Oefenvragen Ethiek

1. Hoe kwam de eerste Beroepscode van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) tot stand? a) Een beroepsethische commissie van het NIP vertaalde de in 1959 verschenen code van de American Psychological Association (APA). b) Een beroepsethische commissie van het NIP inventariseerde eind jaren vijftig de fouten die in de praktijk werden gemaakt, en bedacht vervolgens regels om deze fouten in de toekomst te vermijden. c) De grondprincipes van de Beroepscode werden gebaseerd op de levensovertuiging van twee communistische psychologen, die deel uitmaakten van een beroepsethische commissie van het NIP. b 2. Beschouw de volgende twee uitspraken: I Bij het NIP wordt de tuchtrechtspraak gedaan door juristen, niet door psychologen. II Tegen een uitspraak van het College van Toezicht kan men geen beroep aantekenen. a) I en II zijn beide niet waar; b) I is waar, II is niet waar; c) I is niet waar, II is waar. a 3. Wat is geen basisprincipe in de Beroepscode van het NIP? a) Integriteit b) Verantwoordelijkheid c) Wetenschappelijkheid c 4. Volgens Hertwig & Ortmann is misleiding van proefpersonen een probleem, omdat ... a) het proefpersonen wantrouwig maakt en onderzoekers daardoor de controle over het experiment kwijtraken. b) liegen altijd immoreel is, ook als het de wetenschap dient. c) het zelden werkt: de meeste proefpersonen doorzien de misleiding. a 5. Debriefing werd een geaccepteerde procedure in de sociale psychologie... a) in de jaren '20 b) in de Tweede Wereldoorlog. c) Vanaf de jaren '60 c

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Juan Manuel Perafan | ID: 72271

6. De Code van de VSNU bestaat uit 'principes' en 'uitwerkingen' van die principes. Het principe 'Onafhankelijkheid' heeft vooral betrekking op ... a) onderwijs en onderzoek dat wordt gedaan voor een externe opdrachtgever b) onderwijs en onderzoek in de sociale wetenschappen c) onderwijs en onderzoek in de natuurwetenschappen a 7. Bij welke van de vier hieronder genoemde termen past de volgende definitie van Robert Merton (1982): Waarheidsclaims in de wetenschap moeten worden getoetst aan vooraf opgestelde onpersoonlijke criteria, die in overeenstemming zijn met eerdere observaties en vastgestelde kennis. a) Universaliteit; b) Communisme; c) Belangeloosheid; a 8. Wat is de basis van de menselijke moraal, volgens Frans de Waal? a) Een voortdurende strijd tegen de menselijke natuur. b) Een vermogen tot empathie, dat ons onderscheid van andere primaten c) Een vermogen tot empathie, dat we delen met andere primaten c