You are on page 1of 4

Back to Basics

Objectieve trendmeting een andere dimensie


E
en van de veronderstellingen binnen de technische analyse is het gegeven dat koersen zich in trends voortbewegen. Nu is dat mijns inziens maar deels waar. Veelal is er inderdaad sprake van een proces van hogere toppen en hogere bodems, of andersom, wat het kenmerk is van een trend. Anders gezegd: er is sprake van een duidelijke richting. Het komt echter ook voor dat koersen zich zijwaarts bewegen en dan is er geen sprake van een trend, maar van een tradingrange (de koersen bewegen zich binnen een bepaalde bandbreedte). In vroeger tijden werd dit nog een horizontale trend genoemd, maar dat is inmiddels achterhaald. Een trend is stijgende of dalende, anders is het geen trend.
________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ tekst: Nico Bakker

Het visueel vaststellen of een korte of lange trend in ontwikkeling is, is niet voldoende. Op de een of andere manier moet kunnen worden gemeten of er eigenlijk wel sprake is van een trend. Welnu, er zijn zowel objectieve als subjectieve methoden die kunnen aangeven of we kunnen spreken van een trend en zo ja, hoe het met de richting van de trend is gesteld. Bekende subjectieve technieken zijn de trendlijn en de trendkanaallijn. Binnen de objectieve methoden zijn vooral bekend de lijn van een Voortschrijdend Gemiddelde, de oscillator en de MACD. In dit artikel wil ik deze drie technieken naast elkaar plaatsen en wat betreft hun praktische toepasbaarheid vergelijken. Aansluitend wil ik de MACD een andere dimensie meegeven met als gevolg een andere praktische invulling, een invulling die vooral interessant is voor beleggingsadviseurs en particuliere beleggers.

koersbewegingen uit, waardoor een gladder koersverloop resteert. Dan wordt beter zichtbaar in welke richting de koers zich voortbeweegt. Er zijn drie soorten VG-lijnen, te weten lij-

parameter gewenst is. Dit is een kwestie van experimenteren. Het gebruik van een VGlijn geeft inzicht in de richting van de trend en in de kracht van de trend (de trendintensiteit). De basisregel voor het vaststellen van de richting van de trend is vrij eenvoudig. Snijdt de koers de VG-lijn opwaarts, dan start een stijgende trend. Zolang de koers boven de VG-lijn verkeert, blijft de trend positief. Het omgekeerde geldt voor een dalende trend. Op deze wijze wordt een prima invulling gegeven aan de genoemde veronderstelling dat koersen zich in trends bewegen. Het signaleren van de snijpunten van de koers met de VG-lijn, ofwel de kruisingen

WEEKGRAFIEK VAN PHILIPS MET VG-LIJN

Figuur 1: Weekgrafiek van Philips met een 35-weekse VG-lijn. Dikke, zwartgekleurde bars geven aan dat de koers zich boven zijn VG-lijn beweegt en dat er dus sprake is van een opwaartse trend.

Trendmeting 1: VG-lijn crossovers De eenvoudigste methode voor het vaststellen van de richting en de kracht van een trend is het inzetten van de lijn In de rubriek Back to Basics wordt een basisonderwerp uit de technische van een Voortschrijdend analyse bij de kop gepakt. Gemiddelde, hierna te NICO BAKKER is technisch analist bij ABN Amro noemen de VG-lijn. Een en directeur van BTAC Visuele Analyse. VG-lijn filtert de kleine

nen van Ongewogen, Gewogen en van Exponentieel Gewogen Gemiddelden. Ik ga daar thans niet verder op in. Veel belangrijker is mijns inziens de invulling van de parameter, ofwel de lengte van de VG-lijn. U weet ongetwijfeld dat een korte parameter minder koersfluctuaties uitfiltert dan een lange parameter. Een korte VG-lijn geeft dan ook de trend gedetailleerder weer dan een lange VG-lijn. Het hangt van het gekozen tijdvenster of de meetlat af, welke

(crossovers), is voldoende om de richting van de trend vast te stellen. De trendintensiteit kan worden afgeleid uit de hellingshoek van de VG-lijn. Naarmate de VG-lijn een grotere hellingshoek heeft, is de trendintensiteit groter. Een afvlakkende VG-lijn duidt erop dat de trend aan kracht inboet. Het proces van hogere toppen en hogere bodems loopt vervolgens haarscheurtjes op: de koers kan zelfs kenmerken van een tradingrange gaan vertonen,

18

technische en kwantitatieve analyse juni 2003

met alle gevolgen vandien. In dat geval volgen de crossovers elkaar sneller op met veelal een niet al te best resultaat. Een afvlakkende trend vergroot het aantal valse signalen (whipsaws) en dat is jammer. Als basistechniek voldoet een VGlijn prima als trendmeter, mits de koers zich trendmatig goed blijft gedragen. In figuur 1 is een voorbeeld opgenomen van het koersverloop van Philips, weergegeven als weekgrafiek met daarin afgebeeld een 35-weekse VGlijn voor het weergeven van de richting van de trend 35 als parameter op weekbasis doet het over het algemeen verdienstelijk. Met paintbarstudies, in dit geval dunne en dikke paintbars, kan de up- of downtrend inzichtelijk worden gemaakt. Wanneer vervolgens een portefeuillestrategie wordt aangehouden, waarbij in geval van een uptrend stukken worden gekocht, die vervolgens weer worden verkocht als een dalende trend begint, rolt daar het volgende resultaat uit, gemeten over de periode 1995-heden:
MA-LIJN CROSSOVERS
Aantal longtransacties Hitratio Profitfactor Gemiddelde winst per transactie 19 32% 4,19 1,80

Uit de grafiek blijkt duidelijk dat kan worden geprofiteerd van relevante stukken van grote, trendmatige koersbewegingen. Ook blijkt dat er regelmatig valse signalen optreden als een ingezette trend weer snel wordt afgebroken. Trendmeting 2: priceoscillatorcrossovers Het bezwaar van valse signalen kan gedeeltelijk worden ondervangen door gebruik te maken van een zogenoemde priceoscillator. (Op zich is de benaming oscillator wat verwarrend, omdat dat ook een categoriebenaming is van een groep indicatoren die men gebruikt voor het bepalen van kortetermijnaankoop- en verkoopsignalen in een zich zijwaarts bewe-

gende markt.) Bij een priceoscillator wordt de koers vervangen door een lijn van een kort Voortschrijdend Gemiddelde. Vervolgens zijn de snijpunten van beide gemiddeldelijnen bepalend voor het verloop van de trend. In plaats van een opwaartse of neerwaartse kruising van de koers met een VG-lijn, zoals bij trendmeting 1 het geval was, gaat het bij een oscillator om de op- en neerwaartse kruisingen van de korte VG-lijn met de lange VG-lijn. Praktisch gezien wordt het verschil tussen beide VG-lijnen gevolgd, waarbij een crossover (verschil is dan nul) het startschot is voor een trendmatige beweging. Welnu, in de grafiek wordt dan ook het verschil tussen de VG-lijnen door middel van een oscillator weergegeven, waarbij de nullijn de snijpunten voorstelt. In figuur 2 is wederom de weekgrafiek van Philips weergegeven met daarbij een afbeelding van een zogenoemde oscillator van 5-35. De korte component van de oscillator is 5 en vervangt de koerslijn; de 35 is de lange component, gelijk aan trendmeting 1. Een opwaartse kruising van de 5- met de 35VG-lijn betekent de start van een uptrend. Een neerwaartse kruising impliceert de start van een downtrend. Zou worden gekocht bij een opwaartse kruising en weer verkocht bij een neerwaartse kruising, dan zou

het resultaat er als volgt uitzien:


OSCILLATORCROSSOVERS
Aantal longtransacties Hitratio Profitfactor Gemiddelde winst per transactie 10 50% 5,00 3,18

Het resultaat is beduidend beter dan bij trendmeting 1. Het aantal valse signalen wordt verminderd, waardoor met minder transacties een beter resultaat wordt behaald. Trendmeting 3: MACDcrossovers Bestuderen we de twee voorgaande figuren goed, dan kan worden vastgesteld dat significante stukken van trendmatige bewegingen worden herkend. Tevens kan worden vastgesteld dat zowel aan het begin als aan het einde van een trend toch wel stukjes ervan worden gemist. Ik bedoel daarmee dat de afstand tussen enerzijds de feitelijke bodem en het startpunt van de objectieve trendmeting, en anderzijds de feitelijke top en het eindpunt van de meting toch wel groot is. Natuurlijk lukt het u nooit om op een bodem te kopen en op een top te verkopen dat is een gegeven bij trendmetingen maar kunnen we de top en bodem toch niet iets dichter benaderen? Volgen we de price-oscillator uit de vorige trendmeting, dan zien we heel duidelijk wanneer de

WEEKGRAFIEK VAN PHILIPS MET PRICE-OSCILLATOR

Figuur 2: Weekgrafiek van Philips met een 35-weekse VG-lijn en een price-oscillator met een instelling van 5-35. Bij deze oscillator wordt het verschil geplot tussen het korte 5-weekse VG en het lange 35-weekse VG. Breekt de oscillator door de nullijn, dan breekt het 5-weekse VG van onderaf door het 35-weekse VG en wordt een uptrend gestart. Een verkoopsignaal ontstaat wanneer de oscillator door de nullijn zakt, ofwel het korte VG door het lange VG zakt.

technische en kwantitatieve analyse juni 2003

19

Back to Basics

oscillator een top of een bodem neerzet en vervolgens terugkeert naar de nullijn. Slechts bij het kruisen van de nullijn wordt een nieuw signaal gegenereerd. Achteraf gezien hadden we de aankooptransactie liever op een hoger punt gerealiseerd. Een beetje achter de feiten aanlopen is hierbij helaas het geval. Toch kan hier iets aan worden gedaan, namelijk het toevoegen van een VG-lijn op de oscillatorlijn. Als zodanig kan objectief, en niet meer alleen visueel, worden vastgesteld wanneer de oscillatorlijn daadwerkelijk terugkeert naar de nullijn. De snijpunten van de oscillator met zijn eigen VGlijn (de triggerlijn) bepalen vervolgens de start- en eindpunten van trendmatige bewegingen. Deze techniek wordt de MACDtechniek genoemd, de Moving Average Convergence Divergence. In menig technisch-analysepakket is de MACD standaard opgenomen, waarbij elk snijpunt als upcross of downcross wordt weergegeven. Een upcross vertegenwoordigt dan een koopsignaal, een downcross wordt gelijkgesteld aan een verkoopsignaal. In figuur 3 wordt de Philipsgrafiek nogmaals weergegeven, maar dan met een 5-35-15MACD. De parameters 5-35 zijn gelijk aan de eerder beschreven oscillatorparameters. Hieraan wordt een VG-lijn van 15 perioden (een subjectief gekozen parameter) van de oscillator toegevoegd. De trendmatige bewe-

WEEKGRAFIEK VAN PHILIPS MET MACD

Figuur 3: De weekgrafiek van Philips met de MACD van 5-35-15. Kruisingen tussen de price-oscillator 5-35 met de daarvan bepaalde VG-lijn van 15 perioden vormen nu de signalen. De vette, zwartgekleurde bars geven aan dat de price-oscillator boven zijn VG zit en dus dat de markt zich in een opwaartse trend bevindt. De dunne, lichtgetinte bars geven een neerwaartse trend aan.

gingen worden wederom zichbaar gemaakt door middel van paintbarstudies. Het resultaat van deze techniek, waarbij wordt gekocht bij een opwaartse kruising en verkocht bij een neerwaartse kruising is als volgt:
MACD-CROSSOVERS
Aantal longtransacties Hitratio Profitfactor Gemiddelde winst per transactie 23 44% 1,35 0,60

neerd, eerder in- en uitstappen gewenst zou zijn. Trendmeting 4: MACDtrendmeter Bij alle voorgaande trendmetingen probeert de toegepaste techniek min of meer significante bewegingen in kaart te brengen, die we dan trends plegen te noemen. Anders geformuleerd: elke beweging wordt als separate trend gedetecteerd. Er is geen mogelijkheid om correcties binnen een trend zichtbaar te maken, terwijl dat juist vanuit praktisch oogpunt raadzaam is. Hoe vaak lezen we niet dat een koersdaling slechts een correctie is in een uptrend, of dat een rally moet worden gezien als reactie binnen een downtrend? De actuele beweging krijgt hierdoor wel een heel ander label, nietwaar? Kopen op zwakte en verkopen op sterkte is immers een veelgebruikte methode? Hoe kan nu objectief worden vastgesteld of een opgaande beweging een correctie is of een mooie, nieuwe beweging binnen een uptrend? Menig belegger wil immers kopen wanneer een uptrend start of wordt hervat. Hij wil niet kopen wanneer er slechts sprake is van een korte opleving binnen een dalende trend. Deze verzuchtingen kunnen met behulp van een aangepaste MACD-techniek worden vertaald in objectieve handelsregels. Kijken we goed naar het verloop van de MACD, dan

Uit de resultaten kan worden afgeleid dat het toevoegen van een VG-lijn aan de price-oscillator geen verbetering oplevert. Althans, wanneer de standaard MACD-regels worden gehanteerd. Kennelijk loont het de moeite om stukken van de trend te missen, terwijl uit visueel en waarschijnlijk ook psychologisch oogpunt gerede-

PHILIPS-WEEKGRAFIEK MET SIGNALEN VOLGENS MACD-TRENDMETERSYSTEEM

Figuur 4: De weekgrafiek van Philips met daaronder de MACD 5-35-15 en de signalen van het MACD-trendmetersysteem. De stand 1 geeft een koopsignaal, een stand van 1 een verkoopsignaal. De 0 betekent: long- of shortpositie sluiten.

20

technische en kwantitatieve analyse juni 2003

zien we zowel kruisingen onder als boven de nullijn. In de standaardtechniek wordt echter geen rekening gehouden met de snijpunten door de nullijn. Welnu, deze snijpunten worden in de aangepaste techniek toegevoegd om als zodanig trendcorrectiesignalen te kunnen genereren. De handelsregels voor aankooptransacties luiden dan ook als volgt: Ga een longpositie aan bij een opwaartse kruising van de MACD-lijn met de nullijn (start uptrend). Verlaat de longpositie bij een neerwaartse kruising van de MACD-lijn met de triggerlijn (trendcorrectie). Ga opnieuw long bij een opwaartse kruising van de MACD-lijn met de triggerlijn (trendcontinuatie). Op deze wijze wordt altijd in de richting van de hoofdtrend belegd en wordt redelijk op tijd de positie gesloten als een correctiebeweging wordt gestart. In figuur 4 wordt nogmaals de MACD 5-35-15 weergegeven, maar nu met de signalen zoals hiervoor omschreven. De MACD wordt hierdoor een zuivere trendmeter, waardoor de

start van een uptrend, correcties binnen een uptrend, alsmede trendcontinuatiesignalen zichtbaar worden gemaakt. De resultaten zijn als volgt:
MACD TRENDMETER
Aantal longtransacties Hitratio Profitfactor Gemiddelde winst per transactie 16 75% 27,8 2,33

De MACD-trendmeter biedt de belegger een aantal voordelen. Zo liggen de betrouwbaarheid en de winstgevendheid beduidend hoger dan bij de andere technieken. De MACD-trendmeter geeft duidelijk aan wanneer er sprake is van een negatief of positief klimaat, maar ook van een neutraal klimaat,

namelijk de correctiebewegingen binnen de trend. In een negatieve markt, zoals we die thans kennen, betekent een en ander dat de belegger aan de zijlijn blijft wachten. Hij zal bij kortstondige oplevingen niet instappen, want dat zijn immers correctiebewegingen. Hij komt weer tot actie wanneer de markt daadwerkelijk een significante uptrend start. In dit artikel zijn de technieken toegepast op portefeuillebeheer. Ook is een specifieke keuze gemaakt wat betreft de te hanteren parameters. De MACDtrendmeter biedt echter voldoende mogelijkheden om te experimenteren met zowel long- als shorttransacties met verschillende parameterinstellingen.

EASY LANGUAGE {MACD Trendmeter, BTAC Visuele Analyse} Input:Length1(5),length2(35),length3(15); Value1 = Average(Close, Length1)-Average(Close, Length2); Value2 = XAverage(value1,length3)[1]; Value3 = 0; if value1 crosses over 0 then buy("EL1")this bar at close; if value1>0 and value1 crosses over value2 then buy ("EL2 ")this bar at close; if value1>0 and value1 crosses under value2 then exitlong("XL") this bar at close; If value1 crosses under 0 then sell("ES1") this bar at close; if value1<0 and value1 crosses under value2 then sell("ES2 ") this bar at close; if value1<0 and value1 crosses over value2 then exitshort ("XS")this bar at close;

technische en kwantitatieve analyse juni 2003

21

You might also like