You are on page 1of 55

Hoofdstuk 1

Ontstaan der vereeniging

Het was aan den avond van maandag den 23sten november 1903 dat eenige vrienden van den christelijken zang tezamen kwamen, ter bespreking van de vraag of thans niet de geschikte tijd was aangebroken om over te gaan tot het oprichten eener Christelijke Zangvereeniging te Arnhem. Alvorens echter het initiatief tot oprichting eener nieuwe zangvereeniging te nemen, achtte men het wenschelijk eerst een onderzoek in te stellen. Al spoedig bleek, dat de vergaderde heeren allen hetzelfde gevoelen waren toegedaan, en men na eenige besprekingen tot het besluit kwam, de voorbereidende maatregelen ter hand te nemen. Allereerst werd vastgesteld, dat de nieuwe vereeniging moest staan op beslist christelijken grondslag, ten andere wenscht men er den nadruk op te leggen, dat geen kerkelijke, maar eene christelijke zangvereeniging werd bedoeld, welke zich zo spoedig mogelijk zoude aansluiten bij den 'Bond van Christelijke Zangvereenigingen in Nederland'. Tevens achtte men het van het hoogste belang, voor alles te
1

trachten een Directeur te vinden, die de beginselen der op te richten vereeniging zou zijn toegedaan. Citaat.

Dit relaas is aangetroffen, nadat het door de tijd heen steeds weer werd overgenomen, zodat het niet verloren ging voor ons, die nu de zangvereniging bevolken, en in stand houden. Het vermeldt verder, dat een tweede vergadering werd gehouden op 7 december van hetzelfde jaar, waar de heren met een conceptreglement kwamen, de artikelen werden vastgesteld, en ook aan de genodigden voorgelegd in een andere vergadering. Artikel 1 over doel en grondslag ontlokte veel discussie, maar men werd het toch met elkaar eens over wat daar onder moet worden verstaan. Andere artikelen konden ook worden vastgesteld. Na alle procedures gevolgd te hebben, werd op de avond van 21 december 1903 het reglement en bloc aangenomen, waarmee de vereniging geconstitueerd was, aanvankelijk 25 leden tellende. De zangvereniging kreeg de naam "Halleluja", hetgeen de doelstelling duidelijk aangaf. Eerste bestuursleden waren: hr. Eensink voorzitter, hr. Hanekamp vice voorzitter, 1e penningmeester hr. Bongers, 2e penningmeester mej. Eijndraajer, hr. van Woerden bibliothecaris, hr. Bijlsma secretaris.
2

Directeuren [dirigenten] werden al of niet van honorarium voorzien, en besteedden dit ook wel ten bate van de vereniging. Notulen vermelden dat de vereniging zich niet aan de directeur wilde verplicht voelen door dit aan te nemen, en het bestuur verzocht hem dringend zijn honorarium te behouden en naar eigen inzicht te besteden. Repetitielocatie was eerst gebouw "Patrimonium" te Arnhem, en er zou nog regelmatig van plek veranderd worden. Kosten: f 2, - per avond Vooroefeningen, zelfde avond van 6-8 uur 0,50. Eerste repetitie: maandag 4 januari 1904. In studie werd genomen Psalm 42 van Mendelssohn Bartholdy en andere kleinere werken. Kwitanties voor het innen van contributie werden door een lid van de vereniging rondgebracht tegen vergoeding van 2,5 cent per stuk.Die vergoeding bleek te laag, de man beklaagde zich hierover en kreeg drie cent per stuk. De Bibliothecaris wenste dat bij de Bond van Christelijke Ned. Zangverenigingen werd aangesloten, dit om "kleur te bekennen", dwz christelijk zijn en dat tonen. Huur piano is f6,- p.maand Eerste uitvoering in juni in de "Groote" kerk. Op het programma staan een koraal \ 42e psalm Mendelssohn \ wederom een koraal, \ en ' Der Ostermorgen " van Neukomm. Entree 1,- en tekstboekjes 10 cent. Solisten: Mej. Reijnders, Hr. Oostveen, Hr. Renaud. Honorarium eerste solist f 75,-, De heren elk f 50,-. Het geheel o.l.v. J. Berkenbosch- Berends, als eerste benoemde "directeur" van de vereniging. Met het geven van dit concert maakte "Halleluja" haar proeve van beginsel kenbaar zoals die luidde ( en nog steeds luidt) in haar eerste artikelen van het Reglement. "De vereniging heeft tot grondslag het onfeilbaar woord van God. Zij erkent de zang als een gave Gods en wenst die te beoefenen tot verheerlijking van Zijn naam. "Als lofzang inspireerde PSALM 150 voor de naam van de vereniging.

Hoofdstuk 2

GESCHIEDENIS.
Tijdens dit jaar, 1904, werd nogmaals een uitvoering gegeven, er werd vergaderd, en de kosten voor alles vertoonden al een stijgende lijn, hoewel niet dramatisch zoals we later te zien kregen. Aard en werkwijze van deze vorm van muziekbeoefening heeft in alle tijden veel kosten met zich meegebracht, en een positief saldo is een geluk, wat zes maanden later weer teniet kan gaan door minder gunstige uitkomsten, zodat de nullijn weer in zicht is. Zo vermelden de notulen tussen 1904 en 1906 een voorbeeld van geschatte kosten en de uiteindelijke netto opbrengst van een uitvoering. kosten:ong. 600,- vier solisten a f 75,- orkest f 100,- huur kerkgebouw f 35,- advertentiekosten f 35,- drukwerk f 35,- tribune f 30,- onvoorzien f 65,- Netto opbrengst van die uitvoering was f 192,-. Inmiddels was het 1906, er moest een nieuwe directeur komen, er waren15sollicitanten, waaronder de heer Brandts Buijs. De leden wisten dat hij veeleisend in de omgang was maar zijn naam bleef circuleren, en na meerdere keren stemmen stond hij als goede eerste kandidaat en werd aangenomen.Zijn vader had al bekendheid verworven, de zoon was ermee bezig, en ze durfden het wel met hem aan. Voorstellen om b.v. uit te voeren werken als "Ruth" \"Rebecca" van Cesar Franck, "Judas Maccabeus" van Hndel, of "Die Schpfung" van Joseph Haydn te kiezen, liepen uit op de beslissing toch iets anders te nemen, vanwege te hoge kosten voor inhuren solisten enz. Welk werk toen is uitgevoerd, en hoe,is niet vermeld. Opties voor meer werken maar dan a capella uit te voeren om de kosten te drukken werden uitvoerig besproken. Men vond dat wel een achteruitgang voor het koor, wat niet wenselijk was en als verlies van kwaliteit werd beschouwd. Ondanks die mening zijn er wel a capella uitvoeringen geweest, waarbij soms een batig saldo viel op te tekenen. De tijd liep door, de vereniging ging toch weer meer naar de [grotere] oratoria, omdat de twee directeuren haar van begin af in die richting hadden gestuurd. De "Paulus" kwam nog op de rol, alsook andere grotere werken, met alles wat daarbij aan begeleiding nodig was. Hoge kosten, maar ook lovende kritieken in de kranten.
5

Het inzicht dat begunstigers nodig zijn, om de middelen op peil te helpen houden, en ook gefortuneerde muziekminners om tekorten te willen dekken, won terrein, men deed moeite die te vinden. Ook werd samenwerken met andere koren overwogen, bij tekort aan eigen "mankracht".Notulen melden hierover dat een katholiek, goed bekend staand koor mee zou kunnen werken, als dat nodig was, maar er werd toch van afgezien, "we zullen daar toch geen katholieken voor nodig hebben" zo redeneerde men. En dat gebeurde dus niet. . In 1911 kwam MUSIS SACRUM in beeld, ook vanwege de grote zaal met 871 zitplaatsen. De uitvoeringen werden redelijk tot goed bezocht, men had die ruimte wel nodig, zo zei men, en waarom dan niet? Omdat de kerken aan koren wat minder hun ruimte wilden verhuren, was uitwijken ook nodig. Hiermee begon samenwerking van de zangvereniging en Musis Sacrum, en de daar gevestigde A.O.V., De Arnhemsche Orkestvereeniging.

Hoofdstuk 3 In 1912 zou Hare Majesteit de Koningin een bezoek aan Arnhem brengen,en de burgemeester had tegen de voorzitter gezegd, dat bij feestelijk optreden de vereniging de voorkeur zou genieten.De directeur ging ervan uit, dat het aandeel geen dagvullend karakter had maar als onderdeel van het feestprogramma kon fungeren. Dat was een goed inzicht, en daar stemde hij dan ook het in te studeren werk op af. Halleluja zou alvast een a capella werk instuderen voor de verjaardag van prinses Juliana, voor de a.s. uitvoering, en voor de grote uitvoering van dat jaar. Ze hadden dus een druk en vol programmaplan. Citaat, zie volg. tekst. Notulen:"Plaatsen voor critici worden vrijgehouden. Voor het reserveren van plaatsen voor Gouverneur en Burgemeester zal bij Musis worden genformeerd. Reclame plaatst men alleen in de Betuwsche, Ooster, en de Geldersche Stoomtram. Voor den avond der uitvoering zullen extra trams bij de Gemeente worden aangevraagd." ( Dat waren nog eens tijden.)

In daaropvolgende jaren kon het koor terugkijken op succesvolle concerten, kleine en grote kastekorten, te vaak verzuimende koorleden als a capella werk in studie was, of om andere redenen. Notulen melden dat bij twee keer wegblijven van de repetities een schrijven zou uitgaan met verzoek tot trouwere opkomst, en eventuele sancties. Ook diende men de algemene praatzucht te beteugelen. (Problemen van alle tijden, die met regelmaat opduiken.) Vermeldenswaard is ook dat twee soorten avonden met een uitvoering gebruikelijk waren, een volksuitvoering met een veel lagere entree dan voor beter gesitueerd publiek. Op die manier konden mensen die minder te
7

besteden hadden, wel van cultuur genieten. Misschien zijn er mensen geweest, die dit niet zo leuk vonden, maar het lijkt toch wel sociaal. Groot zal het stigma niet geweest zijn, omdat maatregelen waren beschreven om te voorkomen, dat rijkeren gebruik zouden maken van de avond waarop minder entree werd geheven. Halleluja werd regelmatig gevraagd mee te willen werken aan opluistering van maatschappelijke zaken, zoals het Congres voor drankbestrijding, optreden in de psychiatrische inrichting Wolfheze, of vocaal "acte de presence" te geven bij orgelbespelingen in de kerk van de Lutherse gemeente. Dat keerde vaak terug in de notulen, er bestond veel " interactie" met van alles in de stad en de omgeving. Het kwam ook wel voor, dat de vereniging geld schonk aan goede doelen, en dus hierdoor behoeftigen steunde. Hoe kon dat allemaal? Had dit te maken met de geest van die tijd? Een keer ging het de mist in,toen men ook wilde geven terwijl men weten kon geen batig saldo te zullen hebben. Dit werd door leden dan ook snel doorzien, en als "dubbel" van tafel gehaald. (Deze traditie heeft nog geruime tijd, tot in de 50er jaren voortbestaan.) We belanden in het jaar 1913, waarin de vereniging haar 10-jarig bestaan wilde vieren. Een concert moest worden afgesproken. Veel geld was er blijkbaar niet in kas, want elk voorstel werd, als zijnde te duur, verworpen. f 250, - en f 50, - voor engageren van de AOV, met een repetitie vooraf, was even niet op te brengen. De Dilettanten Vereniging werd gevraagd, en solisten die zich voor f25, - plus reis en verblijfkosten beschikbaar wilden stellen. Een goed orgel kon gratis uit de schouwburg worden gekregen. Aan te nemen is dat het toen wel in orde is gekomen met dat jubileumconcert.. Nadien was er weer eens een kleine dip, notulen: "De groote uitvoeringen onder onzen vorigen directeur hebben de vereeniging een zeer goeden naam geschonken en de andere vereenigingen gedwongen eerste klas solisten te nemen. Nu tot dit laatste door den minder rooskleurigen toestand der kas van "Halleluja' helaas sinds eenigen tijd reeds niet kan worden overgegaan, zijn onze uitvoeringen niet meer in die mate bezocht ". Citaat. (Jammer, soms kun je nog zo hard werken en je best doen, maar het wil niet.) Klonk hier ook niet enige rivaliteit t.o.v. andere Arnhemse koren door?
8

Weer een klacht over slechte koorbezetting. De directeur wilde weggaan als er geen heren bijkwamen. Er werden circulaires verspreid om leden te werven. De directeur stelde voor requiems en missen in studie te nemen, maar kreeg tegenwind omdat het strijdig zou kunnen zijn met het protestantse karakter van de vereniging. Omdat "Toonkunst", een ander koor met niveau, werk uitvoerde, wat Halleluja had willen doen, koos men voor een ander werk. In 1918 werd melding gemaakt van een Bureau voor Muziekauteursrecht, wat hoge financile eisen stelde aan koren. Daarom besloot men om weer toe te treden bij de Bond van Gemengde Zangverenigingen,omdat deze korting genoot op verschuldigde sommen. Zegde men het lidmaatschap bij de Christelijke bond dan op? Bood die dat voordeel niet? Vrijwillige verhoging van de contributie werd voorgesteld, wegens de stijging der prijzen.Men vond dat niet wenselijk. Opvallend is dat ondanks geharrewar over principes, wel democratisch werd omgegaan met dingen van belang zoals dit punt.

Hoofdstuk 4

In 1928 veranderde de vereniging haar naam van "Halleluja", naar C.O.V., wat stond voor: Christelijke Oratorium Vereniging. Gezien het repertoire in een reeks van jaren wel terecht om onder die noemer verder te willen.

1929. Bij gengageerde solisten in die tijd zaten mensen als b.v. Aaltje Noordewier, Jo Vincent, Tom Denijs, Louis Van Tulder, Caro, en Jac. van Kempen. De "Judas Maccabeus" en "die Schpfung" werden uitgevoerd. Ontvangsten bij de "Judas Maccabeus" bedroegen f 1340,06 en de uitgaven f 1993,68. Bij de "Schopfung" f 1376,86 inkomsten en f 1688,66 uitgaven. Tekort in totaal f 965,42. Voor die tijd ook al forse bedragen. Naar verluidt had het koor in 1931 een primeur met de uitvoering van het oratorium "Esther"van Handel, nooit in Nederland uitgevoerd. Solisten wederom uit de gelederen van o.a. mevr. Jo Vincent, hr.L. van Tulder, hr. Caro, mevr. A. Woud,etc.
10

Dat jaar deed men nog een poging mevr. Jo Vincent voor minder te engageren, dan voor wat ze zelf als honorarium vroeg. Of dat lukte leest men in de historie niet. Voor het volgend jaar zocht men ook al solisten en het "Hollandsch Kwartet", gevormd door Jo Vincent sopraan, Suze Luger, alt, L v. Tulder tenor, Ravelli bas. Overwogen werd, er een radiovereniging bij te vragen om het concert uit te zenden. Is dat allemaal volgens plan verlopen? Datzelfde jaar sloot het koor zich aan bij de Koninklijke Christelijke Zangersbond, de KCZB, en in 1932 wordt de C.O.V. voor het eerst daar in de boeken vermeld, onder koornr. 735/04. Men bedankte bij de Bond van Gemengde Zangverenigingen. Er kwam een voorstel om de contributie te verhogen, want die was met f 7,50 laag te noemen. ( per half jaar ?) Andere oratoriumverenigingen hanteerden hogere bedragen. Contributie verhoogd naar f 8. Een voorstel om premies te stellen op de kaartenverkoop vindt geen bijval. Getracht werd, reductie te verkrijgen op zaalhuur bij Musis Sacrum. Zusterverenigingen konden 25 procent korting krijgen, mits tijdig aangevraagd. Dit bleek nodig, want er was weer een evident kastekort van f952,96. De C.O.V. gaf een kleine uitvoering in de "Groote" kerk, i.v.m. herdenken van de 400ste geboortedag van Willem de Zwijger. Wijkvereniging Klarendal gaf stoelen te leen, en kreeg daar later van het koor f10, - voor betaald, uit dank. Leden leverden briefjes in met voorkeur van een werk, dit was in die tijd gebruikelijk, en getuigde van een goede medezeggenschap binnen de vereniging, ook op dat punt.

11

Hoofdstuk 5 De dertiger jaren vorderden, en er doken dreigende berichten op in de wereld. Het ene na het andere land binnen Europa werd bezet, Nederland bleef daar deze keer niet buiten. In 1940 kreeg ons land met directe bezetting te maken en was ook hier wereldoorlog ll een feit. Hoe het allemaal gegaan is, en men zich in steeds slechtere omstandigheden wist te redden, daarvan is lang niet alles terug te vinden. Er moet wel doorgerepeteerd zijn, maar de situatie maakte dat op de duur onmogelijk. In een jaargang van het kontaktblad, nl. oktober 1968, 2e jaarg. nr.2 vinden we hoe er werd gerepeteerd voor, in, en na de oorlog, zoals hier volgt: Citaat. "Voor de oorlog werd onder dirigent Arnold Wagenaar gerepeteerd in het verenigingsgebouw "St Walburgis". Dit stond naast de R.K. kerk op het Walburgsplein, maar werd in de oorlog verwoest. Daarna werd gerepeteerd in het door het Christelijk Nationaal Vakverbond gekochte verenigingsgebouw in de Weverstraat 16, thans ( 1968) bureau Melkcontrole-station. In de oorlogstijd werd op de zolder van de Muziekschool ( in de oorlog verwoest) aan de Boulevard Heuvelink en in "Kom & Zie" in de Spoorwegstraat gerepeteerd. Op de plaats van de voormalige Muziekschool is thans de autogarage van fa. Rosier en Meijer. Het ledental was in die dagen niet bijzonder groot meer, want het was voor de meesten heel moeilijk om door de duisternis op pad te gaan.Na de oorlog, zagen we in september 1945 weer kans te gaan repeteren. Veel zaalruimte was er toen niet en we kwamen terecht in het gebouw van de Baptistengemeente in de Tuinstraat. Dit gebouw had ook oorlogsschade en bij slecht weer moesten er planken worden gelegd om met droge voeten de zaal in te kunnen.Inventaris was er ook niet meer; maar onze secretaris toen, de heer Van Hooijdonk kon in Amsterdam een partijtje stoelen bemachtigen. Voor brandstof moesten we zelf zorgen en voor aanvang van de repetities eerst zelf de kachel aanmaken. Dit ging soms met veel rookontwikkeling gepaard.Een der leden gaf een piano in bruikleen. Aan kasgeld was nog f 36,- over.En een collecte bracht f 58, - op. De dirigent ontving f 6,- en de pianist f2,- per repetitie.Eind december konden we weer 75 leden noteren. De contributie bedroeg toen f 1, - p. maand." ( Citaat)
12

Als directeur had de C.O.V. toen A. Wagenaar, die in november 1945 overleed. Volgende werd hr. Botter, maar zijn functioneren liet te wensen over. Toen het bestuur aan de bel trok, meldde hij zich ziek, en bleef dat voor langere tijd. Dit riep om maatregelen, en hij werd ontslagen. Zijn echtgenote was vreselijk gekwetst en boos, ook toen bestuursleden overleg pleegden vooraf. 1947. hr.C. van Beinum aangesteld, men was tevreden, er volgde een periode met goede samenwerking en kwaliteit.Een opsteker voor het koor. Dan was er gedoe over het betreden van elkaars terrein met geven van concerten. C.O.V. meende dat kerkkoren niet in concertzalen thuishoren, maar in de kerk. Het had de aandacht van bestuur en het Arnhemsch Zangersverbond.Dit gaf aan dat er al meer concurrentie bestond en dat koren nogal eens hetzelfde publiek trokken. Ook had de C.O.V. nu al twee directeuren gehad die niet christelijk waren. De voorzitter deelde mee dat het reglement sprak van " bij voorkeur" een christelijke. ( Als je kwaliteit wilt, moet je wel eens concessies doen.) Hr. van Beinum wist dat een christelijk koor andere eisen stelt dan een
13

neutraal, en hij was bereid, daar rekening mee te houden. Het bestuur bleef leidinggevend in deze. Nu wilde men de Johannes Passie voor het eerst gaan uitvoeren. De leden moesten zeker weten of dit zou doorgaan, omdat bij een andere gelegenheid zonder dat de leden ervan afwisten, voor de Hohe Messe in G kl. terts BVW 235 van J.S. Bach was gekozen. Voorstel was nu een contactcommissie in te stellen, zodat het bestuur meer op de hoogte kwam van wat er onder de leden leefde. Dat jaar kon om praktische redenen niet in Wolfheze worden gezongen, omdat alle muziek die voor de oorlog in bezit was, verloren ging. Gevraagd werd naar een andere zaal om te repeteren, maar bestond er iets goeds? De ENKA- zaal lag buiten het centrum; maar de nieuwe HOVI-zaal dan? Dat werd niet duidelijk, maar vanaf maart 1949 waren de vergaderingen in het Buurthuis in de Kloosterstraat. Die avonden werden meteen benut als gezellige avond voor leden en huisgenoten, die welkom waren.

14

Hoofdstuk 6 De uitvoering van de Johannes Passie zag men toen als het resultaat van een vereniging die weer goed draaide, en was een muzikaal en financieel succes. Dank aan de leden voor alle werk. De vooruitvoeringen,en het concert zijn door ong. 1700 mensen bezocht! Dat jaar vierde de vereniging haar 45-jarig bestaan. 1949. De uitvoering van de " Elias" moest uitgesteld, wat een schadepost betekende wegens al gesloten contracten. Wat nu. Alle leden stelden zich verantwoordelijk. De uitvoering werd verplaatst naar januari 1950. Omdat de Chr. Besturenbond de kaartverkoop en de propaganda verzorgde, en dit niet vlot ging, had de C.O.V. te weinig tijd om het tij te keren toen een financieel debacle dreigde. Het bestuur pleegde in allerijl overleg met Musis, Het Gelders Orkest en de solisten, en allen bleken bereid, gezien de omstandigheden, geen kosten te berekenen aan de C.O.V. Een prachtig voorbeeld van samenwerking en alert handelen. Sommigen vonden het van het bestuur een moedig besluit de uitvoering uit te stellen, ondanks reeds gedane publieke aankondiging ervan.

15

In 1950 is deze uitvoering, de "Eliasdoor de NCRV uitgezonden.Daarna kwamen lovende brieven naar Arnhem, ook uit het buitenland, wat dhr. van Beinum zeer verheugde.De vereniging ontving van de radio-omroep een bedrag van f 750,-voor de uitzending. De financile "ramp" die eerst dreigde, bleef beperkt tot de gemaakte kosten voor advertenties, t.w. f150, 1951. Melding van een voorstel gezellig kersen te gaan eten, wat veel bijval kreeg.Voor het park Hoge Veluwe was minder animo, wilde men niet "tussen de hekken" recreren? 1953. Prijs van de concertkaarten verhogen, of niet. Bij volle zaal nog tekorten. Er zijn donateurs nodig, maar wie brengt die aan? Als elk lid er een vindt, zijn we eruit, zegt de voorzitter. Hoe dat afloopt, lees je niet... Het voorstel om ontrouwe leden boete te laten betalen, werd door de dirigent toegejuicht: hij wilde er meteen mee beginnen. Het 50-jarig bestaan zal waarschijnlijk in het Sonsbeekpaviljoen worden gehouden, met receptie vooraf, en een diner voor allen. Zijn huisgenoten ook welkom aan tafel? Ja, ook zij mochten "aan zitten" aan het diner. Er kwamen geen batige saldi meer bij concerten, en daarom kon de vereniging de getroffenen van de watersnoodsramp in Zeeland niet steunen. (Is dit ook het einde van deze traditie? ) Nog iets. Komt er een oorkonde van de Bond van Gemengde Zang en Oratoriumverenigingen in Nederland vanwege het jubileum? 50 jaar is niet niets. 1954Dirigent van Beinum stapte op om gezondheidsredenen, dat had men niet voorzien. Hij werd al wat ontzien,d.m.v. keuze muziekwerk voor concerten. Men wilde hem tot erelid benoemen. Hij was goed in zijn vak en
16

zeer geliefd bij de leden. Hr. Leo Pappenheim werd aangenomen, en de sfeer op het koor veranderde.De leden vonden het moeilijk om aan hem en zijn manier van optreden te wennen. Dit vormde dan ook een groot contrast met dat van hr, van Beinum, die heel wat beter met de mensen omging. Men belegde een crisisvergadering. Hoe nu verder? Het bestuur was van mening dat ze er maar aan moesten wennen, en geduld hebben, ledenverlies werd gevreesd! Niet geweldig, niet echt een goede geest. Koor en dirigent stonden op het spel. Doorroeien dan maar. Niet te ontkennen was, dat het koor met de persoon van Leo Pappenheim een vermaarde dirigent had binnengehaald, dit terugdraaien zou men niet aandurven. In elk geval was men niet gelukkig met de situatie. Het publiek had kennelijk lont geroken, want de concerten werden slechter bezocht. Er zal met minder plezier zijn gewerkt, lijkt het.

1956. Eerste diner in "De Rank". Leuk voor iedereen. Op een ander feest wilde men een goochelaar erbij halen, maar was dat dan christelijk? ( Elly H. ) De vraag rees, waarom de C.O.V. niet met voorkeur wordt behandeld bij afspraken met de leiding van "Musis Sacrum", omdat ze daar vaste klant waren. Men was erg beducht voor het feit, dat "Toonkunst" werk ging uitvoeren, wat de C.O.V. dan noodgedwongen moest laten schieten. ( Later vernam ik dat daar onderlinge afspraken over waren met Toonkunst, red ) 1960. Weer een gezellig samenzijn, na de jaarvergadering. Ook leuke avonden of dagjes komen vaker voor in de notulen. ( Maar bij navraag onder leden blijkt dat daar niet zoveel sprake van was, dan nu gedacht wordt.) Gaan we "Samson en Delilah" uitvoeren? Heftige discussie of dat wel voldoende bijbels is te noemen. ( Is daarna wel meerdere keren door
17

C.O.V. uitgevoerd)

18

Hoofdstuk 7

1966. Eerste voorstel om een verenigingsblad samen te stellen, voor de

onderlinge band. September: Een Huldigingconcert t.g.v. de 70ste verjaardag, en het 50-jarig jubileum als dirigent van Leo Pappenheim, geleid door hemzelf.

19

1968. Weer eens goede kaartverkoop! Volle zalen Musis, het gaat weer... "Elias" uitgevoerd. Discussie over het bidden voor een concert, wat door een aantal leden teveel van het goede werd gevonden. Het laatste woord was hier nog niet over gesproken! "We behoren God dankbaar te zijn voor wat hij ons schenkt aan gaven en succes, etc". Dat wilde men wel, maar kon het niet vooraf in een aparte ruimte? In de repetities bidt men voor en na, blijven we dat ook doen? De tijd is aan het veranderen, en meer dan voorheen, dat merkt iedereen. Voetbalwedstrijden werden iets vaker een concurrent van repetities of concerten.. .

1973. Voorstel om als koorkleding toga's te gaan dragen, vond geen genade. "We zijn geen kerkkoor". Dat ging dus over; maar het jubileum van 70 jaar moest wel gevierd worden. De 'Paulus" werd uitgevoerd.
20

Verder nog feest. Zelfde jaar. Statutenwijziging om iets als "Aida" van Verdi te kunnen doen? Antwoord dan nog: Onmogelijk,dat is in strijd met onze beginselen. 1974. Het moet een goed jaar zijn geweest, want de notulen melden zinnen, als b.v. "Het was goed onze stem te gebruiken in dienst van de verbreiding van Gods rijk" en, " Het is louter genade", spreken voor zich. Men verhoogde de contributie naar f 6, - per maand. Ledental bleef net boven de honderd, ze waren trots op hun dirigent. ( De problemen met hr. Pappenheim waren kennelijk gedurende al de jaren bij de vereniging in goede banen geleid, niet in het minst omdat hij veelzijdig in zijn vak was en de concerten een bijzonder "cachet" gaf door zijn stijl. Ook werd hij actief met leuke dingen als dat soms nodig was. Dat jaar werden twee grote concerten gegeven, en ook meegewerkt aan het Romantisch Festival in de Rijnhal.

Er was weer een kastekort ontstaan en men wilde dat de statuten zodanig werden gewijzigd, dat de "Aida" kon worden uitgevoerd. 1975. De C.O.V. had meer zegeningen dan beproevingen ontvangen. De leden werd gevraagd zich niet te storen aan krantenberichtjes, waarin aanvallen op de C.O.V. voorkwamen. Aantal leden: 116.

21

1976. De blik ging naar het Arnhems Stedelijk Koor, dat zelf een podium in bezit had. Zou voor de C.O.V. ook goed zijn, want huren kostte wel erg veel per keer. Zelf zoiets aanschaffen? Het gebed voor de uitvoering moest blijven, anders bedankte de voorzitter. Leo Pappenheim werd in dat jaar tachtig, en was toen 60 jaar dirigent. Er kwam een huldigingsconcert door HGO voor hem, omdat hij ook daar een aantal jaren voor had gestaan, en een mijlpaal daarbij had bereikt, al eerder. 1977. Was een heerlijk jaar. Wij willen een opdracht uitvoeren. Dat dit wel serieus bedoeld was kon men zien aan de twee grote concerten ( bijna) elk jaar, als de financin het toelieten gegeven, en de andere activiteit op zanggebied wat het koor verrichtte Er werd heel veel gedaan in die tijd, wat opvalt in de notulering Voorbereiding feestelijke concerten i.v.m. de verjaardag van de dirigent, en het jubileumjaar 1978. ( 75-jaar C.O.V.) Omdat er tijdnood ontstond werd aan de leden gevraagd, ook in de vakantie, augustus, te willen komen repeteren. Van een legaat van f 1000, - schafte men een eigen podium aan, wat door enkele leden werd betreurd, terwijl de geefster het juist ervoor had bedoeld. Overig: Hoe wordt Musis verbouwd? En: We moeten op de koorkleding letten, die blijft stemmig, lang en zwart. Rond deze periode had de vereniging een topaantal leden, in vergelijk met het heden, nl. 126, t.w. 56 sopranen, 42 alten, 11 tenoren en 16 bassen. Of dit lang geduurd heeft of niet, weten alleen leden die er toen ook al waren. Toch liep de kaartverkoop soms meer dan slecht, en lukten andere zaken evenmin naar genoegen. Zoals altijd, ups en downs, hr. Pappenheim was dankbaar dat hij nog kon blijven werken bij het koor. De relatie met hem
22

was dan nog goed, men hield hem graag. Hij vierde zijn 25-jarig huwelijk en zijn 80ste verjaardag in hetzelfde jaar, er werd feestelijk aandacht aan geschonken. Iedereen voelde zich daar prettig bij.

Als feestuitvoering werd in september het "Te Deum" van Dvorak gegeven, en in november twee maal de "Elias". Prestatie. Een der leden, mevr, Verschoor was 50 jaar lid, zij ontving een cadeau. Zal ook wel gehuldigd zijn naar aan te nemen is, red. Na de "Elias" ontstond een groot tekort. Toegangsprijzen verhoogd naar f10, -, CJP en 65+ f6, -. Men wilde het plaatsbespreken afschaffen, en de contributie ging omhoog naar f10, -. De zaal van Musis zou niet veel veranderd worden. Met carnaval geen repetitie vanwege de storende herrie.

23

Hoofdstuk 8 Toch wel enige barstjes in de houding van en naar de dirigent, die zich anders ging gedragen met het verstrijken van de laatste tijd. Toegeschreven aan zijn vergevorderde leeftijd, was hij niet meer te handhaven. Het regende klachten. Bij het Nijmeegs Bachkoor was hij weggegaan, zonder dat een opvolger daar was gevonden. Leden zeiden dat hij niet meer goed instudeerde, geen goede geestelijke conditie meer had,enz.Leden, van wie de naam niet bekend werd gemaakt, hebben de voorzitter zowel telefonisch als schriftelijk hierover benaderd. Men vergaderde met zorg en wilde deze zaak vanuit christelijk oogpunt onder ogen zien. Ontslag is erg, maar het koor is het belang, wat hier speelt. Andere leden schreven over het grote belang, wat hij lange tijd voor het koor heeft gehad, een waardevol dirigent, dus neem hem de fouten van de laatste tijd niet kwalijk. Als orkestdirigent doet hij het uitstekend, maar hij corrigeert de inzet van de zangers niet meer goed en laat HGO ons overspelen. Tot daar.......... en hoe nu verder? Een eerbare wijze van vertrek werd hem gegund, maar hij zei alleen zelf te bepalen wanneer hij wilde gaan. Dat bracht de vereniging in een lastig parket, m.a.w. hoe speelden ze dit nog netjes. Hij wilde geen huldiging en geen overdracht aan een jongere generatie. Dit stemde het bestuur triest. Bij hem, die zolang na zijn 65e levensjaar nog mocht werken was nu geen dankbaarheid meer over. Het bestuur was echter wel verantwoordelijk als hr, Pappenheim door verminderd reactievermogen "en public" een totale afgang zou beleven. Dat kun je hem, die een zeer bekende dirigent en musicus is niet aandoen. Over deze laatste feiten waren berichten in de kranten, die een andere lezing gaven over het reactievermogen van Leo Pappenheim. Dat zou nog prima aanwezig zijn. Er moest nu met gastdirigenten gewerkt moeten worden, want de "Messiah" was al in studie genomen. Hoe liep dit af? Stemming onder leden volgde: dirigent blijft nog t/m "Messiah" 41, meteen stoppen 38, blanco 1. Pappenheim kreeg nog de kans aangeboden als afscheidsgeschenk de "Messiah" te doen. Weer buitengewone ledenvergadering over de dirigent. Hij zei wel na het 75-jarig jubileum op te stappen, maar deed dat niet.
24

De zaak liep hoog op, leden stelden het bestuur voor de keuze, of een ander besluit te nemen, of ze bedankten als lid. Niet te onderschatten was hier het feit, dat hr. Pappenheim ontzettend lang al het koor leidde, en als waardevolle en goede dirigent in het leven van vele leden was verankerd. Ondanks zijn slechte gedrag van de laatste tijd was men met hem vertrouwd Verder is het altijd een probleem waar je wilt staan als er partij moet worden gekozen. Omdat leden vaak interrumpeerden, gaf de voorzitter ieder die de avond niet op normale wijze kon beindigen, graag de gelegenheid,de ruimte te verlaten. Daarop verdwenen een aantal leden. Gememoreerd werd nu dat, hoe triest ook, het koor kon voortbestaan, en hr, Pappenheim ook geen oneer was aangedaan (......................).

25

Hoofdstuk 9

De zomer daarna werd een nieuwe dirigent voorgesteld, hr, Tilo Lehmann,en ook welkom geheten. Hij was met vrouw en kind uit de D.D.R.gevlucht. En bleek een goede dirigent. Zijn echtgenote, Edda Kaltschmidt, was toen soliste klassiek repertoire, en wel eens door de C.O.V. ingehuurd. De contributie ging omhoog naar f 12,50 (Intussen werd die al lang per maand berekend.) De vereniging stond er niet slecht voor. Mei 1980 was mevr. Schoof 25 jaar lid van de C.O.V. Mei 1981, twee concerten succesvol, goed gevulde zalen, mede dankzij goede inzet van dirigent, pianiste en leden. Dat zou nodig zijn in de komende jaren, de kwaliteit moest bewaakt. Afbrekende kritiek diende vermeden, en het bidden kwam weer aan de
26

orde. Vraag was of dit irriterend overkwam bij publiek. Dat bleek wel zo te zijn, maar er kwamen ook positieve geluiden over. Er werd niets over besloten. Er kon al meer zgn. seculier werk in studie worden genomen, zoals "Aida" en "Nabucco" van Verdi, "Die Meistersinger," en "Tannhauser" van Wagner. Stemvorming voor de leden werd overwogen. Hr. Lehmann was hier erg voor, maar de leden niet zo. De repetitieruimte was in die tijd op de Korenmarkt, waar de zomerse herrie repeteren bijna onmogelijk maakte. Lehmann opperde dat mensen die bij andere koren waren afgewezen, ook niet bij de C.O.V. mochten worden toegelaten. Hierop moest gelet worden. O jee! 22 december buitengewone L.V. Op verzoek van 60 leden bijeengeroepen, omdat de voorzitter wilde aftreden. Hr Lehmann kon niet langer met hem samenwerken, was zelf afwezig door ziekte. Men kwam nu pas aan de weet dat de dirigent overspannen was. 1982. Lehmann wilde weggaan wegens drukke werkzaamheden elders. Hr. Galenkamp nam waar, men koos weer voor de net afgetreden voorzitter. Het was jammer dat hierdoor een goede vaste dirigent opstapte. Waar was een betere te vinden? Hetzelfde jaar zijn nog allerlei zaken aan de orde geweest, zoals het met andere koren samen zingen bij de heropening van de Eusebiuskerk (die lang in de steigers heeft gestaan wegens restauratie, e.d. red.) Ook wilde men trachten 8 of meer jonge tenoren aan te trekken voor meer evenwicht in de koorklank, wat hard nodig was, en er rees zorg over de op handen zijnde fusie tussen het Utrechts Symfonieorkest en H.G.O. De Unie van Arnhemse Zangverenigingen wilde een pleidooi houden voor Arnhem als standplaats. In deze tijd kwam het bidden weer aan de orde. Het bestuur stelde voor n keer bij repetities, en b.v. na een generale na afloop, als het orkest naar huis is. Bij concerten zou bidden voor aanvang in beslotenheid van het koor goed zijn. Voor of na jaarvergaderingen zongen ze het "bondslied" van christelijke zangersbonden in Nederland. Voorlopig? Niet zeker, maar in het heden klinkt soms nog na een algemene ledenvergadering dit bondslied, en gebeden wordt voor elke repetitie, maar niet meer erna. (Vermeldenswaard is hier, dat niet alleen de veranderende tijd daar oorzaak van is, maar zeker ook de roep van enkele leden op zich, om wat
27

minder stringent hiermee om te gaan. Dat is ze gelukt, en er is nu een situatie, die voor vrijwel iedereen acceptabel is. De huidige bezetting van het koor is ook veel diverser dan tevoren, niet allemaal zijn ze bij een kerkgenootschap, of ook maar gelovig, en dat blijkt geen afbreuk te doen aan een serieuze beoefening van religieus bedoelde muziek. De intentie is aanwezig.

28

Hoofdstuk 10

Als dirigent trad ondertussen hr. Ira Spaulding aan. (Hij komt uit New York) Omdat Musis weer ging verbouwen, moest naar vervangende locaties voor de concerten worden gezocht. Samen met de voorzitter ging Spaulding de Walburgisbasiliek, de Martinuskerk en de stadhuishal bezoeken,als mogelijk geschikt. Het koor telde toen 109 leden, het kastekort bedroeg f1655, -, maar de contributie bleef f12,50. Problemen over de aanstelling en papieren van deze dirigent. Misverstanden over proefdirectie bij H.G.O. Hij had de keuze tussen het nemen van directielessen, maar er was geen plaats voor leerlingen. Hij kon de hulp inroepen van iemand uit het orkest, ( wat niet lukte) of het volgen van het dirigentenpracticum. (Hij had begrepen dat al deze dingen tegelijk werden gevraagd. Hij begreep dat de problemen op het terrein van orkestdirectie lagen; en niet op dat van de koordirectie.) Vraag bij de leden is nu, waarom zij wel betrokken zijn bij de benoeming van Spaulding; en niet bij zijn ontslag, waar over is gepraat. Wat heeft H.G.O.met de C.O.V. te maken op dit punt? Het bestuur werd verweten niet voldoende te hebben gedaan om Spaulding te houden. (Zij zijn te haastig te werk gegaan, terwijl zijn verblijfsvergunning afhankelijk is van de hoogte van zijn inkomen.) Opgemerkt werd dat de leden weinig te zeggen hadden en er kwam de vraag, of Spaulding nu wel of niet het diploma orkestdirectie bezat. Als christenen moet je zorgvuldig met elkaar omgaan. Men is al langer ontevreden over H.G.O., ze zijn onverschillig, zetten vaak te laat in, en de trompettist maakt fouten. ( Iemand wilde een ander orkest.) Hr. Spaulding was gevraagd naar een andere baan uit te zien. Hij was overdonderd. Vraag: Kun je dat iemand aandoen die zich zo volledig inzet?
29

Van bestuurszijde zei men dat een ander orkest het dubbele zou gaan kosten ( nu f 10.000, -) en de gemeente bezwaar kon maken bij de begroting van de subsidie aan de C.O.V. Er werd tegen ingebracht dat subsidie niet gebonden is aan H.G.O, en dat hr. Spaulding niet de kans heeft zijn kwaliteiten te tonen met een onwillig orkest. Een Amerikaans diploma is te vergelijken met een conservatoriumdiploma in Europa. Als je eerst iemands papieren accepteert, moet je daar ook bij blijven. De voorzitter zal met een deskundige praten over de capaciteiten van hr. Spaulding. Als het koor desondanks met hem verder wil, stapt het bestuur op. Spaulding heeft als weerwoord dat: 1e. Verdergaan met H.G.O. slecht is voor het koor. 2e. Het bestuur achter zijn rug om met een deskundige heeft gesproken. 3e. Achter zijn rug om een beslissing heeft genomen. Hij vindt het moeilijk nog met dit bestuur samen te werken. Van de bevoegde instantie komt een bericht dat de opleiding van hem voldoende is voor koor en orkest. De gemeente betaalt 55% van het tekort aan geldmiddelen. Een stemcommissie wordt benoemd, (het bestuur stapt nog steeds op als Spaulding blijft ), de stemming komt uit op: 40 voor Spaulding en 35 tegen, 1 ongeldig. Na een beroep te doen op de 35 tegenstemmers om lid te blijven, en op de andere 40 om snel een interim-bestuur te kiezen, werd de vergadering besloten Een aantal leden, waaronder er al 10, 20 of 30 jaar en langer bij het koor waren, schreven verontwaardigde en verdrietige brieven naar de bond. Een aantal zegde het lidmaatschap op. Een aantal mensen gingen als afgescheidenen onder een iets gewijzigde naam verder. Deze situatie heeft enige jaren geduurd.

30

31

Hoofdstuk 11 Er kwamen koren uit de U.S.A. uit Minnesota naar Nederland, dat waren het Chamber Choir of Saint John`s University and the College of Saint Benedict. Europese concertreis van 25 mei tot 20 juni 1985. De C.O.V. vroeg gastgezinnen onder de koorleden om de jonge mensen van deze koren onderdak te geven. Dit deden een aantal leden dan, wat soms" vermakelijke" situaties opleverde, zoals een kompleet leeggedouchete boiler, of eetgewoonten die iets afwijken van die in Nederland. (dan heb je een probleem) In november afscheid van dirigent Ira Spaulding en van mw. Kunst,die een periode bij het koor solvge verzorgde.

W.Stoppelenburg

De volgende twee jaar kwamen zaken als vergelijken met professionele koren, en negatieve recenties in de kranten naar voren, waarmee men niet gelukkig was. Is dat wel vergelijkbaar, en we zouden ons niets aantrekken van minder goede recenties, toch? Op een generale repetitie kwam op een keer maar een deel van het ingehuurde orkest opdagen, wat wel smadelijk was. Andere mogelijkheden waren veel duurder, er was weinig speelruimte met geld, Dirigenten wisselden elkaar sneller af dan eerst. Repetities weer slecht bezocht, acties nodig om de koorkas te "spekken". Rommelmarkt in het K.A.B. gebouw, ten bate van Internationaal Koorfestival in Arnhem, wat gaan we doen? Geen slaapplaatsen deze keer. Aangevraagde gemeentesubsidie veel lager dan verwacht, toch een opsteker door de opbrengst van de rommelmarkt, en een gift, tezamen
32

f 1943, -. Wel blijven opletten, waakzaam en werkzaam zijn. Na alle perikelen een lichtpuntje. Naar aanleiding van een gesprek wat twee bestuursleden met H.G.O. hadden wil de C.O.V. de samenwerking graag hervatten. Ledenverzuim zeer groot, ze bleven zelfs weg op een generale repetitie, zodat die eens moest worden afgelast. Giften kwamen wel binnen, en er werd nogal eens tussendoor in andere plaatsen een verkort optreden verzorgd. Nieuwe leden moesten opgevangen worden bij eerste keren aanwezigheid. De zieken werden niet vergeten. Over verkoop van anjerloten was het laatste woord niet gesproken. Soms frustrerend. 1989. Mv. Wilms was 40 jaar lid. Zij kreeg de versierselen van de KCZB in zilver omgehangen. Een toespraak vergezelde de huldiging. Gerrie Meijers behaalde haar akte uitvoerend musicus piano. Het bidden nog eens besproken. Bestuursleden werden het niet eens. Een koorblad moest er komen, en een fancyfair kwam er ook! 1991. Een zangspektakel i.v.m. het Internationaal Koorfestival in de grote zaal van Musis. Een aantal leden vond dat er toch weer voor aanvang van concerten gebeden moest worden. Een fancyfair bracht deze keer f 3390, - op. De vorige uitvoering gaf een kastekort van f 4750, -, er bleef nog f 1000, - in kas. Elke vier jaar bij iedereen een stemtest. Van de 56 leden waren er vaak 14 afwezig, dit is 21%. De C.O.V. liep op de rand van haar bestaan. Mv. Schoof was 35 jaar lid. Zij ontving een getuigschrift en een zilveren

33

collier van de KCZB. Toename van het vermogen, dankzij een anonieme gift van f 10.000, -, en een niet opgeeiste verplichting van f 5500, -. Dit is geluk, en pure genade! De dirigent was tevreden met de betere prestatie en koorklank, en de locaties waren goed om "uit de verf" te komen. Financin lieten het aantrekken van heel goede solisten toe.Wel waren er op dat moment maar twee bassen en vijf tenoren, zodat eigenlijk het predikaat "oratoriumkoor" niet kon. Motivatie en opkomst kwamen weer langs, en dus mocht er niet worden gemopperd als stukken die minder in de smaak vielen in studie kwamen. Gemiddeld verzuimde 30% van de leden. Als de inzet niet verbeteren zou, dreigden dirigent en bestuursleden met opstappen. Alle leden worden aangeschreven, zodat iedereen het weet! Zo kan het weer even!! Er ontstond een plan voor koorscholing,de stedelijke muziekschool gaf een cursus, en dat leek een goed plan. Alternatief kon een zangpedagoge zijn. De betrokkenheid van de leden bleef wisselend. Men zocht een andere repetitieruimte. De uitvoering van de "Messiah" trok zowel nieuwe leden als concertbezoekers, maar op minder bekend werk kwam niemand af. Het repertoire behoefde een uitbreiding, en elk jaar hetzelfde werk uitvoeren was, gezien de financin, niet verstandig meer. Fancyfairs werden bijna ieder jaar gehouden, maar konden ook soms niet doorgaan i.v.m. omstandigheden.
34

Situatie van het koor bleef kwakkelend. Allerlei activiteit werd ontplooid, om toename ledenaantal te bereiken. Sommige zaken lukten beter dan andere, dat was niet altijd te voorzien. Een inmiddels ingestelde P.R.-commissie kreeg beet, toen er kontakt kwam met de media, stadsomroep e.d. Het leverde nieuwe leden op. Een actieve club mensen, zoals bleek. Door de inzet van Lex van Drongelen, de dirigent van die periode keerde het enthousiasme terug bij de mensen. Een "tientjesactie" t.b.v. het koor leverde f 1246,45 op.

35

Hoofdstuk 12 Gerrie Meijers nam ontslag, en het koor was ontdaan, omdat de samenwerking heel goed was en zij als pianiste binnen het koor graag gezien was. En de dirigent vertrok ook nog! Hij kreeg een aanstelling bij het lyceum in Ede. De C.O.V. ontving in dezelfde tijd een legaat van f3000,=. Theo van Lagen kwam als interim dirigent tot juni 1993. Het volgend koorseizoen ging men repeteren in het Leger des Heilsgebouw in de Arin Verhoeffstraat. Jacqueline van Herp, de pianiste in die tijd, verhuisde naar Belgie. Gerrie Meijers, kennelijk nog in de buurt te vinden, verving haar. 1993 jubileumjaar. Laatste concert met Lex van Drongelen "La Redemption. Een geliefd werk bij het koor. Gerrie gaf een orgelconcert in het kerkje van Schaarsbergen.Verder was er een feestdag georganiseerd, met een buffet. Openingswoord van de voorzitter, een voordracht in klederdracht door enkele leden, en gezellig samenzijn.

Michel de Valk werd de nieuwe dirigent, en de uitvoering van de Johannes Passie onder zijn leiding een succes.Doordat Musis weer een verbouwing tegemoet zag moest de C.O.V. uitwijken naar kerken voor concerten. Weer
36

kwam de koordiscipline langs, die liet te wensen over, en o, dat verzuim! Voortaan bespraken ze de muziekkeuze ook weer met de leden erbij, dat krikte de betrokkenheid wat op,dacht men. Er moest minder gekletst worden in de repetities en ledenwerven leek geen overbodige luxe.

In 1995 kwam Ans van Scherrenburg als pianiste bij het koor.

Dat jaar was mw. Rijkje Schoof 40 jaar lid van de C.O.V. Haar werd een Huldigings oorkonde toegekend. Foto: mw. Schoof met haar echtgenoot, en de voorzitter Bernard Smeenk met de oorkonde in zijn hand.
37

H.G.O. verhoogde haar prijs aanzienlijk, wat een probleem vormde. De contributie moest omhoog. Voor ieder concert een periode met een zanglerares, en de koorkleding zou met iets "roods" fleuriger zijn. Tijdens de repetities andere opstelling zangers, mannen in het midden tussen de vrouwen.

De nu komende tijd werd gevuld met dezelfde "ups en downs" als alle jaren, concerten gaan geweldig, dan wel ietsje minder. De koorkas bleef om geldmiddelen verlegen en er kwam nu een muziekcommissie. Het repetitieverzuim begon de spuigaten uit te lopen. Er moest actief worden gewerkt voor het werven van leden, wat ook gebeurde.

38

Het Internationaal Koorfestival van de zomer in 1996 was een kans voor presentatie, en een week in augustus, waarin alle Arnhemse verenigingen e.d. zich in de stad opstelden met infostands, vormde nog een kans. Toen de C.O.V. in september 1996 een openbare repetitie hield, meldden zich acht mensen aan. Ze werden met blijdschap begroet want leden waren wel nodig.

Wederom een nieuwe dirigent. Michel de Valk verhuisde naar Amsterdam, en Annemiek van der Niet zette de lijn voort. Zij was de eerste vrouw op de bok bij de C.O.V. Haar eerste concert met de C.O.V. werd de "Messiah" en dit verliep succesvol, met een goed gevulde Walburgisbasiliek. ( Voor mij als pas "aangekomen" koorlid, een onvergetelijke ervaring. red)

39

Alles bleef op dreef, het enthousiasme was aanwezig, er werd veel werk verzet, bloembollenacties, Koninginnedagmarkt, bazaar op zangzaterdagen, etc. Dat was veel arbeid, leve de p.r.-commissie, maar ook de leden, die zich inzetten. In begin juli 1997 was de uitvaart van een van onze leden, waar we zongen tijdens een stijlvol verzorgde dienst in de kerk aan de Parkstraat. Dit maakte veel indruk op allemaal.

Concerten volgden elkaar op, totdat de Johannespassie weer aan de beurt kwam. ( Een magnifieke belevenis, het is een soberder werk dan de Mattheus, maar het ligt helemaal in onze lijn. ) Met regelmaat deden we in groepjes mee aan zanglessen, en dat was serieus, al viel er wel eens wat te lachen.( Ook het Requiem en de Krnungs-messe, beide van W.A. Mozart, zijn "verrukkelijk" om te zingen,niet overdreven.) En dan stonden we ook weer in Musis ,wat veel deugd deed aan onze mensen, want dat gebouw is waar het om gaat in onze omgeving. De Missa Brevis ( kleine Orgelmesse ) van J.Haydn met een paar ondergenoemde werken zingen we in de Lutherse kerk, zoals o.a. het Te Deum van Herbert Howells, en werk van Benjamin Britten.

40

We draaiden lekker met al die nieuwe leden erbij. Ons contactblad " Noten op zang", ging wel ter ziele, maar aan nieuwsbrieven hadden we meer. Sommige algemene ledenvergaderingen verliepen lawaaiig, vanwege punten die niet op de agenda kwamen, maar bleven "hangen". Er zijn punten die beslist te weinig aandacht kregen, wat sommigen onder ons niet blij maakte.

41

Hoofdstuk13

In januari 1998 stonden we samen met andere Arnhemse koren in de stadhuishal, deze nieuwjaarszangavond leverde een bont geheel van repertoire op. De dame van de presentatie gleed met stoel en al uit en plette de bossen bloemen, die voor de dirigenten bestemd waren. De schade viel mee. Niet iedereen merkte het op, maar wij bevonden ons net op de rij stoelen ernaast,en zagen het gebeuren.(De vloer is daar erg glad! Onze pianiste begeleidde ons op een vleugel, die eerst op de juiste plek werd gesleept door haar en de dirigent, wat wel leuk was.

42

In november voerden we twee werken van Mozart uit, in Musis Sacrum. Enthousiasme onder een aantal leden over het Requiem leidde tot "kamervragen" en zweetbuien. Gelukkig kwam alles goed en we genoten zelf evenveel als het publiek. De dirigent verzocht om voedsel in de pauze, er was nog niets op haar kamer neergezet, en ze had honger en dorst. Na de pauze ging ze, zichtbaar verkwikt, weer aan de slag. Mensen... ook een dirigent kan niet zonder eten en drinken.

Maart 1999 werd de Johannes Passie gezongen. Verliep ook naar wens, tenminste, daarvan herinnerde niemand zich iets vreemds. November werden vijf korte werken uitgevoerd in de Lutherse kerk, ook een prettige locatie. Twee avonden, waarvan de eerste werd overzweefd door een geur van ondergrondsheid. De riolering zat verstopt en de kelder liep vol. De avond daarna was dat weer keurig opgelost, en zongen we fris van de lever. Die kerk heeft wel sfeer, met de prachtige houten koorbanken en lambriseringen. En een orgel erg mooi van klank. Esther Putter als soliste was een goede keus, en Gerrie Meijers aan het orgel prachtig!

43

Het "magische" jaar 2000, brengt het wat goeds? We werkten voor de Dodenherdenking op 4 mei, toen er een conflict ontstond over de leiding van het concert. De dirigent van Philharmonia Gelre, Hans Welle, bleek veel "aan te kunnen", het grote orkest en ons niet echt kleine koor. Leek het praktischer hem de algehele leiding te geven? We wisten nog niet hoe het was afgesproken, uiteindelijk. Later kwam er spoeddiscussie binnen het bestuur, dan met de leden. We waren wel geschokt over hoe het gegaan was.Op dat moment zeiden wij dat ook duidelijk, het bestuur was er zelf verdeeld over.Het koor wilde niet als "buffer" tussen bestuur en dirigent worden benut. We zeiden niet kompleet ons vertrouwen op, maar wilden de dirigent ook steunen. Ondanks al deze "elend" verliepen de repetities vooraf, met de andere dirigent, plezierig. Hij kon het meteen goed met ons vinden, en bracht alles heel relaxed.

Op de avond van 4 mei zongen we het Requiem van Hidas in een vrijwel
44

volle Eusebius. De herdenking leeft nog erg onder de Arnhemse bevolking, vanwege de gekende "Slag om Arnhem, ofwel "Market Garden". Het was prachtig, warm weer, de sfeer plechtig in de avond, toen de klok werd geluid, en verder alles vrijwel stil was. Geweldig; maar niet geheel zonder zorgen wat het koor aangaat, er zat iets niet lekker bij onze club. (Van deze avond dateert de meest recente groepsfoto van de C.O.V., wij, staande voor de grote hoofddeuren van de Eusebius.) Het Arnhems Koorfestival 2000, in juni, waren we weer in de Lutherse kerk te vinden. Repetities al in de middag zorgden voor het juiste affectonder ons. Wandelingen door de stad, om bij het Leger des Heils lokaal, de "thuisbasis" ons brood te nuttigen, de melodietjes piepende "mobieltjes" in de repetitie, dat deed het wel. s`Avonds na afloop veel mensen naar "de derde van Mahler" in Musis. De organiserenden, en gemeente Arnhem zouden elke zanger op hapjes en drankjes onthalen. Mooi niet! We hebben daar gezeten, niemand deed iets om ons te onthalen, alles voor eigen rekening. . Sommige leden waren best pissig over de gang van zaken, maar waar zoek je verhaal? Het barpersoneel wist van niets. Toch een leuke avond gehad. Gelukkig dat we nog een portemonnee bij ons hadden. In 2000 vertrok onze voorzitter Bernard Smeenk naar Friesland, en werd Ria van der Meer onze huidige. ( Zij was daarvoor al een tijd adjunct geweest.) Er kwamen enkele nieuwe mensen in het bestuur. Er kwam ook een aantal jonge leden bij, zodat de leeftijdsopbouw wat evenwicht kreeg.. Meer mannen waren nog nodig, zoals overal, zij worden "in de watten gelegd" bij aanmelding! (Bij welk koor heb ik dit eerder gehoord? red.) 15 december 2000 voerden we het Weihnachts-Oratorium vam J.S. Bach uit, in Musis. Leiding had nu Danny Nooteboom, hij verving Annemiek van der Niet die zich kort voor het concert ziek meldde, en zich ook mentaal niet in staat voelde dit concert te leiden. In no time werd vervanging gezocht, en gevonden... zucht van verlichting! Prestatie!

45

Dit concert kon doorgaan, we hadden geen strop, maar het gevoel bleef, dat niet alles lekker zat binnen de gelederen...... . Danny heeft kans gezien ons binnen een maand "rijp" te maken voor de uitvoering, dat is ook het vermelden waard! Helaas was in februari 2001, onze dirigent, alweer met "ziekmelding" thuis, en weg bij het koor. Haar arbeidscontract zou niet worden verlengd in september van dat jaar Deze beslissing werd genomen op grond van ernstig verstoorde werksfeer tussen haar en het bestuur. Gebrek aan communicatie maakte verdergaan onmogelijk, naar verluidt. Een stemming door alle aanwezige leden heeft plaatsgevonden in een bijzondere, korte algemene ledenvergadering. Zoiets is verre van plezierig, en veel is eraan voorafgegaan. Wij, de leden, hebben dat ook gemerkt. Een dirigent is de "spil" binnen een koor, en moeilijkheden tussen deze twee "polen" heeft altijd werking op de sfeer in die gemeenschap. Een bestuur is verantwoordelijk. Had het anders gekund? Omdat de leden nooit alles weten van wat tussen dirigent en bestuur gebeurt, is dat niet zomaar te beantwoorden. Wel weet iedereen dat de teleurstelling groot is geweest Een aantal leden had het er nog lang moeilijk mee.. Annemiek is een afscheidsdirectie komen doen. Die avond heeft ze benut om ons haar visie op de zaak te melden, en laten blijken hoe wrang ze het vond. Heeft de gelegenheid om dit te kunnen doen, (en dan vanuit haar visie alleen), haar een beter gevoel gegeven? Ze wilde het op die manier doen, en heeft ons nog een keer teruggezien.
46

47

Hoofdstuk 14

Sindsdien werkten we met een interim-dirigent, Gert Jan van der Pol. Hij kende het koor al, en er werd hard gewerkt om het programma, wat vertraging had opgelopen, in goede banen te leiden. Dat jaar verliep toch wel heel goed. We voerden in juni werk uit van Jonn Rutter, George Dyson, Cesar Franck en van Gabriel Faure, resp. Requiem, Magnificat en Nunc Dimittis, Psalm 150, en Cantique de Jean Racine. De recenties waren lovend.Onze, dan nog, interim-dirigent wist onze onvolkomenheden tot een minimum terug te brengen in korte tijd, en is intussen door ons bij voorkeur verkozen, en vast aangesteld. Op 3 november voerden we "The Messiah" uit, in Musis Sacrum. Net als in de jaren daarvoor hadden we extra mannen ter ondersteuning nodig. De sopranen waren nu "talrijk". De repetities hard werken met humor, dus ook wel relaxed, resulteerden in een uitvoering met goede recensies, we hadden voor dit jaar de "primeur" met dit werk, en voor Gert Jan smaakte dit naar meer! 2002. Op 20 april een concert in de Lutherse kerk, met: Cantate 196 Der Herr denket an unsvan J.S. Bach, Missa Brevis St. Joh. de Deo van J. Haydn en de Mis G dur van Fr. Schubert. 13 december voerden we het Weihnachtsoratorium van J.S. Bach uit in Musis Sacrum. Tijdens de generale repetitie was het rommeligonder de
48

leden. Gestrekte nekken, geruil met staanplaatsen waar menigeen niets van begreep. Was m.i. ook niet noodzakelijk! (Baalde ervan, maar liet mij het plezier niet afnemen!) wederom leuke en goede resenties in de kranten. Gert-Jan heel nuchter voor het concert: Ja, jullie zeggen dat het goed wordt, maar dat moet nog blijken ( Zou hij dat gemeend hebben?red.)

49

C.V.s van dirigenten Ira Spaulding II De dirigent van de COV Arnhem, Ira Spaulding 11 werd in New York City (U.S.A) geboren en studeerde bij Robert Simpson in Princeton, Ncw Jersey. Hij behaalde een ,Bachelor" en de "Master of Music degree" in de zang en koordirectie en een voortgezette studie als dirigent. Hij gaf aan verschillende Universiteiten in Amerika les, was organist en koordirigent in kerken en was dirigent van het"St. Petersburg Boychoir" in Florida. Sinds juli 1981 woont Ira Spaulding in Nederland. In het najaar van 1982 werd hij uitgenodigd om mee te werken aan een uitvoering en grammofoonplatenopname van de "Great Day in the Morning" te Parijs met Jessye Norman (Philips opname). In maart 1983 is Ira Spaulding opgetreden in het televisieprogramma jonge mensen op het Concertpodium", een maand later debuteerde hij in het Amsterdamse Concertgebouw als solist in Hndels "Messiah". Behalve van het COV Arnhem is hij dirigent van het "Buurkerkkoor" in Utrecht, het Delfts Studenten Kamerkoor en het Overveens Kamerkoor. Wim C. Stoppelenburg De dirigent van de COV Arnhem, W. C. Stoppelenburg werd in Berkenwoude Z.H. geboren en studeerde aan de conservatoria van Rotterdam, Groningen en Amsterdam o.a. onder Anton Kersjes. Hij was en is dirigent van diverse koren in Groningen, Assen en Emmen. Tot de fusie met opera Forum was W. C. Stoppelenburg dirigentpresentator van jeugdconcerten van het Overijssels Philharmonisch Orkest. W. C. Stoppelenburg is tevens als docent muzikale vorming verbonden aan de Rij ks Pedagogische Academie in Meppel. Hij componeerde in het verleden diverse werken zoals kamermuziek, liederen en een opera. Dit jaar kreeg W. C. Stoppelenburg van de provincie Drente een niet onaanzienlijke compositieopdracht voor de blazers van het Drents Symphonie Orkest.

50

Annemiek van der Niet Annemiek van der Niet werd in 1959 geboren in Ede. Zij studeerde Schoolmuziek aan het Stedelijk Conservatorium te Arnhem en rondde haar studie af aan het Utrechts Conservatorium in 1984. Nadat zij enkele jaren als muziekdocent in het Voortgezet Onderwijs werkzaam was, begon zij de studie Koordirectie aan het Rotterdams Conservatorium bij Barend Schuurman, waar zij in 1994 afstudeerde. Diverse malen nam Annemiek deel aan de Kurt Thomascursus voor koordirigenten en had les van o.a. Hans van den Hombergh, Jos van Veldhoven en Daniel Reuss. Sinds 1981 dirigeert Annemiek diverse koren. Momenteel is zij dirigent van de COV Arnhern en van de Maamse Cantorij. Daarnaast is Annemiek muziekdocent aan een MBO-opleiding richting welzijn. Danny Nooteboom, Danny Nooteboom (1970) studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht en Koor en orkestdirectie bij resp. Frans Moonen en Joop Schets. Sinds zijn19de is Danny reeds dirigent van diverse koren en orkesten. Momenteel is hij werkzaam als dirigent bij een groot aantal koren waaronder Toonkunstkoor Zeist, Christelijk gemengd koor Immanuel, kamerkoor Volo Cantare en het Zelhems Christelijk Oratoriumkoor. Met deze koren gaf hij ondermeer uitvoeringen van "Die Schpfun van Haydn, "Requiem" van Faure, "Schicksalslied" van Brahms en een aantal Bachcantates. Ook is Danny dirigent van het professionele Arnhemse barokorkest "Het Rijnconsort". Het Rijnconsort voerde onder zijn leiding uit "Lukaspassion^" van Bach en "Die Tageszeiten" van Telemann Naast zijn werk als dirigent is Danny werkzaam als freelance muziekpublicist en is docent aan de streekmuziekschool Over-Betuwe te Elst.
51

Gert Jan van der Pol Dirigent, Gert Jan van der Pol werd in Ede geboren en studeerde Muziekwetenschap aan de universiteit van Utrecht, en Schoolmuziek aan het conservatorium van Arnhem. Hij begon al op zeer jonge leeftijd met dirigeren en volgde lessen bij bekende Nederlandse koordirigenten zoals Jan Boogaards en Hans van den Hombergh. Uiteindelijk studeerde hij Koordirectie bij Joop Schets. Van der Pol is muziekleraar en koordirigent aan het Karel de Grote college in Nijmegen (regionale vrije school) en aan de Tobiasschool in Zeist. (vrije school voor speciaal onderwijs) Hij dirigeerde jarenlang het bekende Interkerkelijke jongerenkoor 'Tabor' en het Apeldoorns jeugdorkest. Bij diverse gelegenheden dirigeerde hij het 'Twents Symfonieorkest' en het Wageningse symfonieorkest 'Sonante'. Sinds 1997 dirigeert Gert Jan van der Pol de C.O.V. Sursum Corda uit Lunteren. Hij gaf reeds vele concerten in binnen en buitenland.

Over pianisten, die het cementzijn tussen dirigent en de rest! Over de pianisten is weinig vermeld. Daar zijn weinig aaneengesloten gegevens over beschikbaar. Wie deze plaats bij de C.O.V. in al die honderd jaren hebben bezet, is niet meer duidelijk, wel komt de naam mw. Rho Droogleever- Mnninghoff vanaf ong. 1959 voor in de notulen, en heeft zij lange tijd het koor begeleid.
52

.Zij werkte nog samen met Ira Spaulding, zoals in een brief, door haar geschreven aan het koor,is op te maken. Die brief is van mei 1984., daarin meldt zij dat ze wegens te drukke werkzaamheden haar medewerking bij het koor geheel stopt. Het spijt haar om de prettige samenwerking en de gezelligheid, die ze erg zal missen. Zij heeft op piano en vleugel, ook meerdere keren tijdens concerten van de C.O.V., begeleid. Rho en haar echtgenoot Daan hebben als pianisten-duo, lange tijd een zeer vooraanstaande plaats ingenomen in landelijk opzicht. Enkele (oudere) leden onderhouden nog het contact met haar. Nadien duikt de naam C. Grotebreg op. Deze zou voor korte tijd de begeleider zijn geweest. Dan Gerrie Meyers(( van 1985-1993?) Later verving ze regelmatig voor Jacqueline van Herp die n haar pianiste was bij de C.O.V. Gerrie studeerde tijdens haar werkzaanheden stug verder en behaalde met enige regelmaat een diploma itvoerend musicusop orgrl en piano. Zij geniet bekendheid door haar vele concerten in binnen- en buitenland. Daarbij heeft zij nog altijd een goede band met de C.O.V. en zien we haar soms terug, gengageerd bij concerten, begeleidend op orgel.

Sinds 1995 is Ans van Scherrenburg degene, die ons begeleidt. Zij is een all- rounderin de wereld van de muziek. Zij is ook regelmatig onze repetitor, omdat stempartijen wel eens apart moeten instuderen.Ze bezit educatieve Kwaliteiten en weet haar pianospel flexibel aan te wenden.

53

54

t is bijna negentig jaar gele. dat opgericht werd de C.O.V De dames waren zoals altijd ook toen al in de meerderheid Een tandarts werd deerste dirigent Hij was in Arnhem ook zeer bekend Gestadig groeide het ledental zoals u allen wel weten zal Het "Clubhuis" werd toen alras te klein Men wilde graag een wat ruimer domein Een zaal werd gevonden, maar o wat spijt ja raakte je droge voeten daar kwijt maar zingen dat ging daar opperbest Het koor kwam zelfs voor de radio we doen het allen voor ons plezier want anders zaten we nu niet hier zo gingen de jaren heel snel voorbij veel lief en leed trok aan ons voorbij We zijn een hechte vereniging dat is een haast onbetaalbaar ding Nu zit er een nieuwe dirigent Dat is een bovenstebeste vent Zijn inzet brengt ons nog naar de top daar klinken we straks graag allen op 't Bestuur deelt ook in de vreugde me ze zitten daar allemaal zeer tevre Na ups en downs gaat het nu majeur dus nu maar verder geen gezeur en op naar de 100 jaar Elly

Hoezee ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, 0Z0 ,, ,, ,, 't Is waar 0 ja 't Is waar Hoezee ,, ,, Hoezee ,, ,, ,, Hoezee

55

You might also like