Kikkerpuzzel.

Materiaal: - 7 hoepels - 3 vestjes (per groepje van 6 personen)

Organisatie + spelverloop: Vraag aan de leerlingen om gemengde groepjes van 6 personen te vormen.

UITGANGSSITUATIE

EINDSITUATIE

Er worden 7 hoepels op een rechte lijn naast elkaar gelegd. In de 3 meest rechtse hoepels staat telkens een leerling met een partijvestje, in de 3 meest linkse hoepels staan 3 leerlingen zonder vestje. De middelste hoepel blijft vrij. De opdracht bestaat er nu in dat de leerlingen van plaats wisselen. De leerlingen zonder partijvestje komen op de plaatsen van de leerlingen met partijvestje en omgekeerd (zie tekening).

Voor de leerlingen zijn enkel bepaalde verplaatsingen toegestaan: Leerling mag 1 hoepel vooruit komen indien in deze hoepel niemand staat. Leerling mag zich door middel van haasje over over een medeleerling verplaatsen op voorwaarde dat de hoepel achter deze leerling vrij is ( dus de 2de hoepel vanuit het standpunt van de zich verplaatsende persoon gezien. Leerling mag nooit een achterwaartse verplaatsing maken. Dit raadsel heeft slechts 2 mogelijke oplossingen afhankelijk van welke persoon de eerste stap doet: de persoon met of zonder vestje. Vanaf dan moet een vaste oplossingsmethode gevolgd worden. Wanneer men de foute oplossing kiest waardoor men komt vast te staan, begint men gewoon opnieuw vanaf de beginsituatie. Veel keer proberen door gissen en missen en veel overleg is de boodschap. De bewegingsmogelijkheden:

1 over, stap vooruit naar volgende hoepel Haasje 2 hoepels verder.

Doel van het spel:

- Samenwerking en overleg met de hele groep om tot de juiste oplossing te komen. - Elkaar op deze manier beter leren kennen. - Leren een probleem aan te pakken en rekening houden met verschillende meningen en methodes in de groep.

Oplossing:

O O O O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O O O O