Mihai Carmen Silvia, 3 B

De kleine Johannes - samenvatting hofdstuk 1 en 2 Hoofdstuk 1 De roman begin met de presentatie van Johannes. Hij woonde in een oud huis met een grote tuin. Het huis met de tuin zijn de hele wereld voor Johannes. De kind verlangde dat hij kon vliegen. Johannes heeft 2 dieren : een hond en een kat. (Presto en Simon). De jonge heeft een heel groot hart gehad. In dit stuk er zijn de leven van Johannes beschreven. De autor zegt dat het kind had eigenlijk geen vrienden. Johannes' vader was een wijs en ernstig man en hij speelde soms met Johannes in het zand. Johannes was een geloofde kind en hij hoopte dat er een wonder te gebeuren. Hoofdstuk 2 Het tweede hoofdstuk begin met de beschrijving van een zpmerse dag. Johannes ziet een kleine boot vastgebonden aan den beuk. Het was een sterk verzoeking voor hem maar toch hij heeft met zijn hond in de boot gesprongen en dreven weg. Hij zat een groote blauwe waterjuffer maar eerst hij dachte het een vuurvlinder was. Het waterjuffer veranderd in een ranke gestalte. Zo ontmoet Johannes Windekind. Het denkt dat het een wonder is en vraag ze af of ze zijn vriend wilt zijn. Windekind vertelt over zijn moeder (de maan) en zijn vader ( de zon ) . Ze zegt aan Johannes dat er nooit over haar aan mensen te spreken. Hij was zo gelukkig dat er vraag of een droom of waarheid is. Johannes hoord dat er en Windekind hebben het zelfde vader en hij begrijp beter einige dinge. Daarna hij gaat naar de krekelschool en verder verder naar een konijnenhol. Als ze weggaan ontmoeten ze de glimworm. Hij leert iets over de mensen.