You are on page 1of 3

A Examenvoorbereiding

A.1 Het examen 1 2 B de landelijke overheid a juist b hoofdstuk 5 (Verbranden en verwarmen) c K4 Stoffen en materialen a onjuist (het is voor de gemengde n theoretische leerweg) b juist a Het CE wordt door de overheid gemaakt. b nee

5 opdracht een schriftelijke toets maken werkstage bezoeken bedrijven eenvoudig proefje bij natuurkunde mondelinge overhoring 6 X X X X ja nee X

Bij een praktische opdracht gaat het niet alleen om wat je weet, maar ook om wat je kunt. Netjes werken en een onderzoeksplan opstellen zijn vaardigheden die erg belangrijk zijn bij een praktische opdracht. wel: Als het interview te maken heeft met meerdere vakken en/of te maken heeft met beroepsorintatie, dan kan het een handelingsopdracht zijn. niet: Als het interview direct te maken heeft met de lesstof van een bepaald vak, dan is het geen handelingsdeel, maar bijvoorbeeld een onderdeel van een praktische opdracht. a eigen antwoord b eigen antwoord c eigen antwoord nee (alleen de resultaten van de toetsen worden in het examendossier bewaard)

10 B Je nieuwe school kan zo een indruk krijgen van wat je kunt en kent.

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen

2008 Noordhoff Uitgevers bv

16

11 Een resultaat kan verkeerd ingevoerd worden in het examendossier. Het is dus belangrijk om de cijfers in je examendossier goed te controleren. 12 ((2 6,5) + (1 4) + (1 7,5) + (1 8)) / (2+1+1+1) = 32,5 / 5 = 6,5 13 vakdocent, mentor, medeleerling, ouder, verzorger, broer, zus, etc. 14 Test jezelf Helpt je door te laten zien hoe je bijvoorbeeld een werkstuk kunt maken. Hierin staan de antwoorden op de kernvragen. Helpt je om te controleren of je de leerstof beheerst. Helpt je bij het aanleren van vaardigheden zoals het doen van onderzoek. Helpt je door te laten zien in welke paragraaf een onderwerp staat.

Do-it Checklist

Samenvatting

Om te onthouden

15 eigen antwoord 16 Het examen wordt ongeldig verklaard. Je bent gezakt. Je kunt wel deelnemen aan het herexamen als je een kans hebt om alsnog te slagen voor je examen.

A.2 Toetsen en vragen 17 eigen antwoord 18 eigen antwoord 19 eigen antwoord 20 Als je te lang bij een vraag blijft hangen die niet lukt, raak je later op de toets misschien in tijdnood. 21 a Om de toets door te nemen. Je krijgt zo een idee welke vragen makkelijk en welke vragen moeilijk zijn. b Er bestaat dan de kans dat je ergens vastloopt en kostbare tijd verliest. Je kunt beter eerst de makkelijkste vragen maken en daarna de moeilijke vragen. c Aan het begin: 5 minuten de toets doornemen. Aan het eind: 5 minuten om door te lezen wat je opgeschreven hebt. Er blijven dus 30 minuten over om de 20 vragen te maken: 30 / 20 = 1,5 minuut per vraag.

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen

2008 Noordhoff Uitgevers bv

17

22 a juiste antwoord b doorstrepen 23 Vier antwoorden, waarvan er n antwoord goed is. 24 a b c d nee antwoord B en D nee antwoord A

25 a 130 kg is geen realistisch antwoord. b Het broertje zit verder van het draaipunt vandaan dan Jos. Het broertje moet dus in ieder geval lichter zijn dan Jos. c 1,5 kg is geen realistisch antwoord d B 26 a Volgens het plaatje gaat de opgave over een stuwmeer. b Gedeeltelijk: de tekst gaat niet over het meer zelf, maar over de productie van elektriciteit m.b.v. een waterkrachtcentrale bij een stuwmeer.

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen

2008 Noordhoff Uitgevers bv

18

You might also like