LESDOELEN M/H 2 TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES

PARAGRAAF 1

Je moet weten welke periode en welke jaartallen bij het tijdvak burgers en stoommachines. Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met een constitutionele monarchie. Je moet weten wanneer Nederland het koninkrijk der Nederlanden werd en welke gebieden daarbij hoorden. Je moet kunnen uitleggen wat een parlement is. Je moet kunnen uitleggen dat Nederland ten tijde van koning Willem I, ondanks het parlement, geen democratie was. Je moet kunnen uitleggen wie Thorbecke was en welke belangrijke rol hij in de geschiedenis speelde. Je moet kunnen uitleggen waarom KW II in eerste instantie geen nieuwe grondwet wilde en in 1848 wel. Je moet drie belangrijke veranderingen kunnen beschrijven uit de grondwet van 1848. Je moet kunnen uitleggen welke gevolgen de grondwet had voor de machtspositie van de koning.

PARAGRAAF 2

Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met het begrip Industrile Revolutie. Je moet kunnen uitleggen wat de gevolgen van de Industrialisatie waren op de volgende gebieden: o Economie o Samenleving o Steden Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met kapitalisme. Je moet de wet van vraag en aanbod kunnen uitleggen.

LESDOELEN M/H 2 TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES

PARAGRAAF 3 Je moet kunnen uitleggen hoe de werkomstandigheden in de fabrieken waren aan het begin van de industrialisatie. Je moet uitleggen waarom mensen vakbonden oprichten en welke middelen zij tot hun beschikking hadden om de werkomstandigheden te verbeteren. Je moet kunnen uitleggen wat we verstaan onder het socialisme: Welke uitgangspunten heeft het. Voor wie kwamen zij op. Namen van twee socialistische partijen. Welke drie dingen zij in de samenleving wilde veranderen. Je moet kunnen uitleggen wat sociale wetten zijn en twee voorbeelden kunnen noemen.