noodinlaat nodig. Bij het
ontwerp moet rekening worden gehouden met de
Ontwerp eventuele aan- en afvoer van water via de bodem
In het stedenbouwkundig ontwerp is water een (door kwel of inzijging). In de praktijk blijkt dat
belangrijk item. Zoals hiervoor al toegelicht, han- deze hoeveelheid vaak meer is dan in eerste
gen de mogelijkheden sterk af van de lokale instantie wordt verwacht.
omstandigheden.
Interessante literatuur: Een lichte vorm van waterzuivering is noodzakelijk.
• Ontwerpen met regenwater (lit. 12); hierin staan Deze kan bijvoorbeeld via een plantenzuivering
20 projecten in de gebouwde omgeving plaatsvinden. Het water wordt daarom langzaam
beschreven waarbij regenwater een rol speelt. rondgepompt zodat het om de paar weken door
• Water als ecologische drager - Nieuw leven in de plantenzuivering loopt.
naoorlogse wijken (lit. 13).
• Water als economische impuls - Kansen, kosten Bij de detaillering van de oevers inclusief plasberm
en complicaties (lit. 14). moet men rekening houden met een wisselende
• Water in de stedelijke vernieuwing - waterstand. Een plasberm is een ondiepe strook
Een participatieve strategie (lit. 15). langs de oever met het oog op de veiligheid voor
onder andere kinderen.
Nog enige zaken kort toegelicht:
Een 'gesloten' watersysteem Minder snel afvoeren van regenwater /
In het algemeen heeft het oppervlaktewater in de infiltratie
lagere delen (polders) van ons land een min of In de hogere gebieden van ons land, kan infiltratie
meer vaste peilstand en wordt deze kunstmatig op van regenwater in de bodem zorgen voor een aan-
dit niveau gehouden. Dit betekent dat in nattere vulling van het grondwater om verdroging tegen

93
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

te gaan. Het regenwater moet dan wel voldoende op een speciale wasplaats of in een autowasstraat
kwaliteit hebben. Inzicht in de opbouw van de moeten wassen.
bodem is noodzakelijk om te voorkomen dat Ook in de lagere delen kan infiltratie (op kleine
plaatselijk te natte situaties ontstaan als gevolg schaal) zijn nut bewijzen. Dit voorkomt dat vege-
van bijvoorbeeld waterondoorlaatbare lagen. Daar tatie in tuinen en groenstroken waar ophoging
zullen aanvullende maatregelen nodig zijn in de plaatsvond, al heel snel van (drink)water moet
vorm van drainage. worden voorzien.

Een bijkomend voordeel van infiltratie van regen- Natuurvriendelijke oevers


water is dat er minder afgevoerd hoeft te worden In veel voorbeeldprojecten zijn oevers van water-
en dat er minder piekbelasting (van oppervlakte- gangen uitgevoerd met een flauw hellend talud
water en/of riolering) optreedt. Het langer vast- (minimaal 1: 3, optimaal is 1: 8) en beplant met
houden van regenwater kan overstromingen van stikstofminnende waterplanten als riet en biezen.
rivieren in lager gelegen delen voorkomen. Het is Deze natuurvriendelijke oevers hebben een zuive-
een zeer actueel onderwerp sinds de hoge water- rende werking op het oppervlaktewater.
standen in februari '95, najaar '98 en de verwach- Uitgebreide en zeer praktische informatie over
tingen voor de klimaatveranderingen. natuurvriendelijke oevers is te vinden in diverse
rapporten van het CUR. In het ruimtelijk ontwerp
De gemeente Enschede heeft op wijkniveau een moet voldoende ruimte worden gereserveerd
infiltratiesysteem met zogenaamde 'wadi's' gerea- als zachte oevers worden toepast.
liseerd (lit. 16, 17). Hierbij wordt het regenwater Natuurvriendelijke oevers zijn in de regel ook
van daken, voor zover niet in een regenton opge- veiliger voor kinderen: de overgang naar dieper
slagen, bovengronds via molgoten naar de wadi's water verloopt geleidelijk.
afgevoerd. Een wadi is een ondiepe greppel met
daaronder een drainagesleuf en drainagebuis. De
wadi's liggen onder een flauw afschot en zijn Uitvoering
meestal zo'n 3 meter breed en 0,40 meter diep en Zowel tijdens het ontwerp als de uitvoering is het
kunnen begroeid zijn met bijvoorbeeld gras en van groot belang dat betrokken partijen goed op
riet. De bodem bestaat uit een doorlatend materi- de hoogte zijn van de bedoelingen van het ont-
aal zodat bij geringe regenval het water in de werp. Dit helpt om te voorkomen dat onderdelen
bodem kan infiltreren. Bij hevige regenval gaan de verkeerd worden gedimensioneerd, verkeerd wor-
drainagesleuf en buis dienst doen en voert het den aangesloten (rioleringen!) of dat er verkeerde
water af naar het oppervlaktewater. Ook zijn er materialen of afwerkingen worden gebruikt.
speciale buffervijvers waaruit 's zomers water in
het systeem teruggepompt kan worden. GWW-sector
Kruisingen met woonstraten worden als 'door- Een groot deel van dit hoofdstuk heeft zowel
waadbare plaatsen' uitgevoerd en kunnen als betrekking op de B&U- als de GWW-sector. Voor
'omgekeerde' verkeersdrempels dienst doen. Van duurzaam waterbeheer in de GWW-sector zijn
belang is een goede voorlichting van de bewoners. vooral de volgende onderwerpen van belang:
Zo mogen er geen verontreinigingen zoals honde- • verdrogingsproblematiek;
poep in de wadi komen en mag de wadi niet • peilbeheer, geënt op voldoende berging van
beplant worden. In wijken waar het regenwater in gebiedseigen (regen)water;
de bodem wordt geïnfiltreerd of op oppervlakte- • natuurvriendelijke oevers;
water wordt geloosd, mag geen verontreinigd • helofytenfilter;
water op straat lopen. Bewoners zullen hun auto • materiaalgebruik waterwerken, oever-
beschoeiingen, etc.
94
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• rioleringssystemen; 13 Water als ecologische drager - Nieuw leven in


• infiltratie en berging naoorlogse wijken; VROM, 2003.
• afkoppelen verhardingen 14 Water als economische impuls - Kansen, kosten
• beekherstel; en complicaties; VROM, 2003.
• tegengaan van permanente verandering van 15 Water in de stedelijke vernieuwing - Een parti-
grondwaterstroming (geohydrologie) cipatieve strategie; P. van Eijk, TU-Delft, Æneas,
Boxtel, 2002.
Zowel in het 'Voorbeeldenboek kosteneffectieve 16 Wadi - een natuurlijke regulering van hemel-
DuBo-maatregelen in de waterbouw' (lit. 18) als water; Tauw, Gemeente Enschede, 1999.
in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW 17 Wadi's doorgelicht, St. Rioned, Ede, 2003.
(lit. 19) zijn diverse interessante voorbeelden te 18 Voorbeeldenboek kosteneffectieve DuBo-
vinden rondom water. maatregelen in de waterbouw; Infram,
Rijkswaterstaat DWW, Delft, 2005 (www.min-
venw.nl/rws/dww).
Literatuur en sites 19 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW;
CUR en CROW te Ede, 2002.
1 Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 - Onderweg 20 Duurzame stedenbouw - Perspectieven en
naar Kyoto; Den Haag, oktober 2005. voorbeelden; M. Ettema e.a., Uitgeverij
2 Waterbeleid voor de 21e eeuw; Blauwdruk, Wageningen, 2005.
Adviescommissie Waterbeheer 21e eeuw; 2000.
3 3e Kustnota `Traditie, trends en toekomst’; Overige info
Directoraat-Generaal, Rijkswaterstaat, • Infoblad ‘Water in de stad: duurzaam stedelijk
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2000. waterbeheer’ via www.dubo-centrum.nl.
4 Nota Ruimte; VROM, 2005. • Infoblad ‘Water: een inleiding’ via
5 Bouwstenen voor een duurzame stedebouw; www.dubo-centrum.nl.
F. Stofberg e.a., BOOM te Delft, in opdracht
van SEV en Novem, uitgave: VNG Uitgeverij Sites
te Den Haag, 1996. www.minvenw.nl/IWW/introductie/wat isdewater-
6 Handboek zuiveringsmoerassen voor licht wet/index.aspx - waterwet
verontreinigd water; Stowa, Utrecht, 2001. www.waterwet.nl - de nieuwe waterwet
7 Infoblad ‘Water en ruimtelijke ordening’ http://duurzaambouwen.senternovem.nl
via www.dubo-centrum.nl. www.vrom.nl - Ministerie van VROM
8 'Natuurbalans 2005'; Milieu- en Natuurplan- www.waterland.net - info over allerlei betreffende
bureau, RIVM, uitgave SDU uitgevers, waterbeheer
Den Haag, 2005. www.riool.net - info over riolering en afwatering,
9 Individuele Behandeling van Afvalwater - bijv. wadi's
handboek 1998; uitgave: Van Hall Instituut www.rws.nl/ - Rijkswaterstaat
Business Center te Leeuwarden. www.waterweg.info - adviezen en suggesties om
10 ISSO P 70.2; Individuele behandeling van afval- wateroverlast op de bouwplaats te voorkomen
water (IBA); uitgave: ISSO te Rotterdam, 2000. www.milieuregels.nl - info over milieuregels voor
11 Vierde Nota Waterhuishouding; Sdu Uitgevers de bouw (alleen toegang met abonnement; van
te Den Haag, 1998. SBR en CROW)
12 Ontwerpen met regenwater; Stichting RIONED, www.uvw.nl - Unie van waterschappen
Ede, 2003.

95
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

6.3 Flora en fauna Basiskennis en vaardigheden


De volgende onderwerpen vragen in het onderwijs
Introductie aandacht:
Flora en fauna vormen een wezenlijk onderdeel • Globaal inzicht in de wisselwerking tussen ener-
van een duurzame woonomgeving. Voor de be- zijds flora en fauna en anderzijds de inrichting
woners vergroten zij de belevingswaarde van de van stedelijke gebieden; hieronder vallen ook
omgeving. Daarnaast kunnen flora en fauna nade- stadsparken, groenzones, natuur bij de stad.
lige effecten van menselijke activiteiten beperken. • Enig inzicht in de samenhang tussen flora en
Tussen flora en fauna (de natuur) en de woon- fauna met de thema's water en landschap plus
omgeving treedt een wisselwerking op: Door bodem. Enig inzicht in de rol die flora en fauna
de natuur wint de woonomgeving aan kwaliteit, in de (stedelijke) woonomgeving speelt.
terwijl diezelfde woonomgeving de natuur • Enige kennis over begrippen zoals natuuront-
specifieke kansen aanreikt. Voor een aantal dier- wikkeling, natuurdoeltype (lit. 2), natuurlijk of
en plantensoorten bijvoorbeeld vormt de (stede- ecologisch beheer en cultuurlijk beheer, bio-
lijke) woonomgeving een belangrijk, zo niet het toop, ecologische verbindingszones en de EHS
belangrijkste, leefgebied. (ecologische hoofdstructuur), 'stapstenen',
Het compacter worden van steden lijkt de druk versnippering en ontsnippering van de natuur,
op flora en fauna te vergroten. Door echter bij faunapassages, ecoduct of natuurbrug, eco-
de planvorming met flora en fauna rekening te duiker, permacultuur.
houden, zijn er toch goede kansen voor natuur- • Enige kennis over het begrip (ecologische)
ontwikkeling in de stad (lit. 1). gradiënt (= geleidelijke ruimtelijke overgang) en
kennis over in hoeverre gradiënten te gebruiken
Eén van de kernpunten van het landelijke natuur- zijn voor het vergroten van de diversiteit in flora
beleid is het handhaven en zo mogelijk vergroten en fauna.
van de soortenrijkdom (biodiversiteit) in de natuur. • Het (her)kennen van de belangrijkste flora en
Nog steeds is er in ons land namelijk sprake van fauna en enige kennis over groeiplaatsen of
een achteruitgang van het aantal planten en leefgebieden.
dieren. Het gaat echter niet met alle soorten • Globaal inzicht in het huidige beleid. Kennis
slecht, zo blijkt uit de ‘Natuurbalans 2005’ (lit. 1). over wet- en regelgeving.
Om deze achteruitgang stop te zetten en mogelijk Belangrijk hierbij zijn de Flora- en faunawet en
om te zetten in een vergroting van het aantal soor- de Natuurbeschermingswet. In beide wetten zijn
ten zijn er tal van mogelijkheden. Belangrijk daarbij naast het nationaal natuurbeschermingsbeleid
is het handhaven en verbeteren van de zogenaam- ook tal van internationale verdragen en richt-
de ecologische verbindingszones waarvan de lijnen verankerd, zoals de Vogelrichtlijn,
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de basis vormt. Habitatrichtlijn en de Wetlands-Conventie.
Deze structuur verbindt onder andere de kernge-
bieden (gebieden met belangrijke natuurwaarde). Kennis over de diverse zaken kan vanzelfsprekend
per opleiding sterk verschillen.
Ook binnen stedelijke gebieden is het van belang
om water- en groenelementen te verbinden Problematiek
zodat een goede verspreiding van flora en fauna Niet alleen het Nederlandse landschap, maar ook
mogelijk is. de biodiversiteit staat onder druk. Dit als gevolg van
Een goede samenwerking tussen diverse partijen onder andere de versnippering van de natuur, ver-
zoals de gemeente met verschillende diensten, droging, verstedelijking, verzuring, verzilting, ver-
waterschap en provincie is vereist om een inte- storing (bijv. te veel kunstlicht) en verontreiniging.
grale benadering mogelijk te maken.
96
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Eén van de belangrijkste maatregelen die als Beleid en regelgeving


oplossing gezien wordt, is de realisatie van de EHS, De rijksoverheid streeft onder andere naar een
de ecologische hoofdstuctuur. Het beleid voor de vergroting van de biodiversiteit. Dit mede op basis
EHS op het land kent drie lijnen (lit. 1): van het beleid van de EU dat al enkele decennia
• vergroten: het areaal natuur uitbreiden en grote gericht is op behoud en herstel van de biodiver-
eenheden creëren; siteit. Dat gebeurt in het bijzonder via de
• verbinden: een samenhangend netwerk tot Vogelrichtlijn (1979) en Habitatrichtlijn (1992).
stand brengen, inclusief het opheffen Zoals eerder vermeld speelt de EHS daarbij een
van barrières; belangrijke rol.
• verbeteren: (milieu)condities realiseren die het
mogelijk maken om de in natuurgebieden In de Nota Ruimte (lit. 3) wordt gesteld dat de
beoogde kwaliteit te bereiken. kwantiteit en de kwaliteit van het groen in en om
De EHS is een omvangrijk project dat nu halver- de steden de afgelopen decennia aanzienlijk zijn
wege de einddatum van 2018 is. Hoewel de reali- verminderd. Dit heeft negatieve gevolgen voor
satie van de EHS voor wat betreft het aankopen leefbaarheid en gezondheid. De nota stelt daarom
van grond op schema ligt, zijn de ruimtelijke dat betrokken partijen voldoende ruimte moeten
samenhang en milieucondities onvoldoende om reserveren voor allerlei 'groene' voorzieningen
de internationaal gemaakte afspraken over het zoals parken, volkstuinen en sportvoorzieningen
behoud van biodiversiteit waar te maken. op loop- en fietsafstand.

Voor duurzaam bouwen is het vooral van belang De natuurwetgeving in ons land kent twee sporen:
om de voorwaarden te kennen die belangrijk • Soortenbescherming
zijn voor natuurontwikkeling in een stedelijke De soortenbescherming kent naast de passieve
omgeving: wettelijke bescherming (het tegenhouden van
• variatie, bijvoorbeeld in bodem, druk - rustig, verslechtering) met de Flora- en faunawet een
droog - nat; meer variatie biedt meer kansen op actieve soortenbescherming via onder andere
diversiteit aan flora en fauna; de soortenbeschermingsplannen.
• continuïteit in het beheer; planten en dieren • Gebiedsbescherming
moeten voldoende tijd hebben om zich te Kern van de gebiedsbescherming wordt
kunnen aanpassen aan een nieuwe omgeving; gevormd door het netwerk van Natura 2000-
• oppervlakte-effect; hoe groter een bepaald gebieden die strikt beschermd zijn. Daarnaast
gebied(je) met een bepaald milieu is, hoe groter zijn er ook nog tal van beschermde natuur-
de biodiversiteit; gebieden aangewezen.
• ecologisch netwerk; een ecologisch netwerk Bij deze beide sporen zijn twee wetten van belang,
vormt een belangrijke voorwaarde voor het ont- respectievelijk de Flora- en faunawet en de
staan (en behoud) van een rijke flora en fauna. Natuurbeschermingswet.
Een netwerk is van groot belang voor de ver-
spreiding van soorten en de uitwisseling binnen Op gemeentelijk niveau kan, mede gelet op het
soorten. Zo'n netwerk bestaat uit allerlei soorten bovenstaande, beleid worden geformuleerd in
groen- en waterelementen. onder andere een Natuur Beleidsplan. Verder kan
een gemeente concrete maatregelen nemen bij
de uitwerking van een stedenbouwkundig plan
en in (ecologische) beheersplannen, eventueel
voorafgegaan door een paragraaf in een bestem-
mingsplan.

97
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Ontwerp • Pas gevelbegroeiing toe (afb. 45).


Denk bij een ontwerp aan de volgende maat- • Bevorder muurplanten. De moderne specie-
regelen of acties: soorten zijn te hard en te weinig poreus.
• Inventariseer in een zo vroeg mogelijk plan- Voor met name nieuwe tuinmuren is het te
stadium de aanwezige flora en fauna. overwegen om met kalkrijkere specie te gaan
De inventarisatie zal logischer wijze gecombi- metselen.
neerd worden met de inventarisatie van • Overweeg het toepassen van vegetatiedaken
'natuurlijke' aspecten zoals landschappelijke (lit. 5, 6).
elementen, bodem en waterhuishouding. Belangrijke voordelen in een compact stedelijke
• Handhaaf de aanwezige waardevolle elementen. omgeving:
• Maak gebruik van de aanwezige 'natuurlijke' - Gunstige beïnvloeding stadsklimaat
situatie. (stofbinding, minder opwarming).
Een duurzame 'natuurlijke' ontwikkeling van - Vermindering van de piekbelasting van
flora en fauna vraagt om gebruik van de lokaal de riolering (afhankelijk van systeem).
aanwezige bodemtypen, waterhuishouding en • Vermijd barrières in het ecologische netwerk.
het aanwezige reliëf. Barrières in het ecologische netwerk zijn echter
• Breng een ecologisch netwerk aan en sluit dit niet altijd te vermijden. Er zijn enkele 'techni-
zo mogelijk aan op de nationale ecologische sche' hulpmiddelen voorhanden die de barrière-
hoofdstructuur (EHS). werking kunnen verminderen zoals:
• Houd bij het ontwerp rekening met het beheer - Fauna-uitstapplaatsen bij steile oevers.
van het oppervlaktewater. - Doorgaande loopplanken of richels bij brug-
• Breng variatie aan in groen- en waterelementen genhoofden, duikers e.d.
en maak gebruik van gradiënten. - Fauna-tunnels en ecoducten om onder-
• Houd rekening met een ecologisch beheer. brekingen in 'groene' verbindingen als gevolg
Een dergelijk beheer richt zich op het zoveel van wegen op te heffen. Veel praktische
mogelijk gebruiken van natuurlijke processen. informatie is te vinden in de ‘Leidraad fauna-
Voorbeelden hiervan zijn het gefaseerd maai- voorzieningen bij wegen’(lit. 7).
beheer en begrazing door bijvoorbeeld hoog- • Bevorder gelegenheid voor broeden en
landers, koeien of schapen. verblijven in zomer en winter (lit. 8).
• Voorkom chemische onkruidbestrijdings- Stimuleer het aanbrengen van onder andere
middelen. gierzwaluwblokken of pannen voor gierzwalu-
Verwijder het onkruid mechanisch, bijvoor- wen (lit. 9) en voorzieningen voor bijvoorbeeld
beeld met borstelapparatuur. Neem daarom mussen, vleermuizen en padden. Zie ook:
preventieve maatregelen (lit. 4) in het ontwerp ‘Veelgestelde vraag over nestelmogelijkheden’.
zoals:
- Voorkom onnodige verharding. De uitgave 'Ecologisch groenbeheer' (lit. 10)
- Gebruik grasstenen voor weinig gebruikte geeft veel praktische informatie met onder andere
parkeervlakken, wegbermen e.d. richtlijnen over flora èn fauna en is geschreven
• Geef bomen voldoende ruimte, zowel onder- voor betrokkenen bij het ontwerp en beheer van
als bovengronds. ecologisch groen. Het boek is ook voorzien van
• Pas 'aantrekkelijke' en 'inheemse' vegetatie toe. enige theoretische informatie, veel illustraties en
Kies vegetatie die geschikt is voor ons klimaat handige tabellen.
en bodem; vaak wordt hiervoor het begrip
'inheems' gebruikt, hoewel dat letterlijk niet
juist is. Kies 'vogelvriendelijk' vegetatie.

98
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Laat een communicatieplan opstellen om


betrokkenen te informeren over de consequen-
ties van een ecologisch groenbeheer (afb. 46).
Dit beheer heeft niet alleen gevolgen voor het
uiterlijk van groenvoorzieningen, maar ook voor
de benodigde arbeid ('minder vaak, maar met
meer arbeidsinzet') en de benodigde apparatuur.

Zie ook:
• certificaat Duurzaam terreinbeheer via
www.milieukeur.nl.
• Infoblad ‘Onkruidbestrijding en gladheids-
bestrijding op bestrating en verhardingen’
op www.dubo-centrum.nl.

Afb. 45: Gevelbegroeiing (en daktuin) bij het

ING-gebouw in Amsterdam Zuidoost.

Architect: Architectenbureau Alberts en van

Huut te Amsterdam. Realisatie: 1987.

Uitvoering en beheer
Neem de volgende maatregelen tijdens de uit-
voering en het beheer van bouw-, GWW- en
groenprojecten:
• Bescherm aanwezig groen door het plaatsen van
bijvoorbeeld hekken.
• Tref passende maatregelen bij bronbemaling.
• Voorkom verdichting van de bodem in de nabij- Afb. 46: Ecologisch groenbeheer vraagt een goede

heid van bomen: projecteer daar dus bijvoor- communicatie naar omwonenden.

beeld geen zware opslag. Neem in het bestek


een regeling op voor een schadevergoeding in
geval van beschadiging.
• Het is aan te bevelen het schonen van water-
wegen (zoals sloten, grachten) gefaseerd (niet
alles tegelijk) plaats te laten vinden. Hierdoor
blijft er leefruimte over voor de fauna.

99
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Literatuur en sites Overige literatuur


• Zeldzame planten in wegbermen;
1 Natuurbalans 2005; Milieu- en CROW-publicatie 45, 1991.
Natuurplanbureau, RIVM, uitgave SDU
uitgevers, Den Haag, 2005. Sites
2 Handboek Natuurdoeltypen; Expertisecentrum www.vrom.nl - Ministerie van VROM
LNV, Wageningen, 2001. www.gierzwaluw.com - info over gierzwaluwen
3 Nota Ruimte; VROM, 2005. www9.minlnv.nl - Ministerie van Landbouw,
4 Ontwerpvoorbeelden onkruidwerende Natuur en Voedselkwaliteit
verhardingen - Ideeënboek; CROW-publicatie www.permacultuur.tk/ - info over permacultuur
119, 1997. www.milieuregels.nl - info over milieuregels
5 Begroeide daken in Nederland - ontwerp, voor de bouw (alleen toegang met
uitvoering, beheer; P. Teeuw en C. Ravesloot, abonnement; van SBR en CROW)
in opdracht van SOM TU-Delft, uitgave Delft www.vogelbescherming.nl - Vogelbescherming
University Press te Delft, 1998. Nederland
6 Daken in het groen; SBR, Rotterdam, 1997. www.natuurloket.nl - info over beschermde dieren
7 Leidraad faunavoorzieningen bij wegen; en planten
Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en www9.minlnv.nl - Begrippenlijst EHS
Waterbouwkunde (DWW), Delft, mei 2005 (ecologische hoofdstructuur)
(www.rwsnatuurenlandschap.nl - zie onder
‘ontsnippering - publicaties 2005’).
8 Vogels onder dak - Handleiding voor het
bevorderen van nestgelegenheid; T. den Boer
e.a., St. Uitgeverij KNNV / Vogelbescherming
Nederland, Zeist, 1994.
9 Bouwen voor gierzwaluwen; M. Mourmans-
Leinders, 2002; te bestellen via:
www.gierzwaluw.com.
10 Ecologisch groenbeheer; A. Koster,
Fontaine Uitgevers te 's-Graveland
(zie ook www.bruna.nl), 2001.

100
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

6.4 Verkeer en wegen Deze paragraaf beperkt zich tot enkele items die
direct een relatie hebben met het ontwerp en de
Introductie inrichting van de gebouwde omgeving. Meer
Gelet op de milieuproblematiek, leefbaarheid en informatie over duurzaamheid en verkeer is te
de verkeersveiligheid is het duidelijk dat vooral vinden op:
het vervoer per personen-, bestel- en vrachtauto • Dossier Verkeer via www.vrom.nl;
moet worden beperkt. Fiets, (trein)taxi, trein, tram • Infoblad ‘Mobiliteit: parkeren en duurzame
en bus moeten een goed alternatief bieden voor verkeersinfrastructuren op buurt- en wijkniveau’
het personenvervoer. Zeker in het vervoer tussen via www.dubo-centrum.nl (lit. 4);
de meer de stedelijke gebieden onderling en in • Infoblad ‘Duurzaam Groot Onderhoud aan
deze gebieden zelf. Bij het vrachtverkeer moet wegen’ via www.dubo-centrum.nl;
gezocht worden naar oplossingen waarbij auto's • Mobiliteitsmanagement via
effectiever gebruikt worden en vervoer over water www.senternovem.nl;
onderdeel wordt van de vervoersketen. • Transitie naar een duurzame energiehuis-
houding / Duurzame mobiliteit via
Eerst is echter gewenst maatregelen te nemen www.senternovem.nl.
waardoor minder 'zinloos' personenvervoer en
goederentransport plaatsvinden. Hierbij zal de Basiskennis en vaardigheden
vrijheid van verplaatsen en transport overeind De volgende onderwerpen vragen in het onderwijs
moeten blijven, omdat beperking hiervan op aandacht:
ernstige weerstand zal stuiten. Oplossingen • Inzicht in de milieuproblematiek van verkeer en
moeten worden gezocht in het beperken van de transport. Denk aan energieverbruik en CO2-
spreiding van activiteiten in ruimte ten tijd. reductie, geluid, fijn stof (lit. 5), ruimtebeslag.
Ruimtelijke ordening kan, zo blijkt uit onderzoek, • Kennis over begrippen zoals modal split en
hierbij een duidelijke rol spelen (lit. 1). modal shift, auto-delen, carpoolen, autoluw en
autoarm, woonstraat, woonerf, 30 km/u-zone,
In dit kader is de ‘Wet van Brever’ (Behoud van scheiding tussen ontsluitend en verbindend
Reistijden en aantallen Verplaatsingen) interes- openbaar vervoer, geluidshinder; zonodig ook
sant. Die zegt dat niet de afstand telt, maar de (steden)bouwfysische kennis over geluid en
reistijd. Een mens verplaatst zich jaarlijks een vast geluidisolatie, stil asfalt.
aantal uren. Als hij zich sneller kan verplaatsen, • Enig inzicht in het vervoersaandeel per trans-
zal hij een grotere afstand gaan afleggen. portmiddel.
• Inzicht in de relatie tussen vervoerskeuzen en
Om gemeenten behulpzaam te zijn bij het ontwik- stedenbouwkundig ontwerp (afb. 47) (onder
kelen van duurzame ruimtelijke plannen zijn twee andere afstand naar haltes, snelheid en inrich-
instrumenten ontwikkeld: 'VervoersPrestatie op ting gebouwde omgeving, voorwaarden voor
Locatie' (VPL) en Langzaam Rijden Gaat Sneller goede fietsroutes, parkeervoorzieningen).
(LARGAS) (lit. 2). Naast energiebesparing (CO2- • Kennis over vormgeving en detaillering
reductie) blijkt de toepassing van deze instrumen- verkeersvoorzieningen zoals fietsroutes en
ten ook positieve gevolgen te hebben op de ver- stallingen. Veel informatie in de vorm van publi-
keersveiligheid, doorstroming en geluidsoverlast. caties is te verkrijgen bij CROW (www.crow.nl)
In de uitgave 'Slimme inrichting voor woonwijken' en via www.fietsberaad.nl.
(lit. 3) is een groot aantal voorbeeldprojecten • Kennis van het zonodig kunnen omgaan met
opgenomen. instrumenten zoals VPL (VerkeersPrestatie op
Locatie) en LARGAS.

101
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Globaal inzicht in het huidige beleid. Kennis 'Voor de kortere afstanden is de fiets een aantrek-
over wet- en regelgeving (geluid, luchtkwaliteit). kelijk en gezond vervoermiddel. Een relatief hoog
aandeel fietsverplaatsingen draagt bij aan de
Kennis over de diverse zaken kan vanzelfsprekend bereikbaarheid van stedelijke voorzieningen en
per opleiding sterk verschillen. aan de kwaliteit van de leefomgeving. Goed
fietsbeleid versterkt dit.'

Een stedenbouwkundige opzet zoals in Houten


laat zien dat dit ook in werkelijkheid kan. Voor
langere afstanden liggen alternatieven moeilijker.
Toch zijn er zeker mogelijkheden voor een ver-
schuiving van de auto naar openbaar vervoer
op de langere afstanden. Voorwaarde is dat het
voor- en natransport veel beter verzorgd wordt.
De treintaxi en regionale (snel)trams zijn hiervan
een aardig voorbeeld.

In het goederenvervoer is een verschuiving van


wegtransport naar transport over water (en combi-
Afb. 47: In Houten wordt duidelijk meer gefietst dan in een qua grootte vergelijkbare plaats. naties hiervan) vooral interessant. Er is een duide-
De stedenbouwkundige opzet is gebaseerd op een uitgebreid fietspadennet met snelle en veilige lijke opleving te zien in de binnenvaart (lit. 6).
verbindingen naar het centrum met onder andere het NS-station.

Naast de keuze van het vervoermiddel, speelt de


Problematiek problematiek van het aantal verplaatsingen.
Het verkeer levert aanzienlijke milieu- en veilig- Ingrijpen daarin is erg moeilijk zoals hiervoor al
heidsproblemen op. Bij het milieu gaat het om gezegd. Wel is de verwachting dat telewerken en
onder andere het gebruik van fossiele brandstof- televergaderen een daling in het aantal verplaat-
fen, de uitstoot van diverse stoffen zoals fijn stof singen kan bewerkstelligen. Deze daling wordt
en CO2 (met gevolgen voor onder andere klimaat echter gecompenseerd door de stijging van het
en gezondheid), ruimtebeslag en geluid. aantal vrijetijdsverplaatsingen.
In principe is een daling van het aantal verplaat-
De sector verkeer en vervoer (exclusief luchtvaart) singen of van de gemiddelde afstand per verplaat-
is verantwoordelijk voor circa 20% van de totale sing bij goederenvervoer mogelijk door fabricage
landelijke CO2-uitstoot. Bijna tweederde van het en assemblage dichterbij toeleveranciers en
energieverbruik in deze sector wordt gebruikt voor afnemers te laten plaatsvinden. Hiervan wordt in
het personenvervoer, het overige voor het goede- de praktijk echter weinig verwacht.
renvervoer. Bij het personenvervoer neemt de per-
sonenauto het merendeel (circa 90%) van het
energieverbruik voor zijn rekening. Beleid
Het rijksbeleid anno 2006 staat beschreven in de
Meer dan de helft van alle autoritten is, zo blijkt uit 'Nota Mobiliteit 3' (lit. 6) met als subtitel 'Naar een
onderzoek, korter dan 7,5 km. Dit is een afstand betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid'.
die ook goed met de fiets te overbruggen is. Er Een belangrijk uitgangspunt van de nota is dat het
moeten dus kansen zijn om het personenvervoer terugdringen van mobiliteit geen optie is. De nota
duurzamer te maken. De Nota Mobiliteit (lit. 6) zegt hierover: 'Mobiliteit is niet alleen een drager
zegt letterlijk:
102
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

van de economische groei, maar ook een Gemeenten werken hun beleid uit in een verkeers-
maatschappelijke behoefte. Mobiliteit is een beleidsplan of verkeersstructuurplan. Voor speci-
verworvenheid, die mensen de kans biedt zich fieke delen van een gemeente vormt het bestem-
te ontplooien en te ontspannen. Bestrijden van mingsplan het instrument om beleid te vertalen in
mobiliteit zou dan ook betekenen: bestrijden van concrete ruimtelijke maatregelen.
maatschappelijke behoeften. Dat is gewenst noch
effectief. Daarom kiest het kabinet ervoor om de
mobiliteitsgroei in goede banen te leiden. Ontwerp
Natuurlijk kan wel onnodige mobiliteit worden De consequenties van het ruimtelijke ontwerp
voorkomen. Bijvoorbeeld met slim ruimtelijk beleid, ten aanzien van mobiliteit en de bijbehorende
transportbesparing, vervoersmanagement of ICT- milieubelasting moeten in beschouwing worden
toepassingen. Met ICT zijn logistieke processen genomen. De plannen kunnen dan zonodig bij-
optimaal in te richten, is reis- en routeinformatie gesteld worden. Het is van groot belang dat
dichterbij en wordt thuiswerken mogelijk.' verkeerskundigen gedurende het gehele ontwerp-
proces betrokken zijn bij de planontwikkeling;
In de nota wordt aangegeven dat het beleid niet van lokatiekeuze tot en met concrete inrichtings-
gericht is op de verandering van vervoerwijze plannen. Met name voorzieningen voor openbaar
(modal shift). Wel probeert men de negatieve vervoer en langzaam verkeer (fietser, voetganger)
effecten op milieu en leefomgeving te vermin- moeten in elke fase van het ontwerp getoetst
deren door maatregelen te nemen binnen elke worden aan de uitgangspunten.
vervoerswijze, denk hierbij bijvoorbeeld aan het De volgende ontwerpstrategie (lit. 8) is te hanteren:
invoeren van roetfilters bij dieselauto's. De nota • Procesgericht: Geef de verkeerskundige en de
zegt hierover 'De leefomgeving is meer gebaat stedenbouwkundige een gelijkwaardige positie.
bij een aanpak van de milieuprestaties van álle • Ontwerptechnisch: Ga bij het ontwerp uit van
modaliteiten. Hierbij speelt innovatie en norm- het langzaamverkeersnetwerk en stem het OV-
stelling een grote rol.' en autonetwerk daarop af. Werk de netwerken
uit vanaf de woning en overige gebouwen.
De nota gaat ook in op de ruimtelijke ordening. Details zoals loopafstand naar fiets, parkeerplek
De nu aanwezige infrastructuur moet uitgangs- en comfort (korte wachttijden bij verkeerslichten)
punt zijn voor de locatiekeuze voor nieuwe zijn hierbij van belang.
woning- en utiliteitsbouw. Zo is woningbouw in • Bestemmingen: Organiseer in ruimtelijke zin de
stedelijke centra gunstig om extra mobiliteit te voorzieningen zodanig dat ze het netwerk van
voorkomen. Ook het draagvlak voor het openbaar het langzaam verkeer ondersteunen: winkelstra-
vervoer kan dan vergroot worden. ten eerder dan geconcentreerde winkelcentra.
In dit kader is de publicatie 'Nieuwbouw in bewe-
ging - Een analyse van het ruimtelijk mobiliteits-
beleid van VINEX' interessant (lit. 7). Zo blijkt de
mobiliteit van bewoners uit uitbreidingswijken
in het algemeen erg hoog, uit VINEX-uitbreidings-
wijken iets minder hoog wat dus een succesje
betekent voor de VINEX-gedachte. Opvallend is de
lage mobiliteit bij VINEX locaties in binnenstede-
lijke gebieden.

103
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

• Stimuleer de plaatsing van zorgvuldig vorm-


gegeven abri's.
• Bevorder het selectief gebruik van de auto.
• Houd rekening met call a car/huur op
maat/gedeeld autobezit.
• Overweeg een carpoolvoorziening.
• Introduceer collectief parkeren en overweeg
'dubbel' gebruik van parkeerplaatsen.
• Let op bij snelheidsremmende voorzieningen
(alleen voor auto's, niet voor fietsen).
• Houd rekening met voorzieningen voor fauna

Afb. 48: Fietsstraat


(lit. 13).
Voorbeeld van een 'fietsstraat' in een recrea-

tiegebied in Delft. De auto is als gast toege- GWW-sector


staan. Er zijn diverse profielen mogelijk. De
Het merendeel van de dubo-onderwerpen in de
fietsstraat is bedoeld als onderdeel van een

fietsroute in combinatie met een woon- en/of


GWW-sector die te maken hebben met het thema
winkelstraat zonder doorgaand autoverkeer. 'verkeer' zijn al onder één van de andere thema's
aan bod gekomen. Gedacht kan worden aan de
De volgende ontwerpmaatregelen zijn van belang: aanleg van voorzieningen tegen geluidshinder,
• Minimaliseer afstanden. de verschuiving in goederenvervoer van weg- naar
• Meng functies (wonen, werken, voorzieningen). watertransport en de aanleg van comfortabele
• Stimuleer fietsverkeer. Belangrijke eisen voor wegen voor langzaam verkeer en openbaar
een fietsnetwerk zijn: vervoer. Onderzoek toont aan dat stil asfalt een
- samenhang; interessante besparing op de kosten van geluids-
- directheid en snelheid; schermen kan opleveren (lit. 9).
- comfort en aantrekkelijkheid (lit. 12) (afb. 48); Ook is aandacht gewenst voor fiets- en voet-
- veiligheid. gangersvriendelijke maatregelen tijdens de uit-
• Stimuleer het openbaar vervoer. Enkele belang- voering van werkzaamheden. Nog veel te vaak is
rijke aandachtspunten zijn: het bord 'Fietsers afstappen!' te zien (lit. 11).
- directheid; In het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW
- snelheid; (lit. 14) wordt een aantal voorbeelden uitgewerkt.
- verdichting van wonen, werken en voor-
zieningen rond haltes; Houten
- korte afstand naar halte; hierbij een afweging De gemeente Houten heeft haar Rondweg voor-
maken tussen snelheid en loopafstand; zien van de nieuwste technische veelal energie-
- sociaal veilige haltes en route naar haltes; besparende snufjes. De weg is voorzien van een
- aansluiting op belangrijke fietsroutes met nieuwe asfaltdeklaag, reflecterende belijning, op
geschikte stallingsmogelijkheden; elkaar ingestelde verkeerslichten, ledverlichting,
- afstemming op de te vestigen bedrijven en dynamische verlichting en dimbare openbare
instellingen. verlichting (bron: Projectbureau Energiebesparing
• Maak een wijk autoluw; GWW).
• Beperk geluidshinder door verkeer. Zie Infoblad
‘Geluidbelaste Locaties’ (lit. 9).
• Stimuleer goede fietsenstallingen (lit. 10).

104
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

Literatuur en sites Sites


www.crow.nl - CROW (Kenniscentrum voor verkeer,
1 Energiebesparing in verkeer en vervoer door vervoer en infrastructuur)(veel praktische literatuur)
ruimtelijke ordening; P. Janse e.a., Novem www.fietsberaad.nl (kennisbank over fietsen -
(thans SenterNovem) te Sittard, 1997. onder andere info voor beroepsopleidingen)
2 Largas - een integrale aanpak van verkeers- www.dubo-centrum.nl - Nationaal Dubo Centrum
assen (+ voorbeeldenboek), Novem (thans (Infoblad Mobiliteit - VPL)
SenterNovem), 2003. www.senternovem.nl/mobiliteitsmanagement/
3 Slimme inrichting voor woonwijken, Novem index.asp
(thans SenterNovem), 2003. www.senternovem.nl/energietransitie/
4 Infoblad ‘Mobiliteit: parkeren en duurzame duurzame_mobiliteit/index.asp
verkeersinfrastructuren op buurt- en www.vrom.nl/pagina.html?id=17855 -
wijkniveau’ via www.dubo-centrum.nl; Dossier Verkeer
5 Fijn stof nader bekeken; Milieu- en
Natuurplanbureau (MNP); augustus 2005
(te downloaden via
www.mnp.nl/publicaties/2005).
6 Nota Mobiliteit 3; Ministerie van Verkeer en
Waterstaat, 2005; te downloaden via
www.notamobiliteit.nl.
7 Nieuwbouw in beweging - Een analyse van
het ruimtelijk mobiliteitsbeleid van VINEX;
Ruimtelijk Planbureau, Den Haag, 2005.
8 Zijn de grenzen an verkeer bereikt?; A. Welraad
en A. Jansen, in: Handboek Ruimtelijke
Ordening en Milieu; Samsom te Alphen a/d
Rijn, editie 1998.
9 Infoblad ‘Geluidbelaste Locaties’.
10 Leidraad fietsparkeren; CROW, 2001.
11 Handboek wegafzettingen op niet-autosnel-
wegen binnen de bebouwde kom; CROW, 1999.
12 Verhardingskeuze voor fietsverbindingen:
asfalt, beton of tegels; Fietsberaad, 2002
(te downloaden via www.fietsberaad.nl).
13 Leidraad faunavoorzieningen bij wegen;
Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en
Waterbouwkunde, Delft, 2005.
14 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW;
Nationaal DuBo centrum, CUR en CROW,
uitgave CROW; wordt regelmatig aangepast.

105
Basisdocument - Wat is duurzaam bouwen?

SenterNovem stimuleert duurzame ontwikkeling en innovatie door een


brug te slaan tussen markt en overheid. Op professionele wijze voert
SenterNovem overheidsbeleid uit rond innovatie, energie & klimaat
en milieu & leefomgeving. Bedrijven, instellingen en overheden kunnen
bij SenterNovem terecht voor het realiseren van maatschappelijke
doelstellingen op deze terreinen, nationaal en internationaal.
SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische
Zaken. Meer informatie: www.senternovem.nl

Juliana van Stolberglaan 3 Catharijnesingel 59

Postbus 93144 Postbus 8242

2509 AC Den Haag 3503 RE Utrecht

Telefoon 070 373 50 00 Telefoon 030 239 34 93

Telefax 070 373 51 00 Telefax 030 231 64 91

Swentiboldstraat 21 Dokter van Deenweg 108

Postbus 17 Postbus 10073

6130 AA Sittard 8000 GB Zwolle

Telefoon 046 420 22 02 Telefoon 038 455 35 53

Telefax 046 452 82 60 Telefax 038 454 02 25

http://duurzaambouwen.senternovem.nl

Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan SenterNovem geen

enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Bij publicaties van SenterNovem die

informeren over subsidieregelingen geldt dat de beoordeling van subsidieaanvragen uitsluitend

plaatsvindt aan de hand van de officiële publicatie van het besluit in de Staatscourant.

You might also like