You are on page 1of 2

gj wielinga–het wonderlijke leven van mijn zus

13.
Station Abcoude is een lang, breed en nieuw station. Vanaf het station zie je de
eerste bebouwing van Amsterdam. Tussen de weilanden wordt er aan een
uitbreiding van het dorp gebouwd. Bijna elke vijf minuten komt er een trein langs. De
stoptrein stopt er. Intercityʼs zoeven langs. Om de zoveel treinen komt er een
goederentrein langsdenderen. Na het perron duikt het spoor een aquaduct in.

Toen ik afgelopen donderdag op dit station stond, hoorde ik de doffe klappen van
hockeysticks op het sportterrein. Ik hoorde het verre gekrijs van zeemeeuwen boven
de weilanden en verder alleen maar een stilte die steeds weer onderbroken werd
door het geluid van treinen.

Dit was de plek die mijn zus uitkoos om te sterven.

Op deze plek probeerde ik een connectie te vinden tussen het landschap, de treinen,
het kleine dorp en de dood van Lin. Ik realiseerde me dat die connectie er niet was.

De plek was uitgekozen omdat er veel treinen in hoge snelheid langsdaveren en


omdat je gemakkelijk het spoor op kunt lopen. Daarbij is het niet al te ver van
Amsterdam.

Ik vroeg me af waarom ze juist een trein had uitgekozen en waarom niet een andere
manier. Ze had bijvoorbeeld van een hoog gebouw kunnen springen, of in een
hotelbad haar polsen kunnen opensnijden.
Maar ik weet ook dat ze hoogtevrees had en dat ze serieus was over haar missie.

Een bijkomend voordeel was dat haar lichaam onherstelbaar kapot zou raken. Alsof
het door de klap in duizend stukken zou slaan.

Ik zeg voordeel omdat, als ik er werkelijk over nadenk, er geen andere reden kan zijn
voor haar dood dan dat ze zich diep bewust was van haar schoonheid.

Die betoverende schoonheid die zij was. Een vloek. Haar schoonheid was een
waarde waar ze continue aan herinnerd werd. Het maakte dat al die andere waarden
als vriendschap, liefde en medemenselijkheid in schril contrast kwamen te staan, ja
zelfs niet konden opbieden tegen dat ene. Haar perfecte buitenkant.
Het is een algemene opvatting dat mooie mensen niet mogen klagen, maar het is
ook een realiteit dat mooie mensen zelden worden aangezien voor wie ze zijn. Mijn
zus was zich daar pijnlijk van bewust.

Natuurlijk heeft het ook voordelen om mooi te zijn. Je wordt begeerd door vreemden,
je maakt gemakkelijker contact en de meeste dingen worden je meestal snel
vergeven. Maar voor Lin was haar leven een hel geworden. Het lukte haar niet meer
om uit die buitenkant te komen, om werkelijk contact te maken met de wereld om
haar heen. Terwijl ze dit juist zo graag wilde. Ze had er alles voor over. Zelf noemde
ze dit in haar afscheidsbrief ʻbij mij koekt alles aanʼ.

In diezelfde afscheidsbrief vertelt ze dat haar dood haar eigen keuze is. Dat we niet
mogen zoeken naar een dader, omdat ʻie er niet is.

42
gj wielinga–het wonderlijke leven van mijn zus

Ze vertelt dat het leven ʻgebruiken of gebruikt worden isʼ en dat ze er alles aan heeft
gedaan om aan de betekenis van die ene zin te ontkomen. Lin was al haar idealen
kwijt en ze kon zich niet meer conformeren aan de realiteit zoals die zich aan haar
opdrong. Gebruiken of gebruikt worden. Voor mijn zus was er maar één uitweg.

Voor ons, als achterblijvers, is er in principe ook maar één uitweg. Die uitweg bestaat
eruit door verder te blijven kijken dan alleen maar naar de buitenkant van mensen.
Door contact te blijven maken. Hoe gruwelijk mooi of fantastisch lelijk iemand ook is.
Door werkelijk te luisteren naar die ander en ze een andere uitweg te gunnen dan die
ene.

We kunnen ons voor eeuwig schuldig blijven voelen over de dood van Lin. Maar ik
denk ook dat het belangrijk is om ons te blijven herinneren dat haar dood haar eigen
keuze was. Hoe moeilijk ook. Want hoe je het ook bekijkt, haar keuze is er één
zonder achterdeur. Niemand ontsnapt aan de dood. Dit moment kwam voor haar nu
eenmaal eerder: ze had de dood zelf uitgenodigd. Wij, als achterblijvers, hoe pijnlijk
haar dood ook is voor ons, kunnen niet anders dan haar te respecteren. Haar keuze
is misschien niet de onze, maar als we diep in ons hart kijken, en onze momenten
met haar op een rij zetten, moeten we dankbaar zijn voor de jaren en de tijd die ze
met ons door heeft gebracht.

In haar afscheidsbrief vraagt Lin om vergiffenis. ʻVergeef meʼ schreef ze. Ik denk dat
iedereen die haar kende en haar zag voor wie zij werkelijk was, niets liever doet.

Mijn zus was één van de sprankelendste, liefste en meelevendste mensen die er op
deze wereld rondliepen, en, als je er goed over nadenkt, één van de dapperste.

Mag ze rusten in vrede.

43

You might also like