You are on page 1of 0

FRP Lamella

Handleiding voor het


dimensioneringsprogramma
versie 4.x
Buig- en
dwarskrachtversterking
met S&P FRP-systemen
Wiebke vom Berg
bow ingenieure gmbh
braunschweig hamburg
germany
2





FRP Lamella





Dimensioneringsprogramma
voor de buig- en schuifversterking met FRP-materialen
volgens NEN 6720 en CUR-Aanbeveling 91


Handleiding

Versie 4.x






Wiebke vom Berg
bow ingenieure gmbh braunschweig / hamburg duitsland
3
Inhoudsopgave

1 Programmascherm 4
1.1 Programmastart 4
1.2 Instellingen 4
1.3 Grondslagen voor de omgang met het FRP Lamella gebruikersscherm 4
1.4 Gegevens invoeren 5
1.5 Resultaten uitvoeren 6
2 Invoer- en resultatenscherm 7
2.1 Invoerscherm project 7
2.2 Invoerscherm norm 8
2.3 Invoerscherm geometrie 9
2.4 Resultatenscherm doorsnedewaarden 10
2.5 Invoerscherm beton 11
2.6 Invoerscherm staal 12
2.7 Invoerscherm hoofdbewapening 13
2.8 Staafstaaltabellen voor de keuze van de wapeningsstaven 14
2.9 Invoerscherm steunpuntwapening 15
2.10 Invoerscherm belastingen in onversterkte toestand 16
2.11 Invoerscherm belastingen in versterkte toestand 17
2.12 Invoerscherm FRP-systeem 19
2.13 Invoerscherm FRP-doorsnede 20
2.14 Resultatenscherm dimensionering 22
2.15 Resultatenscherm uiterste grenstoestand (ULS) rek 23
2.16 Resultatenscherm gebruikstoestand (SLS) rek / spanningen 24
2.17 Resultatenscherm scheurvorming 25
2.18 Invoerscherm FRP-eindverankering 26
2.19 Resultatenscherm FRP-eindverankering 27
2.20 Invoerscherm onthechting 29
2.21 Resultatenscherm onthechting 30
2.22 Invoerscherm wapening en belasting dwarskracht 31
2.23 Invoerscherm FRP-systeem dwarskrachtversterking 32
2.24 Invoerscherm FRP-doorsnede dwarskrachtversterking 33
2.25 Resultatenscherm dwarskrachtversterking 34
3 Menu- en werkbalk 36
3.1 Overzicht menubalk 36
3.2 Overzicht werkbalk 38
4 Installatie-instructie 39
Aanhang 40
bow ingenieure experts in het ontwerpen van versterkingen
4
1 Programmascherm
1.1 Programmastart
Het programma draait onder de Windows-besturingssystemen Win 9x, 2000, NT, XP.
Na de succesvolle installatie van FRP Lamella kunt u het programma starten door te klikken op de
FRP Lamella functie in het startmenu van uw computer of op het FRP Lamella symbool op het
bureaublad. Eerst wordt het startscherm geopend. In het menu language kunt u hier de taal van het
programmascherm veranderen. Lees de intentieverklaring zorgvuldig door. Om in het hoofdscherm
van FRP Lamella te komen moet u deze accepteren.
Een klik op het Windows-kruis rechtsboven in de titelbalk sluit het programmascherm en beindigt
hierdoor het programma FRP Lamella. U kunt in plaats hiervan ook in het menu Bestand de functie
Afsluiten kiezen.
1.2 Instellingen
Om een optimale weergave van het FRP Lamella programmascherm op de monitor te garanderen,
wordt een minimale monitorresolutie van 800 x 600 pixels vooropgesteld.
Eveneens belangrijk voor een juiste weergave is de keuze van de lettergrootte van de weergave.
Onder Start >> Instellingen >> Systeembesturing >> Weergave vindt u op het tabblad Instellingen de
knop Verdere opties c.q. Meer. Hier moet voor de weergave de invoer Kleine lettertypes
(standaardinstelling) zijn ingesteld. Anders kan het voorkomen dat enkele teksten niet volledig worden
weergegeven.
1.3 Grondslagen voor de omgang met het FRP Lamella gebruikersscherm
Algemene informatie over de omgang met Windows-programmaschermen vindt u in uw Windows-
handleiding of in de online help van uw Windows-besturingssysteem.
Titelbalk Bovenste regel van het programmascherm met programma-, bestands- en
padinformatie.
Menubalk De menupunten Bestand, Dimensionering, Extras en Info bevatten diverse
submenus. Een uitgebreide opsomming van de afzonderlijke menupunten
vindt u onder Overzicht menubalk (zie par. 3).
Werkbalk Via de werkbalk (Toolbar) kunnen afzonderlijke of benodigde functies snel
worden opgeroepen. Een uitgebreide opsomming van de afzonderlijke
functies vindt u onder Overzicht werkbalk (zie par. 3.2).
Boomstructuur Via de boomstructuren in het linkerdeel van het programmascherm kunt u de
afzonderlijke invoer- en resultatenschermen direct oproepen. Klik op het voor
een kopje staande symbool + ,om de onderliggende schermen te laten
weergeven. Een klik op het symbool verbergt het onderliggende niveau
weer.
Quickinfo Als u de muis op een tekstveld plaatst, dan wordt er na 1-2 seconden een
korte uitleg (Tooltiptext) weergegeven. Daarnaast krijgt u informatie over de
functies van de werkbalk.
Taal U kunt de taal van het programmascherm veranderen. Een selectie van de
beschikbare talen vindt u in het menu Extras (zie par. 3.1).
1.4 Gegevens invoeren

Het invoeren van de gegevens vindt plaats via diverse invoerschermen in het bovenste deel van het
programmascherm. De titels van de afzonderlijke schermen zijn opgesomd in de nevenstaande
boomstructuur. Deze zijn hierbij gesorteerd op de themas Algemene informatie, Doorsnede,
Belastingen, Versterking en Bewijzen. In ieder invoerscherm worden de belangrijkste gegevens in een
toelichtende grafiek weergegeven.
Klik in de boomstructuur op de titel van een invoerscherm om het bijbehorende scherm te laten
weergeven. Als bij een kopje meerdere schermen zijn ingedeeld, dan wordt automatisch het
eerste onderliggende scherm geopend. Invoerschermen die u nog niet kunt inzien, zijn in de
boomstructuur lichter weergegeven en gedeactiveerd.
Gebruik de knop rechts onder de grafiek van ieder invoerscherm om de schermen n voor
n op te roepen. Om geen scherm over te slaan wordt geadviseerd om de vastgestelde volgorde
bij het invoeren van de gegevens aan te houden. Met de knop links onder de grafiek komt u
in het vorige invoerscherm.
Voer de benodigde gegevens in de hiervoor voorziene tekstvelden in. Overschrijf hierbij
eventueel de invoer 0. Grijs gemarkeerde tekstvelden kunt u niet wijzigen. Gedeactiveerde,
donker gemarkeerde tekstvelden worden bij de berekening niet meegenomen.
Met de knop vrijgave (sleutel) op de werkbalk hebt u de mogelijkheid om vastgelegde waarden,
die grijs gemarkeerd worden weergegeven, vrij te geven en te wijzigen.
Voor enkele gegevens wordt u telkens een lijst van verschillende waarden ter beschikking
gesteld, waaruit u een mogelijkheid kunt kiezen.
Nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd, kunt u de dimensionering starten door hetzij in
het laatste invoerscherm FRP-doorsnede op de knop Berekening onder de grafiek te klikken
hetzij door op het zakrekenmachine-symbool op de werkbalk te klikken.
De berekening van de bewijzen voor de verankering en het dwarskrachtdraagvermogen start u
door op de knop Bewijs onder de grafiek van het betreffende invoerscherm te klikken. Als u op
het vink-symbool op de werkbalk klikt, dan worden alle bewijzen achter elkaar uitgevoerd. Dit ligt
vooral na het openen van een opgeslagen bestand voor de hand.
5
1.5 Resultaten uitvoeren
Het uitvoeren van de resultaten vindt plaats in diverse resultatenschermen, die zich onder de
invoerschermen bevinden. De titels van de afzonderlijke schermen zijn opgesomd in de nevenstaande
boomstructuur. Deze zijn hierbij gesorteerd naar de themas Algemeen, Versterking en Bewijzen.
Klik in de boomstructuur op de titel van een resultatenscherm om het bijbehorende scherm te
laten weergeven. Als bij een kopje meerdere schermen zijn ingedeeld, dan wordt automatisch het
eerste onderliggende scherm geopend. Resultatenschermen die u nog niet kunt inzien, zijn in de
boomstructuur lichter weergegeven en gedeactiveerd.
De resultaatwaarden worden in lichtgrijs of gekleurd gemarkeerde tekstvelden uitgevoerd. Deze
waarden kunnen niet worden gewijzigd.
Let met name op de gekleurde aanduiding van de resultaatvelden en bewijsregels. Deze geeft
weer of er aan een bewijs is voldaan of dat bijzondere uitvoeringen van de constructie in acht
moeten worden genomen.
In de resultatenschermen van de Uitzettingen in de Uiterste grenstoestand en in de
Gebruikstoestand vindt aanvullend een grafische weergave van de rekverdelingen plaats (zie
ook par. 2.15 en 2.16). Door op het beeldvlak te klikken kunt u de schaal veranderen.
Bij enkele bewijzen moet u na de berekening een voldoende versterking kiezen, zodat aan het
bewijs is voldaan. Het invoeren vind plaats in de wit gemarkeerde tekstvelden in het
resultatenscherm (zie ook par. 2.21 en 2.24).
De berekeningsresultaten kunnen op iedere onder Windows genstalleerde printer worden uitgeprint.
Hierbij is ook het uitprinten van afzonderlijke paginas mogelijk. De informatie in de koptekst van de
programmaprint kunt u aanpassen in het menu Extras / Bedrijfsgegevens.
Pagina 1 - 4 buigdimensionering
Pagina 5 bewijs van de FRP-eindverankering
Pagina 6 bewijs van de onthechting
Pagina 7 bewijs van het dwarskrachtdraagvermogen
6
2 Invoer- en resultatenscherm
2.1 Invoerscherm project
In het eerste invoerscherm Project kunt u algemene gegevens invoeren over het project dat u wilt
bewerken. Deze informatie verschijnt op iedere pagina van de print en maakt het voor u eenvoudiger
om tijdens het opslaan en beheren van uw projecten een positie terug te vinden.
U kunt een projectnummer en de naam van het project aangeven.
Voor het te versterken onderdeel kunt u een positienummer en de bijbehorende
onderdeelomschrijving aangeven.

Informatie
Met de knop rechts onder de grafiek komt u in het volgende invoerscherm.


7
2.2 Invoerscherm norm
In het invoerscherm Norm kunt u de norm en de richtlijn kiezen, volgens welke u de dimensionering
wilt uitvoeren. Bovendien bepaalt u het land van herkomst van de bouwmaterialen en de eenheden,
waarin de gegevensinvoer en de resultaatuitvoer moeten plaatsvinden. Deze instellingen worden op
uw computer opgeslagen, zodat deze bij de volgende programmastart weer worden overgenomen.
Leg vast, volgens welke staalbouwnorm u wilt dimensioneren. Klik hiervoor gewoon op het
betreffende optieveld (niet in alle programmaversies is een selectie mogelijk).
Selecteer vervolgens de richtlijn, volgens welke de dimensionering van de FRP-versterking moet
worden uitgevoerd. Er zijn echter alleen bepaalde combinaties van norm en richtlijn mogelijk.
De selectie van het land bepaalt de in het programma beschikbare nationaal genormeerde staal-
en evt. betonsoorten alsmede de selectie van de in dit land verkochte FRP-producten. Deze
verschijnen in de betreffende invoerschermen. Naast het selectieveld ziet u de bijbehorende vlag.
U hebt zowel voor de lengte- en oppervlaktegegevens als voor de rek de keuze uit verschillende
maateenheden.
8
2.3 Invoerscherm geometrie
FRP Lamella biedt u de mogelijkheid om de vier meest voorkomende types doorsnede te
dimensioneren: plaat, rechthoek, plaatbalk en dubbel-T-doorsnede. In overeenstemming met uw
keuze in het invoerscherm Geometrie laat FRP Lamella u een toelichtende grafiek zien en de
bijbehorende invoervelden om de afmetingen vast te leggen.
Klik op de geometrielijst en selecteer het betreffende type doorsnede van het te versterken
onderdeel.
Afhankelijk van het type doorsnede worden de benodigde invoervelden voor de afmetingen van
de doorsnede geactiveerd.
Aanwijzing
Als alle waarden zijn ingevoerd, dan vindt een aanpassing op schaal van de grafiek plaats, wat
een optische controle van de gegevens mogelijk maakt.
Selecteer de omgevingsomstandigheden. De bijbehorende milieuklassen worden rechts
weergegeven.
Bij de versterking van een plaat van gewapend beton geeft u extra de systeemlengte l aan. Het
betreffende invoerveld wordt geactiveerd als u de plaatdoorsnede kiest. De overspanning c.q.
kraaglengte is nodig om de maximale afstand tussen de FRP-wapening onderling te berekenen
(zie par. 2.13).
9
2.4 Resultatenscherm doorsnedewaarden
Na het invoeren van de geometrische afmetingen van de betondoorsnede worden de
doorsnedewaarden bepaald en in het onderste deel van het programmascherm Doorsnedewaarden
weergegeven.
In het bovenste deel wordt het dwarsdoorsnedevlak A
g
van de betondoorsnede aangegeven.
De positie van de zwaartepuntsas z
cg
van de doorsnede wordt aan de bovenkant van het
onderdeel gerelateerd.
In het onderste deel wordt het traagheidsmoment l
y
van de doorsnede aangegeven.
De weerstandsmomenten W
boven
en W
onder
hebben telkens betrekking op de bovenste en
onderste rand van de betondoorsnede.

Opmerking
De berekende doorsneden houden geen rekening met de aftrek van de dwarsdoorsnedevlakken van
inwendige soorten wapenings- en voorspanstaal.
10
2.5 Invoerscherm beton
In het invoerscherm Beton definieert u de materiaaleigenschappen van het aanwezige beton. U kunt
uit een lijst met verschillende betonklassen kiezen. Alle voor de dimensionering van de versterking
benodigde waarden worden weergegeven.
Selecteer de aanwezige betonklasse van het te versterken onderdeel uit de betonlijst. In het veld
daarnaast wordt de karakteristieke kubusdruksterkte f
ck
aangegeven. Als u de optie andere uit
de lijst selecteert, dan hebt u de mogelijkheid om de druksterkte zelf aan te geven.
De maximale rek
bu
van het beton wordt in NEN 6720 beperkt tot 3,5 [].
De betonstuik bij het begin van de plastische vervorming is aangegeven in NEN 6720 met
bpl
= 1,75 [].
De reductiefactor dient voor het rekening houden met langdurige werkingen op de druksterkte
van het beton alsmede het omrekenen van de kubusdruksterkte in een eenaxiale vastheid.
Volgens NEN 6720 vloeit uit beide factoren = 0,72 voort.
De gemiddelde elasticiteitsmodulus van het beton E
b
wordt voor het berekenen van de
ongescheurde betondoorsnede benodigd.
De treksterkte van het beton f
bm
definieert de overgang van de ongescheurde naar de
gescheurde toestand van de doorsnede.
De partile veiligheidscofficint
m
voor beton is volgens NEN 6720 voor drukbelasting
vooringesteld op
m,druk
= 1,2 [-] alsmede voor trekbelasting op
m,trek
= 1,4 [-].

Aanwijzing
Met de knop vrijgave (sleutel) op de werkbalk van het programmascherm hebt u de mogelijkheid om
de vooringestelde waarden te wijzigen.
11
2.6 Invoerscherm staal
In het invoerscherm Staal geeft u de materiaaleigenschappen van het betonstaal en het spanstaal
aan. U kunt telkens twee staalsoorten definiren. De gedealiseerde bilineaire werklijn, die in het
rechterdeel van het scherm is weergegeven, wordt als basis genomen.
Selecteer uit de diverse lijsten de betreffende staalsoort. De bijbehorende representatieve
waarde van de vloeigrens f
srep
van het betonstaal c.q. van de treksterkte f
purep
van het
spanstaal wordt in het veld daarnaast aangegeven. Als u de optie andere uit de lijst selecteert,
dan hebt u de mogelijkheid om de rekgrens van het staal zelf aan te geven.
Aanwijzing
De in de lijst beschikbare staalsoorten vloeien voort uit de in het invoerscherm Norm
geselecteerde landkarakteristiek (zie ook par. 2.2). Omdat voorgespannen onderdelen in de
CUR-Aanbeveling 91 niet worden behandeld, is de selectie van het spanstaal in dit geval
geblokkeerd.
Kies het profiel van de wapeningsstaalsoorten. Bij betonstaal hebt u de keuze tussen gladde en
geribde staven, bij spanstaal wordt een onderscheid gemaakt tussen draden en kabelstrengen.
De keuze heeft invloed op het verbindingsgedrag van het betonstaal c.q. op de
elasticiteitsmodulus van het spanstaal.
De elasticiteitsmodulus E
s
c.q. E
p
wordt volgens NEN 6720 vastgesteld.
De staalgrensrek
su
c.q.
pu
wordt volgens NEN 6720 aangenomen. Deze is alleen nodig om
een bovenste grens voor de iteratie vast te leggen. Voordat deze rek wordt bereikt, wordt reeds de
grensrek van de versterking voor de dimensionering beslissend (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen).
Het programma gebruikt voor het berekenen van de spankracht de horizontale tak van de
spannings-trek-lijn van het spanstaal. Volgens NEN 6720 vindt hiervoor een reductie van de
treksterkte plaats door de cofficint
p
, die is vooringesteld op de waarde
p
= 0,9.
Aanvullend dient de partile veiligheidscofficint
m
voor wapeningsstaal te worden
aangegeven. Deze is vooringesteld volgens NEN 6720 op
m
= 1,15.
12
Aanwijzing
Met de knop vrijgave (sleutel) op de werkbalk van het programmascherm hebt u de mogelijkheid om
de vooringestelde waarden te wijzigen.


2.7 Invoerscherm hoofdbewapening
In het invoerscherm Hoofdbewapening geeft u het doorsnedevlak en de positie van de inwendige
buigwapening in het bereik van het maximale moment aan. FRP Lamella laat maximaal 6
verschillende wapeningslagen toe. Deze moeten echter minimaal n trekwapeningslaag aangeven,
want FRP Lamella berekent geen ongewapende onderdelen.
Voer het doorsnedevlak A
s
voor iedere aanwezige wapeningslaag in.
Aanwijzing
Als u op het nummer aan het begin van een regel klikt, dan wordt een extra scherm geopend
met een staafstaaltabel. Hier wordt het doorsnedevlak uit de staafdiameter alsmede het aantal
staven c.q. de staafafstand bepaald en in het betreffende invoerveld in het bewapeningsscherm
overgenomen (zie ook par. 2.8).
De positie van de wapeningsstaven definieert u via de afstand z
s
van de staafas naar de
bovenkant van het onderdeel.
Vervolgens selecteert u de staalsoort. De lijst toont de vier in het vorige scherm Staal
gedefinieerde staalsoorten (zie par. 2.6). Als u een staalsoort met de optie andere zelf hebt
gedefinieerd, dan verschijnt de aangegeven rekgrens van het staal in de lijst.
Bij spanstaalsoorten is er daarnaast de voorspanning
p0
met inachtneming van alle
spankrachtverliezen (t = ). De hieruit resulterende voorspankracht wordt in het invoerscherm
Belastingen in onversterkte toestand aangegeven (zie par. 2.10).
De optie met verbinding wordt alleen bij spanstaalsoorten geactiveerd. Door op het hokje te
klikken kunt u beslissen of de spanelementen een onverschuifbare verbinding naar het
omringende beton vertonen of zonder verbinding in de omhullende buis glijden. Betonstaalsoorten
liggen altijd in de verbinding.
13
Het invoeren van de betondekking c
w
is niet dwingend noodzakelijk, omdat deze geen invloed
heeft op de dimensionering. Deze dient slechts voor de controle of het later gekozen aantal
lamellen naast elkaar op de doorsnede past. De minimumafstand van het lamellenlangsvlak van
de onderdeelrand stemt overeen met de CUR-Aanbeveling 91 van de betondekking (zie FRP
Lamella dimensioneringsgrondslagen).

2.8 Staafstaaltabellen voor de keuze van de wapeningsstaven
De dwarsdoorsnedevlakken van balk- en plaatwapening kunt u afhankelijk van de diameter en het
aantal staven c.q. de staafafstand uit een tabel opmaken. Deze bereikt u vanuit de twee
invoerschermen Hoofdbewapening en Buigwapening bij het steunpunt door op het nummer van de
wapeningslaag aan het begin van de betreffende regel te klikken.
Selecteer het dwarsdoorsnedevlak door op een wit veld in de tabel te klikken. Het betreffende
veld wordt blauw gemarkeerd. Bij balkwapeningen kunt u ook verschillende dwarsdoorsneden met
elkaar combineren.
U maakt de selectie ongedaan door opnieuw op een blauw veld te klikken.
Onder de tabel wordt de som A
s
van de geselecteerde dwarsdoorsnedevlakken weergegeven.
Door op de knop aannemen te klikken wordt het totaaldoorsnedevlak in het betreffende veld in
het wapeningsscherm ingevoerd en de tabel gesloten.
14
Als u op de knop annuleren , klikt, dan wordt de tabel gesloten zonder de waarde over te
nemen.


2.9 Invoerscherm steunpuntwapening
In het invoerscherm Buigwapening bij het steunpunt geeft u het dwarsdoorsnedevlak en de positie van
de inwendige buigwapening in het gebied van het steunpunt aan.
Voer het dwarsdoorsnedevlak A
s
voor iedere aanwezige wapeningslaag in. Bij een nieuw
ingevoerd project wordt de wapening door het vorige scherm Hoofdbewapening overgenomen. U
moet dan alleen nog de gestaffelde wapeningslagen aanpassen.
Aanwijzing
Als u op het nummer aan het begin van de regel klikt, dan wordt een extra scherm geopend met
een staafstaaltabel. Hier wordt het dwarsdoorsnedevlak uit de staafdiameter alsmede het aantal
staven c.q. de staatafstand bepaald en in het betreffende invoerveld in het wapeningsscherm
overgenomen. Combineer indien mogelijk niet verschillende staafdiameters in n
wapeningslaag, omdat de diameter van iedere laag voor het bewijs voor de scheurvorming van
belang is (zie onder).
De positie van de wapeningsstaven definieert u via de afstand z
s
van de staafas naar de
bovenkant van het onderdeel. Ook deze waarden worden bij een nieuw ingevoerd project door het
vorige scherm Hoofdbewapening overgenomen.
Voor betonstaalsoorten dient de staafdiameter d
s
te worden aangegeven.
15
2.10 Invoerscherm belastingen in onversterkte toestand
In het invoerscherm Belastingen in onversterkte toestand wordt de toestand van het onderdeel direct
vr het aanbrengen van de versterking gedefinieerd. Deze gaat als initile rek in de dimensionering
(zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen). In de weergegeven grafiek wordt de initile rek
als brugligger gesymboliseerd, die tijdens het aanbrengen van de versterking voor het verkeer is
afgesloten, zodat alleen het eigen gewicht op het onderdeel inwerkt.
Leg vast of u een veld- of steunpuntsmoment wilt dimensioneren.
Aanwijzing
Deze selectie is aan de selectie in het invoerscherm Belastingen in versterkte toestand
gekoppeld. Een afwijkende selectie is niet mogelijk.
Geef het karakteristieke moment M
0
op het moment van het lijmen van de FRP-versterking aan.
In de regel gaat het om het moment als gevolg van het eigen gewicht van het onderdeel.
Als een externe normale kracht optreedt, bv. als gevolg van het eigen gewicht van een
overhellend onderdeel, dan dient te worden vastgesteld of het om een druk- of trekkracht gaat.
Voer naast N
0
de karakteristieke externe normale kracht als gevolg van belasting in.
Drukkrachten hebben in de regel een gunstige uitwerking, zodat deze, liggend op de veilige kant,
kunnen worden verwaarloosd.
Bij onderdelen van spanbeton wordt de in het programma meegenomen voorspankracht N
p

alsmede het voorspanmoment M
p
aangegeven. De waarden blijken uit de in het invoerscherm
Hoofdbewapening aangegeven doorsneden, initile rek en hoogteposities van de
spanstaalwapening (zie par. 2.7).
Om de overgang van de niet gescheurde naar de gescheurde toestand van de doorsnede te
definiren, beslist u of de doorsnede onder de tot dusverre opgetreden nuttige belastingen in de
buigtrekzone reeds is opengescheurd. Bij slap gewapende onderdelen zal dit altijd het geval zijn.
Bij voorgespannen onderdelen hangt de toestand van het onderdeel van de voorspangraad en de
in het verleden opgetreden belastingen af. Bij volledige voorspanning zal de doorsnede in de regel
nog niet gescheurd zijn.

16
2.11 Invoerscherm belastingen in versterkte toestand
In het invoerscherm Belastingen in versterkte toestand wordt de belasting ingevoerd, die het
onderdeel in de toekomst moet overnemen (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen). In de
weergegeven grafiek wordt de versterkte toestand als brugligger gesymboliseerd, waarop naast het
eigen gewicht een hoge verkeersbelasting inwerkt.
Leg vast of u een veld- of steunpuntsmoment wilt dimensioneren.
Aanwijzing
Deze selectie is aan de selectie in het invoerscherm Belastingen in onversterkte toestand
gekoppeld. Een afwijkende selectie is niet mogelijk.
Als een externe normale kracht optreedt, bv. als gevolg van het eigen gewicht van een
overhellend onderdeel of wegens verkeersbelastingen, dan dient te worden vastgelegd of het om
een druk- of trekkracht gaat.
Geef de rekenwaarde van de buigbelasting M
d
voor de toekomstig te verwachten inwerkingen
met inachtneming van de betreffende partile veiligheidscofficinten voor continue en
veranderlijke belastingen en van de combinatiecofficinten aan.
Ga net zo te werk voor de rekenwaarde van de normale kracht N
d
in versterkte toestand. Ook
hier dient er rekening te worden gehouden met de verschillende partile veiligheids- en
combinatiecofficinten van de inwerkingen.
De snijgroottes in de gebruikstoestand kunt u exact of genaderd aangeven. Als u de optie
genaderd kiest, dan worden de karakteristieke snijgroottes volgens de volgende vergelijkingen uit
de dimensioneringswaarden bepaald:
M , f
d
rep
M
M

=
N , f
d
rep
N
N

=
Opmerking
De gemiddelde partile veiligheidscofficint dient met name te worden toegepast als de
dimensioneringssnijgroottes uit een hoogwaardige snijkrachtberekening (bv. FE-berekening)
zijn bepaald en zo een verdere berekeningsronde voor de karakteristieke waarden noodzakelijk
zou zijn.
17
18
Als u van tevoren de optie exact hebt gekozen, dan geeft u de representatieve
momentbelasting M
rep
aan. Gebruik hierbij de lastcombinatie, waarmee u de grenstoestand van
de prestatiecapaciteit wilt aantonen.
Als de doorsnede door een externe normale kracht wordt belast, geef dan evenzo de
representatieve normale krachtbelasting N
repf
aan.
Als u van tevoren de optie genaderd hebt gekozen, dan geeft u een gemiddelde partile
veiligheidscofficint
f,M
uit continue en veranderlijke lasten voor de momentbelasting aan. Het
karakteristieke moment M
rep
wordt volgens de boven aangegeven formule uit het
dimensioneringsmoment M
d
berekend. De gemiddelde partile veiligheidscofficinten liggen in
de regel tussen 1,0 en 2,0 (bij EC 2 tussen 1,35 en 1,5).
Als de doorsnede door een externe normale kracht wordt belast, dan geeft u evenzo de
gemiddelde partile veiligheidscofficint
f,N
voor de normale krachtbelasting aan.
Voor het bewijs van de uitval van de FRP-versterking is het moment M
da
van de bijzondere
belastingscombinatie nodig.
2.12 Invoerscherm FRP-systeem
In het invoerscherm FRP-systeem worden de eigenschappen van het versterkingsmateriaal
gedefinieerd. Het voor de dimensionering vastgestelde veiligheidsconcept stemt overeen met de
richtlijn, die in het invoerscherm Norm is gekozen.
Selecteer uit de lijst een FRP-product. Er staan twee verschillende geprefabriceerde S&P-
lamellen alsmede een carbonvezelsheet (S&P C-Sheet) in meerdere grammages ter beschikking.
Kies bij lamellen daarnaast tussen de opties opgelijmd en ingesleufd. Oppervlakkig opgelijmde
lamellen hebben een groter doorsnede-oppervlak, in sleuven in het beton gelijmde lamellen
vertonen echter een hoger verbindingsdraagvermogen (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen).
Aanwijzing
Omdat ingesleufde lamellen in de CUR-Aanbeveling 91 niet worden behandeld, is de selectie in
dit geval geblokkeerd.
Onder de productaanduiding wordt de systeemgekeurde lijm aangegeven. Bij enkele systemen
staan verschillende lijmsoorten ter keuze. S&P Resin 50 wordt voor het gieten van sleuven op de
bovenkant van het onderdeel gebruikt.
Afhankelijk van het gekozen product worden de elasticiteitsmodulus E
f
, de treksterkte f
frep

alsmede de breukrek
frep
van het materiaal weergegeven (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen). Voor het FRP-materiaal wordt lineair-elastisch materiaalgedrag
vooropgesteld.
Afhankelijk van de richtlijn wordt de partile veiligheidscofficint
m
voor het FRP-materiaal
ingesteld (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Voor het dimensioneren van manueel gelamineerde carbon-sheets wordt een reductiecofficint

E
voor de karakteristieke elasticiteitsmodulus aanbevolen (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen). De waarde is op
E
= 1,2 vooringesteld.
Uit de aangegeven waarden wordt de breukrek
fu
van het FRP-materiaal berekend.
De CUR-Aanbeveling 91 adviseert een globale grensrek
f,limiet
= 5 voor de buigmeting van de
FRP-versterking (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
19
Aanwijzing
De materiaaleigenschappen van de FRP-producten kunt u niet veranderen. U hebt echter met behulp
van de knop vrijgave (sleutel) op de werkbalk de mogelijkheid om de vooringestelde partile
veiligheidscofficinten en reductiefactoren aan te passen.


2.13 Invoerscherm FRP-doorsnede
In het invoerscherm FRP-doorsnede geeft u het aantal en de configuratie van de FRP-producten aan.
Hierbij na te komen minimale en maximale afstanden dienen in acht te worden genomen. Er kunnen
maximaal drie versterkingslagen worden gekozen, die verschillende doorsneden dan wel
verschillende werkhoogtes of voorspanningen vertonen.
Voordat u de doorsneden voor de FRP-versterking vastlegt, start u de dimensionering door hetzij
op de knop Berekening onder de grafiek of op het zakrekenmachine-symbool op de werkbalk te
klikken. Het benodigde FRP-doorsnedevlak wordt berekend en in het onderste resultatenscherm
Dimensionering weergegeven.
Aanwijzing
Voor de dimensionering is in dit invoerscherm echter het gegeven van de afstand z
f1
van de
bovenkant van het onderdeel voor de versterkingslaag 1 noodzakelijk. Omdat in de
dimensioneringsiteratie slechts het benodigde doorsnedevlak van een versterkingslaag (een
onbekende grootheid) kan worden berekend, zijn de lagen 2 en 3 in eerste instantie
geblokkeerd en worden pas na de dimensionering vrijgegeven.
Selecteer voor iedere laag een doorsnede uit de lijst. De aangeboden selectie is afhankelijk van
het in het venster FRP-systeem gekozen product. Bij sheets wordt de theoretische vezeldikte t
f

aangegeven en u kunt de breedte b
f
van de sheet kiezen. De leveringsbreedte van de sheet is
vooringesteld.
Geef het aantal van de boven elkaar liggende lagen n
f
van het FRP-materiaal aan. Een
enkelvoudige laag is telkens vooringesteld. Er mogen maximaal twee lamellen c.q. 5 sheets boven
elkaar worden gelijmd.
20
21
Geef bij balken het aantal van de naast elkaar liggende stroken m
f
aan. Vervolgens wordt de
asafstand s
f
van de strook berekend. Het totale aantal van de FRP-stroken per laag komt telkens
voort uit de vermenigvuldiging van de lagen n
f
met het aantal stroken m
f
.
Voer bij platen, die u met de standaardbreedte van 100 cm hebt gedimensioneerd, de asafstand
s
f
van de lamellen in. Vervolgens wordt het aantal m
f
per meter berekend. De grensafstand s
f,max

c.q. s
f,min
wordt volgens de Duitse richtlijnen uit de volgende voorwaarden berekend (zie ook FRP
Lamella dimensioneringsgrondslagen).
s
f,max
= 0,2- voudige overspanning
s
f,max
= 5- voudige plaatdikte
s
f,max
= 0,4- voudige kraaglengte
Voor iedere versterkingslaag wordt het doorsnedevlak A
f
berekend. Dit komt voort uit de
vermenigvuldiging van het aantal lagen n
f
met het aantal stroken m
f
.
Leg voor iedere versterkingslaag de asafstand z
f
van de bovenkant van het onderdeel vast. Om
de laag van de extra wapening in de trekzone te garanderen, dient de aangegeven grenswaarde
z
f,min
c.q. z
f,max
te worden nagekomen. Hierbij stemt de trekzone met minimaal een vijfde van de
onderdeelhoogte overeen.
De randafstand a
r
van het FRP-langsvlak naar de rand van het onderdeel moet alleen voor
ingesleufde lamellen worden aangegeven, omdat deze dan in de berekening van de
verbindingsbreukkracht gaat. Bij alle FRP-wapeningen dient de gestelde minimumafstand a
r,min

te worden nagekomen (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Aanwijzing
Het programma controleert met inachtneming van de randafstand of de geselecteerde
versterkingslagen op de breedte van de trekzone van het onderdeel kunnen worden
ondergebracht. Eventueel verschijnt een hierop betrekking hebbende melding.
Opmerking
Kies na de dimensionering de doorsnedegegevens zo dat aan het buigbewijs wordt voldaan en in het
resultatenscherm Dimensionering de bewijsregel blauw is gemarkeerd (zie par. 2.14). Voor de
berekening van het opneembare moment M
d
in versterkte toestand wordt rekening gehouden met alle
drie de versterkingslagen.

2.14 Resultatenscherm dimensionering
Het resultatenscherm Dimensionering wordt na de berekening onder de invoerschermen
weergegeven. De geselecteerde FRP-doorsnede wordt tegenover de benodigde waarde geplaatst en
het bewijs van het buigdraagvermogen wordt uitgevoerd.
Het benodigde doorsnedevlak A
f,ben
wordt bepaald uit de van tevoren ingevoerde gegevens. Dit
vlak heeft betrekking op het inwerkende buigende moment M
d
in versterkte toestand en de
afstand z
f
van de versterkingslaag 1 van de bovenkant van het onderdeel.
Ter vergelijking wordt het toegepaste doorsnedevlak A
f,toeg.
weergegeven. Dit vlak doet zich
voor als de som van de drie versterkingslagen in het invoerscherm FRP-doorsnede.
Opmerking
Als er meerdere versterkingslagen met verschillende afstanden z
f
worden ingevoerd, kan het
voorkomen dat ondanks een voldoende FRP-doorsnedevlak niet aan het buigbewijs is voldaan
omdat het benodigde doorsnedevlak alleen betrekking heeft op de afstand z
f
van laag 1.
Het dimensioneringsdraagvermogen van de versterkte doorsnede M
uf
wordt met
inachtneming van de gekozen FRP-versterking berekend.
In de bewijsregel wordt tegenover het draagvermogen het inwerkende buigende moment
geplaatst.
Aanwijzing
Als aan het bewijs is voldaan, dan worden de resultatenvelden en de bewijsregel blauw
gemarkeerd. U kunt nu de rek en spanningen in de gebruikstoestand inzien en alle verdere
benodigde bewijzen uitvoeren.
M
u
duidt het uiterste opneembare moment van het onversterkte onderdeel met inachtneming
van de partile veiligheidscofficinten voor het beton en het wapeningsstaal aan. Bij het bepalen
van het draagvermogen wordt rekening gehouden met de dimensioneringswaarde van de
inwerkende normale kracht N
d
.
M
u0
duidt het uiterste opneembare moment van het onversterkte onderdeel onder de
bijzondere belastingscombinatie aan. De berekening vindt plaats met de karakteristieke sterkte
van de bouwmaterialen zonder toepassing van de partile veiligheidscofficinten. Bij het bepalen
van het draagvermogen wordt rekening gehouden met de karakteristieke waarde van de
inwerkende normale kracht N
rep
.
22
Om een voldoende voorafgaande waarschuwing vr het falen van de versterkte doorsnede te
garanderen, dient volgens de CUR-Aanbeveling 91 de grenswaarde van de krommingsindex
1,5 te worden nagekomen.
Aanvullend berekent het programma de overgebleven globale veiligheid bij uitval van de
versterking
Ma
. Hierbij wordt het uiterste opneembare moment van de onversterkte doorsnede
M
u0
tegenover de inwerking M
da
onder de bijzondere belastingscombinatie geplaatst (zie ook FRP
Lamella dimensioneringsgrondslagen).

Aanwijzin
De dimensionering wordt door een maximaal FRP-doorsnedevlak begrensd. Als het benodigde
doorsnedevlak deze waarde overschrijdt, dan geeft een foutmelding aan dat een versterking technisch
niet mogelijk is. In dit geval is meestal de betondrukzone ten volle benut, zodat een
buigtrekversterking alleen tot op zekere hoogte zinvol is. U kunt dit controleren door het inwerkende
moment M
Sdf
zo ver te reduceren tot het programma een resultaat uitvoert. Vergelijk vervolgens de
betonrek in het resultatenscherm Uiterste grenstoestand rek met de betongrensrek
cu
.


2.15 Resultatenscherm uiterste grenstoestand (ULS) rek
Het resultatenscherm Uiterste grenstoestand (ULS = ultimate limit state) geeft de rekverdeling uit de
dimensionering als overlay van een initile rek en extra rek weer (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen). In de grafieken worden de rekprofielen verhoudingsgetrouw
weergegeven.
In het linkerdeel van het resultatenscherm wordt de rekverdeling van de initile rek als gevolg
van M
0
weergegeven.
Aanwijzing
Door op de grafiek van de initile rek te klikken kan het rekprofiel overdreven worden
weergegeven.
Het rechterdeel van het resultatenscherm geeft het rekprofiel in de uiterste grenstoestand weer.
Dit profiel wordt bepaald met inachtneming van het inwerkende dimensioneringsmoment M
Sdf
en
van de benodigde FRP-doorsnede A
f,ben.
.
23
Er wordt telkens de rek aan de betondrukrand
b
en de hoogte van de betondrukzone x
weergegeven.
Aanwijzing
Als de betonrek zijn grenswaarde bereikt, dan is de betondrukzone ten volle benut. In dit geval
is een versterking van de trekzone met FRP vaak niet zinvol (zie FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen).

p
duidt de totale rek van het spanstaal inclusief de initile rek als gevolg van de voorspanning
aan.
De rek van het betonstaal en de rek van het FRP-materiaal worden met
s
c.q.
f
aangeduid.
Opmerking
Positieve waarden geven een rek van het materiaal aan, negatieve waarden duiden op een stuik.
Controle van de dimensionering door manuele berekening
Bereken met behulp van de aangeven rek voor de afzonderlijke materialen de druk- c.q. trekkrachten
in versterkte toestand. Voor het FRP-doorsnedevlak past u de uit de dimensionering voortkomende
benodigde doorsnede toe. Vorm vervolgens de som van de horizontale krachten en de som van de
momenten met inachtneming van het inwerkende moment M
d
in versterkte toestand (zie ook FRP
Lamella dimensioneringsgrondslagen).

2.16 Resultatenscherm gebruikstoestand (SLS) rek / spanningen
Het resultatenscherm Gebruikstoestand (SLS = service limit state) geeft de rekverdeling alsmede de
maximale spanningen van de afzonderlijke materialen weer. Het rekprofiel wordt in een grafiek
verhoudingsgetrouw weergegeven.
In het linkerdeel van het resultatenscherm wordt de rekverdeling in de gebruikstoestand als
gevolg van de belasting Mrep met inachtneming van de gekozen FRP-doorsnede A
f,toeg.

weergegeven.
Deze dient op de eerste plaats ter controle van de staalrek, die de vloeirek niet mag
overschrijden. Indien dit het geval is, dan moet de gekozen FRP-doorsnede A
f,toeg.
worden
verhoogd tot er geen vloeien van de wapening in de gebruikstoestand meer plaatsvindt (zie ook
FRP Lamella dimensioneringstoestand).
24
Aanwijzing
Het rekprofiel wordt in dezelfde schaal weergegeven als de rek in de uiterste grenstoestand.
Door op de grafiek te klikken kan de rekverdeling ook overdreven worden weergegeven.
De rek aan de betondrukrand
c
en de hoogte van de betondrukzone x worden aangegeven.

p
duidt de totale rek van het spanstaal inclusief de initile rek als gevolg van de voorspanning
aan.
De rek van het betonstaal en de rek van het FRP-materiaal worden met
s
c.q.
f
aangeduid.
In het rechterdeel van het resultatenscherm worden de bijbehorende maximale spanningen
max

van de afzonderlijke materialen uitgevoerd.
In enkele normen of FRP-richtlijnen worden grensspanningen
limiet
voor de gebruikstoestand
vastgesteld.
Opmerking
Positieve waarden geven een rek van het materiaal c.q. trekspanningen aan, negatieve waarden
duiden op een stuik c.q. op drukspanningen.


2.17 Resultatenscherm scheurvorming
In het resultatenscherm Scheurvorming worden de volgens NEN 6720 benodigde bewijzen voor de
scheurvorming geleverd. De FRP-versterking wordt hier bij de berekening van de staalspanning in de
gebruikstoestand meegenomen.
In het linkerdeel van het resultatenscherm wordt de gemiddelde kenmiddellijn
km,toeg.

tegenover de maximaal toelaatbare waarde
km,max
geplaatst.
In het rechterdeel van het resultatenscherm wordt de gemiddelde staafafstand s
toeg.
tegenover
de maximaal toelaatbare waarde s
max
geplaatst.
In de gekleurde tekstvelden in de onderste schermrand krijgt u korte informatie over het
beslissende bewijs. Als aan een van de twee voorwaarden is voldaan, dan worden de velden
blauw gemarkeerd. Een rode markering betekent dat aan geen van de twee voorwaarden is
voldaan.

25
2.18 Invoerscherm FRP-eindverankering
In het invoerscherm FRP-eindverankering voert u de benodigde gegevens in om het bewijs voor de
trekkrachtverankering aan het einde van de FRP-wapening te leveren.
Voer de afstand a
i
van de rekenkundige steunpuntlijn van de voorrand van het steunpunt in.
Aanvullend wordt de horizontale verschuiving van de trekkrachtlijn d
v
aangegeven, die wordt
bepaald uit de inwendige stalen wapening en de uitwendige FRP-versterking (zie ook FRP
Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Aanwijzing
Met de knop vrijgave (sleutel) op de werkbalk van het programmascherm hebt u de
mogelijkheid om de vooringestelde waarde te wijzigen.
Met het S&P-eindverankeringssysteem bereikt u aanzienlijk grotere verbindingsbreukkrachten
dan door de pure lijmverbinding van de lamellen. Het eindverankeringssysteem is echter alleen
voor gelijmde lamellen beschikbaar en wordt in de CUR-Aanbeveling 91 niet behandeld.
Geef de hechtsterkte f
hm
van het beton aan. Deze waarde wordt door meerdere
onderdeelkeuringen bepaald en dient volgens CUR-Aanbeveling 91 minimaal 1,5 N/mm
2
te
bedragen (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Bij toepassing van het S&P-eindverankeringssysteem wordt voor het bewijs rekening gehouden
met de verbindingsbreukkracht van de verankeringsconstructie. Deze wordt met de aangegeven
partile veiligheidscofficint
a
belast (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Het bewijs wordt in punt X geleverd, dat in de nevenstaande grafiek is ingetekend. Volgens CUR-
Aanbeveling 91 kan de FRP-versterking vanaf het punt worden verankerd, waar het
draagvermogen van de onversterkte doorsnede voldoende is. Als de verankering van de FRP-
trekkracht in dit punt niet kan worden bewezen, dan dient een geringer moment te worden
genomen en de lamel dienovereenkomstig te worden verlengd.
Voer het dimensioneringsmoment M
dx
van de versterkte toestand in punt X in. Deze waarde
komt voort uit de door u voor de dimensionering bepaalde momentenlijn voor de versterkte
toestand. Volgens CUR-Aanbeveling 91 kan de FRP-versterking vanaf het punt worden
verankerd, waar het draagvermogen van de onversterkte doorsnede voldoende is. Als de
26
verankering van de FRP-trekkracht in dit punt niet kan worden bewezen, dan dient een geringer
moment te worden genomen en de lamel dienovereenkomstig te worden verlengd.
Bij de berekening van de FRP-trekkracht wordt rekening gehouden met de inwendige wapening.
Definieer of voor het bewijs in punt X met dezelfde wapeningsdoorsneden zoals in het midden van
het veld rekening moet worden gehouden of dat een gestaffelde wapening aanwezig is, waarvan
de wapeningsdoorsneden met de voor het steunpuntbereik aangegeven waarden
overeenstemmen.
Aanwijzing
Als u op het hokje klikt, dan opent het programma het invoerscherm Buigwapening bij het
steunpunt, zodat u de ingevoerde waarden kunt controleren. Met de knop Terug onder de grafiek
gaat u weer direct naar het bewijs van de FRP-eindverankering.
Nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd start u de berekening door op de knop Bewijs
onder de grafiek te klikken.


2.19 Resultatenscherm FRP-eindverankering
In het linkerdeel van het resultatenscherm FRP-eindverankering worden de verankeringskrachten
tegenover elkaar geplaatst. Rechts worden de minimale verankeringslengtes aangegeven.
In punt X werkt op de FRP-versterking nog een trekkracht in van de grootte N
fx
, die voor iedere
versterkingslaag iteratief uit het aangegeven moment M
dx
wordt berekend.
N
vfmax
geeft de maximaal opneembare verankeringskracht van de FRP-versterking aan. Deze
wordt berekend uit de kengetallen van de gekozen FRP-doorsneden en de hechtsterkte van het
beton (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen). De bijbehorende verankeringslengte
l
vfmax
wordt daarnaast eveneens aangegeven.
Bij toepassing van het S&P-eindverankeringssysteem wordt de optredende lamellentrekkracht
tegenover de maximaal opneembare verankeringskracht N
ad
van de verankeringsconstructie
geplaatst (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Om de minimaal benodigde verankeringskracht N
vf
(X) = N
fx
te bereiken, is de berekende
verankeringslengte l
vf
(x) noodzakelijk.
De waarde L geeft de afstand van het FRP-uiteinde van de rand van het steunpunt aan. Deze
wordt met inachtneming van de betreffende verankeringslengte berekend en maakt het bepalen
27
28
van de benodigde lengte van de versterking en zijn positie op het onderdeel mogelijk. De
versterking op de onderkant van platen en balken dient altijd zo dicht mogelijk bij het steunpunt te
worden geplaatst (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Aanwijzing
Bij een negatieve waarde van L moet de versterking tot over het steunpunt worden geleid. Dit
wordt bovendien door een rode markering weergegeven.
In de gekleurde tekstvelden in de onderste schermrand krijgt u korte informatie over het
beslissende bewijs. Is aan het bewijs voldaan, dan wordt het betreffende veld blauw gemarkeerd.



2.20 Invoerscherm onthechting
In het invoerscherm Onthechting voert u de benodigde gegevens voor de verdere verbindingsbewijzen
volgens CUR-Aanbeveling 91 in.
Voer de afstand L van het FRP-uiteinde van de voorrand van het steunpunt in. Door het
programma wordt de resultaatwaarde van de voorgaande verankeringsberekening voorgesteld.
De afstand x
s
van het punt, waarin het bewijs voor het mechanisme onthechting bij
dwarskrachtscheuren wordt geleverd, wordt door het programma berekend.
Geef de rekenwaarde van de dwarskracht V
ds
in dit punt aan.
Definieer of voor het bewijs in punt s met dezelfde wapeningsdoorsneden zoals in het midden van
het veld rekening moet worden gehouden of dat een gestaffelde wapening aanwezig is, waarvan
de wapeningsdoorsneden met de voor het steunpuntbereik aangegeven waarden
overeenstemmen.
Aanwijzing
Als u op het hokje klikt, dan opent het programma het invoerscherm Buigwapening bij het
steunpunt, zodat u de ingevoerde waarden kunt controleren. Met de knop Terug onder de
grafiek gaat u weer direct naar het bewijs van het dwarskrachtdraagvermogen.

Voor het bewijs van het mechanisme onthechting door hoge schuifspanningen berekent het
programma het buigend moment M
e
, waarbij de interne wapening begint te vloeien.
Bepaal de afstand x
e
van het bijbehorende punt uit uw momentenlijn.
Geef de rekenwaarde van de dwarskracht V
de
in dit punt aan.
Definieer of voor het bewijs in punt e met dezelfde wapeningsdoorsneden rekening moet worden
gehouden zoals in het midden van het veld of dat een gestaffelde wapening aanwezig is,
waarvan de wapeningsdoorsneden met de voor het steunpuntbereik aangegeven waarden
overeenstemmen.
Het bewijs eindverankering-dwarskrachtbreuk wordt alleen bij de versterking van een veldmoment
geleverd. Het bewijs wordt in hetzelfde punt geleverd als het bewijs voor de onthechting bij
29
dwarskrachtscheuren. Daarom wordt als inwerkende dwarskracht V
du
de waarde van V
ds

overgenomen.
Voor de berekening van de dwarskrachtslankheid voor het bewijs eindverankering-
dwarskrachtbreuk is het maximale moment M
dmax
in het onderdeelsegment noodzakelijk.
Evenzo moet u in dit geval de in het onderdeelsegment optredende maximale dwarskracht V
dmax

aangeven.
Nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd, start u de berekening door op de knop Bewijs
onder de grafiek te klikken.

2.21 Resultatenscherm onthechting
In het resultatenscherm Onthechting worden de inwerkende dwarskrachten tegenover de opneembare
waarden met betrekking tot de diverse onthechtingsmechanismen geplaatst.
De inwerkende dwarskracht V
ds
moet kleiner zijn dan de uiterste opneembare dwarskracht
V
odu
met betrekking tot het mechanisme onthechting bij dwarskrachtscheuren.
De inwerkende dwarskracht V
de
moet kleiner zijn dan de uiterste opneembare dwarskracht V
osu

met betrekking tot het mechanisme onthechting door hoge schuifspanningen.
Voor de twee voornoemde bewijzen wordt in de schermrand linksonder tegenover de inwerkende
dwarskracht de opneembare dwarskracht geplaatst.
Aanwijzing
Als aan beide voorwaarden is voldaan, dan wordt de bewijsregel blauw gemarkeerd, rode
markeringen duiden op niet nagekomen voorwaarden.
Voor het bewijs eindverankering-dwarskrachtbreuk dient aan twee voorwaarden te worden
voldaan. Enerzijds moet de inwerkende dwarskracht V
du
kleiner zijn dan de uiterste
opneembare dwarskracht V
ouu
.
Bovendien mag niet onder de grenswaarde van de dwarskrachtslankheid
v,min
worden
gekomen.
In de bewijsregel rechtsonder in de schermrand krijgt u korte informatie over het bewijs van de
eindverankering-dwarskrachtbreuk. Als aan beide voorwaarden is voldaan, dan wordt dit door een
blauwe markering van het veld aangegeven. Rode markeringen duiden op niet nagekomen
voorwaarden.
30
2.22 Invoerscherm wapening en belasting dwarskracht
In het invoerscherm Wapening en belasting dwarskracht definieert u de aanwezige inwendige
dwarskrachtwapening van het onderdeel alsmede de belasting in versterkte toestand.
Bij rechthoekige doorsneden en plaatbalkdoorsneden geeft u de inwendige beugelwapening a
sw

per strekkende meter aan.
Aanwijzing
Als u op de nevenstaande knop Tabel klikt, dan wordt een extra scherm geopend met een
staafstaaltabel voor dubbelsnedige beugelwapening. Hier wordt het doorsnedevlak bepaald uit
de staafdiameter en de staafafstand en in het betreffende invoerveld in het wapeningsscherm
overgenomen.

Selecteer de betreffende betonstaalsoort uit de lijst. In het nevenstaande veld verschijnt de
bijbehorende vloeigrens f
srep.
.
Geef aan of voor het bewijs van het dwarskrachtdraagvermogen met dezelfde
wapeningsdoorsneden zoals in het midden van het veld rekening moet worden gehouden of dat
een gestaffelde buigwapening aanwezig is, waarvan de wapeningsdoorsneden met de voor het
steunpuntbereik aangegeven waarden overeenstemmen. De langswapeningsgraad gaat in de
waarde
1
in.
Aanwijzing
Als u op het hokje klikt, dan opent het programma het invoerscherm Buigwapening bij het
steunpunt, zodat u de ingevoerde waarden kunt controleren. Met de knop Terug onder de
grafiek gaat u weer direct naar het bewijs van het dwarskrachtdraagvermogen.

Definieer de maatgevende snede voor de dwarskrachtdimensionering en geef de asafstand x
van de steunpuntsas aan.
Geef de rekenwaarde van de dwarskracht V
d
van de versterkte toestand in de maatgevende
snede aan.
Voor verdere bewijzen zijn bovendien de representatieve waarde V
rep
en de dwarskracht onder
de bijzondere belastingscombinatie V
da
noodzakelijk.
31
Bepaal op dezelfde plaats het buigend moment M
d
en geef dit eveneens aan. Dit dient voor de
precieze berekening van de hefboomarm van de inwendige krachten.
Geef de normale kracht N
d
in de maatgevende snede aan. Een normale drukspanning in het
onderdeel verhoogt het dwarskrachtdraagvermogen van het beton.
U kunt de druksteunneiging cot selecteren. De bijbehorende hoek wordt rechts daarnaast
weergegeven. Volgens NEN 6720 dient de hoek tussen 30 en 60 graden te liggen.
Aanwijzing
De waarde is vooringesteld op cot = 1. Dit komt overeen met een hoek van 45. Hoe groter u
cot kiest, des te gunstiger wordt de dwarskrachtversterking. Aan de andere kant wordt dan de
horizontale verschuiving d
v
van de trekkrachtlijn groter, wat een ongunstige uitwerking heeft op
de eindverankering van de FRP-versterking. Bij gelijmde FRP-buigversterkingen dient cot
derhalve relatief klein te worden gekozen.


2.23 Invoerscherm FRP-systeem dwarskrachtversterking
In het invoerscherm FRP-systeem dwarskrachtversterking worden de eigenschappen van het
versterkingsmateriaal gedefinieerd alsmede veiligheids- en grenswaarden voor de dimensionering
vastgelegd.
Selecteer uit de lijst het materiaal voor de dwarskrachtversterking. In overeenstemming met uw
selectie worden de invoervelden met de relevante materiaalkengetallen ingevuld.
Onder de productaanduiding wordt de systeemgekeurde lijm aangegeven.
Afhankelijk van het gekozen product worden de elasticiteitsmodulus E
f
, de treksterkte f
frep

alsmede de breukrek
frep
van het materiaal weergegeven (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen). Voor het FRP-materiaal wordt lineair-elastisch materiaalgedrag
vooropgesteld.
Afhankelijk van de richtlijn wordt de partile veiligheidscofficint
m
voor het FRP-materiaal
ingesteld (zie ook FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
32
Voor het dimensioneren van manueel gelamineerde carbon-sheets wordt een reductiecofficint

E
voor de karakteristieke elasticiteitsmodulus aanbevolen (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen). De waarde is op
E
= 1,2 vooringesteld.
Uit de aangegeven waarden wordt de breukrek
fu
van het FRP-materiaal berekend.
Nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd, start u de berekening door op de knop Bewijs
onder de grafiek te klikken.

Aanwijzing
De materiaaleigenschappen van de FRP-producten kunt u niet veranderen. U hebt echter met behulp
van de knop vrijgave (sleutel) op de werkbalk de mogelijkheid om de vooringestelde partile
veiligheidscofficinten en reductiefactoren aan te passen.


2.24 Invoerscherm FRP-doorsnede dwarskrachtversterking
In het scherm FRP-doorsnede dwarskrachtversterking geeft u de afmetingen van de
koolstofvezelwapening aan.
De dikte t
f
van een laag van de FRP-dwarskrachtversterking wordt weergegeven. Deze hangt af
van het FRP-type, dat in het vorige invoerscherm FRP-systeem is gekozen.
Kies het aantal FRP-lagen n
f
.
Geef de breedte b
fv
van de koolstofvezelwapening aan.
Het doorsnedevlak A
fv
van een FRP-beugel wordt berekend.
Geef de afstand s
fv
van de FRP-beugel aan. De maximale afstand s
fv,max
wordt hieronder
weergegeven. Voor een volledige omwikkeling met FRP-sheets past u s
fv
= b
fv
toe.
33
De hoek tussen de FRP-dwarskrachtversterking en de onderdeelas is vooringesteld op 90.
Wijzig deze waarde indien gewenst. Deze dient volgens CUR-Aanbeveling 91 echter niet kleiner
te zijn dan 45.
De grensrek
feff
voor de FRP-dwarskrachtversterking hangt af van de stijfheid (E-module,
doorsnede, breukrek) van het materiaal en van de betontreksterkte. Deze wordt volgens de
formules van de CUR-Aanbeveling 91 bepaald (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen). Met de grensrek wordt bij de dimensionering van de
dwarskrachtversterking rekening gehouden.
Nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd, start u de berekening door op de knop Bewijs
onder de grafiek te klikken.


2.25 Resultatenscherm dwarskrachtversterking

In het resultatenscherm Dwarskrachtversterking worden de dwarskrachtdraagvermogens van de
onversterkte doorsnede en van de versterkte doorsnede aangegeven. Daarnaast worden verdere
bewijzen voor de bijzondere belastingscombinatie en de gebruikstoestand geleverd.
Linksboven wordt de rekenwaarde van de schuifspanning
d
tegenover de uiterste opneembare
schuifspanning
u
geplaatst.
De grenswaarde van de schuifspanning
max
is hieronder aangegeven. Deze waarde stemt
overeen met het draagvermogen van de betondruksteunen (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen).
In de gebruikstoestand dient de rek van de FRP-versterking
fv
tot de vloeirek van de inwendige
beugels
e
te worden beperkt.
In de linker bewijsregel wordt de inwerkende schuifspanning tegenover de diverse
draagweerstanden geplaatst. De rechter bewijsregel geeft verdere informatie over het
dwarskrachtbewijs.
Aanwijzing
Als aan het bewijs is voldaan, dan worden de resultaatvelden blauw gemarkeerd, een
overschrijding van de maximaal toelaatbare dwarskracht wordt door een rode markering
aangegeven.
34
35
De uiterste opneembare schuifspanning
1
van het beton alleen wordt volgens NEN 6720
berekend en rechts weergegeven.
De uiterste opneembare schuifspanning
u0
van de onversterkte doorsnede is samengesteld
uit de door het beton en door de aanwezige inwendige schuifwapening opneembare
schuifspanning
s
. Deze waarde geeft aan of een dwarskrachtversterking noodzakelijk is. Als de
rekenwaarde van de schuifspanning lager is dan de opneembare schuifspanning van de
onversterkte doorsnede, dan is een extra beugelwapening alleen dan noodzakelijk om de FRP-
buigtrekversterking aan de inwendige beugelwapening aan te sluiten (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen).
Daarnaast wordt het criterium voor door dwarsscheuren teweeggebrachte FRP scheiding van
de axiale FRP lamellen in overeenstemming met TR 55 weergegeven. Als de toegepaste
dwarskracht V
df
groter is dan 67% van het grensvermogen V
uf
, kan worden aangenomen dat er
een door dwarsscheuren teweeggebrachte scheidingsfout zal optreden en het veld wordt rood
gemarkeerd.
Voor steunmomenten, waarop het maximale buigende moment samenvalt met de maximale
dwarskracht, wordt de vereiste extra axiale FRP A
fa
als gevolg van dwarskrachtversterking
berekend in overeenstemming met TR 55 (zie FRP Lamella dimensioneringsgrondslagen).
Om ook bij uitval van de versterking voldoende veiligheid te garanderen, wordt de uiterste
opneembare dwarskracht van de onversterkte doorsnede V
u0
tegenover de inwerking V
da
onder
de bijzondere belastingscombinatie geplaatst (zie ook FRP Lamella
dimensioneringsgrondslagen).

36
3 Menu- en werkbalk
3.1 Overzicht menubalk
Menu bestand
Openen
Openen van een aanwezig bestand of zoeken naar een aanwezig bestand. Het Windows
dialoogvenster Openen wordt weergegeven kies hier de directory, waarin het gewenste
bestand zich bevindt.
Opslaan
Opslaan van het geopende bestand onder de reeds bestaande bestandsnaam. Als er geen
bestand geopend is, dan wordt het menu Opslaan als opgeroepen.
Opslaan als
Opslaan van ingevoerde gegevens met vermelding van een bestandsnaam, van de directory en
van het station.
Afdrukken
Afdrukken van de actueel weergegeven invoergegevens en resultaten. Als er nog geen
berekening is uitgevoerd, dan worden alleen de eerste paginas met de invoergegevens
afgedrukt. Het Windows dialoogvenster Afdrukken wordt opgeroepen. Hier hebt u de
mogelijkheid om de gewenste paginas ook afzonderlijk af te drukken.
Afsluiten
Sluiten van het programmascherm en beindigen van het programma FRP Lamella. Als er
wijzigingen in het geopende bestand zijn uitgevoerd, dan verschijnt een betreffende vraag met
de mogelijkheid om de wijzigingen op te slaan.
Laatste bestanden
Lijst met de 4 als laatste bewerkte bestanden. De bestanden worden in het onderste deel van
het menuscherm opgesomd en kunnen zo met een muisklik eenvoudig weer worden
opgeroepen.

Menu dimensionering
Dimensionering
Start de dimensionering nadat u alle voor de berekening benodigde waarden hebt ingevoerd of
nadat u een bestand met invoergegevens hebt geopend.
Rek
Geeft de rektoestanden in de Uiterste grenstoestand en in de gebruikstoestand aan nadat u een
voldoende buigversterking hebt gekozen.
Verankering
Start het bewijs van de FRP-eindverankering of het bewijs Onthechting nadat u de benodigde
gegevens hebt ingevoerd. Als er nog geen buigdimensionering is uitgevoerd is dit menupunt
niet toegankelijk.
Dwarskracht
Start het bewijs van het Dwarskrachtdraagvermogen nadat u de benodigde gegevens hebt
ingevoerd. Als er nog geen buigdimensionering is uitgevoerd is dit menupunt niet toegankelijk.

37
Menu extras
Bedrijfsgegevens
Opent een scherm, waarin u de naam en het adres van uw bedrijf kunt opslaan. Deze gegevens
verschijnen dan in de koptekst van de programmaprint. Deze zijn ook bij de volgende
programmastart weer beschikbaar. Vooringesteld is de naam en het adres van S&P Clever
Reinforcement Company.
Altijd op de voorgrond
Als u met meerdere schermen gelijktijdig werkt, dan kunt u met deze optie vastleggen of het
FRP Lamella programmascherm altijd op de voorgrond moet verschijnen. Een vinkje naast dit
menupunt geeft de actueel geselecteerde toestand van deze optie aan.
Taal
In een submenu worden de beschikbare talen weergegeven. De geselecteerde taal is
aangevinkt. Klik op een andere mogelijkheid om de taal in het programmascherm en in de print
te wijzigen. Het programma slaat bij het afsluiten de geselecteerde taal op en roept deze bij de
volgende programmastart weer op.
Menu info
Informatie
Geeft het versienummer van het programma alsmede de naam van de auteurs van het
programma en informatie over uw computer alsmede uw besturingssysteem weer.
Contact
Geeft het contactadres van de producent S&P Clever Reinforcement weer.
?
Opent het pad naar de FRP Lamella handleidingen (pdf-documenten).
38
3.2 Overzicht werkbalk

Nieuw: Resultaten verwijderen en invoergegevensvelden leegmaken. Het eerste invoerscherm
van het programma wordt automatisch weergegeven.
Openen: Aanwezig bestand openen of zoeken naar een aanwezig bestand. Het Windows
dialoogvenster Openen wordt weergegeven. Kies hier de directory, waarin het gewenste
bestand zich bevindt.
Opslaan: Wijzigingen opslaan in een reeds geopend bestand. Als er geen bestand geopend is,
wordt Opslaan als uitgevoerd.
Afdrukken: De actueel weergegeven invoergegevens en resultaten afdrukken. Als er nog geen
berekening is uitgevoerd, dan worden alleen de eerste paginas met de invoergegevens
afgedrukt. Het Windows dialoogvenster Afdrukken wordt opgeroepen. Hier hebt u de
mogelijkheid om ook afzonderlijke paginas af te drukken.
Vrijgave: Vooringestelde invoerwaarden wijzigen.
Let op: als u vooringestelde waarden wijzigt, dan is de berekening niet meer op de
geselecteerde norm gebaseerd.
Dimensionering: Start de dimensionering nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd of
nadat u een bestand met invoergegevens hebt geopend.
Annuleren: Een lopende berekening annuleren. U wordt nog een keer expliciet gevraagd of u de
dimensionering werkelijk wilt annuleren.
Bewijzen: Alle bewijzen leveren voor de verankering en dwarskracht. Deze knop is alleen actief
als u de dimensionering reeds hebt uitgevoerd.
Informatie: Geeft het versienummer van het programma, de namen van de programmeurs en
informatie over uw computer alsmede het besturingssysteem weer.
Contact: Geeft het contactadres van de producent S&P Clever Reinforcement weer.
Help: Opent het pad naar de FRP Lamella handleidingen (pdf-documenten).

39
4 Installatie-instructie
Overtuigt u zich ervan van dat u over administratieve rechten onder Windows NT of Windows 2000
beschikt en sluit alle lopende toepassingen af. Verwijder oudere versies van FRP Lamella (Start >>
Instellingen >>Systeembesturing >>Software >>FRP Lamella >>Verwijderen).
1. Plaats de CD in het CD-ROM-station. Klik op Start en selecteer Uitvoeren.
2. Voer onder Openen het volgende in: D:\SETUP\SETUP.EXE
(als de stationletter D het CD-ROM-station is)
3. Welcome to the Setup Wizard: Klik op Next.
4. Select Installation Folder: Klik op Next om in de weergegeven map te installeren of
Browse om een nieuwe map te creren.
5. Confirm Installation: Klik op Next om met de installatie te beginnen.
6. License Agreement: U leest de hele tekst, dan u kiest I Agree om voortegaan.
7. Installation complete: Klik op Close om de installatie te beindigen.

Installatie van de benodigde componenten
FRP Lamella heeft speciale Microsoft-componenten nodig om op uw Windows-besturingssysteem
correct te kunnen worden genstalleerd. De FRP Lamella installatieroutine doorzoekt uw systeem naar
deze componenten. Als de componenten niet aanwezig zijn, dan krijgt u informatie hierover en de
FRP Lamella installatie wordt afgebroken.
Componenten:
Microsoft Data Access Component 2.5: mdac_typ.exe
Database Communication: dcom95.exe voor Windows 95
dcom98.exe voor Windows 98
.NET Framework 2.0 dotnetfx.exe
De bestanden bevinden zich in de map Components op de CD-ROM. Data Acces Components SDK
versie 2.5 (mdac_typ.exe) is als Duitse versie beschikbaar. U kunt dit bestand ook in iedere andere
taalversie downloaden op http://www.microsoft.com/downloads.
Om deze bestanden te installeren:
1. Plaats de FRP Lamella CD in het CD-ROM-station. Dubbelklik op de Windows-verkenner.
2. Dubbelklik op het CD-ROM-station.
3. Dubbelklik op de directory FRP Lamella en vervolgens op de map Components. U ziet drie
bestanden: dcom98.exe, dotnetfx.exe en mdac_typ.exe.
4. Dubbelklik op het benodigde bestand om dit uit te voeren.
Start FRP Lamella opnieuw nadat de benodigde componenten op uw besturingssysteem zijn
genstalleerd.





Aanhang


Experts in het
ontwerpen van
versterkingen
bow ingenieurs zijn een vooraanstaand
adviesbureau op het gebied van
toepassing van FRP-systemen voor
versterking en reparatie. Op basis van
een langdurige en intensieve
samenwerking met universiteiten en
materiaalbeproevingsinstituten kunnen
bow ingenieurs gespecialiseerde kennis
en wetenschappelijke onderbouwing
bieden voor het gebruik van FRP.
bow ingenieurs hebben ontwerpsoftware
ontwikkeld voor het versterken van
gewapend-betonelementen met behulp
van spuitbeton of FRP.
bow ingenieurs bieden ondersteuning bij
het beoordelen en ontwikkelen van
versterkingsconcepten voor constructies
en zorgen voor passende ontwerp-
procedures en doeltreffende detaillering
van speciale FRP- toepassingen.
bow ingenieurs zijn bij een groot aantal
projecten overal ter wereld betrokken
geweest als adviesbureau met speciale
deskundigheid in versterking met FRP-
systemen.


bow ingenieure gmbh breite strae 15 38100 braunschweig fon 05 31 / 2 43 59 -0 fax 05 31 / 2 43 59 -51
mail@bow-ingenieure.de www.bow-ingenieure.de

You might also like