You are on page 1of 13

1

Individuele leerlijn
Blok 2



Naam student: Dominique van den Heuvel
Studentnummer: 2075637
Klas: 48BK1CV
Naam docent: Judith Hanssen
Inleverdatum: (her) blok 3 week 3

















2

Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 2
Deskresearch Wmo ................................................................................................................................. 4
Fieldresearch Wmo ................................................................................................................................. 5
Deskresearch financin ........................................................................................................................... 8
Fieldresearch financin ........................................................................................................................... 9
Reflectie ................................................................................................................................................. 12















3

Inleiding

Voor deze opdracht heb ik twee beleidsmedewerkers genterviewd over twee totaal verschillende
onderwerpen. Aanvankelijk had ik een interview geregeld met een beleidsmedewerker bij jeugdzorg.
Deze afspraak werd helaas geannuleerd, omdat er een andere belangrijke afspraak tussen was
gekomen. Inmiddels heb ik een interview gehad met een beleidsmedewerker van de zorg, om precies
te zijn van de WMO. Vandaar dat ik deze opdracht in blok 3 week 3, inlever als herkansing. Ik ben erg
genteresseerd in onderwerpen omtrent sociale zaken. Zorg, WMO, jeugdzorg, jeugdbeleid,
ouderenzorg en welzijn zijn terreinen waar ik mezelf later wel zie werken. Wat mij minder
interessant lijkt zijn onderwerpen als ruimte, milieu en financin. Ik heb daarom ook een
beleidsmedewerker van financin genterviewd. Ik ga hier verder op in bij de reflectie en zal mijn
keuzes dan toelichten. Als eerst zal ik de organisaties en onderwerpen beschrijven aan de hand van
eerder verricht deskresearch. Daarna volgt het verslag van de interviews en tot slot de reflectie.


















4

Deskresearch Wmo

Wat is de Wmo?
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking
ondersteuning kunnen krijgen. Het kan dan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met
psychische problemen. Deze mensen kunnen bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een rolstoel krijgen.
Het is de taak van de Gemeenten om de Wmo uit te voeren en ze kunnen zelf bepalen op welke
manier ze dit doen.
1





AMBZ > Wmo
Vanaf 1 januari 2015 vergoedt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) alleen de zwaarste,
langdurige zorg. De lichtere vormen van zorg regelt de gemeente via de Wmo. De meeste gemeenten
zullen zoveel mogelijk maatwerk willen bieden. De gemeente kijkt dan naar de behoefte en
mogelijkheden van mensen. Ook de financile mogelijkheden van de gemeente bepalen welke zorg
je kunt krijgen. Sommige zorg gaat ook over naar de zorgverzekering. Er komt nieuwe wetgeving om
dit te regelen. Vanaf 2015 worden de gemeenten dus deels verantwoordelijk voor wat nu nog de
AWBZ is.
2

De AMBZ is vanaf 2015 alleen voor mensen die echt niet langer thuis kunnen wonen. Dat betekent
dus dat mensen zo lang mogelijk thuis ondersteuning krijgen. Je komt pas in aanmerking voor een
verblijf in een AWBZ-instellingen als dat echt nodig is. Als de hulp niet meer via de gemeente of
zorgverzekeraar toereikend is dan kan je voor zon verblijf in aanmerking komen. Je blijft in principe
dus langer zelfstandig wonen, met ondersteuning en zorg thuis. En met meer hulp vanuit je eigen
sociale leefomgeving.
Decentralisatie
De gemeenten krijgen er de komende jaren steeds meer verschillende taken bij, zo ook de AWBZ
begeleiding naar de Wmo. Het doel van deze decentralisaties naar gemeenten is dat zoveel mogelijk
mensen actief participeren in de samenleving, werken om in hun eigen levensonderhoud te voorzien,
de regie over hun eigen lever voeren en bijdragen aan het welbevinden van hun sociale
leefomgeving.
3


1
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo?utm_campaign=sea-t-
gezondheid_en_zorg-a-
wet_maatschappelijke_ondersteuning_wmo&utm_term=%2Bwmo&gclid=CIHSu9zfurwCFSoEwwodOlkABg
2
http://www.ggznieuws.nl/home/?p=18720
3
http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/partners/capra-advocaten/decentralisatie-van-
zorg.9173131.lynkx
5

Fieldresearch Wmo

Organisatie
Binnen de organisatie gemeente Boxmeer heb ik een interview
gehouden met een beleidsmedewerker.
Naam genterviewde: Marcel Dekkers
Functie: Beleidsmedewerker Wmo (afdeling Sociale zaken)
Werkplaats: Gemeente Boxmeer

Omschrijving functie
Marcel Dekkers is beleidsmedewerker van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de
gemeente Boxmeer. Ook wel beleidsmedewerker van de zorg genoemd, bij de afdeling Sociale zaken.
Door decentralisatie is hij nu ook projectleider voor de vijf gemeentes van het land van Cuijk. In zijn
werk probeert hij alle werkzaamheden die voortvloeien uit de nieuwe wettelijke regelingen, die
binnen de gemeente vastgesteld zijn , zo goed mogelijk uit te voeren. De functie van een
beleidsmedewerker is eigenlijk de wetten, die door het rijk zijn vastgesteld doorvertalen naar beleid
voor de gemeente. De gemeente heeft daar ook wat beleidsvrijheid in. Er is een wet, een kader,
binnen dat kader is de gemeente vrij om dat op een bepaalde manier vorm te geven. Het is niet
gewenst dat er in elke gemeente ander beleid wordt uitgevoerd, beleid moet dus op elkaar worden
afgestemd. Deze beleidsafstemming tussen gemeenten is ook onderdeel van zijn werk. Beleid is,
volgens Marcel, de vraag van de burger vertalen naar afspraken binnen de gemeente. Dus beleid is
het antwoord op de vraag van de burger; wat hebben we in onze gemeente afgesproken? Zijn werk
bestaat ook voornamelijk uit afspraken met zorgaanbieders. De Wmo heeft eigenlijk als taak hulp bij
het huishouden. Die contracten die daaronder liggen, met de zorgaanbieders, is ook een onderdeel
van zijn werk. Tijdens die afspraken kijkt hij bijvoorbeeld naar de prijs, kwaliteit en de voorwaarden
van een aanbieder. De Mmo heeft wel een bepaalde vorm van vrijheid. De kaders van de landelijke
overheid zijn best wel breed.

Achtergrond
Marcel Dekkers heeft eerst het middelbaar en economisch administratief onderwijs afgerond.
Daarna is hij de financile opleiding SPD gaan doen. Later is hij pas terecht gekomen bij bijstand
maatschappelijke werk. Hij heeft toen ook een opleiding gevolgd tot maatschappelijk werker. Vanuit
daar is hij weer terecht gekomen bij Sociale zaken. Daar werkt hij nu sinds 2005. Maar binnen de
gemeente is hij al actief vanaf 1983. Het is puur toeval geweest dat hij bij de gemeente terecht is
gekomen. Hij heeft eigenlijk een financile achtergrond. Er kwam toen een vacature vrij bij Sociale
zaken. Het is gewoon een beetje zo gegroeid. Hij groeide steeds meer naar de beleidsmatige kant
toe. Hij vond die kant leuker vanwege de dynamiek. Marcel wordt nu nog regelmatig bijgeschoold. Zo
krijgt hij regelmatig training over wat er in het kader van Wmo belangrijk is. Wat steeds belangrijker
wordt is de inkoop voor zorg. Het gaat namelijk om grote bedragen en dan moeten er goede
overeenkomsten worden gesloten. Daar krijgt hij ook training voor. De bestuursacademie is een heel
groot trainingsinstituut en verzorgt gerichte trainingen voor beleidsmedewerkers.
Carriremogelijkheden
Als beleidsmedewerker heb je zeker wel carriremogelijkheden. Er zijn veel ontwikkelingen binnen
een gemeente dus daar liggen wat kansen. De druk op de medewerker wordt steeds groter en er
komen meer taken bij kijken. Maar al die werkzaamheden bieden wel talrijke mogelijkheden.
Vakbladen/literatuur
Tegenwoordig worden er heel veel vakbladen digitaal aangeboden. Bijna elke dag krijgt Marcel een
mail van vakinformatie voor zijn gebied. Deze mails krijgt hij van het Binnenlands Bestuur. Maar hij
krijgt dat blad ook nog met de post. Het ministerie informeert ook regelmatig en de VNG zorgt ook
6

voor goede informatie. Er zijn ook vakbladen van zorg en welzijn en van belangenorganisaties. Hij
krijgt dus erg veel informatie binnen en hij selecteert zorgvuldig wat hij gaat lezen en wat niet.
Taken en activiteiten
De taken die hij heeft zitten dus allemaal op het gebied van de zorg. De Zorg is zijn taakgebied. Dat
moet je dan wel breed zien, dus niet alleen hulp bij het huishouden maar bijvoorbeeld ook de
mantelzorg. Heel actueel is op dit moment dat de begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo komt.
Hij is daar nu mee bezig en vraagt zich af hoe ze dat als gemeente allemaal gaan regelen. Boxmeer is
een te kleine gemeente om dit allemaal zelf uit te zoeken en zoekt daarom samenwerking met de vijf
andere gemeenten van het land van Cuijk. Het is een hele grote activiteit en operatie. Voorheen was
het zo dat mensen met een beperking ondersteuning konden krijgen om zo zelfstandig mogelijk te
kunnen blijven functioneren in de samenleving. Het wordt straks de verantwoordelijk van de
gemeentes om die begeleiding te bieden. Die begeleiding en ondersteuning zat vroeger bij het
zorgkantoor AMBZ. Die wet willen ze helemaal herzien, omdat het onbetaalbaar dreigt te worden. De
AMBZ is alleen nog maar beschikbaar voor mensen die echt langdurig zorg nodig hebben, al het
andere waarvoor gezorgd moet worden komt dus terecht bij de zorgverzekeraar en het andere deel
bij de gemeente.

Weekagenda
Marcel heeft een erg drukke agenda. Zo had hij afgelopen maandag een grote bijeenkomst in de
regio van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Op dinsdag had hij een bijeenkomst van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het ministerie kwam de nieuwe wetsvoorstellen
aan de gemeentes voorleggen en uitleggen. Afgelopen woensdag heeft Marcel in Oss gezeten. Daar
was een platform bijeenkomst. Alle zorgaanbieders van de regio waren aanwezig. De gemeenten
vroegen de zorgaanbieders onder andere wat zij van het geschreven beleid vinden. De aanbieders
konden hun reacties en suggesties meedelen. Maar ook de burgerparticipatie raden en de Wmo
adviesraden waren aanwezig.
Op donderdag ochtend had hij dit interview met mij. Om 10 uur zou hij dan alweer doorgaan naar de
volgende afspraak. Dat was een afspraak met andere beleidsmedewerkers uit de regio. Ze wilden nog
een aantal dingen afstemmen die gister uit de bijeenkomst zijn gekomen. Later op de dag had hij
nog een bijeenkomst van de Bedrijfshulpverlening. Hij is daar lid van. Deze reanimatie cursus staat
los van zijn werk als beleidsmedewerker. De vrijdag wil hij zoveel mogelijk vrij houden als het om
afspraken gaat. Op vrijdag werkt hij alle die dingen die de afgelopen week zijn gebeurd bij. Dan
maakt hij bijvoorbeeld voorstellen en verslagen. Hij zit dus niet standaard een paar dagen alleen
maar achter zijn bureau in de gemeente Boxmeer. Hij zou zelf wel willen dat dit meer was. Hij is heel
veel weg en heeft veel afspraken in de regio. Daarnaast is hij ook voorzitter van de
ondernemingsraad. Dat kost ook veel tijd. Naast de projectgroep die hij begeleid is er ook een
stuurgroep waar alle afdelingshoofden inzitten. Daarmee is dan ook vaak overleg.

Verantwoordelijkheid
Hij is niet alleen verantwoordelijk voor het beleid van de zorg. Hij heeft een college die zich bezig
houdt met de jeugd en de daarbij horende jeugdwet. Bij welzijn zitten er ook een aantal collegas die
raakvlakken hebben met de Wmo. Heel veel oudere mensen gebruiken voorzieningen die in het
kader van de Wmo worden verstrekt. Hij heeft dus ook een collega voor het ouderenbeleid. Er zijn
ook beleidsmedewerkers voor vrouwenopvang, maatschappelijke opvang, gezondheidszorg en de
verslavingszorg. Allemaal beleidsterreinen die dicht tegen Wmo aanzitten. Met die collegas heeft hij
dus veel contact. Hij is wel de enige beleidsmedewerker die zich specifiek met de Wmo bezig houdt.

Raakvlakken
Zijn beleidsterrein heeft dus meerdere raakvlakken met andere beleidsterreinen. Bij het
beleidsterrein jeugd zit een duidelijke link. In de jeugdwet is namelijk geregeld dat je tot je 18
e
een
goede manier van zorg krijgt. Als je 18 bent geworden val je niet meer onder wet, maar dan ga je
over naar een andere wettelijke regeling. Dat moet goed op elkaar worden afgestemd. Wet werk en
7

Bijstand wordt strak vormgegeven in de nieuwe participatiewet. Als iemand niet meer kan werken
door bijv. een beperking, moet diegene worden ondersteund. In dat beleidsterrein zit dus ook een
link want de participatie wet kan ook Wmo voorzieningen bieden.

Intern en extern overleg
Marcel heeft intern overleg met zijn afdelingshoofd van sociale zaken. Ook heeft hij internoverleg
met een aantal collegas van wet werk en bijstand en schuldhulp verlening. Hij heeft een college die
kijkt of de afspraken en contracten met de aanbieder goed worden uitgevoerd. Omdat hij tijdelijk
projectleider is heeft Marcel ook een projectondersteuner. Met haar heeft hij regelmatig overleg
want zij regelt veel voor hem als hij weg is. Extern overleg heeft hij met de portefeuillehouders. De
wethouders dus. Hij heeft regelmatig overleg met de wethouder die zorg in haar portefeuille heeft.
De afstemming is daarmee makkelijk. Verder heeft hij veel extern overleg met andere gemeenten,
zorgkantoren en zorgaanbieders.

Boeiend en minder boeiend
Er is in de loop van der jaren erg veel veranderd in de zorg. De snelheid waarmee dat veranderd, dat
vindt hij erg boeiend. De Wmo is met ingang van 2007 gentroduceerd. Toen was dat echt een hele
omslag, en nu is hij alweer bezig met de volgende operatie die ook weer gigantisch groot is. Het is
voor hem dus een grote uitdading en dat maakt zijn werk zo boeiend en spannend. Wat Marcel
minder vindt is het vechten tegen het slechte imago die gemeenteambtenaren hebben. Dit is zo
ontstaan doordat je als gemeente af en toe nee moet zeggen tegen de burger, niet aan alle wensen
kan worden voldaan. Je hebt daarnaast ook te maken met een politiek veld. Politiek is een
complicerende factor. Het kan zomaar zijn dat je een voorstel hebt gemaakt wat inhoudelijk echt de
beste oplossing is. Het college en de raad kan dit voorstel afwijzen. Je moet dan dus een besluit
uitvoeren waar je zelf niet helemaal achterstaat. Hij vindt dit soms lastig, maar kan er wel goed mee
omgaan.

Invloed burgers
Burgers merken veel van het beleidsterrein van Marcel. Zij moeten tenslotte aankloppen bij de
gemeente als ze maatschappelijke ondersteuning willen. Op dit moment denkt Marcel dat burgers
het beleid erg negatief ervaren. Wat er allemaal is veranderd en de snelheid waarmee dat is
veranderd is best heftig voor burgers. Voor beleidsmedewerkers is het soms niet bij te benen laat
staan voor de gemiddelde burger. Ze weten niet precies waar ze nu moeten zijn voor de vraag naar
hulp. Een voorbeeld daarvan is de tegemoetkoming in het kader van de wet tegemoetkoming
chronisch zieken. Dit is nu ook weer afgeschaft. Burgers hebben het idee dat gemeente er een
puinhoop van aan het maken is. Mensen die in zon situatie verkeren worden er niet vrolijker van.
Het is aan de gemeente de taak, ondanks de bezuinigen, te zorgen voor de meest kwetsbare burgers.
Burgers en zorgaanbieders hebben in zekere zin ook invloed op het beleid. Marcel heeft het gevoel
alsof burgers denken dat ze geen invloed uit kunnen oefenen. Maar dit kunnen ze dus zeker wel. Er is
bijvoorbeeld een burgerparticipatie raad. Deze raad geeft hem en zijn collegas advies op voorstellen
die hun weer richting het college of de raad brengen. Ook hebben burgers een formeel inspraak
moment. Verder is er nog een klanttevredenheidsonderzoek omtrent de Wmo. Zo kunnen de
beleidsmedewerkers de dienstverlening steeds beter af stemmen op de wensen van burgers.

Ook voor de gemeente Boxmeer zijn er weer veel uitdagingen op komst. Er zullen keuzes gemaakt
moeten worden. Mensen willen vooral houden wat ze al hebben. Dit kan niet meer op de huidige
manier, maar dit moet op een slimmere en creatievere manier.

8

Deskresearch financin

Gemeentelijke financin
Gemeenten hebben eigen inkomsten en krijgen geld van het Rijk. De eigen inkomsten bestaan uit
onder meer gemeentelijke belastingen en eigen bezittingen. De rijksoverheid keert ieder jaar geld uit
het gemeentefonds, een fonds met belastinggeld van het Rijk, uit aan de gemeenten. De gemeenten
moeten ieder jaar verantwoorden hoe ze dat geld hebben besteed.
4


Om financile rapporten, zoals de begroting, meerjarenraming, jaarverslag en de jaarrekening te
interpreteren is flink wat kennis voor nodig. Kennis van de financile situatie van de gemeente is
essentieel om beslissingen te nemen. Dit geldt bijvoorbeeld om het beleid van wethouders te
controleren of het aanleggen van een nieuwe weg goed te keuren.

Transparantie van financin
Er zijn veel regels voor financile rapporten. De begroting, meerjarenraming het jaarverslag en de
jaarrekening van de gemeenten moet behalve correct, ook begrijpelijk zijn en volledig. Bestuurders
van de gemeenten laten de jaarrekening controleren door een accountant.
5


Financile scans gemeenten
De gemeente kan haar financile situatie op verschillende manieren (laten) onderzoeken. De
gemeente kan zelf onderzoek doen naar haar uitgaven met een begrotingsanalyse. De rijksoverheid
kan samen met de provincie de financin van de gemeente vergelijken met die van een andere
gemeente, de begrotingsscan. Gemeenten kunnen met behulp van de provincie en de rijksoverheid
de financile gevolgen van een herindeling (laten) onderzoeken met een herindelingscan.
6









4
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/gemeentelijke-financien
5
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/gemeentelijke-financien/financiele-functie
6
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/gemeentelijke-financien/financiele-scans
9

Fieldresearch financin









Naam genterviewde: Wiel Peter van Bergen
Functie: Senior financieel beleidsmedewerker
Werkplaatsen: Gemeente Cuijk, Haps, Grave en Mill
Omschrijving functie
Wiel Peter beoordeelt en bekijkt of dat wat in de begroting van de gemeente staat uitvoerbaar is. Als
dat uitvoerbaar is, dan kijkt hij naar de randvoorwaarden. Vervolgens stelt hij een plan op en kijkt of
alles binnen dat plan past. Hij voert de plannen van het ministerie uit en kijkt dan naar het onderdeel
financin. Het gaat er dan vooral om of de budgetten die beschikbaar worden gesteld voldoende zijn.
De gemeente wordt elk jaar door de accountant gecontroleerd. Er zijn twee soorten goedkeuringen.
Getrouwheid en rechtmatigheid. Getrouwheid wil zeggen of de cijfers ook daadwerkelijk kloppen.
Rechtmatigheid wil zeggen dat wat in de begroting staat ook uitgevoerd is binnen de richtlijnen. Dat
bewaakt hij allemaal.
Taken en verantwoordelijkheid
Wiel Peter draagt een erg grote verantwoordelijkheid met zich mee. Hij is verantwoordelijk voor de
jaarrekening. Gemeente Cuijk, Mill, Sint hubert en Grave zijn een samenwerkingsverband aangegaan.
Alle ambtenaren werken nu onder n organisatie. Binnen die organisatie neemt hij vaak de lastigste
taken op zich. Wethouders willen dan ook vaak zijn visie horen over bepaalde zaken. Zijn vaste
werkplek is in de gemeente Grave. Daar zit ook de directie en het management. Hij is adviseur voor
de afdeling ontwikkeling. Die afdeling zit in Mill, daar werkt hij dan ook twee dagen. Hij is nu bezig
met verschillende projecten in Cuijk. Hij begeleidt de aanleg van de nieuwe randweg en het herstel
van de Schouwburg. Ook is hij betrokken bij de nieuwe bouw van het Merlet College. Hij is niet alleen
verantwoordelijk voor zijn beleidsterrein. Hij heeft meerdere collegas, maar ieder heeft wel zijn
eigen specialiteit. Hij heeft de zwaarste afdeling, de afdeling ontwikkeling. Ontwikkeling wil eigenlijk
zeggen al het nieuwe beleid wat je voor je kiezen krijgt. Hij heeft drie andere collegas. Er is een
openbare werker, iemand die zich bezig houdt met de wegen enz. Een andere college houdt zich
bezig met de financin omtrent veiligheid. Dus dat gaat over de politie, brandweer enz. En een
andere college houdt zich bezig met publiek, dat is alles wat betrekking heeft tot de burgers.
Raakvlakken
Het beleidsterrein van Wiel Peter, financin, heeft eigenlijk met alle beleidsterreinen raakvlakken.
Want alles heeft een financile kant. Alles wat je doet en wat er gebeurt heeft met financin te
maken. Voor de meeste vormen van beleid is geld nodig en dat moet bewaakt worden door de
financile afdeling.
Wetgeving
Er komt heel wat wetgeving bij kijken. Hij heeft natuurlijk te maken met de landelijke wetgeving.
Binnen de financin heeft hij vooral te maken met het Besluit Begroting Verantwoording (BBV).
Daarin staan alle kaders waarin zij als financin aan moeten voldoen. Als de accountant hen wil
controleren, doen ze dat aan de hand van die wetgeving. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid
om financile kaders en verordeningen vast te stellen. Daar moet hij zich dus ook aan houden. Soms
is dat lastig, omdat de kaders en verordeningen per gemeente kunnen verschillen.
10

Achtergrond
Na het vwo is hij naar de universiteit gegaan. Hij heeft daar de opleiding beleidswetenschappen
afgerond. Hij is daarna meteen een boekhoudopleiding gaan doen. Vanuit die opleiding is hij ooit
begonnen als administratief medewerker. Toentertijd kwamen er best veel banen beschikbaar
binnen de gemeente. Hij kon daar een vaste baan krijgen en hij vond het wel makkelijk om 36 uur te
gaan werken. Op dat moment was het dus meer toeval dat hij bij de gemeente terecht kwam. Ook
Wiel Peter wordt geregelmatig bijgeschoold. Zo zijn er verzekeringcursussen, financiescursussen en
cursussen omtrent alle wet- en regelgeving.
Vakbladen/literatuur
Het Binnenlands Bestuur is het ambtenaren blad. Alle beleidsgebieden staan hierin. Elke dag krijgt hij
een mail met informatie voor zijn vakgebied. Zo blijf je goed op de hoogte van alle ontwikkelingen. Je
hebt ook andere vakbladen en platformen. Bijvoorbeeld het Besluit Begroting Verantwoording (BBV)
heeft een platform via Linkedin. Daar kun je allerlei vragen stellen als je ergens niet uitkomt.
Weekagenda
Wiel Peter heeft een volle agenda. Op maandag is Wiel Peter altijd in Grave. Dan is hij in principe
samen met zijn collegas aan het werk.
Iedereen is dan bij elkaar, omdat je anders de rest van de week de kans hebt dat je elkaar niet meer
ziet. Op die maandag is er altijd veel overleg over bijvoorbeeld de jaarrekening. Dat duurt eigenlijk de
hele ochtend. Ze bekijken dan we er dingen verbeterd of verholpen kunnen worden. Hij maakt vaste
blokken in zijn weekagenda. Hij kijkt wat actueel is en daar werkt hij aan. Op de dinsdag en woensdag
is hij in Mill voor zijn rol als adviseur voor de afdeling ontwikkeling. De rest van de week is hij vooral
bezig achter de computer om vragen van budgethouders te beantwoorden. Dat mag ook thuis
gebeuren. Hij is ook vaak weg voor overleg en met verschillende mensen in gesprek. Elke week is
eigenlijk anders.

Intern en extern overleg
Mijn zijn collegas heeft hij het meeste intern overleg. Hij weet ook niet altijd alles dus moet hij
regelmatig wat aan zijn collegas vragen. Ook heeft hij weleens intern overleg met zijn
leidinggevende van de afdeling financin. Met de belastingdienst heeft hij veel extern overleg. Het
gaan dan om bijvoorbeeld de BTW. Voor grote projecten heeft hij extern overleg met bouwbedrijven,
directeuren van scholen, directeur van de Schouwburg enz.

Boeiend en minder boeiend
Het boeiende aan zijn onderwerp is dat je gevraagd en ongevraagd advies mag of moet geven. Je
mag meedenken over allerlei oplossingen. Dat is erg interessant. Hij moet samen met de
budgethouders ervoor zorgen dat ze binnen de lijnen blijven, wat er in de begroting staat mag niet
worden overschreden. Maar hij zit ook bij het college en wethouders aan tafel, om hun visie op
allerlei zaken te beoordelen. Dat neemt hij dan mee in zijn werk. Hij is de speel tussen college en
wethouders. Dat vindt hij een erg leuke taak. Het leuke eraan is dat het een heel complex iets is. Hij
vindt het juist leuk omdat het lastig is. Hij houdt wel van een uitdaging. Er zijn natuurlijk ook
moeilijkheden. Hij is momenteel bezig met een grondexploitatie. In deze economische tijd kom je
gewoon plannen tegen die niet altijd haalbaar zijn. Je moet dan creatief met de kosten omgaan. Het
is dan minder leuk als je verschillende mensen moet teleurstellen.

Burgers
Wiel Peter krijgt de indruk dat burgers niet tevreden zijn over het beleid. Veel burgers hebben een
negatief beeld over ambtenaren. Hij denkt dat het in veel ogen van de burgers toch nooit goed is of
dat het altijd beter kan. Hij vindt dat burgers ook zelf verantwoordelijk moeten zijn voor bepaalde
zaken. Zijn baan heeft hij niet veel invloed op wat er in de maatschappij gebeurt. Bij financin is er
geen directe invloed. Je merkt als burger bijvoorbeeld meer van het beleid jeugdzorg of de Wmo.
Maar aan de kant van ontwikkeling zie je wel heel veel zaken die invloed hebben.
11

Je hebt met zoveel landelijke wetgeving te maken en steeds minder middelen. Het liefst zou je
iedereen zoveel mogelijk tevreden willen stellen maar dat kan dus niet. Dan merken de burgers wel
degelijks iets van het beleid.

Crisis en werkdruk
Ook de gemeenten waar Wiel Peter werkzaam is hebben last van de crisis. In deze tijd is het vooral
moeilijk om grond te verkopen. De belasting op ontroerende zaakbelastingen wordt dan minder. De
algemene uitkering van het rijk is gedaald. Dan moet je de begroting bijstellen en bezuinigen. Dit is
dus niet altijd leuk. Sommige sportverenigingen ontvangen bijvoorbeeld minder subsidie. Daar waar
je nog enige beleidsvrijheid hebt, kun je kijken waarop je gaat bezuinigen. Zijn werk bestaat dan ook
uit onderhandelen. Bijvoorbeeld iemand die moet zorgen voor de wegen had eerst een budget van
100.000 euro. Wiel Peter gaat dan in gesprek met die persoon(en) en stelt voor om het plan te
realiseren met 90.000 euro. Het is altijd wel een uitdaging om dit voor elkaar te krijgen. Maar dat
vindt hij juist wel leuk. Hij kan zelf goed met die werkdruk omgaan. Af en toe bezuinigen is heel erg
leerzaam. Het is goed dat je als gemeente weer eens wordt geconfronteerd met je eigen middelen en
budgetten.

.

















12

Reflectie

Wmo
Ik had eigenlijk helemaal geen duidelijk beeld van de Wmo. Ik wist wel zon beetje wat het inhield, maar ik had
geen idee hoe dit werd uitgevoerd. Het leek mij ook een mooi beleidsterrein, omdat zorg erg belangrijk is in de
maatschappij en je kan bijdrage aan het verbeteren ervan. Het leek mij erg leuk beleid te ontwikkelen voor de
kwetsbare mensen in de maatschappij.
Na het interview met Marcel is dit beeld wel een beetje veranderd. Ik weet nu wat er allemaal bij komt kijken.
Ik wist niet dat de overgang van de AMBZ naar de WMO zon ingewikkeld proces was. Het leek mij eerlijk
gezegd veel eenvoudiger. Ik weet nu ook dat bijvoorbeeld de zorgcontracten erg belangrijk zijn en dat je veel
afspraken met zorgaanbieders hebt, dat had ik van te voren eigenlijk niet bedacht. Ik dacht ook dat er mensen
binnen de gemeente waren die zorg aanboden. Dus de bedrijfskant en onderhandelingen waren nieuw voor
mij. Verder had ik ook niet verwacht dat je als beleidsmedewerker van de zorg zoveel weg bent. Ik dacht
voornamelijk dat je veel aan het werk bent achter de computer op je eigen kantoortje. Ik had ook niet verwacht
dat het vechten tegen het slechte imago van een ambtenaar zo moeilijk zou zijn waardoor het werk minder
leuk wordt. Ik kan me er enigszins wel iets bij voorstellen, maar ik merk er nu dus niet echt iets van.

Een beleidsmedewerker moet denk ik erg betrokken zijn bij de organisatie en de maatschappij. Flexibiliteit,
kunnen omgaan met werkdruk, ondernemend zijn, kunnen samenwerken, snel om kunnen schakelen en
kunnen plannen zijn denk ik ook erg belangrijke eigenschappen voor een beleidsmedewerker van zowel de zorg
als financin. Ik vind dat ik zelf al goed kan samenwerken en betrokken ben. Ik wil mezelf echt nog verder
ontwikkelen. Snel kunnen omschakelen heb ik nu namelijk wel wat moeite mee. Ik kan me wel aan iedereen
aanpassen, maar de snelheid waarmee dat soms moet en gaat, dat vind ik lastig. Ik werk liever volgens een
bepaalde routine en systeem en ik houd persoonlijk niet van al te veel veranderingen. Ook het kunnen omgaan
met werkdruk lijkt mij soms lastig. Ik raak soms snel gestrest en in paniek. Je maakt namelijk beleid voor heel
veel mensen en de gemeente rekent op jou. Ik denk dat ik hier later beter mee om kan gaan als ik ook meer
ervaring in het werk heb.
Ik kan nu nog niet echt goed zeggen of ik me hier in wil verdiepen tijdens mijn studie. Bij Sociale zaken zitten
nog veel meer onderwerpen die me ook allemaal aanspreken. Ik wacht dus liever even af wat er allemaal nog
komen gaat. Later zou ik wel iets willen doen omtrent Sociale zaken, want dan heb ik meer het gevoel alsof ik
echt iets kan betekenen voor de samenleving.

Financin

Mijn beeld was eigenlijk dat je als beleidsmedewerker van financin de hele dag op kantoor bezig bent met
allerlei cijfertjes. Het leek mij vooral erg saai en taai. Ook dacht ik dat dit werk was met weinig variatie. Het leek
mij ook moeilijk werk. Dit komt denk ik meer omdat ik vroeger al moeite had met wiskunde en economie. Ik
vond die vakken ook nooit zo leuk en heb zelf nooit echt iets met cijfers gehad.
Dat beeld is eigenlijk niet echt veranderd. Het is wel fijn dat ik nu meer inzichten heb gekregen in een
beleidsterrein wat mij eigenlijk helemaal niks lijkt. Ik denk persoonlijk ook niet dat iedereen voor dit werk is
weggelegd. Het beeld is niet veranderd, omdat de beleidsmedewerker zelf al aangaf dat hij het juist leuk vond
dat het een complex en lastig iets was. Ik vind dat geen fijne gedachte, want dan heb ik het gevoel alsof ik ook
sneller fouten kan maken bij moeilijk en ingewikkeld werk. Op sommige punten is mijn beeld wel veranderd,
omdat er wel wat variatie in het werk zit. Zo had de beleidsmedewerker veel overleg met verschillende
organisaties, personen en andere gemeenten. Bovendien lijkt mij dit geen leuk werk, omdat je erg veel mensen
moet teleurstellen. Er wordt overal op bezuinigd en het lijkt mij niks om aan iedereen te moeten vertellen dat
ze het nu met minder moeten doen en het eigenlijk zelf uit moeten zoeken. Dit is natuurlijk op elk
beleidsterrein wel een beetje zo, ook bij de zorg. Maar bij financin ben jij zegmaar degenen die het gedaan
heeft. Ik zou me hier dan ook niet verder in willen verdiepen. Dat staat voor mij al vast. Ik zou er niet veel
plezier aan beleven als ik dit beleidsterrein zou kiezen. Financin, milieu en ruimte lijken mij gewoon saaie en
moeilijke onderwerpen. Ik vind persoonlijk vaak iets niet leuk om te doen als het moeilijk is. Ik heb het gevoel
alsof je bij deze beleidsterreinen minder betrokken bent bij de samenleving en de burger. Je staat naar mijn
mening verder van de burger af. Burgers kloppen vaak bij de gemeente aan voor de vraag naar zorg, bijstand,
opvang etc. Dan heb je direct met de burger te maken. Ik zie mezelf later dan ook niet werken bij de afdeling
financin. Ik denk dat je af en toe erg hard in je werk moet zijn. Het gaat om het bewaken van veel geld, grote
bedragen binnen een gemeente. Die moeilijke taak past niet bij mij en die zou ik ook niet op me willen nemen.
13

You might also like