You are on page 1of 3

Boekbespreking ‘State of war’ van James Risen

Verschenen in De Standaard, feb 2006

Thierry Debels

In een inmiddels klassiek experiment laten Wason en zijn


medewerkers de proefpersonen 4 kaarten zien. Op de
kaarten staat respectievelijk E, K, 4 en 7. De proefpersonen
wordt gevraagd welke twee kaarten omgedraaid moeten
worden om na te gaan indien de volgende stelling correct
is: ‘Indien een kaart een klinker op een zijde heeft, dan is er
een even getal op de andere zijde’.

De meeste proefpersonen denken verkeerdelijk dat dit de


kaarten zijn met E en 4. De correcte oplossing is immers E
en 7. Psychologen hebben nadien deze test meermaals
herhaald in de originele en ook in gewijzigde vorm.
Telkens was de conclusie dat proefpersonen het moeilijk
hadden om negatieve informatie te gebruiken. De fout die
de meeste mensen maken wordt dan ook de confirmation
bias genoemd. Deze fout houdt in dat mensen er nauwelijks
in slagen negatieve informatie op te zoeken en te
gebruiken. Ze hebben met andere woorden een emotionele
weerstand tegen negatieve informatie.

Twee onderzoekers van de Stockholm School of


Economics stellen terecht dat de confirmation bias één van
de zovele ezelsbrugjes – heuristieken – is die de mens in
de loop van de evolutie ontwikkeld heeft. Deze
ezelsbrugjes zijn meestal nuttig, maar kunnen – zo blijkt uit
het experiment van Wason – de mensen ook wel op het
verkeerde spoor zetten.

In ‘State of war’ van James Risen lezen we dat de CIA


ervan overtuigd was dat Irak een nucleair programma had.
In 2002 bijvoorbeeld reisde Dr.Sawsan Alhaddad naar Irak
met als specifieke doel inlichtingen over dat programma te
verkrijgen bij haar broer. Deze laatste was stomverbaasd.
Hij vertelde haar dat het programma meer dan tien jaar
geleden begraven was.

New York Times journalist Risen gebruikt deze anecdote


als illustratie om aan te tonen dat de CIA stelmatig
informatie negeerde die duidelijk aantoonde dat Irak
helemaal niet bezig was nuclair materiaal aan te maken. In
het boek lezen we ook dat de CIA minstens dertig mensen
naar Irak liet gaan en dat ze allen terugkwamen met
dezelfde boodschap: Irak heeft geen nucleair programma.

Managers kunnen uit dit boek iets leren: het is erg moeilijk
om met informatie om te gaan als ze een bepaalde
hypothese ontkracht. Mensen – en dus ook managers –
gaan in de regel op zoek naar informatie die hun idee
bevestigt. Het omgekeerde is zelden waar. Probeer maar
eens aan te tonen – zelfs met hard cijfermateriaal – dat een
bepaald product gedoemd is om te floppen van zodra de
beslissing genomen werd om het te lanceren.

De beste managementboeken zijn vaak boeken die niet


rechtstreeks over thema’s gaan die tot het domein van de
manager behoren – wat dat laatste ook moge betekenen.
Dat is hier eveneens zo. Er kan veel geleerd worden uit het
besluitvormingsproces van de CIA.

Kortom, een boeiend boek dat een mooie illustratie vormt


van een van de belangrijkste gevaren in het
besluitvormingsproces

James Risen, (2006), ‘State of war’, Free Press, ISBN: 0-


7432-7066-5.

You might also like