You are on page 1of 1

Sonet 1: Tragedie van een verliefde man Zij zetelt op de troon. Hij knielt voor haar neer.

En op ijskoude toon, Ontzegt zij hem zijn eer. Gestraft voor een misdaad, Die hij niet heeft begaan. Zij ten einde raad, En 3 keer kraait de haan. Nu geketend aan de vrijheid, Beroofd van zijn verstand, Voelt noch passie, noch nijd, Maar verlangt naar haar hand. Gekweld door het verbod op herinnering, Temt hij zijn dromen met de rust van de kling.

You might also like