You are on page 1of 2

Get rich Over coffeeshops, de belasting en bakken met geld Je komt er vaak.

Soms om alleen wat af te halen, maar ook regelmatig om even wat te drinken, te chillen met anderen of gewoon om lekker in alle gemak een jointje te roken: de coffeeshop. In veel shops staat de eigenaar zelf achter de toonbank. Vaak met een grote glimlach, want coffeeshopeigenaren verdienen veel geld. Zwart geld. Een kijkje achter de boekhoudkundige schermen van een coffeeshop. Marten de Groot Coffeeshops verdienen veel geld. Heel veel geld. Om te bepalen hoeveel een shop per dag omzet is een simpele rekensom voldoende. In principe mag een shop 500 gram per dag verkopen. Als we uitgaan van een gemiddelde van 7 euro per gram, komen we op 3500 euro per dag, en 105.000 euro per maand. Geen kattenpis dus. Daarnaast heeft de shop ook nog enige inkomsten van andere producten zoals koffie, thee, snoep, noem maar op. Dat is een inkomen waar menig Guru-redacteur jaloers op is. Toch is dit nog een voorzichtige schatting. Van alle coffeeshophouders in Nederland geeft 35 procent toe de maximale hoeveelheid te overschrijden. De in 2008 opgedoekte coffeeshop Checkpoint in Terneuzen verkocht niet zelden 10 kilo per dag. Reken maar uit. Belasting Een van de dingen die wiet zo winstgevend maakt is het feit dat er geen belasting over betaald hoeft te worden. Binnen de Europese Unie is het verboden om belasting te heffen over verboden producten, zoals drugs. De eigenaar van een shop betaalt wel inkomstenbelasting, net als iedereen, maar hoeft over zijn product geen omzetbelasting (btw) te vragen. Hierdoor blijft de prijs laag. Kort gezegd: als een winkelier een product verkoopt zit daar 6 of 19 procent btw overheen. De klant betaald hiermee bij elke aankoop een stukje belasting. Het geld dat overblijft is dan zijn inkomen, en ook daar moet hij nog belasting over betalen. Een coffeeshophouder hoeft over zijn wiet dus geen btw te heffen. Honderd procent van zijn omzet is voor hem, en daar moet hij inkomstenbelasting over te betalen. Tenminste, als ze het legaal verkopen. Het programma KRO Reporter deed onderzoek naar de hoeveelheid hiervan, en schatte dat coffeeshophouders jaarlijks zon vierhonderd miljoen euro aan belasting aan de overheid betalen. Nogmaals in cijfers: 400.000.000. Een flinke vetpot voor de overheid dus. Voor- en achterdeur Een coffeeshopeigenaar betaalt dus, net als iedere andere ondernemer die winst maakt, inkomstenbelasting. Toch is daarmee de kous nog niet af. Om de inkomstenbelasting te berekenen wordt gekeken naar de gekochte goederen. De eigenaar van een schoenwinkel moet aan de belastingdienst vertellen hoeveel schoenen er worden verkocht, en om te controleren of hij de waarheid spreekt kijkt de fiscus naar het aantal ingekochte schoenen. Staat dit ongeveer gelijk aan de verkochte schoenen dan weet de Belastingsdienst dat de boekhouding van de schoenenverkoper

klopt. Elke ondernemer moet dus de facturen bijhouden waar op staat hoeveel hij gekocht heeft, opdat de belastingdienst ze kan controleren. Het probleem is dat een shophouder geen facturen krijgt van zijn leveranciers. De oorzaak hiervan is de zogenaamde voor- en achterdeur problematiek. De voordeur staat voor de verkoop van wiet aan de klanten van een coffeeshop. Dit wordt gedoogd. De achterdeur staat voor de inkoop van wiet van telers. Dit is niet gedoogd en een teler zal dus niet met naam en toenaam op een factuur willen staan. Het is voor de belastingdienst dus oncontroleerbaar hoeveel wiet er ingekocht wordt. Een zoveelste voorbeeld van het kromme gedoogbeleid. Dennis Elings schreef voor zijn studie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam een scriptie over de belastingheffing op coffeeshops. Door het ontbreken van de inkoopfacturen blijft de winstbepaling mijns inziens problematisch en moet mogelijke structurele fraude voor lief worden genomen, aldus Elings. Ik ben van mening dat de fraude gemoeid met de inkoopproblematiek slechts kan worden tegengegaan wanneer de bevoorrading van de coffeeshops volledig wordt gereguleerd. En dat is nou precies het probleem met het huidige beleid. De voordeur kan niet gecontroleerd worden zolang de achterdeur buiten de wet blijft. De twee zijn nou eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het gevolg hiervan? Een coffeeshop kan veel meer in- en verkopen dan opgegeven en de winst houden, zonder dat er ook maar inkomstenbelasting over betaald hoeft te worden. Als je de volgende keer je vertrouwde wietkoopman ziet lachen, besef je dat het dus niet alleen de herbs zijn die daar voor zorgen

You might also like