Uitwerking interview met Judith:

Doorgaande lijn: Wij zijn, net als de meeste scholen die starten met coperatief leren, begonnen met een cursus. We hebben daar 8 werkvormen geleerd die we zouden gebruiken in de praktijk. We hebben afgesproken om dit ongeveer n keer per week te doen. De leerkracht mag daarbij zelf kiezen welke werkvorm hij of zij gebruikt. Het is niet een hele duidelijke doorgaande lijn. In de klas hebben wij een werkblad die bij de werkvorm tafelrondje per tweetal past. We hebben ook een werkblad die bij de werkvorm twee vergelijk past maar deze wordt niet vaak gebruikt. Start: Wij zijn met een cursus gestart. Bij deze cursus werden ons nieuwe werkvormen aangeleerd, deze werkvormen moesten worden uitgeprobeerd in de klas. In de klas legde ik de werkvormen stap voor stap uit en wanneer een werkvorm goed liep introduceerde ik een nieuwe. Wij zijn begonnen met n keer per week een nieuwe werkvorm. Werkvormen bij leeftijdsgroep: De werkvormen worden gekozen door eerst naar de les te kijken. We kijken of een coperatieve werkvorm iets toevoegt aan de les en of het doel hetzelfde is. Een coperatieve werkvorm kun je door de hele school toepassen, er zit geen leeftijd aan verbonden. Ik gebruik zelf vaak tafelrondje, mix en koppen en binnen/ buitenkring. De kinderen kennen ongeveer 3 werkvormen, maar dit verschilt per leerkracht. Welke lessen: De coperatieve werkvormen worden bij verschillende lessen gebruikt. Dit verschilt per leerkracht. Ik gebruik het bij rekenen, taal en activiteiten rondom de zaakvakken. De werkvormen pas ik zo aan de ze bij het doel van de les passen. Ik kijk goed naar de les en beluit dan of een werkvorm een toevoeging heeft bij deze les. Eigenlijk kan een coperatieve werkvorm wel bij elke les.