You are on page 1of 21

Commentaar deel 1 5 ( deel 4 facultatief ) Sjors Tessa Ruben Robbert Jorino Rik Dennis Rori Ilias el M Eveline Anouk

k Heliantha Mirte Reyhan, Ilias B. Kenan Marijke

Deel 1
quamvis digressus, us vetus amicus confusus confusus quod sedem figo, figere Cumae destino, destinare Sibylla

1 20
= = : = : : = : = : hoewel vertrek nl. Umbricius (r.21) verward vul aan: sum ( in deze passage + conj): omdat zich vestigen kleine provincieplaats, ca 150 km ten zuiden van Rome besluiten legendarische profetes te Cumae

Quamvis digressu veteris confusus amici laudo tamen, vacuis quod sedem figere Cumis destinet atque unum civem donare Sibyllae. Hoewel ik verward ben door het vertrek van mijn oude vriend, prijs ik het toch, (om)dat hij besluit zich te vestigen in het lege Cumae en een burger te schenken aan de Sybille. ianua = Baiae : amoenus, - a, um = secessus, -us vel = praepono, praeponere = Prochyta : Subura : 5 deur, entree beroemde badplaats vlakbij Cumae prettig = afzondering zeker wel, tenminste verkiezen boven ( + dat. ) een eenzaam eiland voor de kust van Cumae de ontstellend drukke groentemarkt in Rome

Ianua Baiarum est et gratum litus amoeni secessus. Ego vel Prochytam praepono Suburae.

Het is de deur ( toegangspoort ) naar Baiae en er is een fijn strand voor een prettige afzondering. Ik tenminste geef de

voorkeur aan Prochyta boven de Subura. non deterius (esse) deterior lapsus, us tecta (mv.) adsiduus, -a, -um : = = = = a.c.i. afhankelijk van credas slechter instorting huis voortdurend

Nam quid tam miserum, tam solum vidimus ut non deterius credas horrere incendia, lapsus tectorum adsiduos ac mille pericula saevae urbis et Augusto recitantes mense poetas? Want wat zagen ( zien ) wij als zo ellendig en als zo eenzaam, dat je ervan overtuigd bent, dat het verkieslijker is om te huiveren voor branden, voortdurende instortingen van huizen en duizend gevaren van de woeste stad en dichters die aan het voordragen zijn in de maand Augustus ? 10 raeda subsisto, subsistere substitit arcus, us madidus, - a, -um Capena (porta) 10 = : = = = = reiswagen blijven staan subject: Umbricius boog vochtig de Porta Capena (een van Romes stadspoorten)

Sed dum tota domus raeda componitur una, substitit ad veteres arcus madidamque Capenam.

(10) Maar terwijl zijn hele huis in een reiswagen werd opgestapeld, bleef hij staan bij de oude bogen en de vochtige (porta ) Capena. Numa constituo, constituere nemus -oris (onz. ) fons, fontis delubrum loco, locare Judaeus cophinus faenum supellex, -lectilis supellex : = = = = = = = = = : legendarische tweede deugdzame koning van Rome afspreken met ( + dat. ) woud bron tempel, heiligdom verhuren Jood mand hooi huisraad vul aan: est

Hic, ubi nocturnae Numa constituebat amicae, nunc sacri fontis nemus et delubra locantur

Judaeis, quorum cophinus faenumque supellex. Hier, waar Numa afsprak met zn nachtelijke vriendin, worden nu het woud van de heilige bron en de heiligdommen verhuurd aan Joden, van wie de huisraad een mandje en hooi is. 15 omnis populo mercedem pendeo, pendre Camenae (mv.) eiecio, eicere mendico, mendicare 15 : : = = = = congrueert met arbor. De woordgroep is subj. van est. dat ev. = in het belang van het volk, ten bate het volk een prijskaartje omhangen de Muzen eruit gooien bedelen

Omnis enim populo mercedem pendere iussa est arbor, et eiectis mendicat silva Camenis.

Elke boom is immers bevolen een prijskaartje om te hangen ten bate van het volk en het bos bedelt, nadat de Muzen eruit zijn gegooid. vallis, vallis Egeria = : vallei waternymf, had cultusplaats bij de Porta Capena. Zij is volgens de legende de nocturna amica van koning Numa grot vul aan: speluncis hoeveel goddelijke macht groen rand, zoom gras natuurlijk, authentiek geweld aandoen, schenden marmer tufsteen

spelunca = veris : quanto = numen, -mina = viridis, - e = margo, -ginis = 20 herba = ingenuus, - a, -um = violo, violare = marmor, marmoris ( onz )= tofus =

20

In vallem Egeriae descendimus et speluncas dissimiles veris. Quanto praesentius esset numen aquis, viridi si margine clauderet undas herba nec ingenuum violarent marmora tofum!

We dalen af naar de vallei van Egeria en naar de grotten die niet op echte ( grotten ) lijken. Hoeveel meer zou de goddelijke macht aanwezig zijn bij het water, als gras met een groene rand het water zou omsluiten en als het marmer het authentieke tufsteen geen geweld zou aandoen.

Deel 2

21 46
= = = = : = : = = = : = = = vak, beroep er is geen plaats voor voordeel; winst in deze passage: geld lees: quam here fuit gisteren vul aan: res verminderen klein; ten opzichte van het kleine beetje dat het was lees: ubi fatigatas vermoeid uittrekken vleugel (volgens de overlevering landde Daedalus na de noodlottige tocht met zijn zoon Icarus uiteindelijk in Cumae)

ars, artes nullus locus (est) ( + dat.) emolumentum res here quam fuit here eadem detero, deterere exiguus, -a, -um exiguis (abl.mv.) 25 fatigatas ubi fatigatus, - a, -um exuo, exuere ala

21

25

Hic tunc Umbricius: quando artibus inquit honestis nullus in urbe locus, nulla emolumenta laborum, res hodie minor est here quam fuit, atque eadem cras deteret exiguis aliquid, proponimus illuc ire, fatigatas ubi Daedalus exuit alas. Hier zei Umbricius toen : aangezien er in de stad geen plaats is voor eerlijke beroepen, geen winst bij inspanningen, ( aangezien ) geld vandaag minder waard is dan het gisteren was en datzelfde (geld) morgen weer iets minder waard zal worden vergeleken bij het kleine beetje dat het al was, stel ik voor om daarheen te gaan, waar Daedalus zijn vermoeide vleugels uittrok.

novus, -a, -um canities, -ei canities primus senectus, - tutis senectus supersum, superesse Lachesis torqueo, torqure bacillum subeo, subire dextram cedo, cedere

= = : = = : = : = = = : =

jong; van pasgeleden grijsheid vul aan: est in deze passage: pril ouderdom vul aan: est over zijn voor (+ dat.) een der lotsgodinnen: zij spint de levensdraad spinnen stok (onder)steunen vul aan: manum weggaan van (+ abl.)

Dum nova canities, dum prima et recta senectus, dum superest Lachesi, quod torqueat, et pedibus me

porto meis, nullo dextram subeunte bacillo, cedamus patria. Laat ik, zolang mijn grijsheid van pasgeleden is, zolang mijn ouderdom nog pril is en mij rechtop laat lopen, zolang er voor Lachesis iets over is om te spinnen en ik mij draag met mijn eigen voeten, zonder dat een stok me ondersteunt, weggaan uit mijn vaderland. istic Artorius et Catulus 30 niger, nigra, nigrum candidus, -a, -um verto in, vertere in quis conduco, conducere sicco, siccare eluvies, - ei bustum cadaver, - eris ( onz. ) praebre caput venale sub domina hasta 30 = : = = = : = = = = = = = daar onbekende Romeinen zwart helder; wit veranderen in = quibus (dat. mv..) als aannemer optreden bij (+ acc) droog maken overstroming brandstapel lijk zichzelf te koop aanbieden (als slaaf) onder de lans van de meester

Vivant Artorius istic et Catulus; maneant qui nigrum in candida vertunt, quis facile est aedem conducere, flumina, portus, siccandam eluviem, portandum ad busta cadaver, et praebere caput domina venale sub hasta.

Laten Artorius en Catulus daar maar wonen ; laten zij blijven, die zwart in wit veranderen, voor wie het makkelijk is om als aannemer op te treden bij een tempel, bij rivieren, havens, het droog maken van een overstroming, het dragen van een lijk naar de brandstapel en het zichzelf te koop aanbieden onder de lans van de meester. Romae mentior, mentiri nequeo, nequre posco, poscere astrum rana viscera (onz. mv.) 45 nupta adulter, - teri mando, mandare norunt = = = = = = = = = = = in Rome liegen niet kunnen ergens dringend om vragen; ergens warm voor lopen ster kikker ingewanden getrouwde vrouw minnaar opdragen noverunt

41

45

Quid Romae faciam? Mentiri nescio; librum, si malus est, nequeo laudare et poscere; motus astrorum ignoro; funus promittere patris nec volo nec possum; ranarum viscera nunquam inspexi: ferre ad nuptam quae mittit adulter, quae mandat, norunt alii;

Wat moet ik in Rome doen ? Ik kan niet liegen ; als een boek slecht is kan ik het niet prijzen en er warm voor lopen ; de bewegingen van de sterren ken ik niet ; de begrafenis van een vader beloven wil en kan ik niet ; de ingewanden van kikkers heb ik nog nooit bestudeerd ; Naar een getrouwde vrouw brengen wat een minnaar stuurt, wat hij opdraagt, daar hebben anderen verstand van .

Deel 3 46 78
quae gens acceptissima acceptus, - a, -um divites (nom mv.) quos praecipue (bw.) fugo, fugere obsto, obstare : : = = : = = = lees: gentem, quae vul aan: est geliefd bij ( + dat. ) de rijken lees: eos, quos bij uitstek ontvluchten; uit de weg gaan beletten; in de weg staan

60

60

Quae nunc divitibus gens acceptissima nostris et quos praecipue fugiam, properabo fateri, nec pudor obstabit. Ik zal mij haasten om te bekennen, welk volk nu het meest geliefd is bij onze rijken en wie ik bij uitstek uit de weg zal gaan en schaamte zal mij niet tegenhouden.
fero, ferre Quirites quamvis quota portio...? faex, faecis Achaei (nom mv.) = = = = = verdragen Romeinen (archasme) een hoeveelste deel wel niet .. ? droesem; uitschot Grieken

Non possum ferre, Quirites, Graecam urbem; quamvis quota portio faecis Achaei? Quiriten, ik kan een Grieks Rome niet verdragen. Een hoe groot deel van dat uitschot zijn geen Grieken ?
iam pridem Syrus, - a, -um = defluo in, defluere in Orontes tibicen, -cinis chorda obliquus, -a, -um nec non gentilis, - e tympanum Circus prostare = al sinds lang Syrisch = afstromen naar; doorstromen in : rivier in Syria = fluitspeler = snaar (van een snaarinstrument) = scheef = en zeker ook = bij het volk behorend = tamboerijn = het Circus (Maximus) = zich prostitueren; tippelen

65

65

Iam pridem Syrus in Tiberim defluxit Orontes, et linguam et mores et cum tibicine chordas obliquas nec non gentilia tympana secum vexit et ad circum iussas prostare puellas.

Al sinds lang is de Syrische Orontes doorgestroomd de Tiber in en heeft de taal en de gewoontes en scheve snaren met een fluitspeler en zeker ook de bij het volk behorende tamboerijnen met zich mee gevoerd en meisjes die bevolen zijn om bij het Circus te tippelen.
lupa pictus barbarus, - a, -um mitra rusticus (zelfst.nw.) trechedipnon Quirinus ceromaticus, -a, -um niceterium collum = : = = = = = = = = hoer ppp van pingere (= beschilderen) buitenlands hoofdband; tulband man van het platteland; boerenkinkel feestkleding Romulus met waszalf ingewreven medaille hals

Ite, quibus grata est picta lupa barbara mitra ! Rusticus ille tuus sumit trechedipna, Quirine, et ceromatico fert niceteria collo. Wegwezen, bij wie een buitenlands hoertje met beschilderde tulband in de smaak valt ! Die boerenkinkel van jou kiest nu voor feestkleding, Romulus, en draagt medaillons om zijn met waszalf ingewreven nek.
hic ...., hic Sicyone, Amydone etc. Sicyon ast Amydon Andros, Samos Tralles (mv.) Alabanda (mv.) Esquiliae dico a(b), dicere a(b) vimen, - inis ( onz..) dictum collis, collis viscera (onz. mv.) futurus, -a, -um = : : = : : : : = = = : = = = de een...., de ander abl. van scheiding (uit Sicyon, Amydon etc.) plaats in de Peloponnesus maar onbekende plaats eilanden in de Egesche zee plaats in Lydia ( Klein Azi ) plaats in Caria ( Klein Azi ) de Esquilijn (een van de zeven heuvelen van Rome) noemen naar wilgenhout congrueert met collem heuvel ingewanden: in deze passage: favorieten; >eigen vlees en bloed toekomstig

70

70

Hic alta Sicyone, ast hic Amydone relicta hic Andro, ille Samo, hic Trallibus aut Alabandis Esquilias dictumque petunt a vimine collem, viscera magnarum domuum dominique futuri.

De een gaat op weg vanuit het hoge Sicyon, maar een ander uit het verlaten Amydon, weer een ander uit Andros, uit Samos, nog een ander uit Tralles of Alabanda naar de Esquilijn en de heuvel genoemd naar wilgenhout, de favorieten van machtige huizen en hun toekomstige meester.

9 ingenium velox, -locis perditus, -a, -um sermo, -onis promptus, -a, -um Isaeus torrens, -ntis edo, edere quivis = = = = = : = = = instelling snel; kwiek; flitsend; onmatig gesprek; manier van praten slagvaardig Assyrische redenaar onstuimig uitspreken; zeggen wie je ook maar wilt; iedere willekeurige

75

75

Ingenium velox, audacia perdita, sermo promptus et Isaeo torrentior: ede quid illum esse putes? Quemvis hominem secum attulit ad nos:

Hun presentatie (is) flitsend, hun lef onmatig, hun manier van praten slagvaardig en onstuimiger dan Isaeus. Zeg maar eens wat je denkt dat hij is. Iedere willekeurige man nam hij met zich mee naar ons:
grammaticus rhetor, -toris geometres, -ae pictor, -oris aliptes, -ae augur, -uris schoenobates, - ae medicus magus Graeculus esurio, esurire in caelum iusseris = = = = = = = = = = = : taalleraar redenaar landmeter schilder masseur vogelwichelaar koorddanser dokter tovenaar Griekje (minachtend van toon) honger hebben lees: si in caelum iusseris ire

grammaticus rhetor geometres pictor aliptes augur schoenobates medicus magus: omnia novit Graeculus esuriens; in caelum iusseris ibit. Taalleraar, redenaar, landmeter, schilder, masseur, vogelwichelaar, koorddanser, dokter, tovenaar. Een Griekje met honger heeft overal verstand van ; als je hem zult hebben opgedragen naar de hemel te gaan, zal hij gaan.

Deel 4 :
r. 81 125 r. 125 - 189 r. 190 - 203 Vervolg tirade tegen Grieken De kleine man bereikt nooit iets Zie blz. 8 v.d. bundel

Professor Staccioli : acht grootste ergernissen van burgers van Rome : 1. Verkeer

10

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Lawaai en chaos op straat Reistijd in de stad Afval en vuil Woningnood en torenhoge prijzen Instortingsgevaar en onveilige gebouwen Ongecontroleerde immigratie Onveilige straten s avonds en s nachts

Deel 5 203 - 222


Codrus Codro Procula Procula urceolus ornamentum abacus nec non et infra 205 cantharus recubo, recubare marmor, -oris ( onz. ) Chiron : : : : = = = = = = = = : onbekend; blijkbaar een arme man van geringe lengte dativus possessivus onbekend; blijkbaar in die tijd een bekende dwerg ablativus comparationis bij minor kruikje schoonheid pronktafel en om niet te vergeten ook daarin drinkschaal achteroverliggen marmer; marmeren plaat (een beeldje van) Chiron (de wijze centaur die Achilles opvoedde)

205

Lectus erat Codro Procula minor, urceoli sex ornamentum abaci, nec non et parvulus infra cantharus et recubans sub eodem marmore Chiron,

Codrus had een bed, kleiner dan ( dat van ) Procula, zes kruikjes, een schoonheid van een pronktafel en om niet te vergeten ook een piepklein drinkschaaltje daarin en een achteroverleunend beeldje van Chiron onder dezelfde marmeren plaat.
iam cista libellus opicus, - a, -um mus, muris rodo, rodere = = = = = = tenslotte kist; koffer boekje barbaars muis; rat aan iets knagen

iamque vetus graecos servabat cista libellos et divina opici rodebant carmina mures. Tenslotte bewaarde een oude kist Griekse boekjes en knaagden barbaarse muizen aan de goddelijke verzen.

11 nil illud + totum infelix, -icis 210 aerumna cumulus est quod nudum et frusta rogantem frustum hospitium tectum : : = = = = : = = = = nihil congrueren met nihil in r. 209 (acc ev onz ) ongelukkig ( in deze passage gesubstantiveerd ) zorg stapel; kroon; toegift (het) is, dat vul aan: eum brokje; stukje, kruimeltje gastvrijheid; onderdak in deze passage: onderdak; een dak

210

Nil habuit Codrus, quis enim negat? Et tamen illud perdidit infelix totum nihil. Ultimus autem aerumnae est cumulus, quod nudum et frusta rogantem nemo cibo, nemo hospitio tectoque iuvabit.

Niets had Codrus, wie ontkent dat eens ? En toch heeft hij heel dat niets verloren. De laatste toegift voorts op zijn penibele situatie s dat niemand hem die naakt is en om kruimeltjes vraagt zal helpen met voedsel, niemand met gastvrijheid en een dak.
Asturicus cado, cadere, cecidi horrida mater horridus, -a, -um pullatus, -a, -um proceres ( mv ) vadimonium gemo, gemere : = : = = = = = onbekende aristocraat inzakken; instorten lees: horridae matres sunt in deze passage: onverzorgd (als teken van rouw) in de rouw voorname heren rechtsgang bejammeren

Si magna Asturici cecidit domus, horrida mater, pullati proceres, differt vadimonia praetor. Tunc gemimus casus urbis, tunc odimus ignem. Als het grote huis van Asturicus is ingestort, lopen de moeders er onverzorgd bij, zijn de voorname heren in de rouw, stelt de praetor de rechtsgang uit. Dan bejammeren wij het verval van de stad, dan haten wij het vuur.
215 accurro, accurrere qui confero, conferre impensa hic ..., hic ... candidus, -a, -um signum Euphranor / Polyclites: Asianus, -a, -um ornamentum foruli ( mv ) Minerva = aan komen hollen = iemand, die = bijdrage leveren aan = uitgave; kosten = de een ..., de ander ... = (helder) wit = beeld zeer beroemde Griekse beeldhouwers = Aziatisch = sieraad = boekenkast = (een beeld van ) Minerva

12 220 modium = (korenmaat) >mud=

215

220

Ardet adhuc et iam accurit qui marmora donet, conferat impensas; hic nuda et candida signa, hic aliquid praeclarum Euphranoris et Polycliti, haec Asianorum vetera ornamenta deorum, hic libros dabit et forulos mediamque Minervam, hic modium argenti.

Het staat nog te branden en er komt al iemand aanrennen om marmer te schenken, een bijdrage te leveren aan de onkosten; iemand hier zal naakte en witte beelden geven, een ander iets beroemds van Euphranor en Polycleites, een andere (vrouw ) oude sieraden van Aziatische goden, weer een ander boeken en een boekenkast en ( een standbeeld van ) Minerva in het midden, nog een ander een mud zilver.
meliora ac plura repono, reponere Persicus orbus, -a, -um lautus, -a, -um suspicio, suspicere : = : = = = gesubstantiveerde bijvoeglijke naamwoorden ( mv onz ) in ruil voor iets krijgen onbekende aristocraat kinderloos voornaam verdenken

Meliora ac plura reponit Persicus, orborum lautissimus et merito iam suspectus tamquam ipse suas incenderit aedes. Persicus, de voornaamste onder de kinderlozen en terecht al ervan verdacht als zou hij zelf zijn eigen huis in brand hebben gestoken, , kreeg als vergoeding meer en betere spullen.

Deel 6
plurimus vigilo, vigilare languor, - oris pario, parere, peperi imperfectus haereo, haerre 235 stomachus meritorium opes, - ium (mv.)

223-248
= = = = = = = = = menigeen waken; wakker liggen matheid; loomheid voortbrengen; veroorzaken onverteerd kleven; blijven steken maag huurwoning (in een insula) rijkdom

235

Plurimus hic aeger moritur vigilando; sed ipsum languorem peperit cibus imperfectus et haerens ardenti stomacho. Nam quae meritoria somnum admittunt? Magnis opibus dormitur in urbe.

13

Menigeen hier sterft, ziek door het wakkerliggen. ( Huh ? ) Maar voedsel dat onverteerd is en blijft kleven in een brandende maag heeft toch juist loomheid veroorzaakt ? Welke huurwoningen dan wel laten slaap toe / maken het mogelijk om te slapen ? In de stad slaapt men ( alleen ) met grote rijkdom.

caput raeda transitus , -us artus, -a, -um vicus inflexus, -us convicium mandra = somnum eripio , - eripere Drusus vitulus marinus

14 = in deze passage: hoofdoorzaak = (vierwielige) wagen = het langstrekken = smal; nauw = steegje = kromming; bocht = scheldwoord stal = de slaap ontnemen aan iem, (+ dat.); iem. uit zn slaap houden : bedoeld wordt keizer Claudius (41-54 na chr.) een notoire slaapkop = zeekoe (blijkbaar ook een geduchte slaper)

Inde caput morbi. Raedarum transitus arto vicorum inflexu et stantis convicia mandrae eripient somnum Druso vitulisque marinis. Vandaar / Daar heb je de hoofdoorzaak van de ziekte. Het langstrekken van wagens door de nauwe kromming van de straatjes en de scheldwoorden van de stilstaande stal zullen Claudius en zeekoeien nog uit de slaap houden.
240 dives ( gesubst. ) curro, currere os, oris ( onz. ) = Liburna obiter (bw.) intus (bw.) namque somnum facio, - facere lectica fenestra = rijk man; een rijke = in deze passage: varen mond; gezicht; hoofd = slagschip= (gebruikt als vergelijking met een draagstoel ) = in het voorbijgaan; onderweg = binnen : = nam = slaap veroorzaken; slaperig maken = draagstoel = venster; raampje

240

Si vocat officium, turba cedente vehetur dives et ingenti curret super ora Liburna atque obiter leget aut scribet vel dormiet intus; namque facit somnum clausa lectica fenestra.

Als de plicht roept, zal een rijk man vervoerd worden, terwijl de menigte uiteengaat en in zijn enorme slagschip boven de hoofden varen en onderweg lezen of schrijven of binnen een dutje doen; want een draagstoel maakt slaperig als het raampje gesloten is.
ante obstare unda prior premo, premere lumbus 245 qui sequitur hic ..., alter..., hic ..., ille ... ferio, ferire cubitum : = = = = = : = = = = antea een obstakel vormen voor (+ dat.) golf; in deze passage: zee (van mensen) eerder; voor ons uit duwen; porren lende antecedent: populus de een ..., een ander ..., weer een ander ..., nog een ander ... slaan; stoten elleboog

15 asser, asseris durus, -a, -um tignum incutio, incutere metreta = lat = hard = balk = stoten tegen (+ dat.) ton (van ca 40 liter)

245

Ante tamen veniet: nobis properantibus obstat unda prior, magno populus premit agmine lumbos qui sequitur; ferit hic cubito, ferit assere duro alter, at hic tignum capiti incutit, ille metretam.

Toch zal hij eerder arriveren. Als wij haast hebben vormt een zee van mensen voor ons uit een obstakel, het volk, dat achter ons loopt, port in een grote horde ons in de lendenen, hier stoot iemand met zijn elleboog, een ander met een harde lat, weer een ander slaat een balk tegen ons hoofd en nog een ander een ton.
pinguia crura crus, cruris ( onz. ) lutum planta calco, calcare digitus clavus haereo, haerre : = = = = = = = vul aan: sunt been modder voetzool vertrappen teen spijker blijven steken

Pinguia crura luto, planta mox undique magna calcor, et in digito clavus mihi militis haeret. Mijn benen zijn vet van de modder, ik word al gauw vertrapt door een grote voetzool van alle kanten en in mijn teen blijft een spijker van een soldaat ( soldatenschoen) steken.

Deel 7 249 277


celebro, celebrare sportula fumus 250 conviva quisque culina = = = = = = verheerlijken; ophef maken van picknickmand rook tafelgenoot elk; ieder keuken

250

Nonne vides quanto celebretur sportula fumo ? Centum convivae, sequitur sua quemque culina.

Zie je niet met hoeveel rook de picknickmand wordt opgehemeld ? ( Er zijn ) wel honderd gasten en de eigen keuken komt achter iedereen aan.
Corbulus : consul uit de tijd van keizer Nero, befaamd om zijn enorme omvang

16 Corbulo ( dat ev ) vasum impono, imponere vertex, - icis servulus infelix ventilo, ventilare = = = = = = = voor Corbulus; ten behoeve van Corbulus kan; mv,: vaatwerk plaatsen op (+ dat.) kruin slaafje ongelukkig aanblazen

Corbulo vix ferret tot vasa ingentia, tot res impositas capiti, quas recto vertice portat servulus infelix et cursu ventilat ignem. Voor Corbulus zou het ongelukkige slaafje nauwelijks zoveel enorm vaatwerk hoeven te dragen, zoveel op zijn hoofd geplaatste spullen, die hij draagt met zijn kruin rechtop, en onderweg blaast hij ( dan ook nog ) het vuurtje aan.
scindo, scindere tunica sarcio, sarcire corusco, -are 255 serracus abies, -etis pinus plaustrum nuto, nutare alte ( bw.) = = = = = = = = = = openscheuren tunica herstellen slingeren (tweewielige) wagen den pijnboom vrachtkar knikken; schudden hoog; de hoogte in

255

Scinduntur tunicae sartae modo. Longa coruscat serraco veniente abies, atque altera pinum plaustra vehunt; nutant alte populoque minantur.

Zojuist opgelapte tunicas worden opengeratst. Een lange den ligt te schudden als er een wagen voorbijkomt, andere wagens vervoeren een pijnboom. Ze schudden hoog op en vormen een bedreiging voor het volk.
procumbo, procumbere qui saxa Ligustica portat axis saxum Liguricus axis, -is everto, evertere = : = = = = voorover vallen; omdonderen lees: axis, qui saxa Ligustica portat rots; steen Ligurisch (uit de streek Liguria ten N. van Rome kwam marmer van zeer goede kwaliteit) as; wagen omverwerpen; omgooien

Nam si procubuit qui saxa Ligustica portat axis et eversum fudit super agmina montem, quid superest de corporibus ? Want als er een wagen is omgedonderd, die Ligurische blokken (marmer) vervoert en een omgekeerde berg over de drommen heen heeft gestort, wat is er dan over van onze lichamen ?

17 membra (onz. mv.) os, ossis ( onz. ) 260 obtero, obterere cadaver, -eris ( onz. ) mos, -oris more (abl. ev van mos) anima = = = = = = = ledematen been; mv.: beenderen verbrijzelen lijk gewoonte op de wijze van (+ gen.) ademhaling; zucht

260

Quis membra, quis ossa invenit? Obtritum vulgi perit omne cadaver more animae.

Wie vindt de ledematen ? Wie de beenderen ? Elk verbrijzelde lijk van een gewone man gaat eraan als in een zucht.
domus securus, -a, -um patella bucca foculus excito, excitare sono, sonare ungo, ungere, unxi strig(i)lis, -is linteum gutus = = = = = = = = = = = in deze passage: het thuisfront; de mensen thuis zorgeloos; onbekommerd schotel; schaal bolle wang haardje aanwakkeren geluid maken; rammelen zalven krabber linnen doek; handdoek olieflesje

Domus interea secura patellas iam lavat et bucca foculum excitat et sonat unctis

18

striglibus et pleno componit lintea guto. Intussen zijn de mensen thuis al zorgeloos de schalen aan het wassen en blazen met bolle wang de haard aan en rammelen met gezalfde krabbers en leggen handdoeken bij een vol olieflesje.
varie (bw.) ille 265 taeter, -tra, -trum novicius porthmeus porthmea caenosus, -a, -um gurges, -itis alnus infelix, -icis nec habet quem porrigat ore trientem porrigo, porrigere os, oris ( onz. ) = triens, -ntis os, oris = : = = = : = = = = : = mond = = afwisselend; op uiteenlopende wijze bedoeld wordt de in de voorgaande regels bedolven gewone man afschuwelijk nieuweling; broekie veerman (bedoeld wordt Charon, de veerman van de Onderwereld) Griekse acc. ev. modderig diepte els; bootje van elzenhout ongelukkig lees: nec habet trientem, quem porrigat ore overhandigen triens ( muntje van zeer geringe waarde ) gezicht

265

Haec inter pueros varie properantur; at ille iam sedet in ripa taetrumque novicius horret porthmea, nec sperat caenosi gurgitis alnum infelix, nec habet quem porrigat ore trientem.

Deze dingen worden op uiteenlopende wijze verdeeld over de slaven (!) vlot aangepakt. Maar hij zit al op de oever en huivert als groentje voor de afschuwelijke veerman en de ongelukkige heeft geen hoop op het bootje van de modderige stroom en heeft geen muntje om te overhandigen met zijn mond.

Deel 8 278 322


ebrius, -a, -um = dronken; in deze passage gesubstantiveerd: dronkelap petulans, -antis = uitgelaten caedo, caedere, cecidi = afrossen; in elkaar timmeren poenas do, poenas dare = een slechte bui hebben lugeo, lugre = rouwen om amicum : object van lugentis 280 Pelida = zoon van Peleus (= Achilles) (In de Ilias wordt beschreven hoe Achilles na de dood van zijn vriend Patroklos een slapeloze nacht in wanhoop doorbrengt. Het is natuurlijk zeer ironisch om het lijden van de edele Achiles te vergelijken met dat van de bullebak. ) cubo, cubare = liggen facies, -ei = gezicht supinus, -a, -um = achterover; op z=n rug

19

278 280

Ebrius ac petulans, qui nullum forte cecidit, dat poenas, noctem patitur lugentis amicum Pelidae, cubat in faciem, mox deinde supinus;

Iemand die dronken en uitgelaten is en die toevallig nog niemand heeft afgerost, heeft een pestbui, hij ondervindt een nacht (als ) van de om zijn vriend rouwende Achilles, hij ligt op zn gezicht, al gauw daarna op zn rug;
aliter (bw.) quibusdam somnum facio, - facere rixa quamvis improbus, -a, um anni (mv.) merum ferveo, fervre caveo, cavre coccinus, -a, um laena iubeo, iubre comes, -itis 285 multum flamma aeneus, -a, -um lampas, -adis = : = = = = = = = = = = = = = = = = op een andere manier (dan door iemand af te tuigen ) dat. mv. van quidam = voor bepaalde lieden slaperig maken knokpartij; een robbertje vechten hoewel onbeschaamd; onbesuisd zn jaren, zn leeftijd pure wijn driftig zijn oppassen voor; op zijn hoede zijn voor ( + acc. ) scharlakenrood wollen mantel in deze passage: het dringend advies geven metgezel; body-guard (substantivum) een groot aantal vlam; (metonymie) fakkel bronzen lamp

285

ergo non aliter poterit dormire: quibusdam somnum rixa facit. Sed quamvis improbus annis atque mero fervens, cavet hunc quem coccina laena vitari iubet et comitum longissimus ordo, multum praeterea flammarum et aenea lampas.

Dus hij zal niet op een andere manier kunnen slapen: voor sommige mensen maakt een knokpartij slaperig. Maar hoewel hij onbesuisd is door zijn leeftijd en driftig door de pure wijn, past hij wel op voor degene, bij wie een scharlakenrode wollen mantel en een zeer lange rij van body-guards en bovendien veel fakkels en een bronzen lamp het dringende advies geven dat hij met rust moet worden gelaten.
me deduco, deducere brevis, - e candela dispenso. dispensare tempero, temperare filum : = = = = = = object van contemnit begeleiden in deze passage: zwak waskaars regelen zuinig omspringen met pit

Me, quem luna solet deducere vel breve lumen candelae cuius dispenso et tempero filum, contemnit.

20

Voor mij, die de maan gewoonlijk begeleidt of het zwakke licht van een waskaars, met wiens pit ik berekenend en zuinig omspring, heeft hij minachting.
prohoemion pulso, pulsare vapulo, vapulare = = = voorspel beuken; klappen uitdelen incasseren; klappen krijgen

Miserae cognosce prohoemia rixae, si rixa est ubi tu pulsas, ego vapulo tantum. Verneem het voorspel van de ongelukkige tweestrijd, als het tenminste een tweestrijd is, waar jij (de ander ) klappen uitdeelt, ik slechts incasseer.
290 contra furiosus, -a, -um et idem acetum conchis, -is tumeo, tumre quis .. sutor sectilis, -e porrum sutor. -oris elixus, -a, -um vervex , -ecis labrum comedo, comedere : vul aan: te = waanzinnig; door het dolle heen en tevens = azijn; zure (flut)wijn = boon = opgezwollen zijn; winden laten : lees: qui sutor = gesneden = prei = schoenmaker = gekookt = oude ram = bovenlip; kop = samen eten

290

Stat contra starique iubet: parere necesse est; nam quid agas, cum te furiosus cogat et idem fortior? Unde venis exclamat, cuius aceto, cuius conche tumes? Quis tecum sectile porrum sutor et elixi vervecis labra comedit?

Hij staat tegenover je en beveelt dat je blijft staan: gehoorzamen is noodzakelijk. Want wat zou je kunnen doen, wanneer iemand die door het dolle heen is en tevens sterker je dwingt ? Waar kom je vandaan, roept hij uit, van wiens zure flutwijn, van wiens bonen loop je hier te ruften ? Welke schoenmaker heeft samen met jou gesneden prei en de kop van een oude gekookte ram gegeten ?

21 295 nil calx, calcis edo, edere consisto, consistere in qua te quaero proseucha proseucha dicere si temptes aliquid recedo, recedere tantumdem est ferio, ferire pariter ( bw. ) vadimonia facio, - facere pauper, -eris : = = = : = : = = = = = = = nihil schop te voorschijn brengen; vertellen post vatten (als bedelaar) lees: in qua proseucha te quaero synagoge lees: si aliquid dicere temptes een stapje terug zetten het is om het even; het maakt niets uit meppen op gelijke wijze; >net zo hard= voor de rechtbank dagen (gesubstantiveerd) een arme man

295

Nil mihi respondes? Aut dic aut accipe calcem. Ede ubi consistas, in qua te quaero proseucha? Dicere si temptes aliquid tacitusve recedas, tantumdem est: feriunt pariter, vadimonia deinde irati faciunt. Libertas pauperis haec est:

Antwoord je me niets ? Spreek of je kunt een schop krijgen. Zeg op, waar je standplaats is, in welke synagoge kan in jou vinden ? Of je nou iets zou proberen te zeggen of je zwijgend zou terugtrekken, het is om het even: ze meppen net zo hard, daarna dagen ze je woedend voor de rechtbank. Dit is de vrijheid van een arme man:
300 pulso, pulsare pugna concido, concidere adoro, adorare dens, dentis = = = = tand in elkaar beuken vuist aftuigen smeken

300

pulsatus rogat et pugnis concisus adorat ut liceat paucis cum dentibus inde reverti.

In elkaar gebeukt en met vuistslagen afgetuigd vraagt en smeekt hij of hij met tenminste nog een paar tanden daarvandaan mag vertrekken

You might also like