You are on page 1of 26

Lorem&Ipsum& ! ! ! !

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU!

HET INTERNET IS JOUW TOEKOMST!

Voor
het
eerst
in
de
geschiedenis
heeft
een
hoog
gerechtshof
in
Duitsland
geoordeeld
dat
toegang hebben
tot
het
internet
tot
de
eerste
levensbehoefte
van
mensen
behoort.
Als
providers
in
gebreke blijven,
bijvoorbeeld
als
de
verbinding
bij
hun
klanten
uitvalt,
dan
moeten
zij
de
klant
voor
dit
gemis compenseren.
Stel
je
voor:
internet
is
nu
net
zo
belangrijk
als
eten,
kleding
en
veiligheid.
Deze
uitspraak zal
ongetwijfeld
in
Europa
navolging
vinden
en
zal
tegelijkertijd
ook
voor
content
leveranciers
gevolgen krijgen.
Dit
is
het
signaal
dat
de
transitie
van
analoog
naar
digitaal
in
de
maatschappij
is
ingedaald.
Het internet
draait
nu
echt
op
volle
toeren.
Het
volledige
voorwoord
en
eerdere
voorpublicaties
kun
je
hier lezen. Dit
is
een
voorpublicatie
van
een
hoofdstuk
dat
in
zijn
geheel
of
gedeeltelijk
terug
zal
komen
in
ons e-book.
Wil
je
op
de
hoogte
blijven
van
onze
voorpublicaties
schrijf
je
dan
hier
in vananaloognaardigitaal.nu

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Het
internet
is
jouw
toekomst Wikipedia beschrijft een ecosysteem als volgt: Een
ecosysteem
of
oecosysteem wordt
gevormd
door
de
wisselwerkingen
tussen
alle
organismen
en
de
abiotische omgeving
binnen
een
zekere
geografische
of
anderszins
afgebakende
eenheid.
De term
ecosysteem
werd
in
1935
door
de
Engelse
botanicus
Arthur
Tansley gentroduceerd
en
verder
ontwikkeld
door
de
Amerikaanse
ecoloog
Eugene
Odum. Voorbeelden
van
ecosystemen
zijn
een
bos,
maar
ook
de
hele
aarde.
Sommigen beschouwen
zelfs
een
potplant
als
ecosysteem.
Onderdeel
van
een
ecosysteem
zijn afzonderlijke
planten,
dieren
en
micro-organismen
en
de
complexen,
die
zij
vormen, bijvoorbeeld
in
de
vorm
van
levensgemeenschappen
en
populaties.
Vaak
ziet
men ecosystemen
als
dynamische
en
functionele
eenheden. Er zijn veel organisaties, bedrijven, overheden, scholen, burgers en dienstverleners, die al aan de infrastructuur van het internet hebben bijgedragen. Echter kent het internet nog steeds geen belichaming. Niemand bezit het internet en geen enkel individu of organisatie regelt het internet in zijn geheel. Het internet is meer een concept, dan een echte tastbare entiteit. Het internet beroept zich vooral nog steeds op een fysieke infrastructuur, die verbinding met netwerken maakt, die op hun beurt weer verbinding maakt met andere netwerken. Er zijn echter wel organisaties, zoals National Science Foundation, Internet Engineering Task Force, ICANN, InterNIC, Internet Society en Internet Architecture Board, die toezicht houden wat er gebeurt op het gebied van internet, IP-adressen en domeinnamen, en het ontwikkelen van standaarden. Internet Society is een organisatie, die uit meer dan 65.000 leden bestaat en meer dan 90 zogenaamde Chapters over de hele wereld heeft. Internet Society is naar eigen zeggen s werelds meest vertrouwde onafhankelijke bron voor internetbeleid, technologische standaarden, en de toekomstige ontwikkeling. Naast de bevordering van de voortschrijding van technologie, is Internet Society in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat het internet blijft groeien en evolueren als een platform voor innovatie, economische ontwikkeling en sociale vooruitgang voor mensen over de hele wereld. De organisatie realiseert verandering door middel van samenwerking en delen van expertise op het gebied van beleid, technologie en communicatie.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Door samen te werken met een scala aan partners, zoals non-profit organisaties, lokale en wereldwijde academici, technologen, gemeenteraden, beleidsmakers en besluitvormers, het bedrijfsleven en meer, wil Internet Society ervoor zorgen dat een van de belangrijkste hulpmiddelen van ons leven, het internet dus, zich door blijft ontwikkelen. Internetecosysteem Volgens Internet Society is het
internetecosysteem de term, die wordt gebruikt om de organisaties en gemeenschappen, die aan het internet werken en het internet mee ontwikkelen, te omschrijven. Deze organisaties en gemeenschappen delen gemeenschappelijke waarden voor de open ontwikkeling van het internet. Het internetecosysteem houdt in dat de snelle en voortdurende ontwikkeling en omarming van internettechnologien moet worden toegeschreven aan de betrokkenheid van een breed scala aan betrokkenen (personen, organisaties en instanties), open, transparant, en samenwerkende processen, en het gebruik van producten en infrastructuur met verspreid eigendom en controle. Betrokkenen die, volgens Internet Society, deel uitmaken van het

internetecosysteem zijn: Technologen, ingenieurs, architecten, creatieven en organisaties, zoals de Internet Engineering Task Force (IETF) en het World Wide Web Consortium (W3C): zij helpen bij het cordineren en invoeren van open standaarden. Globale en lokale organisaties: zij hebben de middelen voor de wereldwijde aanpak van de mogelijkheden, zoals het Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN), die de werking van het internet beheren Assigned Numbers Authority (IANA) functie, Regional Internet Registries (RIR), en de domeinnaam-registries en de griffiers. Operators, ingenieurs en leveranciers: die netwerkinfrastructuur diensten aanbieden, zoals Domain Name Services (DNS), netwerkexploitanten, en Internet Exchange Points (IXP's). Internet Gebruikers: die gebruik maken van het internet om met elkaar te communiceren.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Leraren: om capaciteit op te bouwen voor de ontwikkeling en het gebruik van internet technologien, zoals multilaterale organisaties, onderwijsinstellingen en overheidsinstellingen. Politici en beleidsmakers: voor de lokale en mondiale ontwikkeling en toezicht op beleid. Het staat vast. Internet op zichzelf is een (macro) ecosysteem, dat dus bestaat uit een gemeenschap, die online verbonden is, gevormd door eindgebruikers, ontwikkelaars, leveranciers en distributeurs. Zij gebruiken elkaars sterke punten, vullen aan en verbeteren en versterken elkaar, om samen waarde te creren voor andere eindgebruikers (bijvoorbeeld: klanten of fans). Als bedrijf, organisatie of merk, maar ook als individu, maak je deel uit van het gehele internetecosysteem. Te meer wanneer je meer kans wil maken op omarming door de eindgebruiker oftewel jouw (toekomstige) fan of klant. Daarnaast maak je als bedrijf, organisatie of merk deel uit van een micro-ecosysteem, waarin je bestaat door content (intellectueel eigendom) en functionaliteit en data. De content wordt gedistribueerd via de diverse gebruikersinterfaces van het web, de sociale kanalen, de (mobiele) apps en de open APIs oftewel interfaces waar ontwikkelaars zelf functionaliteiten op kunnen ontwikkelen. Wanneer je je eenmaal in het micro-internetecosysteem nestelt dan is een fundamenteel andere houding in relatie tot de diverse partijen in het ecosysteem vereist. Niet alleen tot het eigen domein (lees: eigen website), de sociale netwerken, maar ook tot alle deelnemende individuen, bedrijven, organisaties of merken. Waar voorheen de nadruk binnen samenwerkingsverbanden heeft gelegen op concurreren en beschermen, ligt de nadruk nu sterk op transparantie, samenwerken en snelheid. Realiseer verder dat fans en klanten zelf online hun zaken kunnen en willen regelen. Op het moment dat het hen uitkomt, snel en zonder al teveel moeite. Luisteren, participeren en anticiperen op data, die ontstaan is in zogenaamde conversaties en interacties is het waar het om gaat. De data, die hierbij ontstaan, worden opgeslagen, geanalyseerd en gerelateerd aan de data (lees: informatie), die je zelf (wellicht al) bezit.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Websites en gebruikers Hoeveel websites zijn er eigenlijk? Op 6 juli 2013, zagen we via whois.org dat er 111.286 nieuwe domeinen zijn geregistreerd en 133.504 domeinen zijn verwijderd, resulterend in een netto verlies. Op het moment van schrijven van dit hoofdstuk, zien we een totaal van 145.821.324 domeinen, binnen de domeinen .COM,. NET,. ORG,. INFO,. BIZ, en de Amerikaanse top level domeinen (zogenaamde TLD's als acroniem). Een domeinextentie wordt ook vaak een TLD genoemd, wat staat voor Top Level Domain. Deze zijn onder te verdelen in twee groepen, de zogenaamde country
code
TLD
(ccTLD) en de algemene
generic
TLD
(gTLD) domeinextenties. Een TLD is het meest rechtse gedeelte van een domeinnaam, achter de punt. Zo hebben de Nederlandse websites .NL als laatste deel van hun domeinnaam, en Belgische sites .BE. Voorbeelden van een algemene TLDs zijn .COM en .NET. Alle internetgebruikers hebben feitelijk toegang tot deze domeinen. Er staan volgens Pingdom eind 2012 wereldwijd 246 miljoen TLDs geregistreerd, waarvan er 104,9 miljoen aan landen domeinen toebehoren. Hoeveel internetgebruikers zijn er eigenlijk? Er zijn in 2012 2,4 miljard internet gebruikers, volgens Internet World Stats en daarvan zijn er 1,3 miljard social media gebruikers volgens een rapport van eMarketer. 51% van de social media gebruikers bevindt zich volgens Global Web Index wereldwijd op Facebook, 26% op Google+, 22% op Twitter, 21% op Weibo en 21% op Q-zone. 14% van het internetverkeer is volgens Statcounter afkomsting van mobiele apparaten. 34% van de wereldbevolking heeft dus connectie met het internet en met social media bereik je naar verwachting 25% van de wereldbevolking eind 2013. Voordat je met internet aan de slag gaat dien je de context van deze cijfers te begrijpen en te vertalen in jouw globale en/of locale strategie. Social Media Social media, ook wel sociale media (de Engelse term social
media is in het Nederlands gebruikelijk en geaccepteerd) is een begrip voor platformen waar gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken van deze platform zijn interactie en dialoog
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

tussen de gebruikers. Kaplan en Haenlein, de auteurs van User


of
the
World,
unite! The
challenges
and
opportunities
of
social
media
definiren sociale media als een groep internetapplicaties, die gebruik maken van de ideologie en de technologie van Web 2.0, een term bedacht door de bedenker van het internet Tim Oreilly, die verwijst naar de ontwikkeling van internet tot een interactief medium, waarbij ook gebruikers informatie kunnen uploaden en niet enkel downloaden, en de creatieve uitwisseling van zogenaamde User
Generated
Content, oftewel content (lees: inhoud) gemaakt door gebruikers. Onder de noemer sociale media worden onder andere blogs, fora en onder andere, maar niet beperkt tot, sociale netwerken als Facebook, Twitter, Google+ en LinkedIn geschaard. Via deze netwerken delen individuen dus verhalen, kennis en ervaringen. Dit doen zij door berichten te publiceren of door gebruik te maken van ingebouwde mogelijkheden om reacties achter te laten. Denk hierbij aan blogs, waar lezers reacties kunnen achterlaten door middel van een reactieformulier of middels zogenaamde trackbacks. Wanneer social media volwassen is, zal de term niet meer worden gebruikt is onze mening. Social media zullen terecht komen in het rijtje van websites, e-mail, nieuwsbrief, direct marketing en andere internet gerelateerde termen, die we als normaal beschouwen. Voor nu zullen we in dit e-book de term social media gebruiken om vooral de sociale kanalen aan te duiden. Waar gaat het heen? Het
staat
vast
dat
social
media
oftewel
de
afzonderlijke
sociale
kanalen,
zoals Facebook,
Twitter,
Youtube
e.d.,
maar
ook
de
eigen
website,
nog
steeds
gesoleerd worden
benaderd.
Het
silo-denken
zit
diep
geworteld
bij
bedrijven,
organisaties
en merken.
Het
is
in
de
manier
van
zaken
doen
gentegreerd
en
het
komt
zelfs
terug
in de
verschillende,
individuele,
zakelijke
functies
waar
internet
en
social
media
een significante
invloed
op
kunnen
hebben zo stelt J.P. de Clerck auteur van onder andere meerdere boeken over social media. De eigen website oftewel het eigen domein en de (eigen) social media kanalen worden veelal apart benaderd, zonder enige vorm van integratie met de totale aanpak binnen marketing, communicatie, service of verkoop. Laat staan in combinatie met andere kanalen. Het lijkt aan besef te ontbreken dat het dezelfde fan of klant betreft, die op de verschillende kanalen
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

binnen het micro-ecosysteem met jou als bedrijf, organisatie of merk in aanraking komt. Bedrijven, organisaties of merken stellen bijna nooit de vraag hoe
internet
en social
media
door
de
hele
organisatie
en
haar
netwerk
heen
de
structuur
en efficintie
zou
kunnen
verbeteren. Men staart zich binnen organisaties blind vanuit de aloude push-principe, letterlijk zenden van (communicatie) boodschappen, in de hoop dat deze maar genoeg fans of klanten bereiken om levensvatbaar te zijn. Het internet en zijn ecosysteem, met zijn sociale karakter, kent inmiddels al sinds haar intrede een twee-weg communicatie. Waarbij het zwaartepunt bij de klant of fan ligt. Veel meer pull dan push dus! De nadruk bij bedrijven, organisaties of merken ligt vaak op verkoop en marketing. Omzet en bereik is vaak het enige wat er toedoet. Hoeveel ga ik dan verkopen? Of hoe groot is het bereik? Dit zijn vaak de enige vragen, die worden gesteld. Customer service, human resource, research & development: deze aspecten komen zelden aan bod. Dit zijn de terreinen waar nu juist de mechanieken, die bijvoorbeeld op het eigen domein en de sociale kanalen plaatsvinden, vaak het meest efficint kunnen zijn. Bestuurders en managers halen vaak nog hun neus op voor internet en social media. Het gewoonweg niet inzetten van business
intelligence, data of de juiste analytics, die bijvoorbeeld dagelijks door internet en social media ontstaan, zijn daar mooie voorbeelden van. De implementatie van internet en social media in het huidige business model is geen hype meer: de omarming van internet en sociale kanalen en de verregaande impact op alle bedrijfsprocessen, alsmede op het effect van de bedrijfswaarde, worden enkel en alleen begrensd door de vragen, die men stelt en de mate waarin men buiten de lijntjes kan of durft te kleuren. Bedrijven, organisaties of merken moeten wat ons betreft de verschillende eigen domeinen, sociale kanalen aan elkaar koppelen en de eindgebruiker van een optimale en juiste gebruikerservaring voorzien. Terwijl de optimist, de pessimist en de realist zich druk maken over het glas en de inhoud daarvan, moet je de inhoud gewoon tot je nemen. Je dient de inhoud te ervaren om tot een inzicht te komen. Dat geldt ook voor het internet met al zijn facetten. Het internet is er immers en zal niet meer verdwijnen, hooguit zal het steeds een nieuwe fase ingaan.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Het landschap De
internetgebruiker
heeft
een
anarchistische
inslag,
ik
bepaal
immers
zelf
wel wanneer
en
met
welk
apparaat
ik
met
jou
in
contact
wil
komen
is vaak de houding als je goed bij jezelf gaat kijken. Dit zijn inzichten, die in de presentaties en masterclasses van DDMCA redelijk vaak aan bod. Fred Cavazza houdt zich al sinds 2008 bezig met een inzicht te geven in het internetlandschap. In zijn afbeeldingen, kun je een reeks diensten, waarmee gesprekken en interacties, op computers, maar ook op mobiele en smartphones, tablets, tv's, mediaboxen, game consoles, smartframes kunnen worden aangegaan, vinden. De afbeelding (onderstaand) is verdeeld in taartpunten, schillen en lagen om het gemakkelijker te maken om hem te lezen. Internet en sociale media zijn een zeer hecht ecosysteem waar verschillende spelers in symbiose leven.

De beste analogie voor het gehele internetecosysteem is wellicht gebruikers als koraal en netwerken als koraalrif te zien. Koraalriffen bruisen van het leven. Vissen, sponzen, wormen en weekdieren vormen, naast het koraal zelf, de meest opvallende bewoners van het rif. Het levende koraal, dat afhankelijk is van voldoende licht, bouwt in hetzelfde tempo het rif op als de daling van de bodem. Zo ontstaan, in duizenden jaren, zogenaamde barrire riffen met erachter vaak een ondiepe lagune.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Net zo hard dat riffen opkomen verdwijnen delen van het koraal en koraalriffen weer. Feitelijk kun je stellen dat het domein en de (sociale) netwerken, de riffen zijn die komen en gaan. De internetgebruikers zijn het koraal. In de afbeelding van Cavazza zijn de drie grote spelers (Facebook, Twitter en Google+) te vinden in de centrale cirkel, alsook je eigen domein oftewel website. Zij bieden de gebruikers een zeer grote verscheidenheid van functies. Het is mogelijk voor een gebruiker om te publiceren, te delen, te spelen, te netwerken, te kopen of plaats aan te geven op een of meerdere van deze platforms. Ze worden veel gebruikt als containers voor wat internetgebruikers aan het doen zijn op andere platformen. Ten aanzien van de concurrentie tussen de drie grote diensten, gelooft Cavazza niet dat de ene dienst de andere opeet, omdat ze elk een eigen duidelijke functie hebben: Twitter is voor de ontdekking van content, Google+ gaat om je online identiteit en Facebook is er voor om je relaties te beheren en om met hen te communiceren. Het aantal platforms in Cavazzas afbeelding is beperkt. Er zijn naar schatting zon 250 a 300 verschillende sociale platforms allen met een eigen functie. Ze komen en gaan overigens vrij snel is inmiddels de ervaring. De Conversation
Prism is een bekend hulpmiddel met de weergave van de relevante kanalen en platformen, die als social media worden aangemerkt. Het is een inzicht van analyst Brian Solis van de Altimeter Group, dat regelmatig aan een update onderworpen wordt. Het prisma laat alle vormen van diensten of netwerken met daarbij de belangrijkste kanalen, die hier binnen vallen. Het prisma geeft duidelijk weer hoe divers, hoe complex en hoe groot de wereld van de sociale media is. In 2008 zag het prisma voor het eerst het licht. Brian Solis maakte het prisma in samenwerking met ontwerpbureau JESS3. Een afbeelding, die kijkt naar het internet en de verschillende sociale segmenten. Op het eerste gezicht, kan de afbeelding een beetje verwarrend overkomen. In het midden van het prisma staat jouw bedrijf of jouw merk. Vanaf hier kun je de buitenste cirkels dienovereenkomstig verschuiven naar het segment, dat bij de intentie past, of het nu gaat over waarde, doel, transparantie, betrokkenheid, of visie.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

Het prisma geeft je inzicht in de netwerken, die je kunt gebruiken om deel te nemen aan de conversaties of interacties en welke je dient te monitoren. Zodat je in ieder geval weet wat er over jouw bedrijf, organisatie of merk gezegd en geschreven wordt.

Welke netwerken zijn er? Om tot een beslissing te komen welke sociale netwerken je inzet is het goed inzicht te hebben in, de functie, de omvang en de opbouw van de groep mensen binnen de betreffende in het ecosysteem aanwezige netwerken. Op basis van rapporten van Nielsen, Global Web Index, Kleiner Perkins, Caufield & Byers, Business Insider, eMarketer of Statista.

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

10

Snel kun je al lering trekken uit de diverse rapporten dat social media een territoriaal fenomeen is. Een vrij groot gat in Facebook's wereldheerschappij is China. Facebook is officieel in China verboden, lokale Chinese netwerken staan massaal solide in de Chinese markt. Volgens een rapport van eMarketer staat QZone bovenaan in China, terwijl Weibo, SinaWeibo en Renren ook aanzienlijke marktaandelen hebben. Het internet zelf zal niet, kijkende naar de trends, tot 2015 een meerderheid van de Chinese bevolking te bereiken. Als je kijkt naar andere delen van de wereld dan wordt Rusland gedomineerd door Vkontakte en Odnoklassniki, dit zijn netwerken, die zich snel uitbreiden naar andere Oost-Europese landen. Japan, Zuid-Korea, Vietnam en Polen zijn de andere gebieden waar Facebook niet het grootste marktaandeel heeft, maar ook zelfs in zijn eigen achtertuin, kan Facebook niet op zijn lauweren rusten. De eerste tekenen zijn er al: jongeren verlaten massaal het netwerk naar andere nieuwe sociale diensten als Snapchat, zo valt op te maken uit posts van het blog Business Insider. Wanneer je als bedrijf, organisatie of merk internationaal opereert dien je ook naar die territoriale indeling kijken van de diverse sociale netwerken. Alleen aanwezig zijn op Facebook volstaat dus simpelweg niet. Er zijn twee andere ontwikkelingen bij sociale netwerken, die opvallend zijn: 1. Mobiel gebruik - het aantal mensen dat toegang tot het internet via een mobiele telefoon heeft, groeide met 60,3% tot 818 miljoen in de afgelopen 2 jaar. 2. Oudere gebruikers adoptie - Op Twitter is de 55-64 jaar leeftijdsgroep de snelst groeiende demografische groep met 79% groei sinds 2012. De snelst groeiende demografische groep op Facebook en Google+ is de leeftijdsgroep 45-54 jaar met respectievelijk 46% en 56%. Het is onze optiek niet relevant welk netwerk hot
or
not
is; je begrijpt dat je bij de opzet van een gedegen internetstrategie en het bijbehorende interne en externe ecosysteem er vanuit gaat dat netwerken komen en gaan. Wellicht herinneren sommigen bij het lezen van dit hoofdstuk zich nog de opkomst van de sociale
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

11

netwerken (de eerste sinds begin 2002) Friendfeed, Hi5, Bebo, MySpace en Hyves, die allen ingehaald werden door Facebook. Zoals eerder gesteld dient zich inmiddels een andere tendens aan, namelijk die van de afvlakkende opmars van Facebook. Je moet als bedrijf, organisatie of merk de bewegingen van de netwerken dan ook goed in de gaten te houden om zo altijd op tijd aan te haken bij de juiste netwerken. The
internet
of
things In steeds meer apparaten worden slimme chips met meer rekenkracht ingebouwd. De koelkast, de wasmachine, de auto en de energiemeter zijn inmiddels allemaal computers geworden. De wasmachine, die zelf aanvoelt of hij zwaar beladen is of juist maar een paar spulletjes in zijn trommel heeft, kan een wasprogramma kiezen dat het milieu zo min mogelijk belast. Een auto op cruise
control berekent zelf wat de veiligste (en meest economische) snelheid voor je is. Niet te vergeten dat autos langzamerhand ook worden aangesloten op het internet. Tot en met de Google Car, de zelf rijdende auto Google. Uit een artikel van Anita Bunk op het blog van Bosch, blijkt dat in 2015 bijna zes miljard dingen oftewel apparaten of objecten in de wereld aangesloten zijn op het internet. The
internet
of
things oftewel het
internet
der
dingen
is niets meer dan objecten, die dan verbonden zijn met het internet en dus maken deze objecten allemaal deel uit van het internetecosysteem. Het meest spannende hieraan is deze objecten te leren aan te passen aan het gedrag van de gebruiker van het betreffende object. Het internet verlaat langzamerhand de computer en neemt zijn intrek in dingen. De term het
internet
der
dingen
werd voor het eerst in 1999 gebruikt. Het is nu niet langer meer een visie van een toekomstig concept, maar een toegankelijke werkelijkheid. Als je trouwens eigenaar bent van een Nike FuelBand, dan ben je al aangesloten en maak je gebruik van het
internet
der
dingen. Het potentieel van het internet
der
dingen
is, wat elk object voor ons kan doen en hoe ze kunnen functioneren in ons ecosysteem?.

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

12

Trends en signalen Marketeers hebben de afgelopen decennia de waarde van volledig meetbare factoren overschat ten opzichte van de emotionele factoren. Dit heeft ervoor gezorgd dat de marketeer de emotionele binding met de fan of klant heeft verloren. Een bedrijf, organisatie of merk dat geen positieve connectie met haar klanten tot stand brengt is inwisselbaar geworden voor elk ander bedrijf, organisatie of merk. Het complete internetlandschap is veranderd en de spelregels veranderen mee. Fans en klanten luisteren liever naar elkaar dan naar communicatie boodschappen van bedrijven, organisaties of merken. Een logisch gevolg, want naar wie moet je luisteren met zoveel keus voor aanbieders waar de producten en diensten nauwelijks nog onderscheidend zijn. Fans en klanten integreren de nieuwe spelregels van het internet en haar ecosysteem in hun dagelijkse leven terwijl bedrijven, organisaties of merken er nog steeds krampachtig van weg blijven. Het staat vast: de fan of klant is mondiger en machtiger geworden en bepaalt zelf wel hoe hij of zij met jouw bedrijf, organisatie of merk in aanraking komt, onafhankelijk van apparaat, plaats, tijd en platform. De komende tijd hebben fans en klanten behoefte aan een Likeable bedrijf, organisatie of merk. Fans en klanten willen graag gezien en gehoord worden. Dialoog is hierbij het toverwoord. De fan, de klant wil weer als mens behandeld worden. Het maken van de daadwerkelijke connectie en het praten met de fan of klant is hetgeen waar het wat ons betreft over gaat. De individu en zijn sociale identiteit Single
Sign-On (afgekort SSO) stelt eindgebruikers in staat om eenmalig in te loggen waarna automatisch toegang wordt verschaft tot alle applicaties en resources in het ecosysteem van jouw bedrijf, organisatie of merk. Fans of klanten loggen in met hun favoriete sociale identiteit (bijvoorbeeld: via Facebook of Twitter) of hun gebruikersnaam en wachtwoord. De SSO-module vangt deze gegevens af om vervolgens automatisch in te vullen, dan wel op verzoek te laten verrijken met aanvullende gegevens, wanneer een fan of klant een applicatie wil openen. Wanneer de eindgebruiker heeft ingelogd, neemt SSO-module het inlogproces over en zorgt voor een automatische login bij alle applicaties en systemen waarvoor de
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

13

fan of klant toegang heeft. De fan of klant hoeft niet iedere keer opnieuw in te loggen. Als zij op een icoon van een applicatie klikken, wordt meteen de applicatie opgestart. Het inlogscherm wordt afgevangen en niet langer getoond. De voordelen van Single
Sign-On zijn: Eenvoud voor de eindgebruiker. De eindgebruiker wordt productiever. De aanmeldprocedure wordt verscherpt en verkort. Data uit sociale identiteiten wordt opgeslagen in de eigen database. Overal en altijd internet Nog niet zo lang geleden had je enkel thuis of op het werk internet. Heel snel volgden hotels en horecagelegenheden met betaalde of gratis wifi-netwerken, tegenwoordig hebben we internet in ons zak, door middel van een smartphone. Het bedrijf, de organisatie of het merk moet hier op afgestemd te worden. Zowel intern als extern. Het besef moet ontstaan dat elke impuls of moment van aandacht dat iemand heeft onherroepelijk leidt tot een actie met de smartphone, of het nu het maken van een notitie is of het zoeken naar de online connectie met het bedrijf, de organisatie of het merk door middel van een zoekopdracht via een zoekmachine, of een app of mobiele website. Dat betekent dat je als bedrijf, organisatie of merk hier klaar voor moet zijn. De juiste beleving, op het juiste moment. Hier liggen enorme kansen om het onderscheid ten opzichte van andere bedrijven, organisaties of merken te maken, vooral als zij het niet begrijpen!. Nu het internet snel toegankelijker wordt voor smartphones en ook voor tablets wordt het steeds complexer om de juiste content op de juiste manier aan te bieden. Vaak is voor elk type smartphone of tablet een app bouwen duur. Waarom niet n lay-out bieden, die zich naadloos laat aanpassen aan de schermgrootte van de smartphone of tablet naar keuze? Tegenwoordig biedt de voor handen zijnde technologie een aantal handige toevoegingen, die een nieuwe toepassing mogelijk maken. Er zijn veel vormen qua technologie om mobiele apps te ontwikkelen, maar de drie hoofdgroepen zijn een native
app, een webapp en een hybride
app.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

14

Dit is in de basis een mobiele versie van een website. Deze website wordt speciaal vormgegeven voor de grootte van het scherm van een mobiele telefoon of tablet of smartphone. Deze applicaties worden gedistribueerd via een zogenaamde centrale store, zoals bijvoorbeeld de App
Store. Dan is er nog de hybride
app, die combineert het beste van twee werelden. De basis is opgebouwd zoals een native app, daarnaast wordt een deel van de inhoud gevuld door een website. Een van de belangrijkste ontwikkelingen van het afgelopen jaar is wel de opkomst van responsive
webdesign. Alleen de juiste weergave en ervaring telt De discussie, die bij mobiele apparaten, vaak ontstaat is: maak
je
een
native
app voor
Android,
Blackberry
en/of
iPhone,
of
maak
je
gebruik
een
responsive webdesign
dat
op
al
deze
systemen
werkt? De keuze voor een native
app wordt vaak gemaakt, omdat dit type app in het verleden de beste gebruikerservaring opleverde, interessante functionaliteiten, die nog niet beschikbaar waren, en dat deze direct beschikbaar is in de verschillende stores van de verschillende platforms van Apple en Google. Een responsive
webdesign heeft als voordeel dat er maar n keer voor alle apparaten ontwikkelt hoeft te worden tegen relatief lagere kosten. Dit is een app, die vanuit de browser gestuurd kan worden en qua gebruik op een native
app lijkt. De apps van Mobego zijn hier een goed voorbeeld van. Als het alleen om content gaat kan een responsive
webdesign volstaan. Wil je jouw eindgebruikers extra features aanbieden? Zoals incheck mogelijkheden, specifieke koppelingen met social media, gentegreerde games of location
based tools bieden, dan zul je voorlopig nog even naar native
apps moeten kijken. SoLoMo (Social Location Mobile) De term, die we steeds vaker voorbij zien komen is SoLoMo, dit is een afkorting voor social, local en mobile. Deze drie componenten hebben alles te maken met het gedrag van een fan of klant. Een grote groep fans maakt ook tijdens een bezoek aan evenementen gebruik van de diverse social media kanalen. Zo geeft een groot aantal evenementenbezoekers aan tijdens het bezoek online fotos te delen met vrienden en familie. Men houdt via berichten op social media familie en vrienden op de hoogte van zijn of haar avonturen vanaf de locatie waar men zich op dat moment
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

15

bevindt via zijn of haar smartphone. De smartphones worden dus onder andere gebruikt om in te checken, onderzoek te doen of vrienden aanwezig zijn en reviews te bekijken van andere fans. Feitelijk moet je als bedrijf, organisatie of merk er voor zorgen, dat de mogelijkheid tot connectie er altijd is. Bijvoorbeeld door het faciliteren van gratis wifi, zoals dat nu gebeurt in horeca-gelegenheden als Starbucks, Coffee Company, maar ook evenementen locaties als de Ziggo Dome in Amsterdam en vergeet dan niet een identificatie via een sociale
identiteit te realiseren. Customer Care (ookwel: Web of Social Care) Social media zijn een cruciaal onderdeel van het fan- of klantcontact geworden. Een bedrijf, organisatie of merk die grote groepen fans of klanten bedient, heeft geen andere keuze dan deze kanalen gebruiken om te reageren naar fans of klanten. Sommige fans of klanten zouden zonder social media geen contact leggen met het bedrijf, de organisatie of het merk. Eerst deed men dit via de post, toen kwamen de callcenters en nu gebruiken fans of klanten de diverse nieuwe online platformen. Social media kanalen worden gebruikt voor contact met fan of klant. Het ligt voor de hand dat service de belangrijkste rol zou moeten krijgen. Daarvoor is het belangrijk dat de marketeers beseffen hoe de medewerkers van het bedrijf, de organisatie of het merk de merkwaarde kunnen verhogen. Zij zijn vaak het eerste en enige contactpunt tussen fan of klant en bedrijf. De loyaliteit gaat hier mee omhoog. Fans of klanten, die via social media contact leggen met een bedrijf, organisatie of merk zijn over het algemeen loyaler dan andere fans of klanten, zo zegt Social
Brand Builder. Deze groep fans of klanten zullen op lange termijn als ambassadeurs gaan opereren en kunnen het bedrijf, de organisatie of het merk promoten in hun netwerk. Voorwaarde is wel dat ze goed, snel en professioneel worden geholpen bij vragen en opmerkingen, die ze via social media aan de organisatie stellen. Live Het staat vast dat internet een real
time oftewel een 24/7/365 fenomeen geworden is. Waar vroeger nog wel eens kon worden gewacht op een reactie of content vindt er nu real
time activiteit plaats. Bedrijven, organisaties en merken dienen op deze
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

16

trend in te spelen. Fotos, videos, audio en tekst kunnen worden gemanipuleerd in het eigen domein, om dan via de eigen applicaties of via de eigen sociale kanalen worden gepubliceerd. Zo laat je zien dat de fan of klant betrokken is bij het bedrijf, het merk of de organisatie. De content, die door fans of klanten wordt gemaakt, kan worden opgeslagen, gevolgd en de data daarvan kan worden geanalyseerd. Hetgeen vele mogelijkheden schept tot vervolgacties. Connectie Single
Sign-On stelt dus fans of klanten in staat om eenmalig in te loggen waarna automatisch toegang wordt verschaft tot alle applicaties en resources in het ecosysteem van een bedrijf, organisatie of merk. Fans of klanten loggen in met hun favoriete Sociale Identiteit (bijvoorbeeld: via Facebook of Twitter) of hun gebruikersnaam/wachtwoord. Nu heb je connectie met de fan of klant en kan verdere verrijking van het profiel, ten gunste van de relatie, plaatsvinden. Content Waarom ligt de term contentmarketing opeens op ieders lippen? Banners, kijkt iemand er wel eens naar? Adwords klikt iemand wel eens op een advertentie via Google? Aart Lensink, directeur van LVB Networks en bestuurslid van brancheorganisatie Platform Content, ziet content marketing als de logische online voortzetting van relatiemedia. Vroeger lieten merken media maken om een band met de klant op te bouwen, legt hij uit. Denk
aan
de
Allerhande.
Geen
blad
over
hoe aantrekkelijk
de
winkels
zijn,
maar
over
wat
we
vanavond
gaan
eten. Maar de klant is tegenwoordig online. Een magazine is dan niet meer het eerste waar je aan denkt als je contact wilt leggen met fans of klanten. Contentmarketing gaat er dus om dat je de juiste content, op het juiste moment aan de juiste persoon voorschotelt. Denk maar eens aan de laatste zoekopdracht op internet. Je zocht een antwoord. Na het vinden van het antwoord volgde een actie. Je belde, mailde, deed iets met social media of ging verder. In ieder geval werd je in jouw behoefte voorzien om verdere actie nog voort te zetten. Als je in de toekomst op het onderwerp terugkomt, dan zal je waarschijnlijk weer aan deze content denken, omdat je er wat aan gehad hebt.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

17

Een goed voorbeeld van contentmarketing is een blog. Een blog hoeft niet alleen maar uit lange tekst te bestaan. Afwisseling met een kort berichtje, een interview, een video of een foto met een pakkende tekst (of een quote) werkt ook goed. Laat een kijkje achter de schermen zien of maak een making
of. Geef tips en laat trucs zien. Haak in op actuele zaken, die spelen. En heb je wat te vieren? Een nieuwe ontwikkeling, een nieuwe klant of een jubileum? Deel dat met de achterban. Je hoeft niet alles zelf te doen overigens. Je kunt iedereen binnen het bedrijf of de organisatie vragen om te bloggen over hun inzicht en expertise. Misschien zijn er zelfs mensen buiten het bedrijf, die toegevoegde waarde kunnen bieden, als blogger. Het blog Digital Economics van Techonomy.nl of Doelands Digitale Wereld over de ontwikkelingen in de digitale wereld zijn prima voorbeelden, die je zou moeten volgen! Ook de blog van KLM met reisverhalen van gastbloggers en het blog van Coca-Cola uit ons hoofdstuk Coca-Cola
en
en
relatie
tussen
social
media
buzz en
verkoop zijn mooie voorbeelden. Contentmarketing zorgt op haar beurt voor data, zelfs heel veel data. Big
Data,
wat? Er ontstaan door het maken van content en het verspreiden daar van, door het gebruik van alle social media grote hoeveelheden data, ook wel Big
Data genoemd. Is het een hype? Kun je als bedrijf, organisatie of merk wachten met het (strategisch) inzetten van data of is het eigenlijk al realiteit? Volgens McKinsey, in een wetenschappelijke publicatie, verhoogt effectief gebruik van data en analytics de productiviteit, winstgevendheid en marktwaarde van bedrijven met 5 6 procent. In sommige branches zal de strategische inzet van data-analyse zelfs het verschil gaan maken tussen winst en verlies. Big
Data
Opslag en Big
Data
Analytics zijn 2 trends, die momenteel spelen. Deze twee trends zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: niet de mate waarin, maar de manier waarop men data wil gebruiken maakt data al-dan-niet Big. De eisen, die gesteld worden aan Big
Data
Opslag volgen uit de analyses, die men wil uitvoeren op de data. Er is sprake van Big
Data
Analytics als de data:

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

18

Snel beschikbaar zijn, Afkomstig is uit meerdere bronnen, En verrijkt worden met andere (ongestructureerde) data. Men kan nog een stap verder door interne en externe data aan elkaar te verbinden. Je kunt deze data real-time aanroepen om optimaal met fans en klanten te communiceren en aanbiedingen op maat te doen. Big
Data is geen toekomstmuziek, maar realiteit. In ons hoofdstuk Big
Data
is
geen
toekomstmuziek gaan we verder in op dit fenomeen. Het semantische web is in aantocht en niet ver meer Het semantisch web verschaft een standaard framework waarmee data gedeeld en hergebruikt kunnen worden. Het semantisch web is geen synoniem voor Web
2.0, zoals soms wel wordt verondersteld. Tim Berners-Lee, een van de grondleggers van het internet, beschrijft het semantische web als een component van 'Web
3.0'. Semantisch wil zoveel zeggen als de
betekenis
lerend. Het semantisch web zou je kunnen definiren als een web van verbanden tussen verschillende informatie beschikbaar via het internet, waardoor nieuwe inzichten kunnen ontstaan. Het semantisch web bestaat dus in feite al: het is een doorontwikkeling van de techniek op internet en daarmee in aantocht. Door websites en applicaties met de nieuwe semantische technieken te bouwen, is er feitelijk sprake van een semantisch web of net. Een concreet voorbeeld van een toepassing van de semantische techniek is hoe data van Wikipedia door DBpedia wordt ontsloten voor direct gebruik en gekoppeld wordt met andere datasets als Linked data. De semantische fase, die nu zijn intrede aan het doen is, maakt dat internet dus eigenlijk een macro ecosysteem is geworden. Conclusie: de praktijk Het stond al vast dat internet een ecosysteem is en dat we geneigd zijn om in silos of aparte kanalen of werelden te denken. Wat moeten we nu doen? De silos dienen letterlijk afgebroken te worden om aansluiting bij het externe ecosysteem op te bouwen. De eerste stap is bepaal welke domeinen, netwerken en apparaten je wilt bedienen binnen het eigen ecosysteem. Bepaal vervolgens met welke ecosystemen
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

19

je verbinding wilt maken. Het Conversatie


Prisma
van Brian Solis en Jess3, geeft een prima weergave van het ecosysteem met relevante sociale kanalen. De tweede stap bestaat uit het verbinden van alle databronnen van deze domeinen en netwerken. Door middel van onder andere de Single
Sign-On knop, die wordt beschreven in de vorige paragraaf, kun je data uit alle netwerken halen. De knop dien je te integreren in het eigen domein, alle applicaties, die je bouwt en middels landingspaginas of applicatie, die je integreert in de diverse social media kanalen. Een platform die een dergelijke functionaliteit mooi ondersteunt is bijvoorbeeld Social
Brand
Builder. Waarvoor doe je het als bedrijf, organisatie of merk? Inventaris, hardware, voorraad, en debiteuren. Ze krijgen steeds minder waarde bij de waardering van een bedrijf. De houding en het gedrag van banken, valuators en investeerders onderschrijven dit. Maar wat doet de waarde van een bedrijf, organisatie of merk dan wel toenemen? Hoewel historische waarde nog altijd een rol zal blijven spelen in waardebepaling, gaat het voornamelijk om de toekomstige kasstromen. Door geavanceerd en zorgvuldig gebruik te maken van het eigen domein en social media netwerken kunnen nieuwe en digitale marketingprofielen uit deze data worden gecreerd. Zo is vast te stellen dat de waarde van bedrijven, organisaties of merken zal toenemen, die dit zorgvuldig georganiseerd en gewaarborgd hebben. Waardecreatie
door
internet
en
social
media
betreft
het
in
de
basis
kunnen aanleggen,
verspreiden,
onderhouden
en
optimaliseren
van
bestaande
en
nieuwe digitale
relaties
op
diverse
internet
platforms
waar
(in)direct
en
op
aantoonbare
wijze additionele
en
toekomstige
netto
kasstromen
gegenereerd
worden. (red. The Voice Een
aanvullend verdienmodel (Denis Doeland/Pim van Berkel)

De woorden aanleggen,
verspreiden,
onderhouden
en
optimaliseren refereren naar de kosten van arbeid en middelen. Daarnaast gaat het om digitale
relaties op meerdere platforms. Digitaal is hierin het sleutelelement, aangezien dit duidelijk

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

20

maakt dat het niet gaat om een adressenbestand of andere traditionele marketingactiviteiten. Uiteraard blijft er wel sprake van een stuk overloop tussen de digitale platforms en uitval (zogenaamde churn
rates), net als bij off-line marketing. Twitteraars kunnen fans of klanten dezelfde zijn als de Facebook fan en vice versa. De rasse voortschrijding van het mobiele internet, de opkomst van social media en de ontwikkeling van het aantal met internet verbonden apparaten geeft bedrijven, organisaties en merken een extra mogelijkheid om hun huidige, maar ook toekomstige fans en klanten te volgen en te bereiken. Er kan een directe relatie aangegaan worden, welke bij de traditionele off-line marketing niet heeft bestaan. De stap, die bedrijven, organisaties en merken moeten nemen is data te verzamelen en te analyseren om daarna een vervolgstrategie of compleet nieuwe (marketing)strategie op te zetten, met als doel toekomstige inkomsten te laten toenemen. Bepaal een strategie We leven momenteel in een digitale feodale economie, waarbij sociale platformen als Facebook, Google, Twitter e.d. onbeperkt (gratis) toegang geven tot onze gegevens en gedrag middels de sociale identiteit die daar wordt aangemaakt. Platte data vanuit de social media kanalen, zoals inmiddels ontstaan bij vele bedrijven, hebben niet direct waarde. Pas na zinvolle correlaties, analytics en het opzetten van (additionele) verdienmodellen op de gevalideerde fan, tweets en like data kunnen (in)directe kasstromen gegenereerd worden. De waarde van het bedrijf, de organisatie of het merk zal gaan toenemen in de vorm van potentile goodwill. Het is tijd om een strategie te bepalen. De strategie dient te worden afgestemd op het vergaren van data uit alle mogelijke bronnen. Maak keuzes welke groepen je wilt bedienen, hoe en met wie je wilt samenwerken en selecteer de micor-ecosystemen waar je in aanwezig wil zijn. Ontwikkel nieuwe passende producten, online diensten en verleidingstactieken. Dit vraagt om de nodige creativiteit. Bedenk een businessmodel, met de nodige verdienmodellen, waarmee je de leiding neemt ten opzichte van concurrenten of andere marktpartijen, de organisatie stimuleert tot innovatie en (nieuwe) fans of klanten weet te bereiken en te behouden.
VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

21

Ga daadwerkelijk relaties met fans en klanten aan, is ons devies. Je dient je verder als bedrijf, organisatie of merk te beseffen dat je bestaat door content (intellectueel eigendom), dat je functionaliteit aanbiedt en dat je data bent. Bij het opzetten van een gedegen internetstrategie moet je dan ook rekening houden met het ALICI principe: Apparaten Landschap Inhoud Connectie Informatie Een heel belangrijk verschil is dat, die partijen met een goede strategie, die gebaseerd is op de juiste gebruikerservaring op het juiste moment, op het verkrijgen van een significante plek binnen het ecosysteem en die processen naadloos op elkaar aan kunnen laten sluiten, en data onttrekken uit verschillende bronnen, daarmee groot strategisch voordeel doen. De partijen, die zorgen dat de fan of klant de optimale beleving, die bij elk afzonderlijk kanaal of apparaat hoort, heeft, en data gaan verbinden en gaan uitlezen, zullen daarvan optimaal profiteren. In de komende hoofdstukken zullen we aan de hand van praktische inzichten je mee op weg helpen hoe je het netwerk van jouw bedrijf, organisatie of merk semantisch inricht en transformeert naar een micro-ecosyteem binnen het macro-internetecosysteem. Het klinkt misschien gek, maar internet is immers jouw enige toekomst, wat ons betreft.

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

22

Bronnen:
Frankwatching, Internet Society, Doelands Digitale Wereld, DDMCA, Webopedia, Brian Solis, Fred Cavazza, Internet World Stats, Pingdom Global Web Index, eMarketer, Business Insider, Brian Solis, Jess3, Natuurinformatie.nl, Wikipedia en Techonomy.nl, R. Kaplan en M. Haenlein.

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU Alle
auteursrechten
ten
aanzien
van
het
e-book
en
dit
document
zijn
uitdrukkelijk
voorbehouden.
Niets
uit
het e-book
of
dit
document
mag
worden
vermenigvuldigd
en/of
openbaar
gemaakt
door
middel
van
druk,
fotokopie, microfilm
of
op
welke
andere
wijze
dan
ook
zonder
de
voorafgaande
schriftelijke
toestemming. De
inhoud
van
het
e-book
of
dit
document
is
met
de
grootst
mogelijke
zorgvuldigheid
samengesteld.
De gepresenteerde
gegevens
en
illustraties
zijn
gebaseerd
op
de
meest
actuele
informatie
op
het
moment
van publicatie.
Desondanks
kan
de
verstrekte
informatie
onjuistheden
bevatten. De
auteurs
zijn
niet
aansprakelijk
voor
enige
schade,
die
direct
of
indirect
ontstaat
als
gevolg
van
het
e-book
of
dit document
of
van
het
afgaan
op
onjuiste
informatie
uit
het
e-book
dit
document,
tenzij
rechtens
zou
worden vastgesteld
dat
er
sprake
is
van
opzet
en/of
grove
nalatigheid
kan
worden
verweten. (c)
2013
Techonomy/DDMCA
Voor meer informatie voor vananaloognaardigitaal.nu contact: DDMCA, Keizersgracht 330b 1016 EZ Amsterdam, telefoon: 020 4272880, mail: denis.doeland@ddmca.com

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

23

Ger
Hofstee Ger
Hofstee
(Rotterdam
1948)
is
getrouwd
en
vader
van
twee
kinderen.
Ger studeerde
macro-economie
(Rotterdam),
marketing
(Amsterdam),
bedrijfskunde (Boston)
en
e-learning
and
digital
cultures
(Edinburgh).
Hij
verdiende
zijn
sporen
op alle
treden
van
de
marketingladder:
product-,
sales-
en
marketing
manager
bij
Akzo Nobel,
maar
hij
bekleedde
ook
strategische
posities
als
commercieel-
en
algemeen directeur. Ger
was
voorzitter
van
een
van
de
groepsdirecties
van
Elsevier
Reed
en
CEO
bij Seiko
Communications.
Zijn
operationele
en
strategische
ervaring
kwamen
goed
van pas
bij
de
meer
dan
tachtig
opdrachten
die
hij
daarna
als
zelfstandig
adviseur uitvoerde
in
consumenten-,
industrile-
en
dienstenmarkten. Het
is
Ger
zijn
'drive'
om
organisaties
te
helpen
markt-
en
klantgerichter
te
worden. De
ontwikkeling
van
effectieve
product-,
merk-
en
communicatiestrategien
speelt daarbij
een
belangrijke
rol.
Sinds
enkele
jaren
heeft
Ger
zijn
deskundigheid
uitgebreid met
het
begeleiden
van
organisaties
die
hun
'traditionele'
marketing
strategie
met (nieuwe)
digitale
strategien
willen
combineren
en
versterken.
Hij
ziet
de transformatie
van
analoog
naar
digitaal
op
volle
toeren
draait
en
tal
van
kansen
biedt. Ger
slaat
graag
een
brug
tussen
theorie
en
praktijk
van
marketing.
Dit
komt
ook
tot uiting
in
zijn
langjarige
betrokkenheid
bij
onderwijs.
Zo
was
hij
o.a.
decaan
van
IBO Business
School
(Leusden)
en
acht
jaar
professor
Marketing
aan
de
Universit
Paul Cezanne
(Aix
en
Provence
en
Marseille).
Daarnaast
is
hij
als
adviseur,
docent
en trainer/coach
betrokken
geweest
bij
talrijke
in
company
training-
en opleidingstrajecten
gericht
op
deskundigheidsbevordering
op
het
gebied
van marketing
en
klantgerichtheid.
Van
zijn
hand
zijn
verschenen
zo'n
tien
boeken, waaronder
Master
in
Marketing,
Changing
the
rules
in
the
Internet
era
en
World
Mega Trends
en
Alle
25
goed.
Geheide
high
performance
marketing
strategien. contact:
gerhofstee@techonomy.nl

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

24

Denis
Doeland Denis Doeland (Utrecht 1971) is vanaf 1993 actief in de muziek-industrie (Dance). Hij startte bij platenwinkel Bad Vibes van waar de eerste muziekactiviteiten van ID&T starten. Later bij ID&T houdt hij zich bezig met compilaties, het uitbrengen van vinyl en CD-singles en het uitlicenseren van repertoire. Daarnaast startte hij in 1995 de muziekuitgeverij van ID&T. In
1999
gaat
hij
aan
de
slag
bij
het
label
Combined
Forces.
Hij
doet
de
internationale exploitatie
van
het
repertoire
van
het
label,
de
samenwerking
met
artiesten
en
zet
zijn eerste
stapjes
in
de
richting
van
online
exploitatie
van
muziek.
Begin
2002
ontstaat het
idee
om
DDMCA
(Denis
Doeland
Management
Consultancy
en
Advies)
op
te richten.
Met
de
opgedane
know-how
adviseert
Denis
beginnende
artiesten, producenten
en
rechtenexploitanten.
Na
een
aantal
(internationale)
succesvolle projecten,
keert
Denis
terug
naar
zijn
eerste
liefde
ID&T
om
te
werken
voor:
de Muziekuitgeverij

ID&T
Publishing,
de
muziekprogrammering
van
ID&T
Radio
en
de start
up
van
Dance-Tunes,
het
online
MP3
download-platform
van
ID&T. De
laatste
3
jaar
van
zijn
carrire
bij
ID&T
heeft
Denis
zich
bezig
gehouden
met
de exploitatie
van
intellectueel
eigendom
en
de
online
activiteiten
van
ID&T,
Q-Dance en
Sensation.
In
Mei
2011
richt
hij
zich
volledig
op
DDMCA
om
verder
als
zelfstandig professional
te
werken
in
de
vele
deelgebieden
binnen
het
Intellectueel
Eigendom en
Technologie
spectrum. Als
specialist
in
de
digitale
wereld
helpt
Denis
bedrijven
en
organisaties
internet
en social
media
toe
te
passen.
Op
het
gebied
van
kennisontwikkeling,
kennisdeling
en consultancy
in
combinatie
met
de
inzet
van
technologie,
internet
en
social
media loopt
Denis
voorop
in
Nederland.
Hij
houdt
zich
bezig
met
adviezen,
analyses, lezingen,
waarderingen,
trainingen,
social
media
monitoring
en
internet
monitoring. Sinds
begin
2013
is
hij,
naast
zijn
werkzaamheden
als
consultant
en
adviseur
voor diverse
bedrijven
en
organisaties,
docent
aan
de
Fontys
Hogeschool
in
Tilburg. contact:
denis.doeland@ddmca.com
of
via
twitter
@denisdoeland

VANANALOOGNAARDIGITAAL.NU

25

You might also like