Professional Documents
Culture Documents
In modale jazz wordt niet meer gemproviseerd op akkoorden maar op een groep noten (een modus) die gekozen worden omdat de intervallen die ze vormen een bepaald karakter hebben (vb: Lydisch=breed en open, Frygisch=donker en gesloten) . Meestal worden ze voorgesteld als toonladders of scales. Modi worden ook gebruikt als mnemotechnisch middeltje om bij het improviseren van een nieuwe melodie vlug een groep noten te vinden die passen boven een bepaald complex akkoord (vb de altered scale boven een 7#9b13-akkoord). De belangrijkste zijn: 1) de modi die we afgeleid hebben van de grote terts toonladder. Die modi zouden een Griekse oorsprong hebben en worden vaak de antieke modi genoemd. In Gregoriaanse muziek worden ze vaak gebruikt. In de loop der tijden zijn de meeste in onbruik geraakt. In Westerse muziek gebruikte men lange tijd enkel nog de Ionische en de Aeolische (we kennen die als de grote-terts-toonladder en de kleine-terts-toonladder). Ionisch
Dorisch
Typische noot: de b2 Zeer donkere modus Vaak gebruikte in Spaanse muziek Lydisch
Scales en modi
Myxolydisch
Lokrisch
Wordt zeer weinig gebruikt. 2) de modi die we kunnen afleiden van de melodic minor. Deze scales worden vaak gebruikt in moderne jazz omdat ze enkele bizarre intervallen voortbrengt (vier hele tonen na elkaar!) en omdat ze een handig mnemotechnisch middeltje zijn om de juiste noten te vinden op enkele complexe akkoorden. De meest voorkomende zijn: Melodic minor
Afgeleid van Db-melodic-minor Kan gebruikt worden op een C7alt-akkoord (=C7b9b13) Locrian #2
Scales en modi
Lydian augmented
Afgeleid van G-melodic-minor Kan gebruikt worden op een C7#11-akkoord 3) Enkele speciale gevallen: parallele toonladders Heletoonstoonladder
Bestaat uit afwisselend een halve en een hele toon. Kan gebruikt worden op een C7b9/13-akkoord. Diminished scale
Bestaat uit afwisselend een hele en een halve toon. Kan gebruikt worden op een C-akkoord.
Scales en modi