Stage 18-03 cursus meer leren door beweging We hadden een gastdocent, genaamd Margreet Christians.

Ze maakte gebruik van een PowerPoint en praktijk voorbeelden die wij zelf moesten uitvoeren. De inhoud van de studiemiddag was dat ze de theorie naar de praktijk overbracht. We ervaarde zelf activiteiten in verschillende categorien en voor verschillende momenten. Er zijn 3 verschillende activiteiten 1. Even tussendoor 2. Bewegingstussendoortjes 3. Beweegactiviteiten gekoppeld aan leren Even tussendoor Doel - Aandacht van de lesstof af - Onderbreking - Samenwerken - Plezier beleven met elkaar - Versterkt pedagogisch klimaat Activiteiten - Rara wie is het? - Kriebelestafette - Samen tellen - Geen nee/ja/uh - Associatie tekenen (binnen 10 sec.) Bewegingstussendoortje Doel - Aandacht van de lesstof af - Activeren van het lichaam en een bloed en zuurstof toevoer naar de hersenen. - Plezier beleven aan bewegen - Activeren van zintuigen, versterken van eigen lichaamsbesef. Activiteiten - Japans boksen - Tandpasatube (boven-beneden) - Grijp de wijsvinger (rechter wijsvinger, linker hand met handpalm boven) - Draaitafel (kaarten: bovenkant team, onderkant team) - Duimworstelen Bewegen en leren verbinden Doel Betrokkenheid verhogen - Langer en beter onthouden - Samenwerking tussen de hersenhelften - Meer rust in de groep - Betere concentratie

Activiteiten - Vliegenmepper (letters op tafel. Benoem het woord. Met welke letter begint het woord? Mep erop. Wie het eerst mept wint. Verloren? Wissel met ander kind) - Het langste woor d (samen zon lang mogelijk woord bedenken. 1 letter p.p. Met de klok mee. ) - Levend boggle (vuilniszak. Voor en achterkant 1 letter p.p. Met 5 kinderen. 4 kinderen doen vuilniszak aan. 1 kind benoemd raadsels van 4 woorden. Leerlingen maken het raadsel d.m.v. te bewegen. - Ruggespraak (woorden tekenen op de rug en raden) Ontwikkelen van activiteiten Met welke voorwaarden houd je rekening mee? Wat is het doel van de activiteit? Welke kenmerken heeft het te leren onderwerp. Welke zintuigem gebruik ik bij dit onderwerp. Let op: bewegen moet het middel zijn, niet het doel.