You are on page 1of 210

A L D U S S P R A K Z A R A T H U S T R A

A L D U S S P R A K
Z A R A T H U S T R A
D O O R
F R I E D R I C H N I E T Z S C H E
D E T W E E F O N T E I N E N
D R I E B E R G E N
Opgedragen aan den
Rattenvanger van Berlijn
onder het motto van Joseph Gbbels
, , W i r sind doch das Elitenvolk".
I. P R E L U D I U M I N A S E N Z A K
W
i en de goden wi l l e n ver der ven, slaan zi j met b l i nd-
hei d. D e waar hei d van deze oude ui tspr aak kan
i eder een er kennen di e zi c h b ezi g houdt met de geschi edeni s
van mensen en mensengr oepen, vol ke r e n en ri jken. D o c h
even waar b l i j kt daarbi j ook, dat G o d s mol ens, hoewel zi j
zeker heten te mal en, di t meni gmaal ui ter mate l angzaam
doen, en de ve r b l i ndhe i d van zowe l i n di vi du als nati e her-
haal del i jk de kans kr i j gt t ot genezi ng te komen, als zi j maar
l ui ster en naar pr ofeti sche, waar schuwende stemmen, i n staat
om ook de meest b e dor ve n ogen te openen, ten ei nde
de waar hei d te aanschouwen en t ot i nkeer te komen.
I n het l even der vol ke r e n zi jn het voor al de schr i jver s
en di chter s geweest, di e van oudsher ni et enkel de zege-
zangen en de epen van nati onal e r oe m aanhi even, maar ook
woor de n van cr i ti ek spr aken, wel ke getui geni s afleggen van
di ep i nzi c ht i n het kar akter van het vol k waar toe zi j be-
hoor den.
T egenover hen di e b i zonde r i n de laatste t i j d en onder
i nvl oe d van staatkundi ge omwent el i ngen ni et moede
gewor den zi j n de ver meende super i or i tei t van 'het Ger ma-
nendom en de ui t ve r kor e n dr ager daarvan, het Dui t s e vol k,
ui t te bazui nen, maar ook tegenover hen di e smal end
betogen, dat het de Dui t se r s bi j deze nati onal e ar r oganti e
steeds aan de nodi ge zel f cnt i ek ont b r oke n zou hebben,
wi l l e n wi j thans een les stel l en, di e de D ui t s e Li ter atuur ge-
9
schi edeni s als een open en voor i edereen toegankel i jk b oek
opl ever t, en di e b ove ndi e n gemakkel i jk ver di ept wor dt ,
wanneer wi j onder l i ter atuur ni et sl echts ver staan de schone
di cht- en schri jfkunst, maar di t b egr i p veel r ui mer nemen
en ui t b r ei den t ot de geschr even geestespr oducten i n het
al gemeen van hen, di e r epr esentati ef zi j n voor een bepaal d
ti j dper k.
W i j vi nde n dan, bi j vl meer schri jvers, denker s en
gel eer den dan men oppe r vl akki g ver moeden zou, ui ti ngen
van wr evel i ge beschami ng of van pi j nl i j ke ver b ol genhei d
over zeer bepaal de nati onal e gebr eken, naast of vaak
i npl aats van de meer al gemene tr ots op oor spr ong en af-
komst, mi l i eu en gemeenschappel i jk ver l eden.
Pr of eti sch i nder daad, i n oud-testamenti sche zi n, heb b en
de besten onder hen het H e de n waar i n zi j l eefden als een
ve r b i ndi ng van Ve r l e de n en T oe koms t door zi en, en heb b en
zi j i n hun ti j dscnti ek het We e den i nwoner en van de l and-
streek" toegel i cht met dui del i j ke voor b e e l de n van de
nati onal e euvel en, en ni et al ti j d even zachtaar di g de vi nger
gel egd op de meest wonde pl e kke n van het zedel i jk vol ks-
bewustzi j n. Z ac ht zi nni ghe i d l i gt ni et i n de aard van den
pr ofeet, en een zeker e eenzi j di ghei d i s onver mi j del i j k ver-
b onde n aan de aard van zi jn zendi ng.
Vo o r ons doel : het aantonen van de sl agschaduwen van
het D ui t s e vol kskar akter , van de dageraad hunner geschie-
deni s af, t ot de jongste godenschemer i ng i n onze dagen, is
eveneens een zeker e eenzi j di ghei d geboden. Wa a r posi ti eve
en aangenaam-gekleurde beel den l egi o zi jn, tr achten wi j
io
hi er, aan de hand van de L i t e r at uur een negati ef te ont-
wi kkel en, dat vr alles getui geni s aflegt van het tegendeel
der gangbare Dui t s e zel fover schatti ng. Naar D ui t s voor -
b eel d wor dt het M a g i s t e r i p s e d i x i t " ons L e i t mot i v
en zul l en wi j tr achten het vol l e gewi cht van de Locus ab
auctor i tate" te doen gevoel en.
W a t een v ol k over zi c hzel f denkt en voel t, bepaal t onge-
t wi j f el d voor een zeer gr oot deel zi jn geschi edeni s. H e t i s
echter de vr aag of datgene wat het als l euze en gemeenpl aats
hi er omt r ent ui tschr eeuwt, ook wer kel i j k b e ant woor dt aan
de i nner l i jke er var i ng en de onbewust-bel eefde wer kel i j khei d.
D e l i ter atuuur nu i s jui st een gedeel tel i jke b e wust maki ng
van het onbewuste; i n haar kl i nke n ni et al l een de i ndi vi duel e,
maar ook de col l ecti eve angsten en twi jfel s dr ; zi j
geeft ui t i ng aan de momentel e wanhoop, het opdoe me nd
mi nder waar di ghei dsbesef, de er var i ng van een aangebor en
ont oer ei kendhei d. Waar l i j k, zi j bestaat ni et enkel ui t di t hy-
r amben en j ui chtonen, behal ve i n ti j den van zo gr ote onder-
dr ukki n g en wer kel i j khei dsver val si ng, dat zelfs de staats-
poten en papagoj i m met st omhei d geslagen zi jn, en enkel
nog de stem van een Pr opagandami ni ster i n tal van echo's
gehoor d wor dt . D o n k e r is de ti jd, een hel het l and, waar i n de
L i t e r at uur haar schoonste di ssonanten, di e van een pr o-
feti sche zel fcr i ti ek, moet mi ssen!
Z u l k een vol sl agen dr uk en st omhei d i s i n D ui t s l an d bi j
alle onde r dr ukki ng en st ommi t ei t van bovenaf, zel dzaam ge-
weest, zodat de l i ter atuur van schi er alle ti j den i n di t l and
ook di e gel ui den heeft doen hor en, waar op onze or en thans
i i
gespi tst zi jn. W e l moesten bi j ti j d en wi j l e al te opr echte
geesten het l and ver l aten, opdat hun stem met al te vr oe g
i n hun hals zou gesmoor d wor den, maar sl echts ui ter mate
zel den bl eef het hun onmogel i j k ter ug te ker en, of ver l or en
zi j het ge dul d dat ke nme r ke nd is voor een ster k gel oof.
A l l e n tezamen sl epen en pol i j stten zi j de spi egel , di e i n kl ar e
opr e c ht he i d fouten en gebr eken even dui del i j k als deugden
en si er aden laat zi en. H e t mag sl echts ve r wonde r i ng bar en
dat nog zo wei ni gen ge poogd heb b en het wi e r ookgor di j n
geheel te ver wi j der en, om een onver t r oeb el de b l i k te kunnen
we r pe n i n deze Teutonenspi egel , eeuw-i n eeuw-ui t van hand
t ot hand gegaan, mi sb r ui kt voor veel ve r b l i ndi ng, maar m
het vr i je dagl i cht en bi j nadere b e sc houwi ng t oc h ver hel -
der end-opr echt en onb ar mhar t i g waar!
Z ol a n g als er T e ut one n war en D a t is dan al van om-
str eeks 950 af, t oen de kanselari j van O t t o I de Dui t se r s als
Teutoni ci " ver eni gde, en van 1080 af, t oen er al gespr oken
we r d van een Teutoni ca patr i a".
W a t de oudste hel denzangen ui ter aar d nog ver zwegen,
vi nde n wi j echter al, zo gauw de per soonl i j khei d aan het
woor d komt , kr ac ht i g genoeg ui tgedr ukt. Is er een Dui t s e r
di chter denkbaar dan meester Wa l t h e r v on der Voge l we i de
di e i n de over gangsti j d van de 12 de naar de 13 de eeuw leefde,
en, zel f vaak genoeg het slachtoffer van vor stel i j ke wi l l ekeur ,
met ope n oog zi j n omge vi ng zag, wel ke eer l ozer met den
dag we r d, zodat hem de ont b oe ze mi ng ontsnapte:
O wee, welke eer trekt naar den vreemde uit Duitse landen".
E n meer dan dat ont vi e l hem. I n de spr euk Ich saz uf
12
ei nem steine", di e een b eschr i j vi ng bevat van de toestanden
i n D ui t s l an d na de dood van H e i n r i c h V I i n 1197, kl aagt hi j
b i t t er over de untnuwe" en zegt:
Ontrouw loert uit alle hoeken,
Gewel d zoekt op de wegen naar buit,
Vrede en recht zijn dodelijk gewond".
A l staat het ni et geheel vast dat hi j ni et een en dezel fde
is als de anonyme Mei ster F ndank", en is deze vr i j denker
waar schi jnl i jk maar een di cht ende vage b ond geweest, ui t
zi j n Beschei denhei t", het gedi cht waar i n hi j beschei d geeft
ove r het ve r moge n t ot onder schei d dat weer t ot l evenswi js-
he i d voer t, spr eekt hi j ni et veel anders dan zi j n ti j dgenoot
Wa l t h e r v o n der Voge l we i de , en kl i nkt alleen zi j n t oon
fel l er en exacter over de wantoestanden i n Ti uschi u lant":
, , De Duitse landen zijn van roof vol ;
Justitie, vorstenmacht, munt en tol,
die werden eens ten goede bedacht;
nu worden zij tot roof aangebracht.
D e goede wetten die men eens heeft verbreid
tot verbetering van de Christenheid,
de hoogste en de machtigste lin
kan men ze thans 't eerst breken zi en! "
Mi dde l e e uwse toestanden zal men zeggen. A l o m was het
i n di e dagen zo. Maar stel l i g was het i n de D ui t s e gouwe n
onder de kei zer s en hun vazal l en, al l esbehal ve een para-
di jsl i jke toestand, en over de geaar dhei d van di e ver schi l -
l ende l ots- en b l oeds-ver b onden vol kj es (zoals dat heet)
behoeft men zi c h waar l i jk geen i l l usi es te maken. O o k ni et als
men een of twee eeuwen over spr i ngt en i n de 16 de eeuw
*3
ter echtkomt, waar de Ber l i chi ngens en de S chwei ni chens
i n hun autobi ografi en vol doe nde van zi c hzel f spr eken om
dui del i j k te doen bl i j ken, dat deze dr omende en schr i j vende
bandi eten en r oekel oze r over s echte t ype n zi j n en zui ver e
ver tegenwoor di ger s van hun gehel e vol k. L ut h e r l ever t i n zi j n
Ti schr eden" de commentaar hi er op, waar hi j op de he m
ei gen popul ai r -pl asti sche wi jze ver kl aar t:
Dui tsl and is gel i jk een schone, kr achti ge hengst,
di e voeder en al het over i ge genoeg heeft. H e t ont-
br eekt hem echter aan een beri jder. Z oal s nu een ster k
paar d zonder een r ui ter di e het regeert, heen en weer
l oopt te dwal en, zo is ook D ui t s l an d macht i g genoeg
aan ster kte en aan mannen; het ont b r eekt het l and
echter aan een goed hoof d en een goeden regent".
Z o ove r t ui gd was hij echter ni et van het tekor t aan be-
hoor l i j ke l ei di ng, of hi j zag ook wel , wat er schor tte aan de
Dui t se r s als massa; en het mi nder waar di ghei dsbesef, di e
eeuwi ge schaamte der Dui t se r s over de mi nac ht i ng wel ke
zi j bi j alle bui tenl ander s menen te bespeur en, en di e zi j z o
gaarne met rassentheori en en ver over i ngst ocht en tr achten
te compenser en, vi nde n wi j i n dezel fde Ti schr eden" we l
heel onomwonde n ui t ge dr ukt :
Er is geen nati e di e meer ver acht wor dt dan de
Dui t se . D e I tal i anen noemen ons beesten; F r ankr i j k
en E nge l and spot t en met ons, en zo doen al l e andere
l anden. W i e weet, wat G o d van zi ns is, van de Dui t se r s
te maken; hoewel wi j een goede gesel i ng wl van hem
ve r di e nd hebben".
14
N a de mi ddel eeuwse gesta D e i per Fr ancos" was het nu
we l wat ver i n de geschi edeni s voor een T e ut oons pendant
hi er van; maar deze hoopvol l e waan zi j n de Dui t ser s nooi t
geheel kwi jtger aakt. Steeds weer heb b en ze zi c h ve r b e e l d
i n zeker e z i n een ui t ve r kor e n vol k met een b i zonde r e
hi stor i sche mi ssi e te zi jn. H e t is ni et het eni ge punt van
over eenkomst dat zi j met de Joden ver tonen.
I n de tweede helft van de 16 e eeuw b el even zi j een der
ergste l aagtepunten van hun geschi edeni s, waar i n zelfs de
stemmen van het pr otest gesmoor d schi jnen, di e ni et eerder
hoor baar wor de n, dan wanneer het t umul t van de D e r t i g-
jari ge O o r l o g D ui t s l an d t ot i n zi j n ver ste ui t hoeken heeft
doe n ont waken. Daar weet dan Gr i mmel shausen' s Si mpl i -
ci ssi mus" heel wat b i zonder heden van te ver tel l en, en wel i s-
waar mi nde r dr asti sch, maar zeker ni et mi nder wi j sger i g een
Hans M i c h ae l Mosc her osc h, di e tegen het mi dde n van de
17 de eeuw al l er mi nst kar i g is met zi j n cr i ti ek, en over de
edel l i eden weet te di c ht en:
Pralen, pochen, vreten, zuipen,
naar gierigheid en woeker gluipen,
dat doen onze edellieden!"
I n zi j n b r eedvoer i ge r oman Phi landers v o n S i t t e nwal d
wunder hc he und wahr hafti ge Gesi cht e" t ypeer t hi j de n
D ui t s e n vor st, di en de ver tel l er op zi j n Dant e ske t ocht door
de hel ontmoet, en bi j wi e n het b e r ouw te laat gekomen is,
zodat deze nu de vol gende zel fbekenteni s ui tjammer t, waar-
i n hi j al een voor ge voe l van oor l ogsr epar ati es" gehad moet
heb b en:
!
5
Ik b e dr oog mi j n onder danen, b e l oonde
mi j n getr ouwe di enar en sl echt, ve r vol gde hen, hun
we duwe n en wezen om val se r edenen, ont hi el d hun
het goed en het voedsel dat hun t oe kwam; mi j n arme
v ol k deed i k geb ukt gaan onder steeds ni euwe ci jnsen
en bel asti ngen, t ol r echt en en schatti ngen; hun b ezi t
t r ok i k t ot mi j door mi sdaad, zwar e boeten, kunst-
gr epen en gewel d, i k stal en r oofde, i k wur gde en i k
doodde h e n . . . Ve r v l oe kt zi j mi j n ganse l evenswandel !
W e e mi j, hoe heb i k het zweet en het b l oe d van mi j n
arme onder danen er door gejaagd! Ik heb de geesteli jke
en de kl ooster goeder en ni et geb r ui kt t ot de ere G ods ,
ni et om er arme schol i er en mee te onder steunen,
ni et ten tr oost van bedr oefde we duwe n en wezen, ni et
t en behoeve van zi ekenhui zen en hospi tal en, maar i k
heb alles met hofgelagen, pr acht, kor t swi j l , jachtver-
maak en zotter ni j en er door ge b r ac ht . . . . W e e mi j, en
eeuwi g wee dat i k mi j n arme bur ger s en boer en met
ondr agel i j ke bel asti ngen heb ui tgezogen tot de laatste
b l oe ddr oppe l en dat b l oe dge l d heb ui tgegeven voor
banketten, opt oc ht en en tour nooi en, voor l i c ht vaar di g
spel en weel dever t oon waar toe mi j n vl ei er s mi j heb b en
aangezet! W e e mi j, en eeuwi g wee dat i k mi j n arme
bur ger s en boer en zo zwar e l asten heb opge l e gd ten
bate van mi j n t yr anni ek en meer dan dui vel s jachtver -
maak en van mi jn onnodi ge b ouwwoe de ! W e e mi j, en
eeuwi g wee dat i k heb gedoogd, dat mi j n dui vel se
b eul sknechten van jagers mi j n arme, honger i ge, naakte,
zi eke en geb r ekki ge boer en i n de hete zomer en de
i j skoude wi nt e r de ber gen, de dal en en de vel den op-
joegen, en als zi j te tr aag kwamen, de oude mensen als
sc hool ki nder en met door nt akke n r ansel den en hun
h ui d met zwe pe n stuk sloegen, hen als ki kvor se n dood
tr apten, als ber en met sper en door staken, de maagden
besl i epen, de ge t r ouwde vr ouwe n schoffeerden, de
knapen ver l amden, de behoefti gen met gel dboeten ten
ver der ve v oe r de n . . . . W e e mi j, en eeuwi g wee, omdat
i k heb toegel aten, dat mi j n ambtenar en, r entmeester s
en gouver neur s het kl ei ne bezi t van de ar men ont-
ei genden en het i n mi j n schatki st st or t t en; dat zi j de
ci jnsen, tol r echten, pacht sommen en bel asti ngen ver-
hoogden, dat zi j de pr i ester s smadel i jk behandel den
en hen dwonge n t ot oor l ogscont r i b ut i es ( G o d zi j ons
genadi g, dat di t wo o r d is opgenomen i n de taal van
ons, arme Dui tser s! ); dat i k we duwe n en wezen l i et
wur ge n en hun r echt l i et schenden! W e e mi j, en eeuwi g
wee, dat i k mi j n gemal i n en haar di enaressen ten koste
van de angst en het zweet, de n ood en de dood van
mi j n arme bur ger s en onder danen l i et pr al en en pr i j ken!
W e e mi j, en eeuwi g wee, dat i k mi j n edel en, mi jn
vr i jen, mi j n onder danen i n gevangeni ssen heb doen
zuchten, di e geen mens, en onder de mensen geen
eer l i jken Dui t se r , en onder de Dui t se r s geen ver l osten
C hr i st e n, ja di e zelfs geen aap of wol f passen! W e e
mi j, en eeuwi g wee, dat i k mi j n hofschr ansen en laffe
vl ei er s aan mi j n tafel noodde, en ni et veel eer arme
7
we duwe n en wezen aan het r echt hi el p, dat hun toe-
kwam! "
Mosc he r osc h is over meer hebbel i j kheden van zi j n lands-
l i eden sl echt te spr eken; ook wat het vol k i n 't al gemeen
betreft. In zi j n r i j men A la mode" en i n andere ver zen gaat
hi j te keer tegen het l aml endi ge Dui t s , het Mi schgemasch"
van de taal een kl acht di e we ook bi j ander en te hor en
kr i jgen en ver kl aar t hi j r ondui t :
Gij slechte Duitsers,
afrossen moet men u,
dat gij uw moedertaal
zo weinig acht."
D i t is echter van ger i nge betekeni s, ver gel eken bi j de
wr eedheden en het onr echt dat het lagere vol k en de boer en
i n het b i zonder , ti jdens en na de oor l og wor dt aangedaan.
E e n kl assi eken zedemeester als F r i e dr i c h v on L ogau zi t t en
deze di ngen dan ook zeer hoog, en wanneer hi j het over de
pol i t i e k van zi j n ti j d, de Wel t kunst " heeft, heet het daar om:
Heer is de politiek, het Christendom haar knecht;
D e eigenbaat zit op de troon, gevangen zit het recht."
E n deze S i l ezi sche di cht er r esumeer t nog jaren na de
Westfaal se vr ede i n het vol ge nd epi gr am zi j n onder -
vi ndi nge n :
B U I T UI T D E D U I T S E O O R L O G
Wat kon deez' krijg aan buit ons bieden ?
Veel graven, heren, edellieden.
Het Duitse bloed is veel eedier geworden,
Daar zo verzwakt is der boeren orde.
18
H i j had i nder daad alle r eden om b i t t er te zi j n over de
Hundekaval i er e" di e si ndsdi en maatschappel i jk de l akens
b l e ve n ui tdel en. H e t was al sof de wantoestanden zi c h conso-
l i deer den, zodat het geenszi ns over dr even schi jnt, dat hi j
een van zi j n Si nngedi chte" (1654) wi j dde aan:
O N Z E T I J D
D e ouden konden vrolijk zingen
Van dappere Duitse heldendingen,
Door hunne vaderen eens beleefd.
Al s G o d ons ooit nog kinderen geeft,
Di e zullen 't doen van onze dagen
Bezingen niet, maar wel beklagen.
O p de kr ui per i ghei d, di e bi j her hal i ng door zi j n nazaten
gehekel d zal wor de n als een speci fi eke ei genschap van l i eden
wi e de Stol z" voor t dur e nd i n de mon d b est or ven l i gt, wi jst
hi j i n di e dagen al :
Eer een van u naar 't hof ooit ga,
Hi j lere eerst goed zeggen: Ja! "
Maar een bepaal d pr ofeti sche b l i k t oonde L ogau te
b ezi t t en daar waar hi j de zegeni ngen van die neue Ver fas-
sung" (i n het zeventi ende-eeuwse D ui t s l etter l i jk de ni euwe
orde") b egon te bezi ngen i n zi j n gedi cht Ver kndi gungen
des Sieges", dat ver l eden, heden en toekomst der Dui t se r s
aldus samenvat:
O V E R W I N N I N G S M A R E N
Ei lustig, gij krijgers, gij zult immers winnen,
O f zou de nieuw'orde met leugens beginnen ?
D e wapens die men om uw land heeft gebonden,
J
9
Zij n onlangs, met 't stropen van boeren gevonden;
D e middelen voor laarzen, tuig, zadels, pistolen,
Zij n ridderlijk vlakbij de straatweg gestolen ;
Het geld voor verpleging het land afgedwongen,
Is rustig door keel, maag en darmen gedrongen;
D e paarden gesleurd van hun nuttige ploegen.
Di e nog voor de bloedige broodresten zwoegen,
Z e voeren en vullen veel duizenden wagens
Di e hoeren en kerels ten velde meedragen;
Opdat weer de ruiters een poos konden rijden,
Gaan ze aderen en pezen het land nu doorsnijden ;
Een vorstendom wordt dus tot schans voor hun treffen,
O m 't handjevol ruiters in 't zadel te heffen.
Reeds t oe n: de onbegr i j pel i j ke dwaashei d van de massa,
wel ke de neue Ver f assung" aanvaar dt t e r wi l l e van een
handj evol avontur i er s! E e uwi ge her hal i ng der geschi edeni s,
di e maakt dat di chter s i nder daad pr ofeten van 't ver l eden"
zi j n! N i e t sl echts de i ndr i nger s of dol l e K r oat e n" wor de n
meer afgeschi l der d als r over s, bandi eten en wr e de onder -
dr ukke r s; men komt al meer en meer t ot het i nzi cht , dat de
ei gen i ngezetenen geen haar beter zi jn, en door de omstan-
di gheden eer sl echter wer den. Gr i mmel shausen' s hel d S i m-
pl i ci us zi ngt n og :
Gij zeer verachte boerenstand,
Zij t toch de beste in het l and. "
He t ge e n gemakkel i j k waar kon wezen.
H e t der de b oek van Si mpl i ci ssi mus" dr i jft de spot met
een aartsfantast" en een Dui tsen hel d", di e naar het heet,
de hal ve wer el d ver over en zal en een stad mi dde n i n Dui t s -
l and b ouwe n, di e veel gr ot er zi j n zal dan M an ao i n A me r i c a
20
en goudr i j ker dan Jerusalem i n Sal omon' s t i j d geweest is."
Voor t s zul l en alle We s t - E ur ope s e koni ngen de D ui t s e nati e
l e e npl i c ht i g zi jn.
S t e l l i g i r oni sc h di t alles. Maar men b espot sl echts dat wat
wer kel i j k i n het b ewust zi j n van ander en en zi c hzel f leeft.
E n deze gr oot hei dswaanzi n spookt e heus ni et al l een i n
Ger maanse kei zer sdr omen, maar Gr i mmel shausen bewi j st
het ni et mi nde r i n de sol dateske hal l uci nati es en de
nati onal e aspi rati es van de toenmal i ge Dui t ser s. Z e wor de n
zelfs door een L e i b n i t z onder steund en aangewakker d, al
maakt ook deze i n zi j n Unvor gr ei fl i chen Gedanken", een
D ui t s tractaat van 1697, er nsti g aanmer ki ng op het toene-
mende mi sb r ui k van de taal, waar bi j hi j constateer t:
Het z ou eeuwi ge j ammer en schande zi jn, als onze
hoofd- en hei dentaai op di e mani er door onze nal ati g-
hei d ten gr onde z ou gaan. Wa a r we i ni g goeds van te
ver wacht en val t ; daar het aannemen van een vr eemde
taal gewoonl i j k het ver l i es der vr i j hei d en een vr e e md
j uk met zi c h meebrengt. "
H e t is bl aam di e tevens de angst voor het vr eemde ver-
raadt, en met onzeker hei d over ei gen zel f standi ghei d ge-
paar d gaat. I n de 18de en meer nog i n de 19de en 20ste eeuw
zul l en wi j deze houdi ng, deze kwal i j k ver hol en angst, zozeer
zi en toenemen, dat zi j bi j her hal i ng door de gr ootste D ui t s e
geesten ont masker d en aan de kaak gestel d zal wor de n.
A a n het ei nde van de Der t i gj ar i ge O o r l o g b e dr oe g de
b e vol ki n g van D ui t s l and nog maar twee vi j f den van di e i n
1618. O o k na de vr ede kwam het l and ni et b epaal d op adem.
21
D e toenmal i ge Hei del b er gse hoogl er aar i n het Staats- en
Vol ker enr ec ht , S amuel Pufendor f, gaf door mi dde l van een
gefi ngeerd per sonnage zi j n me ni ng over het R i j k te kennen,
en stel de vast dat het noch een monar chi e, noc h een ari sto-
crati e, noc h een me ngvor m, j ur i di sch ni et te r echtvaar di gen,
theor eti sch en pr acti sch een ondi ng, een absur d en monster -
acht i g extr a-pr oduct" was.
E e n b i zonde r enghar ti ge en kl ei nsteedse we r e l d we r d
het, di e de 18de eeuw, de eeuw der Ve r l i c ht i ng, van F r e de r i k
den G r o t e en van de gr ote D ui t s e kl assi eken, i nl ui dde.
22
D E G R A U W E S T A A R
T ang nadat de over i ge l anden van We s t - E ur opa hun
Jl i beste kl assi eken i n de l etter kunde gekend hebben,
cor yfeen als Shakespear e en M i l t o n , Rac i ne en Mol i r e,
Cer vant es en L o p e de Vega, Vo n d e l en H o o f t reeds een
hel e poos t ot het ver l eden behoor den, begi nt i n D ui t s l and
pas de gr ote opb l oe i op di t gebi ed. H e t was al v ol op i n de
achtti ende eeuw, en begr i j pel i j ker wi j ze war en het jui st de
fi jnste geesten van het G e r mane ndom, di e het ster kst de
achter l i j khei d voel den, waar mee di t ve r spl i nt e r d vol k, di t
samenvoegsel van vaak bel achel i jk kl ei ne en bel achel i jk
ei genger ei de staatjes, tegenover de snel -opbl oei ende c ul t uur
van de rest van We s t - E ur opa afstak. A a n een pol i t i eke
v or mi n g van het l and vi e l toen nog nauwel i jks te denken ;
daaraan di ende, desti jds zo goed als thans, de geesteli jke
vor mi n g voor af te gaan, di e L e i b n i t z naar i l l uster e bui ten-
l andse voor b eel den i nzette, en di e door K ant voor goe d i n
zul ke i deal i sti sche banen gel ei d we r d, dat de natuur l i j ke
real i tei tsangst van de Dui t se r s er sl echts door ver ster kt
we r d en zi c h kon ont wi kke l e n t ot een soor t van r el i gi e van
het onwer kel i j ke.
I n deze ui thoek van E ur o pa scheen ver l i chti ng" een
synoni em van vl uc ht i n het ontastbar e en daar om onaantast-
bare, en een cul tus daar van met zi c h mee te br engen, zodat
el ke omwe nt e l i ng al van te vor e n onmogel i j k leek en een
2
5
4
geest van conf or mi sme het kostbaar ste pand der pl aatsel i jke
c ul t uur wer d. A l l e e n het per soonl i j ke l ot van sommi ge
figuren, ui ter aar d hoofdzakel i j k kunstenaars, stel de zul k een
schaarse enkel i ng i n staat de t over b an der metaphysi sche
gezapi ghei d te door b r e ke n om een wanhopi ge str i j d aan te
b i nde n met de omr i ngende wer kel i j khei d. E n bi j di e str i j d
moest dan ui ter aar d het bui tenl andse t ot voor b e e l d di enen,
waar er nog geen spoor van een nati onal e tr adi ti e te vi nde n
was. Z o l i et de doof gewor den c omponi st en muzi ektheor e-
ti cus Mat t he son zi jn ui ttr eksel s ui t de Engel se Tatl er " en
Spectator " ver schi jnen, nog i n de onzeker hei d: of deze
nde ndo di c t a ver i tas i n een D ui t s e ki e l ook hi er te l ande
met evenveel toegeefl i jkhei d en l i j dzaamhei d als i n het zi n-
r i jke E nge l and zal wor de n aangenomen." B odme r en B r ei -
ti nger met hun vr i e nde nkr i ng noemden de lezers van di e
eerste generati e der 18de eeuw erlauchten Z usc hauer der
Engel l andi sc hen Nat i on", en dat zoude n ze nog heel l ang
bl i j ven, of schoon jammer genoeg zonder de r edel i jker wi jze
te ver wacht en r esul taten!
B i j deze stand van zaken l i gt het voor de hand, dat wi j
vr het door dr i nge n der ui t i ngen van de ni euwe geest i n
Fr ankr i j k, dat i n el k opzi c ht toonaangevend was, en vr dat
de gr ote her auten der Fr anse r evol ut i e zi c h hi er l i eten hor en,
onder de D ui t s e schr i jver s maar ui ter st zel den mannen
zul l en ont dekken, di e zi c h ger oepen voel den, hun landge-
noten als massa l achend of er nsti g de waar hei d te zeggen.
S t i cht el i j k wi l de men maar al te graag zi jn, doch, zoal s
Rabener , de navol ger van Swi ft, schreef:
26
Dui tsl and is ni et het l and waar i n een beter e satyr e
het z ou mogen wagen het hoof d i n vr i j hei d te ver-
heffen ; i n D ui t s l an d mag i k het ni et wagen een dor ps-
school meester dezel fde waar hei d te zeggen, di e i n
L o n de n een Lor d-aar tsbi sschop moet aanhoren."
Z o wor dt het dan aanneemli jk, dat zelfs een half-be-
schaafde vor st als F r e de r i k de G r ot e (men l eze We r n e r
Hegemann' s bi ografi e, om zi c h van deze hal ve beschavi ng
ten vol l e te over tui gen) zi c h van het Ger maanse afkeerde
om met hart en zi el het overrijnse", het Fr anse aan te hangen,
en zelfs hi j de D ui t s e taal, di e hi j ni et wenste te schr i jven,
a de mi bar bar e" noemde.
E e r st met de tweede helft van de 18de eeuw komt
aarzel end, maar steeds toenemend eni ge ver ander i ng i n
di t opzi c ht . E n het is al weer geen toeval , dat jui st een ster k
en edel kar akter als dat van Lessi ng, ook op di t gebi ed
vr gaat en waar heden dur ft ui t te spr eken, di e te l ang
ve r b or ge n bl even. O ndanks zi j n theol ogi ser en en zi jn idea-
l i sti sch filosoferen was deze vr i e nd van Mose s Me nde l ssohn
ook de schr i jver van Nathan der Wei se", waar i n ongetwi j fel d
met de metafysi sche gezapi ghei d geb r oken wer d. Z i j n l i efde
voor het toneel , de we r e l d der ve r momde waar hei d, zi jn
l i efde voor veel van de eenvoudi ge, goede di ngen des levens,
l i et hem met wi j dope n ogen de omr i ngende wer kel i j khei d
m veel van haar onschone naakthei d zi en, en gaf hem meni g-
maal de moe d er onbevangen over te spr eken.
Z o b i j voor b e e l d i n het achtti ende stuk van zi jn Ham-
bur gi sche Dr amat ur gi e" waar i n hi j naar aanl ei di ng van
2
7
Zel mi r e" van den heer D u B e l l oy t ot de vol ge nde be-
schouwi ngen kwa m:
D e naam D u B e l l oy kan ni emand onb ekend zi jn, di e
i n de ni euwer e Fr anse l i ter atuur ni et geheel en al een
vr eemdel i ng is. D e schr i jver van het Bel eg van Cal ai s"!
O o k als het stuk op zi chzel f ni et ver di ende dat de
Fr ansen er zoveel dr ukt e over maakten, dan str ekt
t oc h di e dr ukt e zel f de Fr ansen t ot eer. W a n t zi j laat
ons hen zi en als een vol k dat jaloers i s op zi j n r oe m;
waar op de gr ote daden van het voor gesl acht hun
i ndr uk nog ni et ve r l or e n heb b en; dat, ove r t ui gd van
de waar de van een di cht er en van de i nvl oe d van het
toneel op de ugd en zeden i n het algemeen, gene ni et
t ot zi j n onnut t e l eden r ekent, en di t ni et als een van
di e di ngen beschouwt, waar sl echts l eegl oper s ver-
st r ooi i ng bi j zoeken. H o e ver zi jn wi j Dui t se r s i n di t
opzi c ht bi j de Fr ansen ten achter ! O m het maar r ondui t
te zeggen: bi j hen ver gel eken zi j n wi j nog echte bar-
bar en "
D e z e laatste zi nsnede v i n dt men bi j na l etter l i j k her haal d
i n het ont we r p van Lessi ng' s O de an Mazen", waar hi j, als
ter l oops, i n een tussenzi n, het heeft ove r :
, hi er, i n een l and wel ks i nwoner s van b i nne n
nog al ti jd de oude bar bar en zi j n "
I n zi j n Romanti sche S c hul e" z ou He i n e een kl ei ne eeuw
l ater nog al ti j d hetzel fde bewer en. H e t toneel gaf L e ssi ng
over i gens we l vaker aanl ei di ng t ot het maken van verge-
28
l i j ki ngen als de bovengenoemde. In de 8i ste der Briefe, di e
neueste L i t e r at ur betreffend", constateer t hi j :
Het toneel van den F r ansman is dan t oc h tenmi nste
het ver maak van geheel een gr ote hoof dst ad; t er wi j l
i n de hoofdsteden van den Dui t s e r de pl anken t ot
spot van het gepeupel zi jn. D e F r ansman kan er zi c h
tenmi nste op ber oemen dat hi j vaak zi j n monar ch,
geheel een pr ac ht i g hof, de gr ootste en waar di gste
mannen van het ri jk, de fijnste heden onder houdt ;
t er wi j l de Dui t s e r zeer tevr eden moet zi jn, wanneer
een paar dozi j n eerl i jke par ti cul i er en, di e schuchter
naar de schuur gesl open zi jn, hem wi l l e n aanhoren."
De r ge l i j ke gedachten, di e i n zi j n b esc houwend we r k
meer mal en t ot ui t i ng komen, dr i ngen vanzel f ook i n het
sc heppend wer k van L essi ng door , en wor de n dan onwi l l e-
ke ur i g sommi ge van zi jn personnages i n de mon d gel egd. I n
een stuk als Der Junge Gel ehr te", waar i n Dami s, de t r ouwe
mi nnaar, het v e l d moet r ui men, wor dt D ui t s l and door dezen
ge noe md :
de noor del i j ke zetel van gr ofhei d en domhei d, waar
alle el ementen je bel etten ver standi g te zi jn, waar
nauwel i jks eens i n de honde r d jaar een geest als de
mi jne gebor en wor dt. "
E n als zi j n vader hem t egenwer pt :
Ben je ver geten dat D ui t s l and je vader l and is ?"
dan geeft D ami s een smal end:
Wat Vade r l and! "
tot ant woor d, dat meer zegt dan alle i nfecti even bi j elkaar,
29
maar dat tevens de smar tel i j khei d van zul k een afwi j zi ng
vol kome n ui t dr ukt .
O f di t ook Lessi ng' s per soonl i j ke meni ng was ? W i j heb-
ben alle r eden om di t aan te nemen, alleen al als wi j r ekeni ng
houden met wat hi j b i j voor b eel d i n een b r i ef van August us
1769 aan zi j n vr i e nd en col l ega Ni col a (den l ater en par odi st
van Wer ther ") schreef:
Z e g mi j maar l i ever ni ets van uw Ber l i jnse vr i j hei d
om te denken en te schr i jven. D i e b e pe r kt zi c h ui t-
sl ui t end en al l een t ot de vr i j hei d, tegen de r el i gi e
zove e l sotti ses op de mar kt te br engen als men wi l .
E n om van di e vr i j hei d geb r ui k te maken, daar moet
een r echtschapen man zi c h nu t oc h we l l angzamer hand
v oor schamen. Maar laat i emand te B e r l i j n eens pr o-
b er en over andere di ngen even vr i j te schr i j ven als
Sonnenfel s dat te We e n e n heeft gedaan; laat hem eens
pr ob e r e n het defti ge hof pl ebs zo de waar hei d te zeg-
gen, als hi j dat deed; laat eens i emand i n B er l i j n op-
tr eden, di e zi j n stem w i l verheffen voor de r echten der
onder danen en tegen ui t b ui t i ng en despoti sme, zoal s
het thans zelfs i n De ne mar ke n en F r ankr i j k geschi edt,
en ge zul t zeer spoedi g bemer ken, we l k l and t ot op
heden het meest slaafse van E ur o pa is."
Dui de l i j ke r kan het we l ni et. E n al weer : de bi j schi er alle
denker s ter ugker ende b esc hul di gi ng van slaafshei d!
Hoe ze e r moest deze ni et gevoel d wor de n door een man
di e, n met zi j n aanleg, n met zi j n l i efde voor de anti eke
c ul t uur zi c h al l er mi nst thui s voel de i n de gouwe n van het
3
gr auwe Ger mani , namel i jk Wi n c ke l man n . D e z e fi jnzi nni ge
kunst kenner we r d haast t ot r uwhe i d ge pr i kke l d bi j de ge-
dachte aan het P r ui sendom, gel i jk b l i j kt ui t een b r i ef van
15 Januari 1763, ger i cht aan l i s t e n , waar i n Wi n c ke l ma n n onder
meer schr eef:
Ik r i l van t op t ot teen, wanneer i k aan het Pr ui si sche
despoti sme denk en aan den vol ker enb eul , di e di t
door de natuur zel ve ver mal edi j de en met L i b y s c h
zand bedekte l and t ot het voor we r p van mensel i jke
afschuw zal maken en met een eeuwi ge vl oe k zal be-
l aden. L i e ve r een besneden T u r k dan een Pr ui s. "
W i e de vol ke r e nb e ul is, di e met de bovenstaande ui t-
dr ukki n g (Schi nder der Vl ker ") b e doe l d wor dt , behoeft
nauwel i jks nadere ver kl ar i ng. Maar het is t oc h we l op-
mer kel i j k dat de later offi ci eel zo ver afgode F r e de n k de
G r o t e van een zo beschaafd en kun di g man als Wi n c k e l -
mann geen beter e kwal i fi cati e kon ontvangen. D e gebeurte-
ni ssen l agen dan ook nog te ver s i n het geheugen, dan dat
toen al de geschi edver val si ng waar i n de gezaghebbende
D ui t s e wetenschap zi c h al ti jd b i zonder ster k get oond heeft,
haar fatale i nvl oe d kon doe n gel den.
S tel t men tegenover de str enghei d van zul k een geest de
gemoedel i j khei d van een Bur ger , dan heeft men twee ui ter-
sten van de D ui t s e kunstenaar szi el . Maar ook een B ur ger
wi st zi c h tegenover de vor st en ni et al ti jd even goed te be-
heersen, en nu eens laat hi j zi j n di c ht kunst weer schal l en t ot
een pr otest van der Bauer an sei nen dur chl aucht en T yr an-
nen", dan weer komt hi j t ot een spot t ende hoon i n het
gedi cht Z um S pat z der si ch auf de m Saai gefangen hatte",
met de ondub b e l zi nni ge r egel s:
Hu, hu, despotenkwellerij,
G o d beware mi] voor slavernij."
T e r wi j l hi j t ot een mi ddel eeuws j ammer thema ter ugkeer t,
wanneer hi j naar aanl ei di ng van de C oal i t i e- oor l og di c ht :
Voor wie, o goed Dui ts volk, voor wie
Behangt men u met wapens?
Voor wie laat ge u van vrouw en kind
E n haard in d' oorl og jagen?
Voor vorste' en edelengebroed
En uitwerpselen van papen".
E e n Wi e l a n d zoekt dan al naar voor zi c ht i ger omschr i j-
vi ngen door mi dde l van een ui t gewer kt e par abel , al is zi j n
door gaans komi sche r oman Di e A b de r i t e n" nog l ang ni et
zo r echtstr eeks i n de toespel i ngen als zesti en jaar l ater
T i ec k' s kr oni e k van de S c hi l db ur ger , met wi e hi j de Dui t se r s
bedoel t, zal b l i j ken te zi jn. D e mi nder par l ementai r e S chu-
bar t, di e dan ook om zi j n tyr annenhaat heel wat b i t t er e jaren
vesti ngstr af had ui t te zi tten, gaf ni et alleen op de meer ge-
subl i meer de mani er van zi j n b e r oe md gedi cht Di e Fr sten-
gr uft" aan zi j n ove r kr opt gemoed l ucht, maar kon zi j n
meni ngen i n deze ook netjes en t oc h nauwkeur i g zeggen,
zoal s i n zi j n Deutsche C h r on i k" van 174778, waar i n hi j
r ust i g vaststel t:
Al onze geschr i ften dr agen het st empel van onze
slaafse eeuw, en de kr ant en het me e st . . . . D e ene kr ant
zi et er ui t als de andere".
3
2
Waar me e i ets geconstateer d we r d, dat vol kome n over -
eenkomt met de der denj kse toestanden op per sgebi ed,
toestanden waar i n het over gr ot e deel der Dui t se r s zi c h
wonde r we l heeft wet en te schi kken, zodat de slaafse eeuw
zi c h helaas t ot een slaafse eeuwi ghei d ui t b r e i dde . . .
E e n He r de r , ver b ove n de reeds genoemde ti j dgenoten
ui tstekend, en veel meer wi jsgeer dan een van hen, kon zi c h
i n zul k een mi l i eu ook al heel sl echt thui svoel en, en br acht
zi j n opi ni e over de l andgenoten bi j al zi j n omzi c ht i ghe i d
t oc h nog we l eens als een b i j komst i ghei d onder de aandacht
van zi jn lezers. D e l ucr ati eve mensenhandel di e de Dui t s e
vor st en i n huur l i ngen en sol daten bedr even, ont l okt hem
de vol gende regel s over de Dui t s e r s :
Ze zijn in dienst van hunne heren
Al s honden trouw, laten gewillig zich
Naar Mississippi en Ohi ostroom,
Naar Canada en naar de Morenrots
Verkopen. Sterft zo' n slaaf, dan strijkt de heer
Het loon op, maar de weduw lijdt gebrek.
D e wezen trekken hongerend aan de ploeg. N u ja,
Dat hindert niets, de vorst behoefde gel d. "
B et r ekkel i j k ar mzal i ge di chtkunst, als meestenti jds bi j
H e r de r ; maar hoe wel gemeend, hoe eerli jk, en hoe onpoti sch
jui st door de kwal i t ei t en di e het meest zi j n b esc houwend
pr oza si eren. In zi j n Ideen zur P hi l osophi e der Gesc hi c ht e
der Mensc hhei t " waar i n men hem het zui ver st en vol l edi gst
vi ndt , is hi j althans i n de Zusatze und Nachtr age" (boek 18)
t ot de hi stor i sche sl ot som ge kome n:
33
5
Z o bl eef D ui t s l an d wat het meer dan dui ze nd jaar
geweest is en voor het gr ootste gedeel te nog i s: een
r i jk dat zi j n ei gen kr acht ni et kent, een v ol k dat alle
andere di ngen, al l een zi c hzel f ni et acht, een nati e di e
door een t r ouw van dui ze nd jaren, door i jver en vi n-
di ngr i j khei d op alle gebi eden nog ni et zover gekomen
is, dat zi j zi c h de achti ng van haar regeerders heeft ver-
wor ve n en zi c h een haar waar di ge staatsi nr i chti ng heeft
geschapen".
H i e r nu eens geen t emper ament vol l e ont b oe ze mi ng of
het l uci ede i nzi cht van een pr ofeti sche natuur, maar fei tel i jk
een nuchter -wetenschappel i j ke vaststel l i ng als ge vol g van
een voor di e t i j d zeer veel omvattende en di epgaande studi e
der geschi edeni s. Jammer dat H e ge l zi j n zi el een paar genera-
ti es l ater te snel aan de Pr ui si sche staatsmol och ver kocht ,
om bi j di t pi oni er swer k te kunnen aansl ui ten. Maar dat is
een kapi t t e l op zi chzel f. Ve r de r is di t we l een passende ge-
l egenhei d om ook even te her i nner en aan de ver fr i ssende en
aangename figuur van L i c ht enb er g, di e op de grens van het
kunstenaar schap zi j n i ntegr i tei t als filosoof en wetenschaps-
man zo mi n ver l oochende als zi j n hel der e Engel se ori ntati e.
H i j zag er ni et tegen op i n den vr eemde de geestesvr i jhei d te
zoeken di e hi j i n het vader l and ten enen mal e moest mi ssen,
en schr eef i n 1786 hi er over aan den Z wi t s e r G i r t anne r :
Waar achti g, mi j n hart bl oedt, wanneer i k bedenk
dat E nge l and nog over ei nd staat en i k er ni et bi j kan
zi jn. D e mens wor dt nergens zo naar waar de geschat
als i n dat l and, en met l i chaam en geest wor dt daar alles
34
genoten waar van men onder de sol datenr eger i ngen
enkel dr oomt. "
A a n i emand di e zo goed als L i c ht e nb e r g over de lands-
gr enzen, en ver der dan zi jn neus l ang was, had l er en ki j ken,
kon de nati onal e zel f over schatti ng onmogel i j k ontgaan. In
de 2de B and van zi j n Gesammel te S chr i f t en" stel t hi j de
vr aag:
Z e gt eens, bestaat er b ui t en D ui t s l an d nog een l and
waar men eer der de neus l eer t opt r e kke n dan l eert
snui ten ?
G e e n nati e gevoel t zozeer als de D ui t s e de waar de
van andere naties en wor dt helaas t oc h door de meesten
maar we i ni g geacht, jui st om deze bui gzaamhei d.
M i j dunkt dat ander e nati es gel i jk heb b en: een nati e
di e bi j al l en i n de smaak w i l val l en, ver di ent door al l en
ver acht te wor den. D i t is met de Dui t ser s dan ook
wer kel i j k ongeveer het geval . D e ui t zonder i ngen zi j n
b e ke nd en komen, als alle ui tzonder i ngen, ni et i n aan-
mer ki ng.
Wa a r o m geeft i emand di e het ni et is, zi c h ni et l i cht
voor een D ui t s e r ui t, maar gewoonl i j k, als hi j zi c h voor
i ets w i l ui tgeven, voor een Fr ansman of Engel sman ?"
H e t ant woor d op deze vr agen hebben latere denker s
vaak genoeg gegeven, en het b egr i p mi nderwaardi ghei ds-
compl ex", waar ui t weer di e snobi sti sche modet er m mi co"
we r d samengetr okken, ont st ond ni et bi j toeval i n Dui t se ,
om pr eci eser te zi j n: Dui ts-Joodse i ntel l ectuel e kr i ngen. E e n-
maal ontdekt, we r d het ver schi jnsel steeds opval l ender , en i s
35
het op den duur een obseder ende al gemeenhei d gaan ver-
tonen, voor al onder de l i eden met opgezette b or st en en
fiere schr eeuwtoon.
E e n soor tgel i j k anal yti sch ver mogen, maar di pl omati eker ,
l i sti ger en meer t ot per soonl i j k voor de e l aangewend, ken-
mer kt e Goet he, den onomst r eden kon i n g der Ger maanse
bar den, maar tevens, om met den gnmmi ge n Br ne te
spr eken een ont zet t end hi nder ende kr acht". G oe t he is vol -
gens denzel fden schr i jver een gr auwe staar i n het D ui t s e
oog, " en ni et zonder b i t t e r he i d heb b en vel en het hem nage-
zegd, ondanks hun b e wonde r i ng voor al de geni al e aspecten
van een zo veel zi j di ge figuur. E e n thema op zi c hzel f z ou dat
zi j n: G oe t he en de D ui t s e zi el . Maar hoe b el angwekkend
ook, het zal ons ni et ver l ei den medeschul di g te wor de n aan
het al te vaak ver zucht e G oe t he un d ke i n E nde ", dat op-
zi chzel f al een zeker e cr i t i ek ui tspr eekt over de nati onal e
cul tus i n el ke denkbar e vor m, waar van deze cor yfee het voor -
we r p is.
H i j is even l asti g te over zi en, ook i n zi j n kar akter en ge-
aar dhei d, als het v ol k waar toe hi j behoor t, en wi l l e n wi j op
zi j n ui t i ngen afgaan, dan moet er een degel i jk onder schei d
gemaakt wor de n tussen den eni gszi ns officilen G oe t he
den schr i j venden Staatsmi ni ster en Excel l enz" en den
i nt i emen Goet he, di e voor zove r wi j te weten konde n komen,
zi c h een enkel e keer t oc h we l l i et gaan. D e gegal onneer de
G oe t he was een man di e de waar de en betekeni s der pub l i c i -
tei t maar al te goed kende, en wet end dat zi j n we r k onder
de ogen van dui zenden kwam, heeft hi j voor al als arri v"
zoveel mogel i j k ver meden aanstoot te geven en zi j n l and-
genoten te kwetsen. T e ge n vor st en keek hi j gaarne op, en
zelfs voor de per soon van een F r e de n k den G r ot e spr ak hi j
een c nt i e kl oze b e wonde r i ng ui t. O o k aan het nati onale"
betaal de hi j ger edel i jk het ci jns van zi j n b e wonde r i ng en i n
een feestspel als Des E pi me ni de s E r wac he n" hi ef hi j zelfs
een gr ote l ofzang daar op aan. D i t bel ette hem ni et op spe-
ci ale punt e n mi nder geestdr i ft en meer r edel i j khei d te tonen,
en zi c h b i j voor b e e l d scher p tegen Nati onal posi e" te kanten
met het ar gument dat de di chter op den adelaar l i j kt:
die met vr i je b l i k b ove n de l anden zweeft en wi e n het
onver sc hi l l i g is of de haas waar op hi j neerschi et, i n
Pr ui sen of i n Saksen l oopt. "
H e t is deze vol l e di g er kende autonomi e van den di chter
di e hem, meer dan zi jn ei gen karakter, er toe gebr acht heeft,
zi c h nu en dan t oc h dui dehj k-cr i ti sch ui t te spr eken over het
kar akter van zi jn vol ksgenoten. Hi e r ove r heeft hi j het, naar
aanl ei di ng van Branger, ook nog i n zi j n latere levensjaren,
wanneer hi j op 14 Maar t 18jo tegen E c ke r mann zegt:
Br anger had het over i gens ni et moei l i j k! Pari js i s
F r ankr i j k, alle gr ote bel angen van zi j n gr ote vader l and
vi nde n hun mi dde l punt i n de hoofdstad, heb b en daar
hun ei genl i jke l evensb odem en vi nde n daar hun ei gen-
l i jke weer kl ank. B ove ndi e n is hi j i n zi jn meeste pol i -
ti eke gedi chten mr dan alleen maar het orgaan van
een enkel e par ti j ; i ntegendeel zi j n de di ngen waar op
hi j zi c h r i cht voor het gr ootste gedeel te van zo' n
al gemeen nati onaal bel ang, dat de stem des di chter s
37
bi j na steeds als gr ote vol ksst em wor dt ver nomen. B i j
ons i n D ui t s l and is i ets der gel i jks ni et mogel i jk. W i j
heb b en geen stad, ja wi j heb b en zel fs geen l and, waar-
van wi j met besl i sthei d zouden kunnen zeggen: h i e r
i s D u i t s l a n d . . . "
D e t r ouwe E c ke r mann geeft nog het v e r v ol g van di t
gespr ek, dat van bei de zi j den openhar t i g genoeg ve r l i e p:
Men heeft u ver weten, " mer kt e i k i etwat onvoor -
zi c ht i g op, dat u i n di e gr ote ti j d (nl. de vr i j hei dsoor l og.
Ver t. ) ni et k naar de wapenen hebt gegr epen, of
tenmi nste als di chter uw i nvl oe d hebt doen gel den. "
Laat dat, waar de vr i e nd! " ant woor dde Goet he.
Het is een absur de wer el d, di e ni et weet wat zi j wi l ,
en di e Jmen maar moet l aten pr aten en l aten beti jen.
H o e z ou i k zonder haat naar de wapenen heb b en kun-
nen gr i j pen! E n hoe had i k zonder j ong te zi j n kunne n
haten! A l s di e gebeur teni s mi j als twi nti gj ar i ge had
ber oer d, dan was i k zeker ni et achter gebl even, maar
nu t r of het mi j toen i k al b ove n de zesti g was.
B ove ndi e n kunnen wi j het vader l and ni et al l en op
dezel fde wi jze di enen, maar i eder een handel t naar zi j n
beste kunnen, al naar de tal enten di e G o d hem heeft
gegeven. Ik heb mi j een hal ve eeuw l ang vol doe nde
afgesl oofd. Ik kan we l zeggen dat i k mi j i n de di ngen
di e de natuur mi j als mi j n dagwer k heeft opgel egd, dag
noc h nacht r ust gegund heb, maar dat i k steeds heb
gestreefd, gestudeer d en gewer kt, zo goe d en zove e l
38
i k kon. Wanne e r i eder van zi c hzel f hetzel fde kan zeg-
gen, zal het met al l en goed gestel d z i j n . . . .
A c h t e r al dat gepraat ver ber gt zi c h over i gens meer
kwade gezi ndhei d jegens mi j, dan ge we l weet. Ik ge-
voe l daar i n een ni euwe v o r m van de oude haat waar-
mede men mi j si nds jaren achter vol gt en mi j zo st i l weg
tr acht te hi nder en. Ik weet heel goed dat i k vel en een
door n i n het oog b en; zi j zouden mi j al l en graag kwi j t
zi j n en omdat men aan mi j n tal ent ni et kan tor nen,
t or nt men aan mi j n kar akter . N u eens heet i k tr ots, dan
egosti sch, dan weer v o l afgunst jegens jonge tal enten,
dan weer i n zi nnel i j khei d weggezonken, dan weer
zonder C hr i s t e ndom, en nu tensl otte zelfs zonder l i efde
t ot mi j n vader l and en mi j n beste Dui t ser s. U kent mi j
n u al jaren vol doende en gevoel t we l wat er van al dat
gepraat waar i s . . . . "
E e n jeremi ade om te ont houden! W a n t zi j is na soortge-
l i jke omstandi gheden al meni gmaal aangeheven door ouder e
di chter s en kunstenaars, di e ni et de moe d vonde n vol gens
hun geesteli jke adel te l even, en zi c h b i j voor b eel d voetstoots
de vi jandel i jke Kui t uur kame r s b i nnen l i eten tr appen. D e -
zel fde dr ogr edenen zul l en zi j nog meni gmaal aanvoeren,
evenal s di e wel ke G oe t he nog hi er op l i et vol ge n:
Een D ui t s e schr i jver een Dui t s e mar tel aar !
E n wanneer het nog de b e kr ompe n massa was, di e de
hoger e mensen ve r vol gde ! Ne e n, de ene begaafde en
het ene tal ent ve r vol gt het andere. Pl at en er ger t H e i n e
en He i n e Pl aten, en de een tr acht den ander i n een
39
kwaad en hatel i jk dagl i cht te pl aatsen, t er wi j l de we r e l d
t oc h gr oot genoeg i s voor een vr eedzaam samenl even
en samenwer ken, en t er wi j l i eder i n zi j n ei gen tal ent
een vi j and bezi t, waar mee hi j het dr uk genoeg heeft.
Oor l ogsl i e de r e n schr i jven en daarbi j i n mi j n kamer
zi t t en dat zou i ets voor mi j zi j n geweest! Ne e n, i n
het bi vak, waar men 's nachts de paar den van de vi jande-
l i jke voor post e n hoor t hi nni ken, daar zou i k er wat
v oor gevoel d hebben. Maar dat was ni et m ij n l even
en ni et mi j n zaak, doc h di e van T h e odor Kr ner .
H e m staan zi j n kr i j gsl i eder en ook goed. Maar bi j mi j,
di e geen kr i jgshafti ge natuur en geen oor l ogszuc ht i g
gemoed heb, zoude n kr i j gsl i eder en een masker zi j n ge-
weest, dat mi j zeer sl echt zou gestaan hebben.
I k heb mi j i n mi j n pozi e nooi t aangesteld. W a t i k
ni et bel eefde en wat mi j ni et op de vi nger s b r andde
en vol kome n bezi ghi el d, dat heb i k ook ni et gedi cht
en ui tgespr oken. Li ef desgedi cht en heb i k sl echts ge-
maakt als i k li efhad. H o e z ou i k haatl i eder en hebben
kunnen schr i j ven zonder haat!"
W a t di t haatl oos zi j n betreft, tekenend is het vol gende.
W i e het ui t voer i ge r egi ster deel van de gr ote, officile W e i .
mar -Ausgabe van Goethe' s c ompl et e wer k naslaat, vi n dt aan
het sl ot van de r ub r i e k Engel and" onder de reeks van ver-
wi j zi ngen r ust i g afgedr ukt: G ot t strafe E n gl an d" zonder
ver der e ver wi j zi ng, omdat G o e t h e di t ook nooi t geschre-
ve n heeft. Z o is ook hi er mee bi j zi jn wer k i ets van het nati o-
nale kar akter t ot ui t dr ukki n g gekomen.
40
In het hi er b oven aangevoer de gespr ek met E c ke r mann
heeft G oe t he zi c h nog nader over de haat ui tgel aten, i n
dezer voege:
Het is met de nati onal e haat t oc h al i ets ei gen-
aardi gs. O p de laagste t r appen der beschavi ng zul t u
di e haat al ti j d het ster kst en hefti gst aantreffen. D o c h
er i s een tr ap waar op hi j geheel ver dwi j nt en waar men
bi j wi j ze van spr eken b o v e n de nati es staat, en het
gel uk of het l eed van zi j n nab uur vol k als het ei gene
onder vi ndt . D i e tr ap van b eschavi ng paste bi j mi j n
natuur en i k had mi j daar op reeds l ang gevesti gd, vr
i k mi j n zesti gste levensjaar had ber ei kt. "
I nder daad, hi er zi et men den man ten voeten ui t m di t
bepaal d pr ofi el , en r el i ef kr i j gt het hele geval eerst recht,
wanneer wi j daarbi j i n aanmer ki ng nemen, dat G oe t he on-
danks zi j n posi ti e een gr oot bewonder aar was van Napol e on,
di e aan de r evol ut i e i n F r ankr i j k een ei nde had gemaakt. I n
de ove r t ui gi ng dat de kei zer t oc h nooi t te ove r wi nne n zou
zi jn, had hi j we i ni g ve r wac ht i ng van het nati onal e ver zet
tegen Bonapar te. T e r e c ht mer kt een onzer Goethe-kenner s
op, dat hi er nog een zeer del i cate per soonl i j ke kwesti e bi j
kwam. G oe t he wenste ni et dat zi j n z oon A ugus t zi c h als
vr i j wi l l i ge r op zou geven; hij kon hem op dat moment om
z o te zeggen als hul p i n de hui shoudi ng sl echt mi ssen, maar
hi j v o n d het b ove ndi e n ni et pr e t t i g dat zi j n zoon te vel de
zou t r ekken tegen den ver eer den Napol e on. A ugus t bl eef
dus thui s, t ot gr ote ergerni s en t ot spot van zi j n vr i e nde n
di e z i c h we l als vr i j wi l l i ger s hadden opgegeven. Maar ook
41
dat was nog ni et al l es; G oe t he zou er tensl otte vr ede mee
gehad hebben, als di e jonge heethoofden" zi c h bi j het regel -
mati ge leger hadden l aten i nl i j ven, maar dat deden de mees-
ten ni et; ze tr aden meer als zel fstandi ge b enden (partisanen!)
op, en hi er van ver wacht t e G oe t he geen hei l Z i j n offer-
vaar di ghei d bl eef al dus beneden het absol ute nul punt , ook
op di t gebi ed.
D e z e man nu we r d het nati onal e i dool en de gr auwe staar
di e het D ui t s e oog voor goe d ver b l i ndde, de nati onal e zelf-
cr i t i ek bel angr i jk hi nder de. E n t oc h i nti emer en achter
zi j n kunstenaar schap verschanst, spuwde zelfs hi j vaak ge-
noeg zi j n gal ui t over al l er l ei wat t ypi s c h D ui t s was. A l s er
een ni euw maandschr i ft gaat ver schi jnen, de Ne ue deutsche
Monat sc hnf t , di c ht G oe t he het vol gende Xeni on":
Dui ts i n kunsten gewoonl i j k heet mi dde l mat i g! E n
zi jt ge D ui t s e maandkr ant mi sschi en ook zul k een
D ui t s stuk pr oduc t ?"
E n i n dezel fde Xeni en" gaat hi j nog veel ver der , als hi j
over het nati onal e kar akter zegt:
U t ot een nati e te vor men, hoopt tevergeefs gij, o
Dui t se r s; Vo r mt , gij kunt het, daar voor des te vr i j er
t ot mensen u eerst."
I n zi j n b r i e ve n spr ak G oe t he zi c h een enkel e maal i n de-
zel fde z i n ui t. Z o i n een epi stel aan S c hi l l e r :
Het pat r i ot t i sme al smede het str even naar per-
soonl i j ke dapper hei d, heb b en zi chzel ve zo goed als
het pape ndom en het ar i stocr ati sme over l eefd. "
O f over de nati onal e Pl ati tude" i n een epi stel aan M e y e r :
42
O ok als D ui t s l an d naar R o me l oopt , wor dt het
door de l aagvl oer shei d begel ei d, zoal s de E nge l sman
door de theeketel . "
M aar voor het over i ge zi j n wi j ongeveer geheel aange-
wezen op Goethe' s mondel i nge ui tl ati ngen. H i j was veel te
voor z i c ht i g met wat hi j aan het papi er t oever t r ouwde. Va n
der gel i jke gespr ekken zi j n er ge l ukki g heel wat opgetekend,
en ni et al l een di e wel ke hi j tegen zi jn camouflage der open-
baar hei d, tegen E c ke r mann voer de. Daar b i j kunnen wi j ons
dan ei ndel i jk tevr eden stel l en met zi jn opr echt hei d, zoal s bi j
de vol gende ui t l at i ng i n 1813 tegen L ude n gedaan:
Ik heb vaak een b i t t er e smar t onder gaan bi j de ge-
dachte aan het D ui t s e vol k, dat zo achtenswaar di g i n
het afzonder l i jke en zo mi ser abel i n het geheel is."
O p de dat um 14 De c e mb e r 1808, dus ten ti jde van de
Fr anse over heer si ng na Jena, noteer t Kanzi e r v on M ul l e r een
gespr ek met Goet he, waar bi j de di chter zegt :
Ik studeer thans weer gr ondi g de ouder e Fr anse
l etter kunde, om een er nsti g woor d met de Fr ansen te
kunne n spr eken. W e l k een onei ndi ge cul tuur , " r i ep hi j
ui t, is reeds aan hen voor bi j gegaan i n een ti j d toen wi j
Dui t se r s nog onb ehouwen pummel s war en. D ui t s l and
i s ni ets, maar el ke afzonder l i jke Dui t se r is veel , en t oc h
ver b eel den zi j zi c h jui st het omgekeer de. D e Dui t se r s
moesten net als de j ode n wor de n over gepl ant en over
de hele wer el d ver st r ooi d, om de l atente goede moge-
l i j kheden di e er i n hen aanwezi g zi jn, vol l e di g en t ot
hei l van alle nati es te on t wi kke l e n . . . . Z o v e e l hoof den,
43
zoveel zi nnen, dat i s ei genl i jk het devi es van onze
nati e Z i j heb b en een onaangename gewoont e om
door over dr even ei sen hun prestati es weer teni et te
doen, t er wi j l zi j t oc h al ti j d ui t de mi dde l mat i ghe i d
l even. "
D e Dui t se r s t ot hun opvoe di ng behandel en zoal s zi j het
de Joden gedaan heb b en! S cher per kon het we l ni et gezegd
wor den. B i j alle vl uc ht i ghe i d waar mee even als was het
i ets doodge woons gewezen wor dt op het nati onal e mi n-
der waar di ghei dscompl ex, val t t oc h de vol l e nadr uk op de
ver deel dhei d di e om dr i l met hodes en ni vel l er i ng van b ovenaf
schr eeuwt, en op het van wer kel i j khei dszi n ont b l ot e idealis-
me". Hi e r b i j sl ui t een andere ui t l at i ng van G oe t h e aan:
El ke ver gel i j ki ng van het D ui t s e vol k met andere
vol ke r e n we kt pi j nl i j ke gevoel ens i n ons, di e i k op alle
mogel i j ke mani er en tr acht te b ove n te k o me n " . . .
In de gespr ekken met E c ke r man n heeft de oude heer ten-
sl otte meni gmaal zi j n ol ympi sc he pose opgegeven en gezegd
wat hem voor de mon d kwam. O p 4 De c e mb e r 1823 bi j voor -
beel d, spr ekend over zi j n goeden ouden vr i end, den musi cus
Z ei t er , wi ens onb ehouwenhei d hi j tr acht te ver goel i j ken:
Hi j kan bi j eerste kenni smaki ng wat er g hoeki g, ja
soms zelfs wat r uw toeschi jnen. Maar dat is al l een het
ui ter l i jk. I k ken nauwel i jks i emand di e tegel i jk zo teder
is als Z ei t er . E n daarbi j moet men ni et ver geten dat hi j
meer dan een hal ve eeuw i n B er l i j n door gebr acht heeft.
Daar woont toch, zoal s i k aan alles mer k, een zo dr i est
sl ag van mensen bi j elkaar, dat men met fijnheid daar
44
ni et ve r komt , maar haar op de tanden moet heb b en
en van t i j d t ot t i j d wat gr of moet zi j n om zi c h b ove n
water te houden. "
A l s G oe t he op i Juni 1826 komt te spr eken over het
Fr anse ti jdschr i ft de Gl ob e" kan hi j ni et nalaten een verge-
l i j ki ng te t r e kke n:
De medewer ker s zi j n mensen van de wer el d, op-
gewekt, hel der , ver met el t ot i n de ui ter ste graad. I n
hun afkeur i ng zi j n ze fi jn en galant, t er wi j l daarentegen
de Dui t se r s al ti j d menen dat zi j i emand moeten haten,
di e ni et denkt zoal s zi j. "
N i e t al l een de onver dr aagzaamhei d, maar ook het gebr ek
aan beschavi ng dat er de oor zaak van is, schi jnt G oe t he meer
en meer bi j zi j n l andgenoten gehi nder d te hebben. N u eens
kl aagt hi j:
. . . wi j i n M i dde n - D ui t s l an d heb b en ons beetje
wi j shei d zwaar genoeg moeten b ekopen. W a n t wi j
l ei den i n de gr ond al l en een afgezonder d ar mzal i g
l e ve n! U i t het ei genl i jke v ol k komt ons zeer we i ni g
c ul t uur tegemoet en onze gezamenl i jke tal enten en
goede koppe n zi j n ove r geheel D ui t s l and ui tgezaai d. "
D a n weer, l ui der nog, op 3 M e i 1827:
Wi j Dui t se r s zi j n van gi steren. W i j hebben ons
wel i swaar de laatste eeuw zeer br aaf op de cul t uur toe-
gel egd, maar er zul l en nog we l een paar eeuwen voor -
bi jgaan, vr dat er bi j onze l andgenoten zoveel geest
en hoger e beschavi ng b i nnendr i ngt en gemeengoed
wor dt , dat zi j gel i jk de G r i e ke n de schoonhei d di enen,
45
dat zi j zi c h voor een fraai l i e d geestdr i fti g betonen en
dat men van hen zal kunnen zeggen: het was l angge-
l eden dat zi j bar bar en waren. "
D i t getui gde stel l i g ni et van veel opt i mi sme, en het
eeuwi ge geci teer ui t G oe t he voor alle mogel i j ke sti chtel i j ke
en opmont er ende doel ei nden kan met deze ene aanhal i ng
alleen al vol doe nde bestraft en geneutr al i seer d wor de n. Z e
wor dt echter meestal angstval l i g ver zwegen, zo angstval l i g
dat een b e l i c ht i ng van G oe t he langs deze kant door schi er
ei ken D ui t s e r we l zal wor de n aangezi en als een daad van
aper te kwaadwi l l i ghe i d.
G oe t he di e zo vaak het gemoedsl even der Dui t ser s, het
di chter l i j k-bur ger l i j k mi l i eu waar i n een goed deel van hun
l even zi c h afspeelt, i n zi j n r omans beschr even heeft, l i et
oppor t uni st als hi j was t oc h na, het b r ut e i ngr i j pen van de
staat i n dat l even ui t te beel den. D i t k o n hem evenwel on-
mogel i j k ontgaan zi jn, en zi e, een di chter kan l ang tr achten
bepaal de waar heden te onde r dr ukke n (voor al als hij daarbi j
staatsman i s!) maar ergens weet deze kr i jsende waar hei d, di t
enfant ter r i bl e der er kenni ng, he m t oc h te ver schal ken, en
ver t oont zi j zi c h onver wachts of ter el fder ur e
A l s G oe t he het eens (12 Maar t 1828, dus maar wei ni ge
jaren voor zi j n dood) tegen E c ke r mann over het ver sc hi l
tusschen de Engel se en de D ui t s e j eugd heeft, en zi j n secre-
tari s met al l er l ei oor zaken komt aandragen voor de super i o-
r i tei t van de eerste gr oep, ant woor dt G oe t he :
Aan zul ke dmgen l i gt het ni et, mi j n beste vr i end.
H e t l i gt ook ni et aan de geboor te en aan de r i j kdom;
46
maar het l i gt eraan, dat zi j nu eenmaal de cour age heb-
b e n om te zi j n waar toe de natuur hen gemaakt heeft.
E r i s bi j hen ni ets scheefgegr oei d of ver bogen, er zi j n
bi j hen geen halfheden en geen scheefheden; maar wat
zi j ook zi jn, het zi j n al ti jd c ompl et e mensen. O o k com-
pl ete dwazen zo nu en dan, dat geef i k van harte toe;
maar ze zi j n al ti j d i ets en di t l egt nog steeds eni g ge-
wi c ht i n de weegschaal der natuur.
H e t gel uk van de per soonl i j ke vr i j hei d, het be-
wust zi j n dat men een Engel se naam draagt en het
besef wel ke betekeni s dat bi j andere naties heeft, komt
de ki nder en reeds ten goede, zodat zi j z owe l bi j de
fami l i e thui s als i n de onder wi j si nr i chti ngen met veel
gr oter r espect b ehandel d wor de n en een veel gel ukki g-
vr i jer e ont wi kke l i ng geni eten dan bi j ons Dui t ser s.
I k behoef alleen maar i n ons goede We i ma r ui t het
raam te ki j ken, om gewaar te wor den, hoe het er b i j
ons voor staat. T oe n er onl angs sneeuw l ag en mi j n
b uur ki nde r e n hun sleetjes op straat wi l de n pr ob er en,
was er dadel i jk een pol i ti eagent bi j de hand, en i k zag
de arme schepseltjes wegvl uc ht en zo snel zi j maar
konde n. E n thans, nu de l entezon hen ui t hun hui zen
l okt en zi j met hun vr i endjes graag op de stoep voor
de deur wat spel en, zi e i k hoe gegeneerd zi j er tel kens
weer ui tzi en, al sof zi j ni et zeker zi jn of zi j het we l
mogen, en el k ogenb l i k de nader i ng van een pol i ti e-
machthebber duchten. E r mag geen jongen met zi j n
zwe e p knal l en, of zi ngen, of schr eeuwen, of dadel i jk i s
47
de pol i t i e er om het hem te ver bi eden. B i j ons i s alles
er op ger i cht om de l i eve j eugd vr oegt i j di g te t emmen
en er al l e natuur l i j khei d, alle or i gi nal i tei t en alle wi l d-
hei d ui t te dr i j ven, zodat er ui tei ndel i j k ni ets over bl i j ft
dan de phi hster .
U weet, dat er bi j mi j bi j na geen dag voor bi j gaat,
dat i k met door vr eemdel i ngen di e op de door r ei s zi j n
b ezocht wor d. A l s i k echter z ou zeggen dat i k aan de
per soonl i j ke ver schi jni ng, voor al van jonge Dui t s e ge-
l eer den ui t een bepaal de Noor d-oost el i j ke hoek, gr oot
genoegen beleef, dan zou i k l i egen. Bi j zi end, bl eek, met
i ngeval l en bor st, j ong zonder j eugd; dat is het b e e l d
der meesten, dat zi c h voor doe t "
E i nde l i j k heeft de gri jze di chter het dan t oc h ui t gespr oken:
ook hi j, de ol ympi sche, de vol kome n vr i je Ueber mensch"
heeft z i c h b e nauwd en gehi nder d ge voe l d i n de D ui t s e
pol i ti estaat; ook hi j, de A p o l l o van We i mar , kon i n di e oer-
dui tse omge vi ng waar hi j als staatsmi ni ster resi deerde, geen
behagen vi nden. E n de ver er i ng van zi j n jonger e landge-
noten, di e hi j zi c h maar al te r ust i g l i et aanleunen, kwam hem
t oc h mi n of meer bel achel i jk voor .
Er nst i ger , patheti scher , en daar door t oc h ook di cht er bi j
het bombasti sche, kl onk de stem van S c hi l l er m het koor
der l ofzanger s van de gr ote D ui t s e nati onal e zi el . Rhe t or i c us
als hi j was, scheen hi j enkel voor b e st e md voor ve r r ukki nge n
i n majeur, en zel fs sti l l e, of ook maar fi jn-i r oni sche klaagli e-
der en l agen ni et i n zi j n aard. I ntegendeel , bepaal de daar gi nds
aangemoedi gde ei genschappen van zi j n vol k ve r t oonde hi j
48
i n car i catur al e ove r dr i j vi ng; wi j behoeven sl echts te denken
aan een van de vr agen di e hi j, als 15-jarige nog wel , op de
M i l i t ai r e A c ade mi e schr i ftel i jk te b eant woor den kr eeg, en
waar bi j hi j over den her t og van Wr t t e mb e r g, di e hem
daarna als nog mi nder dan een l akei behandel de, z i c h be-
i j ver de te kennen te geven:
De ze vor st, door wi e n G o d zi j n b edoel i ng met mi j
ber ei ken wi l , wor dt en moet veel meer door mi j ge-
waar deer d wor de n dan mi j n ouder s, di e onmi ddel l i j k
van zi j n genade afhangen."
Va n het hoge r echt van de staat en zi j n l ei der op het ki nd,
een dogma dat i n onze dagen zelfs t ot van over hei dswege
aangemoedi gd ver r aad van ki nder en jegens hun ouder s zou
l ei den, was zelfs een zo edele geest als S c hi l l er zi c h he vi g
bewust. Is het m latere jaren ni et t emi n t ot hem door ge-
dr ongen, dat ui t een der gel i jk b ewust zi j n de onvr i j hei d der
Dui t se r s als nati e ver kl aar d moet wor de n ? E r is we i ni g dat
er op wi jst. M aar hoe dan ook, ti en jaar l ater schri jft hi j aan
zi j n vr i e n d R e i n wa l d:
Republ i kei nse vr i j hei d is hi er te l ande een gel ui d
zonder betekeni s, een lege naam i n de aderen der
Pal tser s vl oei t geen r omei ns b l oe d "
D i t naar aanl ei di ng van het fiasco dat de di chter met de
eerste opvoe r i nge n van zi j n vr i j hei dsdr ama Fi esco" te M an n -
hei m boekte. G e he e l opgaande i n zi j n r ustel oze pr oduc t i vi -
tei t, ui t hi j zi c h i n r i jper e jaren met veel al gemener ter men,
al hoor t men dui del i j k naar wel ke r i c ht i ng zi j n cr i ti ek ui tgaat,
wanneer hi j beweer t:
49
He t patr i otti sche b el ang is t r ouwens enkel van
gewi cht voor over l eefde nati es H e t is een ar mzal i g,
kl ei nzi el i g i deaal, sl echts voor n nati e te schr i jven. "
E n t ot zelfs i n A p r i l 1805, een maand v oor zi j n dood,
schri jft S c hi l l e r aan W i l h e l m H umb o l dt , of schoon over zui -
ver l i ter ai r e aangel egenheden spr ekend, t oc h met een ver der
str ekkende en meer omvat t ende b e doe l i ng:
Met de poti sche pr oduc t i e i n D ui t s l an d zi et het
er hoogst bekl agenswaar di g ui t, en men zi et wer kel i j k
ni et waar een l i ter atuur voor de naaste de r t i g jaar van-
daan moet kome n. O o k ni et een enkel ni euw pr oduc t
der pozi e si nds l ange ti j d weet i k te noemen, dat een
ni euwe naam aan het hoof d draagt en dat i emand ge-
noegen doet. Daar entegen spant de ezel achti ge naboot-
si ngszucht der Dui t se r s zi c h meer dan ooi t i n, t ot
een nab oot si ng di e enkel i n een i denti ek her wr oc ht en
en ver sl echter en van het oor spr onkel i j ke voor b e e l d
bestaat. Z u l k e nabootsi ngen heeft ook mi j n Wal l e ns t e i n
en mi j n B r ui d van Messi na ve e l vul di g teweeggebr acht,
maar men is ook geen stap ver der gekomen. "
S c hi l l e r s ver ont waar di gi ng, i ndi en zi j dan al gewekt wer d,
had gewoonl i j k een ster k per soonl i j ke oor zaak en i s te ge-
makkel i j k her l ei dbaar t ot toeval l i ge gebeur teni ssen, om van
veel betekeni s te kunnen zi jn. H i j was een te we i ni g filoso-
fische geest, bi j al zi j n kwi st i ghe i d i n het pr oduc er en van
sententi es en maxi mes, om een eni gszi ns di epgaande of ver-
str ekkende cr i t i ek i n di t opzi c ht te kunnen l ever en. H i e r i n
ver schi l t hi j wezenl i j k met den confor mi sti schen, maar even-
50
we l veel gevoel i ger en l i chter pr i kkel b ar en di chter en wijs-
geer van We i mar , wi ens l i c ht eer l ang het Woda n s oog van
zi j n vol k ver dui ster en zou. Ve r dui t se r e n kl i nkt hi er bi jna
jui ster !
M e t een fi guur als van Jean P aul R i c ht e r stappen wi j ui t
de 18e eeuw, wel ke G oe t he heeft voor tgebr acht, fei tel i jk al
hel emaal over i n de 19e, waar i n de we r e l d D ui t s l and gr oot
zag wor de n en een t ot dan toe ongekende zel fstandi ghei d
zag ber ei ken. D e gr ote stoot hi er toe b egon bi j de Napol e on-
ti sche over heer si ng, di e hi er nog op b et r ekkel i j k zwak ver-
weer botste, en pas i n R us l and op catastrofale wi jze gestui t
we r d. N a pol e on s onder gang maakte de opkoms t van Dui t s-
l and mogel i jk, en het negati eve van deze oor spr ong is, dat
kan ni emand ver bazen, meer dan een eeuw l ang bemer kbaar
gebl even.
B i j de eeuwswi ssel i ng noemde de pol i t i e k goed geschool de
F r i e dr i c h G e n t z het t oenmal i g B e r l i j n:
het c e nt r um van alle ver woestende zi ekt en van
deze ti jd, en de pl aats waar van oudsher de dodel i j kste
wapenen voor de onder gang van geheel het war e
maatschappel i jke or gani sme gesmeed wer den. "
E n i n de eerste decenni n van de ni euwe eeuw zou deze
stad steeds br utal er de gr oei ende supr emati e van Pr ui sen
gaan symbol i ser en. H e t i s ook i n deze t i j d nauwkeur i ger
gezegd: i n het laatste ti ental jaren van de 18de en i n het
eerste ti ental van de 19de eeuw dat de ei genl i jke schep-
pi ngsper i ode van Jean P aul R i c ht e r lag. H a d deze gr i l l i g-
fantasti sche schr i jver met zi j n ondui tse voor namen di e hi j
5
1
t ot zi j n si gnatuur maakte, de ei genaardi ge pl aats i n het
wer el dbestel , di e zi j n vol k steeds dui del i j ker b egon i n te
nemen, ooi t over het hoof d kunnen zi en ? E e n zo schr ander e
geest als de zi jne kon bi j alle ver b eel di ngsvl ucht en moei l i j k
b l i n d b l i j ven voor de wi j de E ur ope se achter gr ond waar tegen
het D ui t s l an d ui t de aanvang van de 19de eeuw op zi j n
zachtst gezegd i etwat gr otesk echt gr otesk i n de Jean
Paul se z i n afstak. D aar voor l agen de aangel egenheden van
D ui t s l an d hem te na aan het hart. I n zi jn Fr i edenspr edi gt
an De ut sc hl and" van 1808 en zi jn Dammer ungen fr Deut sc h-
l and" van het jaar daar op, komt de wer el db ur ger di e hi j ge-
wor de n was, l ui d en dui del i j k genoeg op voor een vol ksvr i j -
hei d di e al l een op de runes van het oude monar chi sti sche
despoti sme gegr ondvest zou kunnen wor de n. A l s hi j de n
dui ve l i n di e dagen te bi echt w i l l ei den, dan laat hi j di t bi j
een staatsman gebeur en, en i n Dr . Katzenber ger s Bader ei se"
t r ekt Jean P aul van leer tegen de altjungferli chen De ut sc he n"
wi er bi gotte natuur hi j ver gel i j kt met de vr i jer e geaar dhei d
en aanleg der Engel sen, di e zonder censuur en dnl maat-
r egel en van een c or r upt e pol i ti estaat mogen opgr oei en.
I n de Fr i edenspr edi gt" met haar ook nu nog behartens-
waar di ge opme r ki nge n over de wantoestanden i n de D ui t s e
staat, wel ke si ndsdi en zeker ni et i n gr aad of aantal, noc h i n
omvang ve r mi nde r d zi jn, heet het met een paar kr onkel end-
lange, voor onze hui di ge sti j l opvatti ngen ongeni etbar e
zi nnen:
Wanneer het een bekende kl acht is, dat de staten
van de ni euwer e t i j d meer s t a a t s l i c h a me n , di e der
5
2
oudhe i d daarentegen staatsz i e 1 e n war en, di e meer met
de di ngen des geestes ve r b onde n war en door wel spr e-
kendhei d, zedel i jk l even, muzi ek en ni et door het
hout en r ader wer k van het f or mal i sme: dan past deze
kl acht op geen enkel e staat met meer r echt dan op de
Dui t se . Reeds i n tegenstel l i ng t ot de oude on-omge-
wentel de Fr ansen, bi j wi e j ur i di sche wel spr ekendhei d,
een pub l i e ke opi ni e di e zelfs de koni ngen beteugel t,
het snel opl aai ende enthousi asme voor alles wat ni euw
is, de b l i ksemmacht van het bon-mot en wi er elec-
t r i sch door sl aande, en vaak de pool omker ende acti vi -
tei t tenmi nste van een geesteli jke i nvl oe d spr eekt
reeds i n tegenstel l i ng t ot di e vr oeger e Fr ansen war en
wi j achter l i jk met onze pol i t i eke machi nemeesteri j.
O n z e ui ter l i j ke vor me l i j khe i d onze trage naaperi j
ons pol i t i eke afstand doe n van al het vri j-geesteli jke en
onze vl uchtstr affen op el ke pas b ui t e n het marcheer-
r egl ement ons exerceer- en ransel- en oudemannen-
wezen : dat alles wat het D ui t s e r i j k s l i c h a a m, zo
we i ni g r i j ks z i e l , pub l i c spi r i t, espr i t de cor ps heeft
i ngebl azen en hetzel ve zozeer alle eenhei d van levens-
gevoel heeft ont nomen, dat het gel i jk de kreeft zi j n
r echter schaar met de l i nker vastkni j pt en i n de meni ng
dat het een vi jandi ge schaar i s afkni jpt dat alles waar-
mede het D ui t s e r i j kskabi net zi c hzel f t ot een model -
kabi net van machi nes maakt, en zel f de machi negoden
weer t ot machi nes en den staatsheer t ot een hout en
Ke mpe l se n schaakspeler, di e l evende onder danen op
53
het scha akb or d van zi j n t e r r i t or i um r usti g heen en weer
schui ft alles waar mede wi j op de str ui svogel gaan
l i jken, di e wel i swaar een ster ke maag doc h geen vl eu-
gels heeft: dat Dui tser s-kwaad zal geb r oken di enen te
wor de n door de voor b e e l de n en gevol gen van de t i j d
en door de i nvl oe d van een nati e di e i n het pol i t i e ke
l even evenzeer van geestdr i ft i s ve r vul d als wi j op het
geb i ed der di chtkunst. "
E n i n de daar opvol gende Dammer ungen" ver kl aar t Jean
P aul op een di t maal meer l api dai r e wi j ze:
Het i s opval l end, hoezeer de Fr anse b eschavi ng de
meer der e van de onze bl i j kt, als men al l een al den
Fr ansen gemenen sol daat tegen den D ui t s e n officier op
laat wegen."
H i j had het ver gel i jki ngsmater i aal ni et sl echts onmi dde l l i j k
bi j de hand, maar b ove ndi e n nog i n zi j n door de F r ansen
bezette vader l and! Hoe ve e l ongunsti ger z ou dus deze ver -
gel i j ki ng ni et ui tgeval l en zi j n onder vr eedzamer omstandi g-
heden!
Z e l f s een betr ekkel i j k vr i endel i j k, maar ook b ui t enl ands
zeer geor i nteer d man als F r i e dr i c h S chl egel komt i n zul k
een t i j d t ot de i etwat bi tter e vaststel l i ng, dat de l i ter ai r e
successen wel ke ook hem i n zo r ui me mate ten deel vi el en,
fei tel i jk een weer spi egel i ng zi j n van achter l i jke beschavi ngs-
toestanden, zodat hi j zi c h t ot de ui tspr aak genoopt zag:
Popul ai r wor de n D ui t s e geschr i ften door een gr ote
naam of door per soonl i j kheden of door b ekendhei d of
door i nspanni ng of door gemati gde onzedel i j khei d of
54
door vol kome n onver staanbaar hei d of door har mo-
ni sche pl at hei d of door veel zi jdi ge ver vel endhei d of
door b estendi g str even naar het onbepaal de. "
Waar me e stel l i g de hoof dmi dde l e n voor geesteli jk succes
en navol gi ng zi j n aangegeven door den schandaal-verwek-
kenden auteur van de r oman Luci nde".
G oe dmoe di ge r en beter aangepast aan de mental i tei t van
de n D ui t s e n Bi eder mann" i s L u d w i g T i e c k te wer k gegaan
i n zi j n kr i ti ek, di e hi j ten beste gaf i n zi j n De nkwr di ge G e -
sc hi c ht skr oni k der S chi l db ur ger ", wel ke al van 1796 dateert,
maar zeker nog een generati e l ang v ol op genoten wer d. H e t
was ni emand onb e ke nd dat al si nds de t i j d der oude vol ks-
b oeken met het br ave S c hi l da Dui t sl and, en met de S c hi l d-
bur ger s de Dui t se r s b e doe l d wer den. He t ge e n T i e c k echter
ni et bel ette, over deze l i eden onder meer te ver t el l en:
D e macht van den bur gemeester b r ei dde zi c h toen-
ter ti j d zozeer ui t, dat hi j zi c h ook met de di ngen des
geestes gi ng bemoei en. S i nds onheugel i jke ti j den was
het namel i jk tr adi ti e, dat de pr edi kant de vr i je keus
had, wel ke l i eder en hi j bi j zi j n pr eek wi l de l aten zi ngen;
di t voor r ec ht echter mati gde zi c h B ar t hel thans aan,
de bur gemeester di e gekozen was, nadat G e r ar d was
gestor ven.
Z o kwam het, dat de bur gemeester zi j n l i evel i ngs-
l i eder en l i et zi ngen, di e echter veel al heelemaal ni et
bi j de tekst van de pr eek pasten; de pr edi kant spr ak
ove r tol er anti e, de staat echter l i et van ve r vol gi ng
zi ngen "
55
E n wat ver der ve r me l dt de kr oni e k nog van de S c hi l d-
b ur ger s:
Bovendi en kenden zi j i n hun pol i t i e ke gr ondwe t
een soor t ostraci sme, met b e hul p waar van zi j, gel i jk
eerti jds de Athener s, di egenen pl acht en te ver bannen,
di e te zeer van pl an war en hun ver st and te ge b r ui ke n. . . .
behal ve dat zi j zi c h ni et de moei te gaven om hun
scher venger i cht i n het openbaar ui t te oefenen, doc h
deze l angdr adi ge en l angdur i ge pr oc edur e meer be-
kor t t en. E r hadden zi c h namel i jk eens twee vr eemde-
l i ngen i n hun l and gevesti gd, di e ni et van pl an b l eken
aan hun zotter ni j en mee te doen, doc h di e naar hun
ei gen tr ant l eefden, hun vak ui toef enden en op eerl i jke
wi jze hun b r ood ver di enden. O mda t deze zonder l i ngen
zi c h ni et bi j de wet t en des l ands wi l de n aanpassen,
achter vol gde men hen gemakshal ve zo l ang met al l er l ei
laster, t ot dat zi j op zoek gi ngen naar een andere woon-
plaats, en het l and al dus van deze gevaar l i jke mensen
b e vr i j d was "
D e onver dr aagzaamhei d der r eger i ng dwo n g dan ook
steeds meer onafhankel i jke geesten t ot emi gr ati e, i n we l k
opzi c ht S c hi l da er i n een eeuw ti jds zeker ni et op voor ui t -
gegaan is. T i e c k ver haal t dan nog:
Met de filosofie van de S c hi l db ur ger s was het zo
gestel d, dat het een i egel i jk i n den l ande makkel i j k
we r d gemaakt een filosoof te zi jn. W a n t men had een
r egel i ng getroffen, dat er steeds sl echts n enkel e bur -
ger zi c h met de filosofie zou b e zi g houden, zodat de
56
ander en het i n di t opzi c ht zeer gemakkel i jk hadden;
i mmer s, zi j behoefden slechts na te zeggen, wat hun
vr-fi l osofeerder hun voor zei . Daar b e vonde n zi j zi c h
zeer we l bi j, ni emand behoefde z i c h i n te spannen om
te denken, waar om zi j dan ook deze gewoonte steeds
hebben gehandhaafd."
Hel aas kon T i e c k toen onmogel i j k weten, dat l i eden van
het kal i b er van een R ose nb e r g eenmaal met de taak van
staatsfi l osoof bel ast zoude n wor den, en dat de ni euwe wijs-
begeer te t ot ni ets anders dan de parafrase van een stomp-
zi nni ge b l oed-myt he zou ontaar den. O o k op ander gebi ed
bl eek de toestand toen al geen haar beter, en T i e c k voor zag
reeds de kui t uur kamer s en academi es van het der de r i j k:
D e wetenschappen en schone kunst en stonden bi j
de S c hi l db ur ger s i n hoog aanzi en. M e n r ekende er de
pozi e wel i swaar t ot de b r oodl oze kunsten, maar l i et
ni et na er gr ote bel angstel l i ng voor te tonen. Onge-
t wi j f el d is het dan ook slechts het voor r ec ht van bar-
bar en om de kunsten te ver achten en hun b l oei te
b el et t en; di t zagen de S c hi l db ur ger s zeer goed i n en
daar om deden zi j dan ook het tegenover gestel de.
E c h t e r ver gt de studi e van kunsten en wetenschappen
veel ti j d en is het eni ger mate bezwaar l i jk zi c h er mede
i n te l aten; daar om had men ook op di t ter r ei n l i eden
aangesteld, di e de over i ge bur ger s ver tel den, wat zi j
van deze of gene b oeken moesten denken. D i e r egel i ng
b e vi e l de bewoner s b ui t engewoon en zi j oefenden
zi c h net zo l ang t ot zi j het ni et meer nodi g hadden, di e
57
8
we r ke n zel f te l ezen, doc h zi j wonne n slechts bi j
de zul ke n raad i n, di e de b oeken i n hun naam beoor -
deel den.
E e n andere myt he, di e der autarki e, we r d desti jds al door
T i e c k gehekel d:
Wa t echter de gr ootste ve r war r i ng i n hun staat
ver wekte, was dat de r egent alle bui tenl andse handel
ve r b ood en een ve r or de ni ng ui tvaar di gde, dat men alle
l evensbehoeften i n het ei gen l and moest pr oduc er en.
H e t l and echter was zeer kl e i n en pr oduc eer de noc h
katoen, noc h wi jn, noc h ci tr oen, noc h l i jnwaad, zodat
aan de bewoner s na di t b e ve l ni et veel meer over bl eef.
H i j ver or di neer de eveneens, dat alle boeken, di e i n
het l and zoude n wor de n gel ezen, ook i n het l and zel f
geschr even moesten wor de n; hi j ve r b ood de i nvoer
van alle vr eemde ver st and; want hi j zei de dat de i n-
h oud van de b oeken f reeds b e ke nd f onb e ke nd
was; i n het eerste geval kon men ze ger ust ongel ezen
l aten, i n het tweede geval echter konde n zi j al l i cht ge-
vaar l i jke gevol gen hebben, daar zi j i mmer s ni et i n het
ei gen l and ui tgedacht war en.
A l l e schr i jver s en kunstenaar s moesten daar om
l andski nder en zi j n; en zo l eden de bewoner s gr oot
gebr ek aan geesteli jk en stoffeli jk voedsel . "
A a n censuur l eer de het Dui t s e vol k zi c h maar al te goe d
onder wer pen en de gevol gen van het vol sl agen gebr ek aan
democr ati e konde n met ui t b l i j ven :
Bij toeval vi e l tengevol ge van een ver gi ssi ng de
58
b r i ef van i emand van b ui t e n aan een i nwone r van
S chi l da, m handen van den burgemeester. U i t di e b r i ef
bl eek, dat vel e bur ger s met het pl an r ondl i epen om i n
S c hi l da een opst and voor te ber ei den, het oude b e wi nd
omve r te we r pe n en een ni euw i n te voer en. M e n l i et
onmi ddel l i j k den opstandel i ng, aan wi e n deze b r i ef
ger i cht was, arresteren, evenals de anderen, di e i n dat
ver dachte schr i j ven genoemd wer den. M e n onder zocht
hun papi er en en onder schepte hun br i even, en nu
bl eek dat er hoe l anger hoe meer mensen gearresteerd
moesten wor den, omdat er het een of ander i n deze
b r i e ve n voor kwam, dat hen ver dacht maakte. E n om-
dat men op el ke aanwi j zi ng afgi ng, was er geen ei nd
aan de ver denki ngen en het ei genl i jke onder zoek van
de zaak kon nog steeds ni et begi nnen.
D e S c hi l db ur ger s l eefden i n de gr ootste angst, t oen
zi j mer kt en dat er zovel en van hun vr i enden en ken-
ni ssen i n arrest war en en dat er el ke dag ni euwe naar
de gevangeni s wer den over gebr acht. D e ci pi er had
zi j n handen v o l met hun ve r zor gi ng en was van schr i k
ve r vul d, toen er aan het arresteren maar steeds geen
ei nd wi l de komen.
E n reeds zat heel S c hi l da i n de gevangeni ssen, toen
er nog een b r i ef we r d gevonden di e ook op den c i pi er
ve r de nki ng deed r usten, ja, wat nog erger was, een
andere b r i ef scheen zelfs den bur gemeester i n ei gen
per soon als opst andel i ng aan te kl agen. D e z e laatste
l i et zi c h dus, o m te tonen dat hi j een goed bur ger was,
59
gevangen nemen, en de ci pi er moest zi c hzel f bewaken.
O mda t er nu ni emand meer was om een r echtbank
te vor me n, en de ci pi er dus geen t oest emmi ng kr eeg
om vr i j r on d te l open, l i et ni emand zi c h i ets aan de
gevangenen gel egen l i ggen en moesten dezen i n hun
ker ker honger l i jden en gr ote n ood ver dur en. Inpl aats
van i n gewone hui zen te wonen, war en de i nwoner s
i n de ker ker i ngekwar t i er d en zi] wi st en ni et waar zi j
aan toe war en, totdat zi j ei ndel i jk, door honger en on-
ge dul d gedr even, al l en tegel i jk l osbr aken, door de
straten l i epen en eenpar i g ui tr i epen, dat de opst and nu
wer kel i j k was ui t ge b r oke n "
O f de wensfantasi e aan het e i nd van de aangehaalde
boutade ooi t wer kel i j khei d zal wor de n ? T i e c k heeft hi er i n
zi j n par abol i sche beschr i j vi ng van het bestaande vaak genoeg
de spi jker zo jui st op de kop geslagen, dat hi j ten aanzi en
van de t oekomst met zi j n ver moedens ook we l ni et zal
dwal en. A l l e e n wacht de wer el d al bi jna ander hal ve eeuw
op de ver wer kel i j ki ng van ook deze ver beel de epi sode.
D a t over i gens zelfs i n de stoutste ver di chtsel s de waar-
he i d een er nsti g woor dj e bl i jft meespr eken, bewi j st i n de-
zel fde ti j d ni emand dui del i j ker dan Hl der l i n, i n een zo
hooggestemd en i n meni ger l ei opzi c ht onwer kel i j k b oek als
zi jn Hyper i on, oder der E r e mi t i n Gr i echenl and".
H e t tweede b oek ui t de tweede b and van di t wer k, di e
van 1799 dateert, bevat een b r i e f door den moder nen G r i e k
H y pe r i on , di e vader l andl oos ge wor de n is, aan zi j n vr i e nd
B e l l ar mi n geschreven, naar aanl ei di ng van een ver b l i j f i n
60
Dui t sl and, waar de goddel i j ke l ente hem heeft vastgehouden.
Hoe ze e r ook ove r we l di gd door de natuur, H y p e r i o n zi et de
mensen en hun onder l i nge ve r houdi ng heel wat cr i ti scher
dan men hi er ver wac ht en zou, en ber i cht i n zi j n gespannen
taal v o l r hyt hmi sc h pathos aan zi j n vr i e nd:
Z o kwam i k onder de Dui tser s. I k eiste ni et veel
en was er op bedacht, nog mi nder daar te vi nden.
D e e moe di g kwam i k, zoal s de tehui sl oze, b l i nde O e di -
pus aan de stadspoor t van At hene, waar de b on d der
goden hem on t vi n g en schone zi el en hem ontmoetten.
H o e anders gi ng het mi j !
Bar bar en van oudsher , door vl i j t en wetenschap,
zel fs door godsdi enst barbaarser nog gewor den, di ep
onb ekwaam tot i eder goddel i j k gevoel , de hei l i ge
Gr ati n ten gel uk, i n el ke graad van ove r dr i j vi ng en
ar mzal i ghei d b el edi gend voor i eder e rechtgeaarde zi el ,
b ot en zonder harmoni en, l i jk de scher ven van een
we gge wor pe n stuk vaatwer k, dat, mi j n B el l ar mi n,
war en mi j n tr ooster s.
H e t i s een har d woor d, en nochtans zeg i k het omdat
het waar hei d i s: i k kan mi j geen vol k i ndenken dat
ver scheur der ware, dan de Dui tser s. Handwe r ksl i e de n
zi e je, maar geen mensen. Denker s, maar geen mensen;
pri esters, maar geen mensen; her en en knechts, jonge-
l i eden en gezeten l ui den, maar geen mensen i s dat
ni et gel i jk een sl agvel d waar op handen en ar men en
alle l edematen i n b r okke n door el kander l i ggen, ter wi j l
het ver got en l evensb l oed i n 't zand wegvl oei t ?
61
E e n i eder doet het zi jne, z ul je zeggen, en i k ze g
het ook. A l l e e n moet hi j het met zi j n hel e zi e l doe n;
moet hi j el ke kr acht ni et i n zi c hzel f ver st i kken wanneer
ze zo jui st ni et bi j zi j n t i t el past; moet hi j ni et met deze
kar i ge angst, l etter l i j k hui chel achti g dat wat hi j te zi j n
heet, ook al l een maar wezen; met ernst, met l i efde
moet hi j dat zi jn wat hi j is, dan leeft zi j n geest i n al zi j n
doen, en zi t hi j i n een hokje weggedr ukt, waar i n de
geest vol st r ekt ni et l even mag, dan stote hi j het met
ver acht i ng we g en l ere pl oegen! Jouw Dui t se r s echter
b l i j ven gaarne bi j 't noodzakel i j kste en daar om is er bi j
hen zove e l st umpe r we r k en zo we i ni g wat vr i j i s en
echt-ver heugend. D o c h dat zou men nog te b ove n
kunne n komen, i ndi en zul ke mensen maar ni et zo ge-
voel l oos war en voor el k schoon l e ve n; als ni et over al
de vl oe k der godver geten onnatuur op zul k een v ol k
r ustte.
D e deugden der ouden zi j n sl echts schi tter ende
fouten, zei een keer i k weet ni et wel ke kwade t ong; en
hun ei gen fouten zi j n t oc h deugden, want er leeft daar
nog een ki nder l i j ke, een schone geest, en zonder zi el
was het met alles wat zi j deden, ni ets gedaan. D e
deugden van de Dui t se r s echter zi j n een schi t t er end
kwaad en ver der ni ets; want ze zi j n ui t laffe angst
sl echts noodwer k, met de sl avenmol en van hun woeste
har ten afgedwongen, en ze l aten tr oostl oos el ke r ei ne
zi el di e zi c h vol gaar ne met het schone voedt, ach, di e
door hei l i ge samenkl ank i n edelere natur en ver wend,
de wankl ank ni et verdraagt, di e schr eeuwend is i n heel
de dode or de ni ng van deze mensen.
Ik zeg je: er is ni ets hei l i gs, dat ni et i s ont hei l i gd,
ni et t ot ar mzal i g voor we ndse l oml aaggehaal d i s bi j di t
v ol k; en wat zelfs onder wi l de n meestal goddel i j k-r ei n
b ewaar d bl i jft, doen deze al-berekenende bar bar en zoal s
men een handwer k ui toefent, en kunnen we l ni et
anders, want waar eens een mensel i jk wezen afgeri cht
is, daar di ent het zi j n doel , daar zoekt het zi j n nut, het
dwe e pt ni et meer, G o d beware, het bl i jft gestel d, en
als het vi er t, en als het liefheeft, en i ndi en het b i dt en
zelfs, wanneer 't het l i eve feest der l ente is en de
ver zoeni ngst i j d der we r e l d di e alle zor gen slaakt en
onsc hul d t over t i n een sc hul di g hart, wanneer bevangen
door de war me zonnestr al en de slaaf zi jn ketenen bl i j
ver geet en door een goddel i j k-bezi el de l ucht gesust,
de mensenvi janden als ki nder en zo vr i endel i j k zi jn,
als zelfs de r ups nog vl eugel s kr i jgt en bi jen zwer men,
bl i jft de Dui t s e r t oc h maar i n zi j n hokje en b e komme r t
z i c h ni et veel om 't weer.
Maar gij zul t r echt doen, hei l i ge natuur ! W a n t als
ze nog beschei den waren, deze mensen, en zi c h ni et
t ot wet opwi e r pe n voor de beter en onder hen!
Wanne e r ze eerst maar ni et bel aster den wat zi j ni et
zi jn, en als ze t oc h bel aster den, tenmi nste dan het god-
del i j ke ni et hoonde n!
O f i s 't ni et goddel i jk, hetgeen gi j hoont en zi el l oos
noemt ? Is beter ni et dan uw gezwets, de l ucht di e gi j
6}
i ndr i nkt ? D e zonnestr al en, zi jn zi j soms ni et edel er
dan al gij knapper ds ? D e b r onne n dezer aarde en de
mor gendauw ver fr i ssen uw bosschages; kunt gi j ook
dat? A c h , dode n kunt gij haar, maar ni et t ot l even
we kke n zo de l i efde di t ni et doet, di e ni et van u is, di e
haar ni et hebt ui t gevonden. G i j pei nst en t ob t om 't
noodl ot te ont l ope n en begr i j pt het ni et, wanneer uw
ki nde r kunst ni ets hel pt ; i nmi ddel s went el t zi c h on-
schadel i jk hi er b oven het sterrenhei r. G i j ontl ui ster t, gij
ver scheur t daar waar ze u dul dt , de gedul di ge natuur ;
t oc h leeft zi j ver der i n onei ndi ge jeugd, en haar herfst
en haar l ente kunt ge ni et ver dr i j ven, haar aether be-
der ft ge ni et.
O , goddel i j k moet zi j zi jn, daar gij ver woest en
moogt en zi j desondanks ni et ver ouder t, en u ten tr ots
het schone t oc h we l bl i j ft!
H e t i s ook har tver scheur end als men uwe di chter s,
uwe kunstenaars zi et, en al l en di e de Geest nog achten,
di e het schone mi nnen en het koester en. D e goei er ds!
Z e l even i n de we r e l d gel i jk vr eemdel i ngen i n hun
ei gen hui s; ze zi j n net als de dul dende Ul ysse s toen hi j
i n gedaante van een bedel aar voor zi jn deur zat, t er wi j l
de onbeschaamde vr i jer s i n de zaal r umoer den en
vr oegen: wi e heeft ons di en l andl oper gebr acht ?
V o l l i efde en geest en hoop gr oei en voor 't D ui t s e
v ol k zi j n muzenj ongel i ngen op; je zi et ze zeven jaren
later, en ze wandel en als schaduwen, st i l en koud; ze
zi j n gel i jk een b ode m di e de vi j and heeft bezaai d met
zout, zodat hi j nooi t een gr ashal m voor t b r e ngt ; en als
zi j spr eken, wee hem, di e hen verstaat! di e i n de stor-
mende ti tanenkr acht evenal s i n hun pr oteuskunsten
sl echts de wanhoopsst r i j d zi et, di e hun gestoor de,
schone geest met de bar bar en stri jdt, met wi e hi j te
doe n heeft.
O p aarde is alles onvol maakt, l ui dt het oude li edje
van de Dui t ser s. A l s t oc h ooi t i emand tegen deze van
g od ver i atenen zeggen wi l de, dat bi j hen alles al l een
zo onvol maakt is, wi j l ze ni ets rei ns onb edor ven, ni ets
hei l i gs onaangeraakt l aten met hun l ompe handen; dat
bi j hen ni ets gedi jt, daar zi j de wor t e l van 't gedi jen, de
goddel i j ke natuur ni et achten; dat bi j hen het l even
ei genl i jk ver schaal d en zwaar van zor gen en ove r vol
van st omme tweedr acht is, omdat zi j de geest versma-
den, di e kr acht en adel i n mensel i jk handel en en vr ol i j k-
hei d i n het l i jden, l i efde en br oeder schap i n steden en
i n hui zen br engt.
E n daar om vr ezen zi j ook de dood zozeer , en l i jden
t er wi l l e van het oester l even alle smaad, daar zi j ni ets
hogers kennen dan hun maakwer k dat zi j zi c h hebben
saamgeraapt.
O B el l ar mi n, waar een vol k het schone liefheeft,
waar het de Geest i n zi j n kunstenaars eert, daar waai t
als l evensl ucht een al gemene geest, daar opent zi c h het
schuwe zi nt ui g, de ei gendunk smel t weg, en v r oom en
gr oot zi j n alle harten, en hel den baart de geestdri ft. D e
woonstee al l er mensen is bi j zul k een vol k, en gaarne
65
w i l de vr eemdel i ng daar ver toeven. Wa a r echter zo
b el edi gd wor dt de goddel i j ke natuur en hare kunste-
naars, ach, daar is de beste l ust des l evens weg, en el ke
andere ster is beter dan de aarde.
Steeds woester , l eger wor de n daar de mensen, di e
t oc h al l en schoon geb or en zi j n; de knechtenaar d neemt
toe, daarmee de gr ove moe d; de roes gr oei t met de
zor gen, en met de over daad de honger en de voedsel -
angst; tot vl oe k wor dt ook de zegen van el k jaar, en
alle goden vl ucht en.
E n wee den vr e e mde l i ng di e ui t l i efde r ondzwer f t
en t ot zul k een vol k komt ; en dr i emaal wee hem, di e
als i k, door gr ote smar t gedr even, een bedel aar i n mi j n
soor t, t ot zul k een vol k komt !
G e noe g! Je kent me, zul t het goed opnemen, Bel l ar -
mi n ! I k spr ak ui t j ouw naam ook, i k spr ak voor al l en
di e i n di t l and zi j n en di e l i j den zoal s i k daar heb ge-
l eden! "
L a n g genoeg, gel i jk men zi et, is Hl der l i n bi j zi j n l andge-
noten b l i j ven sti lstaan, en de i ndr uk di e hi j van hen weer-
geeft, i s we l ver r e van vl ei end. E e n hel e generati e voor dat
H e i n e hetzel fde z ou vaststel l en, neemt hi j waar, dat de D ui t -
sers door hun beoefeni ng van kunsten, wetenschappen en
godsdi enst eer barbaarser dan beschaafder wer den, geketend
als zi j nog b l e ve n aan de oude Ger maanse woesthei d. A a n
de ver scheur dhei d van di t vol k, di e hi j ook i n zi j n ei gen
zi el el even zo smar tel i jk onder gi ng, wi j dt de gevoel i ge di cht er
66
een speci al e kl ac ht ; wat baat al hun Tchti gkei t" waar op ze
zo pr at gaan, als ze geen me n s e n zi jn? Ve r wr onge n en
kr ampac ht i g is heel hun wezen, heel hun doe n; over al , zo
zegt hi j bi tter , r ust de vl oe k der godver geten onnatuur " op
deze heden, en de evol uti e, de natuur heeft we i ni g vat op
hen, wat er ook gebeure, de D ui t s e r bl i jft t oc h maar i n het
hokje van zi j n b e kr ompe nhe i d zi t t e n en b e komme r t zi c h
ni et om de wi ssel ende wer kel i j khei d. O o k hekel t hi j hun
metafysi sche ui t vl uc ht , meni gmaal t ot staatsrai son gepr ocl a-
meer d: dat hi er op aarde t oc h alles onvol maakt is. H u n gebr ek
aan z i n voor de goede gaven van di t l even, hun tekor t aan
gel oof i n de gr ote mogel i j kheden van di t l even, hun falen i n
gedul di ge hoop en moe d om stap voor stap het i deaal te
benader en, dat is het waaraan Hl der l i n zi c h stoot, en el ke
gevoel i ge geest di e met deze l andaar d i n aanr aki ng komt ,
zi c h steeds opni e uw zal b l i j ven stoten.
U i t omstr eeks dezel fde t i j d ook, dater en de b r i e ve n aan
zi j n sti efbroer K a r l G oc k, waar i n hi j zi c h aan al l er l ei be-
schouwi ngen over de D ui t s e nati e overgeeft.
D e al te gr ote gevoel i ghei d van een Hl der l i n kon deze
wer kel i j khei d met heel het onschone daari n, ni et aan; een
l angdur i ge kr ankzi nni ghe i d ver dui ster de de tweede helft
van zi j n l even. D e dr amati sch begaafde Kl e i st b egi ng zelf-
moor d, en de jonge T h e odor Kr ner ver kl aar de deze daad
ui t het over spannen, vl akke wezen der Pr ui sen. "
K o me n wi j i n het meer vi tal e en door aanpassi ng beter
weer stand bi edende mi l i eu der Br entano' s en A r n i ms , dan
hor en wi j mi nde r smar tel i jk maar ni et mi nder ni j di g
67
soor tgel i jke kl achten. Z o schri jft B e t t i na (maar dan is het al
1840 geweest) aan haar br oeder C l e me ns B r e nt ano:
O hoe vi es is t oc h deze we r e l d van Pr ui si sche
koni ngsdi enar en, di e de t r oon omr i ngen. "
Haar man, A c h i m v on A r n i m, tr eur t over de dood van
de di chter es Kar ol i ne v o n G nde r ode met de vol gende
woor de n :
Ar me zangers, kunne n de Dui t se r s van onze t i j d
ni ets dan het schone ver zwi j gen, het ui tstekende ver-
geten en de ernst ont hei l i gen?"
I n de maatschappi j waar i n schr i jver s van hun sl ag steeds
beter hun pl aats wet en te ver dedi gen, str ui kel en zi j t oc h
al ti j d over de nati onal e steen des aanstoots, en zel fs L u d w i g
U h l a n d, di e op een gegeven ogenb l i k ook naar ons zi j n oog
wendde, en de str ofe di c ht t e:
Voorwaarts, Hol l and, Nederl and!
Hoog het zwaard in vrije hand!
Voorwaarts! "
k o n nu ni et l anger de pol i t i e k ui t zi j n gedi chten houde n en
kwam op voor de democr ati e, hekel de de Fr stenr ate un d
Hof mar schal l e" en sl i nger de het mei nedi ge absol uti sme zi j n
ver ont waar di gde mani festen i n het gezi cht. D a t was nog
r on d 1816, en eerst de onl usten van Maar t 1848 br achten he m
als l i d van de Nat i onal ve r samml ung i n de pr acti sche pol i t i ek.
I n een r ede van dr i ekwar t jaar l ater ver kl aar de U h l a n d dan:
Er zal geen hoof d over D ui t s l an d stral en, dat ni et
met een vol l e dr uppe l democr ati sche ol i e gezal fd is."
E n t oen hi j tel eur gestel d bleef, wi st hi j eni ge jaren l ater
68
moe di g de consequenti es te t r e kke n: hi j wei ger de de P r ui -
si sche or de Pour le mri te" te aanvaarden, omdat hi j zi j n
bor st ni et met er etekens kon ver si er en: terwi jl dezul ken
met wi e i k i n vel e en gewi cht i ge di ngen ben samengegaan,
omdat zi j i n de laatste ont r edder i ng ver der hepen, t ot het
ver l i es hunner woonstee, vr i j hei d en bur ger l i j ke eer, zelfs t ot
het doodvonni s gedoemd zi jn. " E e n pr ac ht i g voor b eel d, dat
helaas nog te we i ni g navol gi ng onder de D ui t s e schr i jver s
(en ook elders) gevonden heeft.
H e t woeden van de censuur, waar door zelfs een Hauf f
getroffen wer d, is we l heel b i zonde r ke nme r ke nd voor heel
de eerste helft van de 19de eeuw, en i n di t ve r b and zi j n de
woor de n treffend, di e de jonge G e o r g Bchner zo omstr eeks
1835
t o t z
*)
n
medesamenzweer der s r i chtte, en waar i n hi j t ot
de sl ot som kwa m:
De materi le dr uk waar onder een gr oot deel van
D ui t s l an d l i gt, i s even t r eur i g en onter end als de gees-
tel i jke; en het i s i n mi j n ogen bi j lange na ni et zo be-
dr oe ve nd dat deze of gene l i ber aal zi j n gedachten ni et
mag l aten dr ukken, als dat vel e dui zenden fami l i es ni et
i n staat zi j n hun aar dappel s i n vet te dopen. "
O o k gel oofde hi j ni et aan de r evol uti e van b ove n" di e
t oen door de meeste goedwi l l enden b e oogd wer d. Waar me e
deze schr i jver en neur ol oog i n i eder geval bewees, hoeveel
meer i nzi c ht dan de meeste geavanceerde Jongdui tsers" hi j
als twee- of dr i entwi nti gjar i ge bezat! D a t men meestal ook
ni et veel waar der i ng voor el kander toonde, is dui del i j k. E r
zi j n dan ook vel e ver kl ar i ngen voor de b e we r i ng di e graaf
6
9
v o n P l at en i n zi j n geschri ft tegen de ni euwer e D ui t s e pozi e
ui t 1813 deed:
Ik k o m zoj ui st van een wandel t ocht ui t het D ui t s e
di c ht e r woud ter ug, dat helaas echter i s ui t geb l oei d en
geen vr uc ht e n meer draagt. H e t eni ge nut dat deze
b ome n nog sti chten kunnen, z ou zi j n om er de kachel
mee aan te maken. "
P l at en zel f is i ntussen een van de dui del i j kste slachtoffers,
maar tevens ook een van de wel spr ekendste aanklagers van
de nati onal e geest en geaar dhei d der Dui t ser s. H e t i s daar om
de moei te waar d i ets l anger bi j hem den ook met een
t ypi s c h Dui t s e af wi j ki ng i n er oti ci s behepte te b l i j ven
sti lstaan.
Is dat een l even v oor mensen ? E l k e hond, el ke kat,
ja el ke gemene sol daat heeft het beter dan wi j . E n gij,
l i eve moeder , wi l t van mi j ver gen dat i k hi er gaarne zal
ver t oeven ? G i j , mi jne moeder ?"
Z o l ui dt de kl acht van den twaal fjari gen A ugus t graaf
v o n Pl aten-Hal l er mnde i n 1808, als hi j ver van hui s i n een
Bei er se cadettenschool wor dt opgevoed. D e kol one l di e aan
het hoof d van di e school staat, heeft zi j n pupi l l e n de l ec t uur
van S c hi l l e r s Wal l enstei n" ver b oden, omdat daar i n de
woor de n Das W o r t i st fr ei " voor kome n. E n straft hi j zi j n
pupi l l e n het zi j n amper ki nde r e n! dan geschi edt dat bi j
voor ke ur met een paar weken Dunkel arrest", hechteni s i n
vol sl agen dui ster ni s, op water en b r ood en i n een cel waari n
men zi c h nauwel i jks kan omker en, ja ni et eens l angui t kan
l i ggen. " E e n opvoe di ng dus, di e ke nme r ke nd voor de D ui t s e
70
dnl me t hode s is, en waar mee el ke per soonl i j khei d di e ni et
t ot de al l er ster kste behoor t, voor goe d geb r oken wor dt , nog
voor zi j zi c h heeft kunnen ont wi kkel en. H e t behoeft dan ook
geen ve r wonde r i ng te wekken, dat Pl at en l ater i n de E p i l o o g
t ot zi jn Pol en-Li eder " moest ui t r oe pe n:
'k Weet het allang, men kan op aarde
Niets ergers dan een Duitser zijn."
D e honende haat waar mee deze ari stocraat i n alles het
tegendeel van zi j n vi j and H e i n e evenal s zi j n antagoni st
zi j n l andgenoten heeft gegesel d, is ni et ui t sl ui t end ui t zi j n
j eugder var i ngen i n de pupi l l e nsc hool te ver kl ar en, al zal hi j
ongetwi j fel d onb ewust zi j n ver der e l even daaraan hebben
gel eden, gel i jk R i l k e aan z i j n er var i ngen i n z ij n pupi l l en-
school . W a n t neen, het mer kwaar di ge is, dat v on Pl at en als
goede P r ui senzoon b egon met Fr ansenhaat en Pr ui senver -
er i ng; hi j heeft Kr ner nagebr al d en te wapen ger oepen tegen
Napol e on. Maar hi j ei ndi gde zi j n kor t e l even i n tegenover-
gestel de geest: met Prui sen-haat en ver er i ng van Napol e on.
L ees zi j n ode aan N a pol e on :
Gij wildet, ja gij wildet vrijheid
Aan uw veroverd' aarde schenken."
D a t schr eef hi j i n 1825. E n dus i n de jaren, dat op de snel-
ve r vl oge n geestdr i ft van 1813 de gr oei ende tel eur stel l i ng i n
de her stel de D ui t s e vor stenr eger i ng was gevol gd: gr oei ende
tel eur stel l i ng en een steeds pi j nl i j ker gevoel van te zi j n be-
dr ogen. W a n t de vr i j hei d, op N apol e on ver over d, bl eek
sl echts neer te kome n op vr i j hei d voor de reacti e om de
vr i j hei d te onde r dr ukke n.
7
1
W a t war e b ur ger vr i j hei d kan zi jn, l eer de Pl at en op een
rei s i n Z wi t se r l and. Z i j woont sl echts daar waar mensen t ot
slaafshei d ni et i n s t a a t zi j n:
Daar waar geen slaven zijn, is geen tyran."
K e e r deze zi nspr euk om, en ge hebt D ui t s l an d tussen 1813
en 1848, het D ui t s l an d waaraan deze di cht er l eed, en waar-
voor hi j duur zaam op de vl uc ht was :
Daar waar slaven zijn, moet een tyran regeren."
D e officile, ui t Hohe nzol l e r n- en Hi t l er angst door l ope nd
v e r v a l s e n d e D ui t s e l i ter atuur wetenschap heeft het klaar-
gespeel d om i n negen van de ti en l i ter atuur geschi edeni ssen
zozeer het accent op het aestheti sche en psychol ogi sche i n
de figuur van v o n Pl at en te l eggen, dat men net ni et aan de
b ehandel i ng van zi j n p o l i t i e k e l evensstr i j d en l evenstr a-
gedi e toe kwam. T o c h vor me n di e tr agedi e en di e str i j d i n
zi j n l even een al l esbeheer send el ement. E n zi j n Anstof aanse
comedi es als Der ver hangni svol l e G ab e l " en Der r oman-
ti sche di pus" zi j n dan ook geenszi ns sl echts l i ter ai r e, doc h
we l degel i jk ook pol i t i eke str i jdschr i ften.
I n de eerste di er twee comedi es kunne n wi j l ezen hoe v o n
Pl at en D ui t s l an d vaar wel zegt:
Gunne het l ot den di chter de ve r vul l i ng van de
wens waar van hi j is bezeten: naar een l and te kunnen
vl ucht en, waar de D ui t s e taal hem als een vr eemde i n
de or en kl i nkt "
Wa n t , al dus ve r vol gt hi j :
Ver geefs zoekt men, met een l antaarn gewapend,
i n D ui t s l an d naar m e n s e n."
7
2
E n hoezeer haat de di chter de D ui t s e nationale smaak",
di e hi j ver gel i j kt met de sprookjespri nses-met-de-varkens-
snui t. D e moeder van di e pr i nses moet, toen zi j zwanger was,
te veel aan den Pr ui si schen censor A l b e r t von K a mpt z heb-
b en gedacht, vandaar dat haar k i n d zo' n eeuwi g-naar-vnj-
hei dsstnjders-snuffel ende snui t" bezi t.
I n P r ui sen heerst een b i got t e koni i i g, en zi e, gehoor zaam
vol gt zi j n vol k hem i n zi jn bi gotter i e. N i e t ui t over t ui gi ng,
doc h ui t i ngeb or en di sci pl i ne. H o n e n d heet het i n dat ver-
b and i n de comedi e Der r omanti sche di pus " :
Doc h hoevel en, di e thans onhandi g de hemel trach-
ten i n te kl i mme n, doen dat al l een maar omdat zi j toe-
val l i g de onder danen van een vr ome n koni ng zi jn. A l s
er, gel i jk wel eer (dus onder F r e de n k den G r ot e . Ver t. )
nog een athest op de r echter vl eugel stond, dan zouden
ze even makkel i j k op c ommando een sti jf r echtsom-
keer t maken!"
V o n P l at en heeft zi j n i nzi cht en i n deze nog meer dan i n
zi j n comedi e ui t gespr oken i n zi j n pol i t i eke gedi chten en zi j n
Br i even tussen een Ber l i j ner en een Dui tser . " D e stad Ber l i j n
b eschouwde hi j als het mi dde l punt van het gr ote kwaad, en
deze pl aats wor dt i n de l aatstgenoemde comedi e voor al
gehekel d:
daar i k mi j er spoedi g van ove r t ui gd had, dat alles
waar door D ui t s l and gek gewor den is en wat i n de
comedi e bestr eden wor dt , van B er l i j n i s ui tgegaan en
daar zi j n zetel heeft: het r omanti ci sme, het pi ti sme,
de hegel anj en zoveel andere di ngen meer."
73
D e di chter , di e zi j n hel e l even met de censuur (ja t ot zelfs
i n Itali met de daar toen machti ge Oostenr i j kse) heeft ge-
vocht en, heeft ti jdens zi j n l even di e gedi chten en di e B r i e ve n
ni et i n dr uk gezi en. Z i j zi j n vl ak na 1830 geschr even, doc h
ver schenen pas na zi j n dood (1835)
m n e t
F
1
"
3 1 1 5 6
S t r aat sb ur g
en het Amer i kaanse N e w Yor k, om eerst i n 1877 (!) i n de
officile D ui t s e Pl atenedi ti e te wor de n opgenomen, nadat i n
1849 i n F r ankf or t een afzonder l i jke ui tgave was ver schenen.
H u n hoof dt hema is de knec ht i ng en ove r we l di gi ng van
P ol e n door het autocr ati sche R us l and: gr uwel i j ke wr eedhei d,
waar D ui t s l and op z' n gunsti gst het zwi j gen toe deed, doc h
di e het ook veel al toejui chte. W a n t de Tsaar -onder dr ukker
was te B er l i j n popul ai r . E n zo wer den v on Pl aten' s
Pol enl i eder " vanzel f een aankl acht jegens het ei gen D ui t s e
v ol k tevens:
Voor wie moest vluchten, werd verbannen,
smeek ik om ietwat menselijkheid! "
H i j smeekte vergeefs. E n voor de Ber l i jner s di c ht hi j een
wr ang Nati onal l i ed:"
Als hij ons met honden opjoeg.
Och, wij droegen 't met gedul d;
Tegen ' n tsaar zich te verzetten,
Wa t een misdaad, wat een schul d! "
T e r wi j l de Hof demagoog" zegt:
Want ik ben en blijf een hond. "
E n als de tsaar i n B er l i j n wor dt ge hul di gd:
dan klapt men voor hem in de schouwburg."
74
Schandel i j k is dat, want di t kl appe n heeft:
de eer van hunnen Duitsen naam
geschandvlekt tot de jongste dag."
Wal gi n g, dat is het gevoel dat op zul ke oge nb l i kke n bi j
v o n P l at en over heer st. Z i j ve r vul de hem toen hi j aan het
sl ot van zi j n Veneti aanse sonnetten zi j n mede-Dui tser s en
met name de kl assi ek-doende l i ter ator en onder hen t oer i ep:
Gij, wat bezit gij aan uw Rij n en Ister,
Dat gij bestaan kunt naast het volk der Grieken?
Wa t kranten en recensie-periodieken,
Tabak en bier en ' n politie-minister!
E n gij, die nimmer kendet de twee zusters,
Vrij heid en Kunst, die daar in beet're streken
De r schoonheid kroon in 't haar zich konden steken,
Gi j noemt u Grieken, droevige filisters ? "
Wal gi n g, zi j i nspi r eer de he m ook t ot de e pi l oog van zi j n
Polen-Li eder, " di e e pi l oog di e een afschei d is aan Dui t s-
l and, waar geen waar poet vr i j ui t kan spr e ke n:
In 't duister moet de geest zich bergen,
Opdat de zotten 't niet verstaan,
D a n pas kan midden tussen beulen
D e dichter er nog veilig gaan.
D e censor-moordenaar, hij lummelt
Met mijn geschriften op zijn knie,
E n mijne lied'ren zijn geschonden,
Verscheurd is al hun harmonie.
Z o moet ik dan gedwongen zwijgen,
Wi j l 'k afstand doe van elke waan,
Dat 'k voortaan voor een volk kan dichten,
Dat wandelt op zodanige baan.
75
< O c h dichter, wil nu maar berusten,
O m uw vertrek voelt niemand pijn,
'k Weet het allang, men kan op aarde
Niets ergers dan een Duitser zijn."
D e har dhei d van deze woor de n heeft onze di chter al l een
nog over tr offen i n de regels di e hi j na de bi tter e br euk met
een van zi j n tevergeefs gel i efde vr i enden, den t heol oog K a r l
G e r man, over z i j n D ui t s e omge vi ng di c ht t e:
Waar mij vaneengereten is de laatste band,
Waar haat en ondank edele liefde honen,
Wat ben ik beu van dit, mijn vaderland! "
H i j tr achtte het te ont vl ucht en, satt" als hi j het was!
W i j noemden reeds Pl aten' s Bri efwi ssel i ng tussen een
Ber l i j ner en een Dui t ser . " I n di en Ber l i j ner heeft hi j alles be-
l i chaamd wat hem i n zi j n l andgenoten af schuwwekkend, wi j l
onver beter l i j k slaafs voor kwam.
Schaf de uni ver si tei ten af," r oept di e r eacti onai r e Pr ui s.
Ver b i ed de l ectuur van hi st oneb oeken kr ui p voor alles
wat zi c h l egi ti em noemt, gel i jk di e tsaar di e P ol e n wur gde . . .
Ve r ni e t i g de r epub l i kei nen, waar de vr i j hei d woont. " E n als
de D ui t s e r (von Pl aten) dezen Ber l i j ner een knecht noemt,
aanvaardt l aatstgenoemde di t als een er eti tel :
Gi j hebt zeer sl echt i n mi j n hart gekeken, toen ge
meende te gel oven, dat i k mi j door de ui t dr ukki n g
k n e c h t b el edi gd z ou voel en. I k ben, G o d e zi j dank,
de al l er onder dani gste knecht des koni ngs en dat is mi j n
gr ootste tr ots. Z o u er een absol ute (wi j zoude n thans
zeggen: totale". Ve r t . ) r eger i ng kunnen bestaan, als er
76
geen knecht en war en? N i e t s heek hi er zoveel afschuw
gewekt als di e ver gader i ng van de Fr anse C h amb r e
des Deput es, waar i n eni ge redenaars ver kl aar den, dat
zi j staatsburgers war en en geen onder danen Z e l f s
de gemati gden onder ons, Ber l i jner s, war en daar van
onder steboven, zi j vr eesden dat men ons van onze
onder danenti tel z ou kunnen ber oven. M e n r ende door
de str aten en r i ep elkaar toe: Wi j zi jn onder danen!
W i j zi j n onde r dane n! " S ommi ge n wi l de n zelfs het
wo o r d b ur g e me e s t e r afschaffen en o n d e r d a n e n -
meester daar voor i n de plaats stel l en. O o k i n di t op-
zi c ht is B er l i j n de over i ge we r e l d ver r e voor ui t , dat
men er reeds i ntuti ef voel t, dat de ui t dr ukki ng b u r g e r
neer komt op een b e l e di gi ng van de staatsautontei t. "
D o c h genoeg van v on Pl aten. H i j sti er f ver van zi j n
vader l and, dat hi j meed. O n de r zi j n geschri ften we r d ook
een aantal leefregels ge vonde n: nor mati eve geboden waar-
naar hi j zi c h tr achtte te r i chten. E e n daar van l ui dt : We e s
tegenover uw mi nder en bel eefder dan tegenover uw meer-
deren. " Wa s de man di e zul k een begi nsel opstel de, ei genl i jk
we l een Dui t se r ? Nauwe l i j ks kon hi j nog als afstammel i ng
gel den van het vol k van He r man n en Thusnel da, waar van
G r a b b e i n zi j n Her mannsschl acht" gezegd heeft:
D e G e r maan is v o l hi nder l agen, als zi j n wouden. "
G r ab b e , de West f al er doet ons aan het dr ama de nke n;
maar voor al het theater der Oostenr i j ker s heeft i etwat goed-
moedi g, zoal s het i n de Z ui ddui t s e aard l i gt, echter met meer
di r ect succes dan de l i ter atuur , de gebr eken van de t i j d en
77
de nati onal e onhebbel i j kheden aan de kaak gestel d. G r i l l -
par zer was zi c h daar vol l e di g van zi j n taak bewust, en zei
omt r ent de tr agedi e:
D e Dui t se r s moesten i n hun smakel oze gr ondi g-
hei d nooi t het onder schei d tussen pr oza en pozi e,
noc h b ove ndi e n de omst andi ghei d ver geten, dat een
tr eur spel , hoe t r eur i g het ook zi j n moge, t oc h ook al ti j d
een spel bli jft."
I n 1849 kl aagt hi j nog over de schandel i jke geestesdr uk
i n Oost enr i j k" en t ot i n de tweede helft van de 19de eeuw
vel l en zi j n ver zen het ondub b el zi nni ge vonni s:
u D e weg der nieuwere beschaving gaat
Van humaniteit door nationaliteit
T ot bestialiteit."
N e s t r oy schri jft i n 1848, het jaar v o l gebeur teni ssen, zi j n
kl uc ht Fr ei hei t i n K r ah wi n ke l " waar i n hi j de vr ol i j ke cari ca-
t uur van kl ei nsteedse D ui t s e vr i j hei dsopvat t i ngen tentoon-
stelt. E n daar waar met tr agi sche ernst gespr oken wor dt ,
gel i jk bi j H e b b e l , den t ypi sc he n Noor de r l i ng, ve r t oont het
ui tei ndel i j ke resultaat vaak heel we i ni g ver schi l .
A l s H e b b e l i n D e c e mb e r 1845
z
* ]
n
I
t a n a a n s e r e
i s moet
afbreken om naar D ui t s l an d t er ug te ker en, schri jft hi j aan
B amb e r g:
Ik si dder voor de D ui t s e atmosfeer, eerl i jk gezegd,
ni et omdat i k b i j voor b eel d op de wi j ze van andere
suffe ker el s beweer, dat men sl echts onder een azuur-
b l auwe hemel kan ademen, maar enkel en alleen omdat
mi j de eer stvol gende vr uc ht der opzi c hze l f hoogst
78
bel angr i j ke en wensel i jke pol i t i eke st r omi ngen schi jnt
te bestaan i n een barbaarse onver schi l l i ghei d tegen de
hoogste pr ocessen van de mensel i jke geest, di e el ke
ar ti sti eke opwe l l i ng ver sti kken. W a s het metal en fun-
dament van mi j n l even ( He b b e l bedoel t zi jn finantile
toestand. Ve r t . ) zo goe d gegr ondvest als het geeste-
l i jke, dan z ou i k D ui t s l an d nooi t meer betr eden. "
T i e n jaren t evor en noteer t hi j al i n zi jn Er stes T ageb uc h"
onder no. 105 met schr i j nend voor ge voe l :
Zel fs i n geval van een r evol ut i e zouden de Dui t ser s
sl echts om vr i j hei d van bel asti ng, nooi t om vr i j hei d
van gedachten tr achten te vechten. "
E n i n het r evol uti ejaar 1848 is zi j n oor deel ni et veel anders,
getui ge de not i t i e no. 3738 i n zi j n Dnt t e s T ageb uc h":
Er komt somti jds evenals voor den afzonder l i jken
mens ook v oor een geheel v ol k een ogenb l i k waar op
het een ger i cht houdt over zi chzel f. H e t kr i j gt namel i jk
gel egenhei d het ver l eden te her stel l en en de oude
zonde n van zi c h af te wer pen. D a n staat echter de
Ne me si s aan zi j n l i nker zi j de, en wee hem, als hi j nu ng
ni et de r echte we g op gaat. Z o staat het thans met
Dui t sl and. "
Ve r di e pt als hi j was i n het schr i jven van hi stor i sche dra-
ma's di e zeker opwegen tegen zi j n bur ger l i j ke spel en, heeft
H e b b e l ook nagedacht over de betekeni s der geschi edeni s
van zi j n vol k (toch we l het zijne, al was hi j de onder daan van
een De e ns vor st), waar bi j hi j vol gens no. 2415 i n zi j n dag-
b oeken t ot de er kenni ng kwam:
79
J
Het is zeer jui st, dat wi j Dui t se r s geen c ont ac t
hebben met de geschi edeni s van ons vol k, zoal s de
recensent van mi j n Genoveva" i n de B l at t er fr l i tera-
r i sche Unt e r hal t ung zegt. Maar wat is daar de r eden
van? O mda t di e geschi edeni s z o n d e r r e s u l t a a t
was, omdat wi j onszel ven ni et kunnen b eschouwen als
pr oduc t e n van haar or gani sche ont wi kke l i ng, zoal s bi j-
voor b e e l d Engel sen en Fr ansen, maar omdat hetgeen
wi j nu eenmaal onze geschi edeni s moeten noemen, ni et
onze l e v e n s - , maar onze z i e k t e geschi edeni s is, di e
t ot op heden nog ni et t ot een cr i si s heeft gel ei d.
I k schr i k steeds weer wanneer i k de dr amati sche
di chter s zi e zwoegen met de Hohenstaufer s di e, hoe
gr oot ook F r e de n k Bar bar ossa en F r e de r i k de T we e de
als per soonl i j kheden war en, desni ettemi n tegenover
Dui t s l and, dat zi j ver scheur den en ver spl i nt er den, i n
geen andere b e t r e kki ng stonden dan de l i n t wor m
tegenover de maag."
D e t i j d was l angzamer hand r i j p ge wor de n voor zul ke ui t-
spr aken. N i e t voor ni ets schreef He i n e al i n 1830: De r evo-
l uti e doet haar i ntr ede i n de l i ter atuur !" B i j monde van een
hele reeks van di chter s deed zi j dat i nder daad, en begri jpe-
l i j ker wi j ze kl onke n er ni et al l een zegezangen, maar ook
meni ge schi mp- en vl oekl i eder en, meni ge wr evel i ge op-
mer ki ngen. T h e odor M u n d t stel de de ei s:
D e we r e l d en het vl ees moeten weer i n hun r echten
her stel d wor den, opdat de geest ni et meer zes t r appen
hoog woont i n Dui t sl and. "
80
E n de voor mal i ge pr ui si sche officier F r i e dn c h v o n Sal l et
dr ukt e zi j n gevoel ens over deze op de zol der kamer ver-
bannen geest i n een al ter nati ef ui t, dat tekenend is voor zi j n
poti sch over i gens onbel angr i j ke ti j dsgedi chten:
Voor vorstenmacht, voor volksrecht ?
Voor geesteslicht, voor papenwaan ?
Republikein of anders knecht?"
D o c h v oor r e pub l i ke i ne n was de ti j d wel i swaar gunsti g,
het vol k echter nog l ang ni et r i j p, en met r echt kar akter i -
seerde F r e i l i gr at h i n zi j n Neuer pol i ti sche und sozi ale Ge-
di chte" de zwar t-r ood-gouden vl ag der r e pub l i ke i ne n:
Zwart rood goud:
Buskruit is zwart,
Rood is bloed,
Goud flakkert de vlam. "
E r moest nog een eeuwenl ange str i j d gestr eden wor de n,
helaas!
D e D ui t s e reacti e di e zi c h na '48 deed gel den, kenschetste
hi j enkel e jaren l ater voor tr effel i jk i n een gedi cht dat ook
vandaag nog gel di ghei d heeft, althans wat de b eschr i j vi ng
der aangewende pr acti j ken betreft, di e door F r e i l i gr at h i n
di t Dui tsche r evol ut i e" get i t el d wer k zo goed bi j de aanhef
wor de n samengevat:
En of gij haar, een edel wild,
al met uw beulenknechten vingt,
E n of gij bij de vestingmuur
standrechten de gevangene gingt,
E n of haar ook de heuvel dekt,
op 't gras waarvan bij 't morgenrood
Een jonge vrouw een krans neerlegt
toch zeg ik u: zij is niet dood!
8l
E n of
gj
van haar voorhoof d ook
gj
haar wilde lokkenpracht afschoort,
E n of
g>)
links en rechts van haar
g>)
een dief en moord'naar uitverkoort,
E n of zij tuchthuiskleren draagt, zij
zich voedt met schrale bonenbrij,
E n of zij touw en wol ook spint,
toch zeg ik koppi g: zij is vri j !
E n of
g
1
)'
haar tot balling maakt,
E n verder jaagt van land tot l and;
E n of ze aan vreemde haard zich zet,
waar koude as glijdt door haar hand,
E n of in verre stromen zij,
verwond, ook doopt de moede voet,
T oc h hangt haar harp zij nimmer op
aan Babel's wilg bij Babel's vl oed. "
W a t door een ster ke per soonl i j khei d als F r e i l i gr at h om-
hoog geheven wor dt tot hoop en over t ui gi ng, bl i jft bi j het
vol k zel f een schr eeuwende kl acht zonder ui tzi cht, al l een
treffend door de onmi dde l l i j khe i d en door de onve r b l oe mde
wr aakgedachte. E e n anoni em l i e d dat i n 1849 P P
u
l
a u
"
w a s
i n Baden, laat di t alles dui del i j k zi en en t oont ook goed,
hoezeer de Pr ui sen voor alle el l ende aansprakel i jk gestel d
wer den. H i e r i s de rasechte Z ui ddui t s e r aan het woor d, di e
het wo o r d leis" op Preuss" laat r i jmen, en di e met pr ol eta-
r i sche opr ec ht hei d zi ngt :
Slaap mijn kind, slaap heus!
Daar buiten loopt de Pruis.
Je vadertje heeft hij gekraakt,
Je moeder heeft hij arm gemaakt,
E n wie niet slaapt van huilen moe,
Di en drukt de Pruis zijn oog wel toe.
82
Slaap mijn kind, slaap heus!
Daar buiten loopt de Pruis.
We moeten stil zijn en alleen,
Zoals je pa onder zijn steen.
Slaap mijn kind, slaap heus!
Daar buiten loopt de Pruis.
Go d echter weet hoe lang hij 't maakt,
Totdat de vrijheid weer ontwaakt.
E n waar je vader ligt, daarnaast
Vi ndt menig Pruis ook nog een plaats."
I n stede de energi e van hun ver b et er zucht op het bi nnen-
l and te r i chten, waar maar al te veel mi stoestanden op
he r vor mi ng wachtten, l i et men al ti j d en eeuwi g weer de
dadendr ang van het Dui t s e staatsapparaat naar b ui t en ui tslaan,
en we r d de nati onal e agr essi vi tei t ni et op het ei gen kwaad,
maar op ander mans c ul t uur en bezi t ger i cht. D e Fr ans-
D ui t s e oor l og van 187071, di e wi j met eni ge wi l l ekeur als
de afsl ui ti ng van deze l i ter ai r e per i ode kunnen beschouwen,
is sl echts een voor t ze t t i ng van de Pr ui si sche modus vi ve ndi ,
wel ke tot op de dag van heden gehandhaafd wer d.
G e o r g H e r we gh heeft i n F e b r uar i 1871 een jui ste be-
sc houwi ng van deze agr essi vi tei t gegeven i n zi j n E pi l og
z um Kr i ege", opgenomen i n de b unde l Neue Gedi cht e".
H e m l aten wi j hi er het laatste woor d, ook al wi j l deze e pi l oog
tevens past voor al de ver der e oor l ogen waarmee de T e u-
tonen E ur o pa tei ster den, en i n het b i zonder wi j l de bezette
gebi eden bi j de jongste ver over i ngst ocht en der G e r mane n
de vol l edi ge suggesti e van hun ni ets ontzi ende vi ctor i eacti e
8j
hebben l er en kennen. Vo o r de zoveel ste maal bezat een
di cht er st em pr ofeti sche kr acht, t oen H e r we gh ui t r i e p:
Germania ! Vi ct ori a!
D e vaandels wapp'ren, klokken zingen,
Elzas is ons en Lotharingen,
D e grenzen trekken wijder kringen
Dan ooit te voor' . Vi ct ori a!
Gesteund op 't oude oorlogszwaard,
Prijst ge in uw vrome telegrammen
D e n Heer, van wien uw heren stammen,
E n uit verwoesting, dood en vlammen,
Stijgt hemelwaarts uw dank van d'aard.
N a vierentwintig slagen ligt
D e vijand neergeveld, geschonden,
T ot in de stad vol bloed en wonden,
Di e genen redder had gevonden,
Marcheerdet gij, in rijen dicht.
Zwart, wit en rood, om d'ene vaan
Verenigd staan nu Z ui d en Noorden,
E n prijzen u met jubel woorden,
Germania, gij rste in 't moorden,
Ik g r u w van u, zie ik u aan.
Ik g r u w van u, 'k geloof haast dat
Gi j in uw dwazen waan verzonken,
Met valse grootheid tracht te pronken,
Maar dat van Gods genade" dronken,
D e me n s e n r e c h t e n gij vergat."
Ipse di xer unt. E n wi j , wi j kunnen het den di chter bi jna
dr i ekwar t eeuw l ater nog steeds v ol mon di g nazeggen!
84
H E T G H E T T O A N T W O O R D T
H
et was de alte F r i t z " , de gaarne als ver l i cht e vol tai r i aan
opt r edende despoot, di e wei ger de Mose s Mendel ssohn,
een van zi j n gr ootste ti jd- en l andgenoten i n de Pr ui si sche
A c ade mi e toe te l aten, nadat deze i nst el l i ng hem t ot zul k een
eer had ui t ver kor en. H e t voor b e e l d van dezen gr oten"
kon i n g we r d door zi j n opvol ge r F r i e dn c h W i l h e l m II ge-
t r ouwel i j k nagevol gd, toen hi j den ber oemden medi cus
M a r kus H e r z eveneens de toel ati ng t ot de A c ade mi e
ontzegde. B ei de vor st en hadden dezel fde r eden voor hun
we i ge r i ng: de candi daten war en Joden, en hoezeer zi j zi c h
ook bei j ver den goede staatsburgers en echte Dui t se r s te zi jn,
zi j kwame n ui t het ghetto voor t , tussen wel ks poor t e n en
di e der A c ade mi e een onover b r ugb ar e kl oof lag, di e van
het r assenvoor oor deel .
T o c h tr achtten mannen als Me nde l ssohn en H e r z b r uggen
naar een vol l edi ge gel i j kstel l i ng te b ouwen, en ni et enkel
wi jsgeri ge, maar ook pr acti sch begaanbare; een per i ode van
aanpassi ng en gedeel tel i jke ontj oodsi ng br ak aan. H o e w e l
het b l oe d bl eef kr ui pe n waar het ni et gaan kon
He r z , di e Me nde l ssohn aan zi j n sterfbed bi j stond, kr eeg
als zesti enjari ge l eer l i ng en hui sgenoot bi j zi c h een zeker en
Juda L b Bar uch, afkomsti g ui t het Fr ankf or t se ghetto. T o t
man en jur i st opgegr oei d, ver ander de deze zi j n naam i n
L u d w i g Br ne. Maar ondanks het fei t dat Br ne zi ch, evenals
Hei ne, ui t zakel i jke over wegi ngen l i et dope n en met zi j n
87
l i ter ai r e pr oduc t e n een dui del i j k voor b e e l d l ever de van de
snel hei d waar mee het ont wi kkel i ngspr oc es dat Me nde l ssohn
b egonnen was, z i c h voor t ze t t e onder de D ui t s e Joden, bl eek
speci aal ui t zi j n cnt i sche gezi ndhei d ten opzi c ht e van zi jn
medebur ger s, dat hi j bi j alle nati onal i tei tsgevoel gedi stan-
ci eer d genoeg bleef, om met ongewone scher pte de fouten
en gebr eken van zi j n l andgenoten te kunnen zi en, en ze v o l
geest over de hekel te hal en.
Vo o r natur en als de zi jne, i ntel l i gent en tevens bezeten
van soci al e r echtvaar di ghei dsdr ang en waar hei dsl i efde, was
het onmogel i j k vr ede te heb b en met het despoti sme en de
onde r dr ukki ng di e i n D ui t s l an d het l even z owe l vr als na
de over heer si ng van N apol e on ondr agel i j k maakten. D e weg
ui t het ghetto voer de consequent naar het ver zet en de
r evol uti e. E n toen deze eenmaal b e gon te kome n de Jul i -
onl usten van 1830 vor mde n een aanvang zagen heel wat
schr i jver s zi c h gedwongen naar het b ui t enl and te vl uc ht e n
om daar als emi gr ant bi j hun ve r wor ve n geestel i jke afstand
ook een materi le di stanci r i ng te onder gaan, di e voor de
meesten althans n voor de e l gehad heeft: dat zi j geen b l ad
meer voor de mo n d behoefden te nemen.
E e n kwar t eeuw duur de Hei ne' s b i t t er gevoel de bal l i ng-
schap; di e van de n el f jaar ouder en Br ne zeven jar en; b ei de
ei ndi gden hun l even met een jarenl ang l i jden aan zi ekt en di e
hun geestkr acht onaangetast l i eten.
Br ne, veel meer pol i t i c us dan kunstenaar, veel meer
cr i ti cus van het bestaande dan zi ener of b ouwe r van een
toekomst, was al spoedi g gevr eesd o m de scher pte van zi j n
88
woor d. H o e hi j over zi j n vol ksgenot en oor deel de, weten wi j
ni et alleen ui t zi j n ei gen geschr i ften, maar heeft ook He i n e
met kl e m ve r t e l d i n zi j n over i gens ni et bepaal d vl ei er i g of
zelfs maar we l wi l l e nd gedenkschr i ft L udwi g Brne", dat
hi j eni ge jaren na de dood van Br ne aan de nagedachteni s
wi j dde van den man di e eenmaal zi j n vr i e nd geweest was,
maar di e i n latere t i j d vol kome n van hem ve r vr e e md raakte.
Z o ver tel t He i n e i n B oe k III van zi j n gedenkschr i ft een
gespr ek dat Br ne voer de met een D ui t s e n pat r i ot en waar i n
eer stgenoemde o.m. oppe r de :
, W i j zi j n een de nke nd vol k, en daar wi j zoveel
gedachten hadden, dat wi j ze ni et al l emaal konde n op-
schr i jven, hebben wi j de b oekdr ukker i j ui t gevonden;
en daar wi j di kwi j l s van l outer denken en boeken-
schr i j ven ook het l i eve b r ood ni et hadden, vonde n wi j
de aar dappel ui t. "
H e t D ui t s e vol k, b r omde de D ui t s e Pat r i ot ui t zi j n
hoek, heeft ook het b uskr ui t ui tgevonden.
Br ne wendde zi c h snel t ot den Pat r i ot di e hem
met deze opme r ki ng onde r b r oke n had, en zei sarcas-
ti sch gl i ml ac he nd: U ver gi st zi ch, beste vr i end, men
kan ei genl i jk ni et zo bewer en, dat het Dui t s e vol k het
b uskr ui t heeft ui tgevonden. H e t D ui t s e vol k bestaat
ui t de r t i g mi l l i oe n mensen. Sl echts n daar van heeft
het b uskr ui t ui t gevonden de over i ge 29.999.999
Dui t se r s hebben het b uskr ui t n i e t ui t gevonden.
Ove r i ge ns i s het b uskr ui t een goede ui t vi ndi ng, net
zoal s de dr ukker i j , als men er maar een jui st geb r ui k
89
van maakt. W i j Dui t se r s echter ge b r ui ke n de per s o m
de domhei d, en het b uskr ui t om de sl aver ni j te ver-
br ei den. "
D i t br okstukj e geeft een heel jui ste samenvatti ng van
Br ne' s meni ngen i n deze materi e, en dat zi j hi stor i sch ge-
f undeer d war en, bewi jst het ve r vol g van di t gespr ek, want
even l ater gaat Br ne vol gens He i n e voor t :
Ach, wanneer i k de hele D ui t s e geschi edeni s door -
l oop, dan mer k i k dat de Dui t se r s voor bur ger l i j ke
vr i j hei d we i ni g tal ent bezi tten, daar entegen de slaafs-
hei d, z owe l theor eti sch als pr act i sch al ti jd gemakkel i jk
aanleerden, en deze di sc i pl i ne met enkel thui s, maar
ook i n het b ui t enl and met succes doceer den. D e D ui t -
sers war en steeds de l udi magi str i der sl averni j, en
waar er b l i nde gehoor zaamhei d i n l i chaam of geesten
moest wor de n ger ansel d, nam men een D ui t s e n dr i l -
meester. O o k heb b en wi j de sl aver ni j over heel E u r o p a
ver b r ei d, en als gedenktekens van deze z ondvl oe d
zi t t en de D ui t s e vor stengesl achten op alle t r onen van
E ur opa, zoal s na oer oude over st r omi ngen op de hoogste
ber gen de resten van ver steende zeemonster s gevonden
wor de n E n thans nog wor dt t er nauwer nood een
v ol k vr i j , of er wor dt hem een D ui t s e kn uppe l op de
r ug geb onden en zelfs i n de hei l i ge geboor testr eek
van Har modi os en A r i st oge i t on, i n het weder bevr i j de
G r i e ke nl and, wor dt thans D ui t s e di enstbaar hei d i nge-
stel d, en op de A c r opol i s van A t he ne st r oomt Bei er s
bi er en heerst de Bei er se stok "
90
I n hetzel fde boek ver tel t He i n e dat Br ne naar aanl ei di ng
van het ver haal , hoe hem onder de P at r i ot t en op het hi sto-
r i sche feest te Hamb ac h zi j n hor l oge ontstol en wor dt , als
commentaar gaf:
, Ja, ook wi j, Ger mani ' s zonen, wi j ont waken
ui t onze sl aper i ge eer l i j khei d T yr anne n si dder t, wi j
stel en ook! "
Ve l e n hebben het hem nagezegd.
Va n Br ne zel f gaf He i n e de vol gende kar akter i sti ek di e
wor dt aangehaald, omdat zi j dui del i j k laat zi en ui t wel ke
geestesgestel dhei d de zel f cnt i ek van deze Jongdui tse schri j-
ver s i n het algemeen, en van de Joodse i n het b i zonder , voor t-
kwam. Z i j is te vi nde n i n b oek I V van het gedenkschr i ft, en
l ui dt al dus:
Wanneer D ui t s l and al l er l ei ver keer dheden begi ng,
di e sl echte gevol gen konde n heb b en; wanneer het de
moe d ni et had om een hei l zame medi ci j n i n te nemen,
zi c h de staar te l aten steken of een andere kl ei ne opera-
ti e te door staan, dan raasde en sc hol d L u d w i g Br ne,
en stampte en ti er de. A l s echter het voor zi ene ongel uk
wer kel i j k gebeur de, als men D ui t s l and met de voeten
t r ad of zo l ang str i emde t ot het b l oe d vl oei de, dan
mokt e Br ne ni et langer, maar hi j begon te gr i enen,
ar me nar di e hi j was, en sni kke nd beweer de hi j dan, dat
D ui t s l an d het beste l and van de wer el d was en de
Dui t se r s het schoonste en edel ste vol k, een war e par el
van een vol k, en dat men nergens ver standi ger was dan
i n Dui t s l and, en dat zelfs de gekken daar ver st andi g
9
1
war en, en de vl egel achti ghei d ei genl i jk gevoel is, en
dat hi j echt ver l angde naar de vader l andse st ompe n i n
zi j n r i b en meni gmaal l ust had i n een echt sappi ge
D ui t s e domhe i d, zoal s een zwanger e v r o uw i n een
peer "
U i t z ul k een kenschetsi ng kan genoegzaam bl i j ken, hoe
deze D ui t s e Joden b ove nal echte Dui t se r s en P at r i ot t en
war en, di e geenszi ns ui t haat of ver b ol genhei d, zoal s wei eens
b eweer d is, maar ui t een ster k bewuste l i efde en i nzi c ht hun
cr i t i ek ten beste gaven. D a t di t met zove e l geest en kl eur
geschi edde, dankten zi j aan hun heel b i zonde r atavi sme, hun
her komst ui t het ghetto mi sschi en; maar zeer zeker was hun
stem, l achend of bi tter , di e van een opr echte, Dui ts-nati onal e
zel fcr i ti ek. Re e ds i n zi j n Bri efe aus F r ankf ur t " di e van 1820
dater en, zegt B r ne zel f:
Met een vol k, dat t r ot s zi j n geestkr acht en tr ots
zi j n geestesvr i jhei d zi c h ni et heeft wet en te bevr i j den
van een censuur, di e met di e geestkr acht spot en di e
di e geestesvr i jhei d ver ni et i gt ; dat z i c h onde r we r pt aan
zwakke n van geest en gehoor zaamt aan l i eden wi e r
ei gen geest geknot en geketend i s;
met een vol k, dat ni ettegenstaande zi j n b l oei ende
wel stand, waar door het ont heven is van de alledaagse
l evenszor gen; dat ni ettegenstaande zi j n capaci tei ten
en mor el e zui ve r he i d ni mmer datgene wi st te ber ei ken
wat andere vol ke n zonder geestkracht, zonder geestes-
vr i j hei d, zonder deugd en zonder wel stand we l wi st en
te b er ei ken; dat zi c h ni et weet l os te maken van de
92
smadel i jkste onmondi ghei d, dat als een zwakzi nni ge
beeft voor spoke n of als een ki n d voor de gar d
met zo' n v ol k moet t oc h i ets ei genaardi gs aan de
hand zi jn. "
E n deze ganz besonder e B ewandt ni s" heeft hi j van vel e
kanten tr achten te anal yseren. T e l ke ns en tel kens weer heeft
hi j gewezen op de ei genaardi ge slaafshei d waar door de D ui t -
sers zi c h onder schei den. Aanvankel i j k gekscher end, als i n zi j n
ar ti kel Di e grosse Ver sc hwr ung" van 1819, waar i n hi j di t
exempel geeft:
Ik z ou i n D ui t s l and een N e r o wi l l e n zi jn, en mi j n
kr oon i n de eerste de beste r i vi e r we r pe n en den ge-
vaar l i jksten r adi cal en samenzweer der t oer oepen: ap-
por t e ! E n de t r ouwe poedel z ou i n het water spr i ngen,
onde r dui ke n en mi j kwi spel staar tend mi j n kr oon terug-
br engen. "
L at e r met meer gal. D a t deze slaafshei d ook voor geest
en gemoed gel dt, geeft hi j nadr ukkel i j k te kennen i n zi j n
cr i t i ek De r N a r r i m wei ssen S chwan, oder di e deutschen
Z e i t unge n" met de vaststel l i ng over de Dui t se r s:
Wi j zi jn t ot geen geestdr i ft i n staat D e pol i t i e
moet ons daar toe b e ve l geven; eerst moet er aan het
raadhui s aangepl akt staan, dat wi j om vi er uur 's mi d-
dags geestdr i fti g moeten jubel en, en dan pas zi j n wi j
ook geestdr i fti g en dan pas j ubel en wi j ook. "
H e t l i kke n naar b ove n en t r appen naar beneden, ge vol g
van zul k een i ngewor t el de slaafshei d, i s hem ni et ontgaan. I n
m
zi jn opst el over de Fr anzsi sche Spr ache" van 1822 b r e ngt
hi j deze ei genschappen i n b e e l d:
De D ui t s e r is al l een tegen hoger gepl aatsten be-
l eefd; een sfi nx geli jk, gl i ml acht hi j vr i endel i j k naar
b ove n, maar geb r ui kt naar onder en zi j n nagels . . . el ke
r eger i ngskl er k b eschouwt zi chzel f als een stadhouder
G o d s en i s bi j de genade G o d s een l ompe vl egel . "
Naar aanl ei di ng van de over al waar neembar e kr ui per i g-
hei d di e zi c h i n zovel e ve r mommi nge n doet gel den, stel t
B r ne i n het dagboek dat hi j nog ti jdens zi jn l even pub l i -
ceerde, de vr aag:
Men noemt de Dui t se r s vr oom, beschei den, vr i j -
zi nni g. D o c h is men vr oom, wanneer men den mens, de
schoonste ar bei d G ods , i n st ukken slaat ? Is me n
beschei den, wanneer men hoogmoe di g i s? Is men vr i j-
zi nni g, wanneer men ser vi el i s ?"
T o t i n zi j n nalatenschap, i n de Fr agmente un d A ph or i s -
men" keer t deze cr i t i ek wi j sger i g ui tgewer kt ter ug, een
bewi js hoe hoog het hem zat. Daar zegt hi j :
De Dui t se r s kunne n het bevel en en het gehoor-
zamen met l aten, en het is moei l i j k te zeggen, waaraan
zi j het meeste genoegen bel even. O o k i s het een hoogst
D ui t s e di chter , di e z on g:
Gi j moet heersen dan wel dienen,
Aambeel d dan wel hamer zijn.
E e n treffende spr euk, hoewel hi j een gr ote onwaar-
he i d en een afschuwel i jke mi skenni ng van de mensel i jke
94
natuur bevat. He e r se n of di enen, dat betekent slaaf
zi j n op de ene of op de andere mani er : i n het ene geval
omsl ui t en gouden, i n het andere geval i jzeren tral i es de
kooi . D e keten di e aaneensnoert is evenzeer gesnoer d
als het saamgebondene. D e mens echter i s voor de
vr i j hei d gebor en en net zo als er st i kst of aan onze
l evensl ucht moet wor de n toegevoegd opdat wi j kun-
nen ademen, pr eci es zo moet de vr i j hei d wor de n inge-
per kt, maar ni et mr, om geni etbaar te bl i j ven. W i e
echter dat al te vel e r eger en de r eger i ngen als sc hul d
i n de schoenen w i l schui ven, z ou i n el k geval i n
D ui t s l an d onr echt vaar di g zi jn. H e t is de sc hul d en
de zwakhe i d van de onder danen. M e n pr ob er e het maar
eens en heffe de honde r d over b odi ge wet t en op, di e
ver b i eden wat ei genl i jk ni et ve r b ode n zou moeten
wor de n, of di e ve r oor l ove n wat ei genl i jk hel emaal ni et
nog eens opzettel i j k ve r oor l oof d hoeft te wor den, en
me n zal zi en, hoe gegeneer d de bur ger s zi c h bi j el ke
stap zul l en voel en en hoezeer zi j zul l en kl agen, dat het
hun aan een voor schr i f t ontbr eekt. D a t komt omdat
het hun aan mannendeugd ontbr eekt, di e i eder onge-
dwonge n zi j n r echt schenkt; en aan mannendeugd
ont b r eekt het hun, omdat zi j de kr acht mi ssen waar-
mede men z i j n ei gen r echt weet te ver dedi gen; en aan
de kr acht ont b r eekt het hun, omdat zi j de geest mi ssen,
di e de hefboom is van de w i l ; en aan geest ont b r eekt
het hun, omdat zi j Dui t se r s zi jn. "
I nder daad, slaafshei d br engt beveel zucht en pol i t i e dwang
95
met zi c h mede. Re e ds i n Di e grosse Ver sc hwr ung" heet
het:
Wa t men onder pol i t i one e l opt r eden heeft te ver-
staan, voor al i n Dui t sl and, waar met de smadel i jkste
wi l l e ke ur di e men daar over al aantreft, b ove ndi e n nog
de domst e onhandi ghei d gepaar d gaat, weet i edereen."
N a de r gepr eci seer d wor dt di t ni et t emi n al een jaar later,
i n de Bnefe aus F r ankf ur t " door deze ti r ade:
Nooi t was de Dui t s e pol i t i e ti jdens de Fr anse
over heer si ng zo di e p i n de modde r weggezonken als
thans, nooi t wer den er zul ke onmensel i jke di ngen van
haar gei st, nooi t we r d aan de har dste ei sen met zo
ver heugde b e r e i dwi l l i ghe i d vol daan; ni mmer ti jdens
de ti enjari ge heer schappi j van de Fr ansen gi ng men bi j
de pol i t i e met zul k geni epi g l eedver maak, met zul ke
onmensel i j khei d en daar waar de geni epi ghei d ophoudt ,
met zo' n di khui di ge, tegen tr anen gempr egneer de,
school vosser i ge ambtspl i cht" te wer k, als onmi dde l l i j k
i n de eerste jaren van de D ui t s e heer schappi j.
E n si ndsdi en bestaat het gehele D ui t s e vol k ui t de
twee kl assen waar i n zi j n r eger i ng het heeft ve r de e l d:
de klasse der spi onnen en di e der bespi onneer den.
Daar b ui t e n bestaat er ni emand meer. M e n kan nog zo
br aaf zi j n of slecht, men mag mens of dui ve l zi jn, daar
t r ekken zi j zi c h ni ets van aan: men is pol i t i e hond of
pol i t i e wi l d, hamer of aambeel d. "
D i t twee-kl assensysteem heeft zi c h kl aar bl i jkel i jk, gel i jk
zove e l wat Br ne nog aanvoert, t ot op de hui di ge dag i n
9 6
D ui t s l an d gehandhaafd. H e t kan ni et anders, of zoi ets gaat
met een toestand van ui ter ste r echtel ooshei d gepaard. Va n
vr i j hei d geen spr ake. I n zi j n Br anger und U h l a n d" van 1836
constateer t onze schr i j ver :
Montesqui eu zei de eens, dat de vr i j hei d ui t Ge r -
mani's woude n te voor schi j n was gekomen; dat is
waar, doc h si ndsdi en is zi j er ni et weer gekeer d. "
I n het Pari js van 1833 vi n dt de emi gr e Br ne echter we l
degel i jk de r echtszeker hei d i n heel het bur ger l i j k l even, en
des te pi j nl i j ker voel t hi j het gemi s daar van i n zi j n vader l and.
I n zi j n 9de b r i ef ui t Pari js heet het dan ook:
Maar di t geval van r echtszeker hei d mi st een Dui t se
bur ger tel kens als het een pol i t i e k ver gr i j p betreft.
D i e pe nacht omhul t de ker ker , het ver hoor geschi edt
i n het gehei m, het vonni s wor dt i n het gehei m gevel d,
de ve r de di gi ng bl i jft ver b or gen, de eerste stral en van
de dag val l en op het bl oedschavot, een bl eek, van l eed
door pl oe gd hoof d val t schul del oos of schul di g, daar-
ove r zal G o d eens r i chten.
H o e wor dt een arme D ui t s e pol i t i eke gevangene i n
de ker ker behandel d? M e t mensel i jkhei d? O f wor dt
hi j gef ol ter d ? W i e kan het weten ? K o mt hi j ei ndel i jk
vr i j , dan heeft een l angdur i g l i j den vaak zi jn zi el skr acht
gebr oken, of hi j heeft i n zi j n vur i g gebed om r e ddi ng
aan de hemel b el oof d dat hi j al zi j n vi janden zal ver-
geven en alle kr e nki ng zal ver geten hi j zwi j gt en
kl aagt ni et. Mi ssc hi e n heeft men hem ook zi j n bevr i j-
di n g l aten betal en met een eed, dat hi j zal zwi jgen. "
97
'3
A ngs t we kke nde over eenkomst van deze waar nemi ng met
dat wat wi j ook heden nog bi j hetzel fde vol k, i n dezel fde
omstandi gheden zi c h tel kens en tel kens weer zi en her hal en.
Onove r t r of f e n is Br ne i n het pl asti sch voor st el l en van di t
gemeen sadi sme. I n de i nl ei di ng voor zi j n ei gen ti j dschr i ft
Balance", dat hi j sl echts kor t gaande kon houden, vat hi j de
kwel l i ngen samen, di e de Dui t se r s met voor l i ef de dui zenden
steeds opni e uw deden onder gaan:
Oor del en en b eoor deel d wor den, zi edaar des men-
sen bestemmi ng. Maar wat wi l t ge dat de Dui t se r s
zul l en beoor del en, behal ve dan boeken en hun schri j-
vers, kunstenaars en hun wer ken, t oneel st ukken en het
spel der toneel spel er s? D e b espr eki ng der pub l i e ke
aangel egenheden is hun i mmer s ve r b ode n ? Z i j betal en
bel asti ngen, zi j offeren het b l oe d hunner zonen op het
altaar des vader l ands, zoal s de di chter s dat pl egen te
noemen, doc h het gaat hun ver der ni ets aan, dat is pol i -
ti ek. M e n sl ui t hen i n de ker ker op, henzelf, hun vaders,
hun zonen, hun br oeder s, voor zogenaamde staatsmis-
daden ; men kwe l t hun geest en hun l i chaam met mi s-
handel i ngen en ontber i ngen, t ot dat zi j daar door hun
ver stand of hun l even ver l i ezen; wr edehj k ont houdt
men aan de zi eke gevangenen de tr oost, van hun fami li e-
l eden voor hun dood nog eenmaal te zi e n; zi j ver gaan
i n wanhoop en voor het ochtendgr auwen laat men hen
door b eul sknechten en ci pi er s onder de gr ond st oppen.
M e n ver hoor t en ver oor deel t hen i n het gehei m, men
voer t tegen hen ni et eens een or dentel i j k pr oces, me n
9 8
ver oor deel t hen zonder meer t ot l evensl ange ge-
vangeni sstraf, doc h dat gaat hun ver der ni ets aan, dat
is pol i t i ek. M e n steelt hun gedachten, men ve r moor dt
hun gevoel ens, met wat zi j i n het zweet huns aanschijns
wr oc ht t e n mest men gi er i ge spi onnen vet, di e men
hun i n F r ankr i j k en Z wi t s e r l and nastuur t i n de bal l i ng-
schap, doc h dat gaat hun ver der ni ets aan, dat i s
pol i t i ek. "
W i l men het vr z i c h zi en, hoe dat toegaat? Br ne heeft
er een relaas van gegeven, i n zi j n 21ste B r i e f ui t Pari js (1833)
waar hi j ui t een F r ans-Z wi t ser s b l ad de vol gende geschi ede-
ni s aanhaalt, di e vol l e di g ten laste van de Dui t se r s komt ,
omdat toenter ti j d het vor st e ndom Ne uc hat e l aan den koni ng
van P r ui sen toebehoor de, en door zi j n ambtenar en, Pr ui sen
dus, b est uur d we r d. W i j kunne n zi en hoe toen al dezel fde
met hoden geb r ui kt wer den, di e ook thans door de Dui t se r s
toegepast wor de n bi j het vr i j l aten van gevangenen ui t de
concentr ati ekampen, bi j het afpersen van ver kl ar i ngen, bi j
het straffen" van opstandi gen door fol ter i ngen, opsl ui t i ng
i n bunker s, ui t honger i ng A l l e e n de medel i jdende ci pi er s
schi jnen thans schaarser gewor den, evenals de gevangenen
di e het er nog l e ve nd van afbrengen.
Br ne geeft de gebeur teni ssen al dus weer :
D e 8e De c e mb e r van het vor i ge jaar begaf de heer
v on Per r ot , mai r e van Ne uc hat e l en pr esi dent van de
r echtbank z i c h i n de gevangeni ssen, om de pol i t i eke
gevangenen mededel i ng te doen van de zogenaamde
amnesti e, waar mede het den kon i n g van P r ui sen i n zi j n
99
onui t put t el i j ke goedhei d behaagde hen te begenadi gen.
D e z e magi straat vor de r de van de ongel ukki gen een
eed, waar bi j zi j op de koni nkl i j ke scepter moesten
zwer en, dat zi j zi c h ni et zoude n tr achten te wr e ke n op
de per soon van de r echter s di e hen hadden ver oor -
de e l d; dat zi j geen wr ok tegen wi e n ook zoude n
koester en; dat zi j zi c h goed over hun gevangeni s zou-
den ui tl aten en ni mmer ont vl uc ht i ngspogi nge n zoude n
wagen. A l l e gevangenen l egden deze eed af; sl echts
D ub oi s , di e ter dood was ver oor deel d, doc h wi ens str af
i n l evensl ange gevangeni sstr af was gewi j zi gd, wei ger -
de; t oen men hem de scepter voor hi e l d, ver kl aar de
deze ongel ukki ge patr i ot, dat hi j zul k een gel ofte ni et
af kon l eggen. T e n tweede mal e daar toe aangemaand,
her haal de hi j zi j n wei ger i ng, waar op de mai r e gelastte,
D ub o i s naar de gevangeni s t er ug te voer en.
Vi j f mi nut en l ater gr epen op b evel van den mai r e
twee gendar mes D ub oi s vast, kne ve l de n hem, deden
he m boei en aan, sl eepten hem een tr ap oml aag, sl eur den
hem over de bi nnenpl aats van de gevangeni s en wi er -
pe n he m i n een hol , dat men de k o o i noemt, om
daar i n veer ti en dagen bi j water en b r ood te smachten.
D i t f ol t er wer kt ui g, nauwkeur i g vol gens het mode l
ver vaar di gd, dat kar di naal de B el ue op b e ve l van L ode -
wi j k X I had ui tgedacht, is een kooi van ongeveer vi j f
en een hal ve voet i n het vi er kant, waar i n men noc h
zi t t e n noc h staan kan, en is i n een oude tor en van de
gevangeni s aangebracht. D e ongel ukki ge, di en men
daar i n opsl ui t, moet op het str o dat men er neerl egt,
hur ken. D e kooi is ui t ster ke ei ken bal ken get i mmer d,
kr i j gt sl echts een we i ni g l i c ht door de venst er openi ng
i n een bi nnendeur , doc h al l een wanneer een b ui t endeur
van ijzer, di e de i ngang tot de tor en afslui t, geopend
wor dt . I n de zomer kan de ongel ukki ge, di en men i n
di t hol opsl ui t, het nog ui t houde n; maar i n de strenge
wi nt e r wor dt het ondr agel i jk, omdat de l ucht er van
alle kanten i n b i nnendr i ngt .
Nadat hi j de f ol ter i ngen van de wi nt e r koude acht-
enveer t i g ur en had ver dr agen, we r d de ongel ukki ge
D ub o i s door den ci pi er i n de afschuwel i jke toestand
van een b evr or ene aangetroffen. H i j had geen pol s
meer en was zo sti jf als een li jk. D e ci pi er was ontzet
over deze gevol gen van kanni baal se wr eedhei d, snel de
hui swaar ts om war me dekens en voedsel te hal en en
gaf z i c h met b e hul p van zi j n z oon alle moei te om het
ongel ukki ge slachtoffer t ot het l even t er ug te r oepen.
Daar na deed hi j den mai r e mededel i ng van de gevol gen
van di ens barbaarse bevel . De z e l i et D ub oi s naar zi j n
oude gevangeni s ter ugbr engen en spoor de hem op-
ni e uw aan, de ver l angde eed af te l eggen. D e gevangene
moest i n zi j n smadel i jk l ot ber usten, doc h begr eep bi j
zi c hze l ve maar al te wel , dat zo' n afgeperste eed sl echts
woor de n en sl echts wi n d is."
H e t is ni et te ver wonder en, dat de goedwi l l enden onder
deze l i eden zeer sc hi c ht i g moesten l even. W i e een pol i t i e k
geweten bezat, di ende ook toen al meni gmaal onder te
I OI
dui ken. I n de aantekeni ngen Aus mei nem Tageb uche"
filosofeert Br ne hi er over :
Vr de gr ote r evol ut i e zei een wi j ze F r ansman:
Al s men mi j er van beschul di gde, dat i k de gr ote kl ok
van de N o t r e D a me had gestol en en haar aan mi j n
hor l ogeket t i ng had opgehangen, dan z ou i k vei l i ghei ds-
hal ve t oc h maar l i ever voor l opi g onder dui ken. " Z o ' n
sl echte naam had toenter ti j d de cr i mi nel e j usti ti e i n
F r ankr i j k. N u , met het stelen, r ove n en moor de n is het
i n D ui t s l an d ni et zo er g gestel d, en als me n mi j van
zoi ets beschul di gde, z ou i k r usti g het onder zoek af-
wachten. M aar ni et als het een pol i t i e k ver gr i j p betr of!
A l s mi j mor gen een vr i e nd bi j het ontbi j t kwam op-
zoeken o m mi j te waar schuwen, dat men mi j er van
ver dacht, dat i k op de beur s te F r ankf or t dr i e honde r d
van de dapper ste Joden had ger onsel d om aan het
hoof d daar van aan het ei nd van de maand naar M a n n -
he i m op te tr ekken, de Ri j npal t s te ver over en en daar
een r epub l i ek te sti chten, dan z ou i k mi j ni et eens de
t i j d gunnen om mi j n l aarzen aan te tr ekken, maar er op
mi j n pantoffels vandoor gaan "
D e Jodenangst, de Jodenhaat, zi edaar een ander s y mpt oom
van het met lafhei d ve r b onde n sadi sme, dat weer wor t e l t i n
de nati onal e slaafshei d, en waaraan ui ter aar d de schr i jver s en
denker s van Semi ti sche afkomst zi c h ni et mi nder gestoten
hebben, dan hun ni et-Joodse medemensen. Wa a r bl eef echter
een openl i j k pr otest ? Vaak genoeg ze l f het slachtoffer van
een gewel ddadi g anti semi ti sme, ver b azen eer stgenoemden
102
ons veel eer door hun gemati gdhei d op di t geb i ed en een
zeker e resi gnati e, di e wi j zelfs bi] een zo felle natuur als Br ne
kunnen waar nemen, zodr a hi j het over di t fraaie kapi t t e l van
de D ui t s e nati onal e schande heeft. T o c h is de i r oni e bi jna
smar tel i jk van kl ank i n dat wat hi j i n de Fr agmente un d
A ph o n s me n " van de Joden ui t zi j n geboor testad F r ankf or t
zegt :
Zi j ver heugen zi c h i n de tederste zor gen der rege-
r i ng. D e s Z ondags moc ht en zi j hun Jodensteeg ni et
ver l aten, om er al dus voor gevr i j waar d te zi jn, dat zi j
door dr onkaar ds zoude n wor de n geslagen. Vr hun
vi j f entwi nti gste jaar moc ht en zi j ni et t r ouwen, opdat
zi j t oc h maar gezonde en ster ke ki nder en zouden
kr i jgen. O p vr i j e dagen moc ht en zi j pas om zes uur
's avonds de poor t ui t, opdat de al te gr ote zonnehi t t e
hun geen kwaad zou doen. D e openl i j ke wandel wegen
b ui t e n de stad war en voor hen ver b oden, me n dwon g
hen al dus om over de vel den te l open, tenei nde hun
l i efde voor de l andb ouw bi j te br engen. A l s een Jood
over straat l i ep, en een C hr i s t e n r i ep hem toe: Mach
M or e s Jud" (leer eens mani er en, Jood!) dan moest hi j
zi j n hoed afnemen; door deze bel eefde attenti e moest
de l i efde tussen b ei de gezi ndten ver st evi gd wor den. "
Br ne de Jood zag het ver schi l slechts als een onder schei d
i n gezi ndte, van nati onal i tei t voel de hi j zi c h geheel en al
Dui t ser . Vanwaar echter de Jodenhaat, de op de spi ts ge-
dr even vr eemdel i ngenhaat bi j zi jn l andsl i eden? Reeds i n
1818 geeft hi j hi er op ant woor d i n zi j n aankondi gi ng van het
103
door hem opgezette ti jdschr i ft voor bur ger l even, weten-
schap en kunst", dat hi j met zi j n z i n voor ob j ect i vi t ei t Di e
Wage " noemde. H i j b et oogt daar i n:
. . . . de vader l andsl i efde der Dui t se r s l i et zi c h
sl echts ontsteken aan een onbetamel i j ke haat jegens
een vr e e md v ol k "
Vr ees voor het bui tenstaande als pr oj ecti e van de vr ees
voor het ei gene, het aangebor en onver dr aagl i j ke; vrees als
mot or van het gehele staatsbestel ; hoe goed heeft hi j deze
ni et ont masker d i n de Fr agmente un d A ph or i s me n " waar
hi j vaststel t:
Wanneer , zoal s dat i n D ui t s l an d ve e l vul di g ge-
schi edt, wet t en i n de taal van bevel en wor de n geredi -
geerd, went men de bur ger s eraan, wet t en ook als l outer
bevel en te beschouwen, di e me n ni et opvol gt omdat
men ze eert, doc h omdat me n ze vreest."
H e t D ui t s e mi l i t ai nsme is de b e l i c hami ng van deze i n- en
ui t wendi ge vrees, di t nati onal e mi nder waar di ghei dsbesef,
dat i n slaafshei d de di sci pl i ne eert om zi chzel fs wi l . I n het
jaar voor zi jn dood, i n Br anger und U h l a n d" spr eekt Br ne
het over dui del i j k ui t :
De eni ge band, di e i n een l and van ver over aar s den
een aan den ander, de l ageren aan de hoger en en deze
weer aan hun opper st en kri jgsheer b i ndt , is de di sci -
pl i ne. D e di sc i pl i ne echter is stom. In zul k een l and kan
het despoti sme alles wagen, want de onder dr ukt en,
aan passi eve gehoor zaamhei d gewend, heb b en gel eer d,
dat ook de kl acht als ver zet wor dt b esc houwd. D e
104
di sc i pl i ne noemt men daar t r ouw. Z e l f s als de onte-
vr edenhei d er al gemeen ware, zou zi j t oc h ni et t ot
ui t b ar st i ng kunnen komen, want daar de bur ger s nooi t
i n het openbaar spr eken en kl agen, gel ooft i edereen,
dat hi j de ni ge mi snoegde is, en hi j komt nooi t te
weten, dat zi j n per soonl i j ke meni ng tevens di e van
i eder ander i s . . . D a t is nu pr eci es bi j de Dui t se r s van
thans het geval . We l i s waar zi j n het oude, afgedankte
sol daten, maar zi j zi jn het aanwensel van de di sci pl i ne
nog ni et kwi j t geraakt. A l s een oud-soldaat, hoewel hi j
weer i n het bur ger l i j ke l even i s ter uggekeer d, een
officier voor b i j zi et komen, spr i ngt hi j i n de houdi ng
en br engt hem, zonder er ver der over na te denken,
het mi l i t ai r saluut. E l k e D ui t s e r zi et i n zi j n super i eur
een officier "
Maar genoeg over Br ne, di e ni et al l een van zi j n l andge-
noten, maar ook van hun kunst meer dan zi jn b ekomst had(
t oen hi j het moede hoof d voor goe d gi ng neerl eggen. N i e t
gemel i jk, maar t ot het e i nd v o l scher pe i r oni e, geeft hi j op
zi j n laatste zi e kb e d dr . S i chel , di e hem de kl i ni sche vr aag
stel t, of hi j ook een sl echte smaak i n zi j n mon d heeft, ten
ant woor d: Hel emaal geen, net als de Dui t se l i ter atuur . "
D aar i n gi ng hi j te ver , want de Dui t s e l i ter atuur van di e
dagen cul mi neer t i n een ui ter mate gepeper de Joodse naam
met een Ger maanse kl ank, di e van H e i n r i c h H e i n e !
Een echte Dui t s e di chter " noemde H e b b e l hem eenmaal,
en zo heeft He i n e zi c h ook steeds gevoel d. S c her p en geesti g,
nukki g-openhar t i g als hi j echter was, heeft He i n e vaker dan
105
wi e ook zi j n nati onal e zel f c nt i ek op de meest onomwonde n
wi j ze ten beste gegeven. Daar b i j al ti j d Jood genoeg om de
ei genl i efde van wi e hi j spi t svondi g kwetste, tegel i jk even
geraffineerd te strel en. Is het wonde r dat de di chter van de
meest D ui t s e pozi e, de zanger van de Lor el ey", i n per i oden
van ongebr ei del de nati onal e zel f ver godi ng tevens de meest
gehate en ver gui sde geest ui t het ver l eden is gebl even? T e ge n
b ot he i d is zelfs geen geni aal ver nuft opgewassen.
G e spl e t e n was deze eur opamoede" natuur ook i n di t
opzi cht . Mijn b or st i s een ar chi ef van D ui t s e gevoel ens"
beweer t hi j eenmaal ; maar i n een b r i ef van A p r i l 1822 aan zi j n
vr i e nd Sethe, heet het ook:
Al l es wat D ui t s is, staat me tegen . . . . A l wat D ui t s
is, we r kt op me als een br aakpoeder . "
D o c h zelfs na een twi nti gj ar i ge bal l i ngschap onder de
Fr ansen di e hi j zo li efhad en wi er c ul t uur hi j zo ver eer de, l i j dt
He i n e onder het fei t dat hi j, D ui t s voel end en D ui t s denkend,
steeds een vr eemde taal moet spr eken, ver ver wi j der d b l i j ven
moet van al de b r onnen waar ui t hi j zi j n ei gen wezen en cul -
t uur gewel d weet.
Z i j n romanti sche i r oni e" laat hem evenwel noc h i n zi j n
l yr i e k noc h i n zi j n gr otendeel s jour nal i sti ek, schrander-gefor-
mul eer d pr oza ooi t met rust, en de cnti sche passages over de
eeuwi ge Dui t s e kar akter kenmer ken zi jn l egi o i n zi jn wer ken.
T al l oos zi jn de beschul di gi ngen van Teutomani e" di e hi j zi jn
l andgenoten, de nakomel i ngen van He r mann en Thusnel da,
zoals hi j hen spot t e nd noemt, naar het hoof d sl i nger t. Z eker ,
meni gmaal pr i jst hi j hen en weet hi j veel kwaad te ver tel l en
106
van Engel sen, Fr ansen en zelfs Joden, maar als hem de eikel-
dui tse l andsl i eden", de echte ker ndui tser s i n de gedachte
schi eten, dan bl i jft er we i ni g meer heel van jui st di e hoeda-
ni gheden waar zi j het ergst pr at op gaan. D a n rafelt hi j di e
ui t, totdat de hel den vol kome n i n hun he md staan. E n zelfs
di t he md heeft dan meer we g van dat wel k Ander sen' s
koni ng aan, of l i ever ni et aan had, dan van een kl eed dat nog
eni gszi ns de aangebor en onsc hul d bedekt
A l s He i n e eenmaal te vel de tr ekt, zi j n het houwen en
steken naar l i nks en rechts, di e hi j op de meest onver wachte
oge nb l i kke n ui tdeel t, t er wi j l ze nu eens het hoofd, dan weer
het hart van zi jn l andsl i eden treffen, en di e achteraf bezi en
maar heel zel den zo' n onsc hul di g schrammetje bl i j ken, als de
gl i ml ach waar mee ze wor de n toegebr acht, moet doen gel oven.
Z i j n ze ui t het Buch der L i e de r " waarschi jnl i jk met opzet
geweer d, i n de Ver str eute G e di c ht e " di e een nal ezi ng van
Hei ne' s eerste b unde l vor men, vi nde n wi j een gedi cht van
1822, toen de schr i jver dus nog een jongeman was, get i t el d:
Deutschl and ( E i n Fr agment)" waar i n o.m. de vol gende twee
str ofen voor kome n :
Kijk ik op de Duitse landen
thans van gindse bergen af,
zie ik slechts een volkje dwergen
kruipen op der reuzen graf.
Z oek ik thans de gouden vrede
die het Duitse bloed zich wint,
zie ik slechts de ketting smeden
die de Duitse nekken bindt."
D i t i s dan het geenszi ns r omanti sche b eel d dat hi j zi c h
107
van de actual i tei t waar i n hi j leefde, moest vor men. U i t het-
zel fde jaar dater en zi jn Bnefe aus B e r l i n" waar i n hi j al op de
mani er van At t a T r o l l " i r oni seer t en het zi jne zegt van de
taal di e hi j v ol tr ots als een meester gi ng beheer sen:
De ber en zi j n tegenover ons over i ge Dui t se r s i n
c ul t uur nog er g achter gebl even. E n of schoon ze i n de
danskunst met ons wedi jver en, i s hun geb r om, wanneer
wi j het met andere D ui t s e di al ecten ver gel i jken, vol -
str ekt nog geen taal te noemen. "
E e n ti j d van r ei zen vol gt , en van dui zender l ei i ndr ukke n
di e he m de nodi ge obj ecti vi tei t verschaffen, waar door hi j het
ei gene tegen een wi j de achter gr ond gaat zi en. E n tel kens
weer moet hi j nu het Dui ts-nati onal e met het bui tenl andse
gaan ver gel i jken, tr acht hi j ui t het i nci dentel e het t ypi sche en
algemeen-geldende te abstraheren. I n zi j n Harzrei se" is het
een dwaas l i edje: Een kever op de t ui nheg zat, zoem, zoem!"
dat he m op de gedachte b r engt :
Dat i s mooi bi j ons Dui t se r s; ni emand i s zo gek,
of hi j vi n dt een nog gr oter en gek di e hem verstaat.
A l l e e n een D ui t s e r kan di t l i e d navoel en en zi c h daarbi j
doodl achen en doodhui l en. H o e di e p Goethe' s w o o r d
i n het l even van het vol k gedr ongen is, mer kt e i k hi er
ook. M i j n magere t ocht genoot neur i ede eveneens nu
en dan: Lei dvol l un d f r eudvol l , gedachten zi j n vr i j ! "
E e n der gel i jke c or r upt i e van de tekst is bi j het v ol k
i ets gewoons. "
Maar mi nde r goe dmoe di g en agressi ever kl i nkt het al i n
108
het der de stuk ui t Di e Nor dsee", waar het evenals bi j B r ne
heet:
Dui tsl and was van oudsher de gr ote vor stenstoe-
teri j, di e alle regerende hui zen ui t de nabuur schap van
de nodi ge moeder paar den en dekhengsten moest
voor zi en. "
E n i n het der de van zi jn Rei sebi l der", het boosaar di g relaas
over Di e Bader v on L uc c a" l ucht He i n e zi jn hart over de
Dui tser s, door de weer gave van een gespr ek met si gnor a
L at i zi a, de ni et bepaal d appeti jtel i jke oude courti sane, di e
door mar ki es G umpe l i no, een gepersi fl eerden Hamb ur gse n
banki er , van ant woor d gedi end wor dt :
Ach, eerli jk genoeg zi j n de Dui t se r s! " zuchtte zi j,
maar wat hel pt het dat de l ui eerli jk zi jn, di e ons be-
stel en ! Z i j r i chten Itali ten gr onde. M i j n beste vr i enden
zi t t en gevangen i n M i l aan ; enkel slaverni j."
Neen, neen," r i ep de Mar ki es, bekl aagt u zi c h ni et
ove r de Dui t se r s; wi j zi jn over wonnen over wi nnaar s,
ver sl agen versl aanders, zodr a wi j naar Itali komen. E n
u zi en, si gnor a, u zi en en u te voet val l en, is hetzel fde "
K o n di t Sterni aanse fr agment ni et even goed geschr even
zi j n bi j de jongste b ezet t i ng van Itali door de Dui t se r s?
D o c h zul k een onwi l l e ke ur i g pr ofeti sme kenmer kend voor
het war e di chter schap kome n wi j her haal del i jk bi j He i n e
tegen.
I n het vi er de der Rei sebi l der " van enkel e jaren later, het
stuk over Di e S t adt Lucca", gaat hi j op hetzel fde thema i n
dezel fde tr ant door :
109
Ik geloof, dat er bi j alle Itali anen net als bi j nog
enkel e andere E ur ope se vol ker en, op z'n D ui t s gecom-
mandeer d wor dt . M oe t e n wi j Dui t se r s ons daar i ets op
l aten voor staan? H e b b e n wi j i n de we r e l d zoveel te
bevel en, dat het D ui t s zelfs de taal van het bevel en
gewor den is ? O f wor dt ons zoveel bevol en, dat de ge-
hoor zaamhei d het beste de D ui t s e taal verstaat ?"
E n ook de gespr ekken wor de n op soor tgel i j ke wi j ze
voor tgezet, al zi jn di tmaal meer speci aal de Pr ui sen met hun
pseudo-cul tuur aan de b eur t bi j den causeur:
. . . . Over i gens l even de Ber l i jner s zeer mat i g en
vl i j ti g, en de meesten zi t t en t ot aan hun navel i n de
sneeuw en schr i j ven dogmati eken, sti chtel i jke wer ken,
godsdi enstgeschi edeni ssen voor dochter s ui t de be-
schaafde standen, El ohagedi cht en, en ze zi j n daar bi j
zeer zedel i jk, want ze zi t t en tot aan hun navel i n de
sneeuw."
Zi jn de Ber l i jner s dan Chr i st enen?" ne p S i gnor a
v o l ve r wonde r i ng ui t.
Er i s i ets speci aals aan de hand met hun C hr i st e n-
dom. In de gr ond ont b r eekt hun di t geheel en al, en ze
zi j n ook veel te ver standi g om het er nsti g te beoefenen.
Maar daar ze weten dat het C hr i s t e ndom i n de staat
nodi g is opdat de onder danen netjes deemoedi g ge-
hoor zamen en er ook b ove ndi e n ni et teveel gestol en
en ge moor d zal wor de n, zoeken ze met veel wel be-
spr aakthei d tenmi nste hun medemensen tot het C hr i s-
t e ndom te beker en, zoeken ze als het ware r empl acants
no
i n een r el i gi e waar van zi j de handhavi ng wensen en
waar van de strenge ui toefeni ng hunzel f te ver moei end
wor dt . I n deze ver l egenhei d maken ze geb r ui k van de
di ensti jver der arme Joden; deze moeten thans C hr i s t e n
voor hen wor den, en daar di t vol k voor gel d en goede
woor de n alles ui t zi c h laat maken, heb b en de Joden
zi c h al zo goed i n het C hr i s t e ndom bi nnengexer ceer d,
dat ze reeds or dentel i j k over ongel oof schr eeuwen(. . . . )
de schi jnhei l i gste gezi chten t r ekken en met zoveel ver-
heven bi j val kwezel en, dat zi c h reeds hi er en daar de
ber oepsni j d doet bespeur en, en de oude meesters van
het handwer k reeds hei mel i jk kl agen, dat het C hr i st e n-
dom thans geheel i n handen van de Joden is."
H e t is mogel i j k dat nog even de gedachte bi j hem opkomt ,
dat het beter zou zi j n te zwi j gen over de col l ecti eve schande,
waaraan zowe l het Joodse als het Chr i st el i j ke vol ksde e l debet
i s want een Dui t s e r is nu eenmaal een D ui t s e r doc h dan
wi nt t oc h het di chter l i j ke gevoel van ver ont waar di gi ng het
van el k denkbaar oppor t uni sme, en ver kl aar t H e i n e eni ge
bl adzi j den ver der i n hetzel fde we r k:
Ach, i k w i l ni et als C h a m het dekkl eed opt i l l e n
van de schaamte des vader l ands, maar het is ont zet t end,
hoe men bi j ons verstaan heeft, de sl averni j zelfs praat-
zi ek te maken, en hoe D ui t s e filosofen en hi st or i ci hun
hersens kwe l l e n om i eder despoti sme, al is het nog zo
flauw en suf, als ver st andi g of als r echtsgel di g te ver-
dedi gen. "
D e slaafshei d van het denkende deel der natie, en speci aal
in
van de filosofen zal hem nog jar enl ang dwar s zi tten, t ot hi j er
een speci aal we r k aan wi j dt. Maar voor di e n vi n dt hi j eerst
nog v ol op gel egenhei d al l er l ei ei genschappen van de D ui t -
sers te hekel en, zoal s i n zi j n b espr eki ng van de Rhei ni sch-
West f ahscher Musenal manack auf das Jahr 1821", di e meteen
al zo b egi nt :
Wat l ang wor dt , wor dt goe d E i l e mi t W e i l e
R o me is ni et op n dag ge b ouwd k o m je er vandaag
ni et, dan kom je er mor gen" en nog vel e honder den
soor tgel i j ke spr eekwoor den neemt de Dui t s e r voor t-
dur e nd i n zi j n mond, ze di enen hem als kr uk bi j el ke
handel i ng en zoude n met r echt b ove n de hele D ui t s e
geschi edeni s als mot t o gezet kunnen wor den. "
O f meer ver gel i j kender wi j ze i n zi j n Gespr ach auf der
T hemse" ui t de Engl i sche Fr agmente", waar de ni et nader
aangedui de gel e man" op de vol gende wi jze zi j n hart l uc ht :
Wa t de Dui t se r s betr eft ze hebben noc h vr i j hei d,
noc h gel i j khei d nodi g. Z e zi j n een specul ati ef vol k,
i deol ogen, voor - en nadenkers, dr omer s di e sl echts i n
het ver l eden en i n de t oekomst l even en geen heden
hebben. E nge l se n en Fr ansen hebben een heden, bi j
hen heeft el ke dag zi j n str i j d en tegenstr i jd en zi j n ge-
schi edeni s. D e Dui t s e r heeft ni ets waar voor hi j zou
moeten str i jden, en daar hi j b egon te ver moeden dat er
t oc h di ngen zouden kunne n zi jn, wi er b ezi t wensel i jk
is, hebben zi j n filosofen hem wi jsel i jk gel eerd, aan het
bestaan van zul ke di ngen te twi jfel en. H e t val t ni et te
l oochenen dat ook de Dui t ser s van de vr i j hei d houden.
112
Maar anders dan andere vol ker en. D e E nge l sman houdt
van de vr i j hei d als van zi j n r echtmati ge vr ouw, hi j b ezi t
haar, en al behandel t hij haar ook ni et met b i zonder e
teder hei d, hi j weet haar i n geval van nood als een man
te ver dedi gen, en wee den knaap met r ode jas, di e i n
hun hei l i g sl aapver tr ek b i nnendr i ngt hetzi j als galant
of als smeri s. D e F r ansman houdt van de vr i j hei d als
van zi j n ui t ve r kor e n b r ui d. H i j gl oei t voor haar, hi j
vl amt, hi j we r pt zi c h met de meest over spannen ver-
zeker i ngen aan haar voeten, hi j vecht voor haar op
l even en dood, hi j begaat dui zender l ei dwaasheden. D e
D ui t s e r houdt van de vr i j hei d als van zi jn oude gr oot-
moeder. "
D e z e ver gel i j ki ng di e oor spr onkel i j k van Br ne afkomsti g
is, (Schi l der ungen aus Par i s" X V ) geeft dui del i j k bl i j k van
H e i n e s twi j fel aan het wel sl agen van een D ui t s e omwente-
l i ng, en de Jul i -r evol te van 1830, di e twee jaar hi er na plaats-
vond, stel de hem i nder daad b i t t er teleur. D e betekeni s van
de gebeur teni ssen i n Dui t sl and, wel ke hi j slechts ui t de ver te,
i n Fr ankr i j k, meemaakte, zi jn i n onze t i j d door Val e nt i n met
n zi nnetje samengevat: Men danste om vr i j hei dsbomen en
ransel de gekr oonde honden af." M e e r was er ni et aan de hand,
en van de tamhei d van di t alles was He i n e zo di e p door -
dr ongen, dat hi j i n de Voor r e de van zi j n Fr anzsi sche Z u -
stande" (1832) schreef:
Ik z ou l i ever bi j den ar msten F r ansman om een
kor st b r ood bedel en, dan dat i k di enst z ou wi l l e n nemen
bi j di e voor name begunsti ger s i n het D ui t s e vader l and,
n
3
5
di e el ke mat i gi ng onzer kr acht v oor lafhei d houden, of
zel fs voor een pr el uder ende over gang naar slaafshei d,
en di e onze beste deugd, het gel oof aan de eerl i jke
gezi ndhei d van den tegenstander, voor over ger fde
pl ebeji sche domhe i d aanzi en."
B i z onde r gehaat was de Pr ui si sche geest, di e zi c h t ot aan
de R i j n deed gel den; waar l i jk met een pr of eti sch i nzi c ht
heeft H e i n e bi j de samenvatti ng van zi jn ar ti kel en over Fr ank-
rijk, waar mee hi j de D ui t s e j our nal i sti ek hi el p gr ondvesten,
het P r ui se ndom als de qui ntessens van D ui t s e afstotendhei d
ontmasker d. In de voor r ede van de ui tgaaf i n b oe kvor m be-
kende hi j :
Ik b eschouwde veel eer met b e zor gdhe i d di e P r ui -
si sche adelaar, en t er wi j l ander en pr ezen hoe koen hi j
i n de z on keek, was i k des te opmer kzamer op zi j n
kl auwen. I k ve r t r ouwde di e P r ui sen niet, dezen l angen,
femel enden di e nst kl oppe r met zi j n wi j de maag en met
zi j n gr ote mui l en met de kor por aal sstok di e hi j eerst
i n wi j water doopt , voor dat hi j ermee op l os slaat. M i j
mi shaagde di t filosofisch chr i stel i jke sol datendom, di t
mengsel van wi t b i er , l eugen en zand. Naar , er g naar
l eek me di t Pr ui sen, di t sti jve hui chel achti ge schi jn-
hei l i ge Pr ui sen, deze Tar tuffe onder de staten."
E v e n l ater gaat hi j, naar aanl ei di ng van de teutoni ser i ngs-
pogi ngen der Pr ui sen i n het Oost e n, voor t :
De P ol e n ! H e t b l oe d beeft me i n de ader en wan-
neer i k di t woor d neerschri jf, als i k er aan denk hoe
Pr ui sen tegen deze edel ste ki nder en van het ongel uk
114
gehandel d heeft, hoe laf, hoe gemeen, hoe ver r ader l i j k.
D e geschi edschr i jver zal van i nwendi ge afschuw geen
woor de n kunnen vi nden, als hi j b i j voor b eel d moet
ver t el l en wat er te F i sc hau geb eur d i s; di e oneer l i jke
hel dendaden zal veel eer de scher pr echter moeten be-
schr i j ven . . . . i k hoor het r ode i jzer al sissen op Pr ui sen' s
magere r ug "
W a t z ou He i n e we l gezegd hebben, als het t oenmal i g op-
t r eden van de Dui t se r s i n P ol e n ook maar eni ge gel i jkeni s
ve r t oond had met dat der bezetter s van hetzel fde l and i n
onze humane eeuw? A l s de Pr ui si sche geest i nder daad ge-
l i j kgestel d mag wor de n met het meest hatel i jke i n het Dui t s e
vol kskar akter , dan had He i ne voor de zoveel ste maal gel i jk
met zi j n ont b oe ze mi ng ter zel fder pl aatse:
Di t P r ui se n! hoe het de kunst verstaat, zi j n mensen
te geb r ui ken! H e t weet zel fs van zi j n r evol ut i onnai r en
voor de e l te tr ekken. B i j zi j n staatscomedi es heeft het
figuranten van el ke kl eur nodi g. H e t weet zelfs dri e-
kl e ur i g gestreepte zebra's te gebr ui ken. Z o heeft het i n
de laatste jaren zi j n woedendste demagogen e r voor
ge b r ui kt om over al r on d te pr e ke n: dat heel D ui t s l an d
P r ui si sc h moet wor de n. H e ge l moest de di enstbaar hei d,
het bestaande als ver st andi g goedpr aten. Schl ei er -
macher moest tegen de vr i j hei d pr otester en en Chr i st e-
l i jke over gave aan de w i l der over hei d aanbevel en.
S t ui t e nd en laag i s di t geb r ui ken van filosofen en theo-
l ogen, door wi er i nvl oe d men op het gewone vol k w i l
i nwer ken, en di e men dwi ngt zi ch, door ver r aad aan
115
ver stand en G o d , openl i j k te onter en. H o e meni ge
mooi e naam, hoe meni g flink tal ent wor dt daar ten
gr onde ger i cht voor de ni etswaar di gste doel ei nden. "
D e bekl agenswaar di ge r ol di e de geestel i jke el i te van
D ui t s l and gespeel d heeft en steeds is b l i j ven spel en, de di enst-
baar maki ng van c ul t uur r i j kdommen, en i n het b i zonde r van
de wi jsbegeer te aan het staatsoppor tuni sme, deze slaafshei d
van de geest, zo ke nme r ke nd voor de br oedpl aats van tal l oze
fi l osofen en gel eer den, voor het geb oor t el and van het idea-
l i sme" i n zi j n vel e schaker i ngen, deze schi jn-super i or i tei t di e
zovel e bui tenstaander s en bui tenl ander s mi sl ei d heeft en ons
een ver val ste wer kel i j khei d l i et waar der en, heeft He i ne met
ver wonder l i j ke scher pte door zi en en aan de schandpaal gezet.
D i t was geen eenvoudi ge taak, en hi j heeft er een geheel b oek
aan gewi j d, dat de zeer onr omanti sche, ja zakel i jke ti tel draagt:
Z ur Gesc hi c ht e der R e l i gi on und P hi l osophi e i n Deut sc h-
l and". D e sl otbl adzi j den van deze hel der e en onont koomb ar e
ui teenzetti ng zi j n b e r oe md gewor den, z owe l om hun op-
r echthei d als om de di chter l i j ke kr acht en de pr ofeti sche
vi si e waar mee zi j geschr even zi jn. Reeds meer dan eens be-
wezen zi j hun gel di ghei d, en nog steeds ver di enen zi j b ove n
de t r i omf poor t di e el ke toekomsti ge vr edesconfer enti e z i c h
zal wi l l e n opr i cht en, i n de dui del i j kste l etter s ge b e e l dhouwd
te wor de n:
D e D ui t s e filosofie is een gewi chti ge aangelegen-
hei d, di e het gehele mensengesl acht betr eft, en pas de
ver ste kl ei nki nder en zul l en er over kunnen besl i ssen of
wi j er voor te pr i j zen dan we l te l aken zi jn, dat wi j eerst
116
onze filosofie en daarna pas onze r evol ut i e ui t wer kt en.
M i j dunkt , een methodi scher vol k dan wi j , moest we l
met de H e r v o r mi n g begi nnen, kon zi c h pas daarna met
de wi jsbegeerte bezi ghouden, en moc ht eerst na de
vol t ooi i ng hi er van t ot de pol i t i eke r evol uti e overgaan.
D e z e r angschi kki ng v i n d i k heel ver standi g.
D e koppe n di e de filosofie tot nadenken geb r ui kt
heeft, kan de r evol uti e nader hand voor alle gewenste
doel ei nden afhakken. D e filosofie had echter nooi t meer
de koppe n kunnen gebr ui ken, di e de r evol uti e, als zi j
aan haar voorafgegaan was, z ou heb b en afgeslagen.
Laat het u echter ni et bang te moede wor den, gi j
D ui t s e r e pub l i ke i ne n; de D ui t s e r evol ut i e zal er ni et
mi l de r en zachter om ui tval l en, wi j l ze door de Kant i -
aanse cr i ti ek, het Fi chteaanse transcendentaal -i deal i sme
of zelfs de Natuur -fi l osofi e we r d voorafgegaan. D o o r
deze l eer stel l i ngen heb b en zi c h r evol uti onnai r e kr ach-
ten ont wi kke l d, di e slechts de dag ver b ei den waar op
zi j te voor schi j n stor ten en de wer el d met ontstel teni s
en b e wonde r i ng ve r vul l e n kunnen. E r zul l en Kant i anen
v oor de dag komen, di e ook i n de we r e l d der Ve r -
schi jnsel en van geen pi tei t meer zul l e n wi l l e n weten,
en onbar mhar ti g, met zwaar d en b i j l de b ode m van ons
E ur ope se l even zul l en door woe l e n o m ook de laatste
wor t e l e n van het ver l eden ui t te r oei en. E r zul l en ge-
wapende Fi cht eanen ten tonel e ver schi jnen, di e i n hun
wi l s-fanati sme noc h door vrees, noc h door ei genbaat te
t emmen zi j n; want ze l even i n de geest, ze tr otser en de
117
mater i e zoal s de eerste C hr i st e ne n di e men evenmi n,
noc h door l i chamel i j ke fol ter i ngen, noc h door l i chame-
l i jke geni eti ngen kon b e dwi nge n; ja, zul ke tr anscenden-
taal-i deali sten zoude n bi j een maatschappel i jke omwen-
t el i ng zelfs nog onbui gzamer zi j n dan de eerste C hr i s-
tenen, daar deze de aardse mar tel i ngen ver dr oegen om
daar door de hemel se zal i ghei d te ver wer ven, de trans-
cendentaal-i deali st echter de mar tel i ngen zel f voor
i jdel e schi jn houdt, en i n de ver schansi ng van zi j n ei gen
denken onber ei kbaar is. Maar nog ver schr i kkel i j ker
dan alles zoude n de natuur fi l osofen zi jn, di e handel end
gi ngen i ngr i j pen i n een Dui t s e r evol uti e, en zi c h met
het ver woest i ngswer k ze l f zoude n i denti fi cer en. W a n t
zoal de hand van den Kanti aan ster k en zeker toeslaat,
omdat zi jn hart door geen tr adi ti onel e eer bi ed b e woge n
wor dt ; zoal de Fi chteaan moe di g el k gevaar br aveer t,
omdat het voor hem i n de r eal i tei t hel emaal ni et be-
staat, de natuur fi l osoof zal daar door vr esel i jk zi jn,
dat hi j zi c h met de oor spr onkel i j ke machten der natuur
i n ve r b i ndi ng stelt, dat hi j de demoni sche kr achten van
het oudger maanse panthei sme opr oe pe n kan; en dat
de str i j dl ust i n hem wakker wor dt , di e wi j bi j de oude
Dui t se r s vi nden, en di e ni et vecht om te ver woesten,
noc h om te zegevi er en, maar l out er om te vechten.
H e t C hr i s t e ndom en dat i s zi j n schoonste ver-
di enste heeft di e br utal e Ger maanse vechtl ust eni ger-
mate gekal meer d, doc h kon deze ni et ver ni et i gen; en
wanneer eenmaal de temmende tal i sman, het kr ui s,
kapotbr eekt, dan raast de wi l dhe i d der oude vechters-
bazen, de onzi nni ge Ber ser ker woede waar van de N oor s e
di chter s zove e l te zi ngen en te zeggen weten, opni e uw
omhoog. D i e tal i sman is ve r mol md, en kome n zal de
dag waar op hi j jammer l i jk i neenstor t. D e oude stenen
goden zul l en zi c h al sdan ui t het ver geten pui n ver-
heffen en zi c h het dui zendjar i ge stof ui t de ogen
wr i j ven, en T h o r met zi j n r euzenhamer spr i ngt ei ndel i jk
op en slaat de gothi sche domke r ke n stuk.
Wanne e r gij dan het spektakel en geraas hoor t, past
dan op, gi j b uur ki nder en, gi j Fr ansen, en mengt u ni et
i n de zaken di e wi j thui s i n D ui t s l an d vol t ooi en. H e t
z ou j ul l i e sl echt kunnen b ekomen. W a c h t u, het vuur
op te r akel en; wacht u, het ui t te doven. G i j zoudt u
l i c ht de vi nger s kunnen ver b r anden aan di e vl ammen.
G l i ml ac h t ni et over mi j n raad, de raad van een dr o-
mer , di e jul l i e waar schuwt voor Kanti anen, Fi cht eanen
en Natuur fi l osofen. G l i ml ac ht ni et over den fantast,
di e i n het r i jk der ver schi jnsel en dezel fde r evol ut i e
ver wacht, wel ke op het gebi ed des geestes heeft plaats-
gevonden. D e gedachte gaat voor af aan de daad, zoal s
de b l i kse m aan de donder . D e D ui t s e donder is heus
ook een Dui t s e r en ni et zeer soepel , en hi j komt i etwat
l angzaam aanger ol d; maar kome n zal hi j, en wanneer
gi j het eenmaal hoor t kr aken gel i jk het nog nooi t i n de
wer el dgeschi edeni s gekr aakt heeft, weet dan: de Dui t s e
donder heeft ei ndel i jk zi j n doel ber ei kt.
B i j di t gedr ui s zul l en de adelaars dood ui t de l ucht
119
neer val l en, en de l eeuwen i n de ver ste woesti j n van
A f r i k a zul l en hun staarten i nt r ekken en i n hun koni nk-
l i jke hol en wegkr ui pen. E r zal i n D ui t s l an d een stuk
wor de n opgevoer d, waar tegen de Fr anse R e vol ut i e
sl echts als een onschul di ge i dyl l e zou aandoen.
T hans is het echter tamel i jk s t i l ; en gedraagt de een
of ander zi c h daar ook i etwat l ui dr uc ht i g, gel ooft t oc h
ni et dat deze eenmaal als echte acteurs zul l e n optr eden.
H e t zi j n slechts de kl ei ne honden di e i n de lege arena
r ondl ope n en el kaar aanblaffen en bi jten, voor dat het
uur slaat, waar op de schare der gl adi ator en aankomt,
di e op l even en dood vecht en moeten.
E n dat uur zal slaan. A l s op de tr eden van een amphi -
theater zul l en de vol ke r e n z i c h om D ui t s l an d heen
scharen, om de gr ote wedstr i j den gade te slaan. Ik raad
jul l i e, gij Fr ansen, gedraagt u dan zeer sti l , en waar achti g!
wacht u te appl audi ser en. W i j zoude n u gemakkel i j k
kunne n mi sver staan en u op onze onhoffel i jke mani er
nogal bars t ot r ust aanmanen. W a n t wanneer wi j j ul l i e
vr oeger , i n onze gemel i jk-servi el e toestand reeds meni g-
maal konde n over wel di gen, zul l en wi j er nog veel eerder
toe i n staat zi jn i n de ove r moe d van onze vr i jhei dsr oes.
G i j weet i mmer s zel f wat men i n zul k een toestand ver-
mag, en gi j zi jt ni et meer i n zul k een toestand.
N e e mt u i n acht! Ik meen het goed met u, en zeg
j ul l i e der hal ve de bi tter e waar hei d. G i j hebt van het
bevr i j de D ui t s l an d meer te vr ezen dan van de hele
hei l i ge A l l i anc e met alle K r oat e n en K oz akke n i ncl ui s.
W a n t i n de eerste plaats houdt men ni et van j ul l i e i n
Dui t sl and, wat onbegr i j pel i j k is, daar gi j t oc h zo bemi n-
nel i jk zi jt en gi j u zoveel moei te gegeven hebt om bi j
uw aanwezi ghei d i n D ui t s l and tenmi nste de beste en
schoonste helft van het Dui t s e v ol k te beval l en. E n al
moc ht deze hel ft dan ook van jul l i e houden, dan is
het t oc h jui st di e helft; di e geen wapens draagt en wi er
vr i endschap u dus we i ni g baat.
W a t men ei genl i jk tegen j ul l i e heeft i n te br engen,
heb i k nooi t kunnen begr i jpen. Eens, i n de bi er kel der
te Gt t i ngen, gaf een jonge O uddui t s e r te kennen, dat
men zi c h op de Fr ansen moest wr e ke n voor Konr adi j n
van Hohenstauf en, di en zi j te Nape l s ont hoof d hadden.
G i j hebt di t ongetwi j f el d reeds l ang ver geten. W i j
echter ver geten ni ets.
G i j zi et, wanneer ons ooi t de l ust b e kr ui pt het tegen
u op te nemen, dan zal het ons ni et aan afdoende re-
denen ontbr eken. I n i eder geval raad i k jul l i e daar om
op je hoede te zi jn. E r mag i n Dui t s l and gebeur en wat
wi l , de kr oonpr i ns van Pr ui sen of doc t or W i r t h mag
er t ot heer schappi j raken, houdt jul l i e steeds gewapend,
bl i jft r ust i g op je post staan, het geweer i n aanslag. Ik
meen het goed met jul l i e, en het heeft mi j bi jna aan het
sc hr i kken gemaakt, toen i k onl angs ver nam, dat jul l i e
mi ni ster s van pl an zi j n F r ankr i j k te ontwapenen.
Daar gij, ondanks uw hui di ge r omanti ek, gebor en
kl assi eken zi jt, kent gi j de O l y mpus . O n de r de naakte
goden en godi nnen di e zi c h daar bi j nectar en amb r ozi j n
121
ver l usti gen, zi et gi j een godi n di e, hoewel door zul k
een vr eugde en scherts omgeven, t oc h nog al ti jd een
pantser draagt en de hel m op het hoof d en de speer i n
de hand bl i jft houden.
H e t is de godi n der wi jshei d. "
Ver b i j st er end i nder daad is de waar hei d van deze samen-
vattende vi si e, waar i n He i n e een sl ui er van de t oekomst op-
l i cht t e voor wi e wi st te verstaan. T oe n al, meer dan een eeuw
gel eden, zag hi j als een onafwendbaar noodl ot het ont wake n
van het moei l i j k b e dwonge n atavi sme der onbeschaafde na-
zaten van H e r man n en Thusnel da. Z a g hi j het teugel l oze van
hun ver woesti ngsdr ang, de geboor te van hun ni euwe l eer
di e z ou zwer en bi j het gevaarli jke" l even en di e de str i j d o m
de str i j d z ou ver heer l i j ken. K ome nde gebeur teni ssen aan-
schouwde hi j ; het kapot geb r oken kr ui s, omgebogen t ot de
haken van een fol ter r ad voor al wi e vr i j wi l de zi j n en vr i j
wi l de denken; doodval l ende metal en adelaars i n de l ucht en
bi tter e gevechten i n Afr i kaanse woesti jnen; een heer schappi j
door de meest kl ei nbur ger l i j ke car i catuur van een doc t or
W i r t h , en daarbi j een stuk i n D ui t s l an d opgevoer d, dat i n
bar baar shei d i eder denkb eel d over tr eft. H e t kan ni et anders
of, na di t gevecht op l even en dood, zal het gevaar van een
b e vr i j d D ui t s l and voor E ur o pa t oc h al ti jd gr oter b l i j ken dan
dat door K r oat e n en K oz akke n of door de jongste A l l i anc e
der wer el dgeschi edeni s. G e e n ont wape ni ng zol ang zul k een
gevaar ni et vol kome n b e zwor e n is, leert de mor aal van deze
helaas maar al te l evenswar e fabel.
D e haatdr agendhei d der Dui t se r s heeft He i n e i n hetzel fde
122
geschr i ft bi j her hal i ng bl ootgel egd. Z o zegt hi j i n B oe k I I :
Van de haat di e bi j zul ke gel egenheden te voor -
schi jn komt , hebt gi j Fr ansen geen begr i p. D e Dui t se r s
zi j n echter t oc h al wr aakgi er i ger dan de Romaanse
vol ke n. D a t komt daarvandaan, dat ze i deal i sten zi jn,
ook i n de haat. W i j haten el kander ni et om ui ter l i jk-
heden, zoal s jul l i e, b i j voor b e e l d vanwege bel edi gde
i jdel hei d, vanwege een epi gr am, vanwege een ni et be-
ant woor de vi si tekaar t, neen, wi j haten bi j onze vi janden
het di epste, het wezenl i j kste dat i n hen is, hun gedach-
t e n! G i j Fr ansen zi jt l i c ht vaar di g en oppe r vl akki g,
evenals i n de li efde, zo ook i n de haat. W i j Dui t se r s
haten gr ondi g, duur zaam; daar wi j te eerli jk, ook te
onb e hol pe n zi j n om ons met snel l e gemeenhei d te
wr eken, haten wi j t ot aan onze laatste ademteug. "
E n kor t daar op een waar schuwi ng tegen schone belof-
ten i n de t oekomst nog ter ver dui del i j ki ng:
Ik ken, mi jnheer, deze D ui t s e rust, zei onl angs een
dame, t er wi j l ze mi j met gr oot-open ogen ongel ovi g en
beangst aankeek; i k weet, jul l i e Dui t ser s geb r ui ken
hetzel fde wo o r d voor vergi ffeni s schenken en vergi f-
ti gen. E n i nder daad, ze heeft geli jk, het woor d v e r -
g e v e n betekent bi j ons bei de."
A a n nati onal e tegenstel l i ngen wor dt het best de mi nder -
waar di ghei d der T e ut one n i n vel er l ei opzi c ht gedemon-
str eer d. Besef van vr i j hei d b ezi t t en zi j ni et. Daar ove r stel t
het achtste ar t i kel ui t de Fr anzsi sche Z ust ande" het vol -
gende vast:
I 2
3
De E nge l se n hebben, waar het om handel en gaat,
t oc h al het voor de e l dat zi j, steeds b e voe gd om als
vr i je mensen zi c h vr i j ui t te spr eken, over el k vr aagstuk
een oor deel gereed hebben. Z i j oor del en als het war e
meer dan zi j denken. W i j Dui t se r s echter, wi j denken
al ti j d; van l outer denken kome n wi j t ot geen oor deel ;
ook is het ni et al ti jd raadzaam zi c h ui t te spr eken; want
de een wor dt door vr ees voor 't mi shagen van mi jnheer
den Pol i t i edi r ect eur , de ander door beschei denhei d of
zelfs sufhei d er van ter uggehouden een oor deel te vel -
l en. Ve l e D ui t s e denker s zi j n ten gr ave gedaal d, zonder
over we l k gr oot vr aagstuk dan ook een ei gen oor deel
ui t gespr oken te heb b en "
H e t gemi s aan i nner l i j ke vr i j hei d om te oor del en wor dt
begr i j pel i j ker wi j ze door de staat mi sb r ui kt o m ook de ui ter-
l i jke vr i j hei d te b eknot t en. T e r zel fder plaatse wor dt ons
dan ook ve r t e l d:
Een D ui t s e r met zi j n gedachten, zi j n i deen di e
zacht zi jn als de hersens waar ui t ze zi jn voor t ge kome n,
is als het war e zel f slechts een idee, en als deze aan de
r eger i ng mi shaagt, dan zendt men haar naar een ves-
ti ng. Z o zaten zesti g i deen te Kpeni c k gevangen, en
ni emand mi ste ze; de b i er b r ouwer s b r ouwde n hun bi er
zoal s al ti j d; de al manakper sen dr ukt e n hun kunstno-
vel l en als steeds."
Vo o r a l de adel is sc hul di g aan deze knecht i ng. I n een
tussennoot bi j ar ti kel negen ui t l aatstgenoemd wer k wor dt
het ui t gespr oken:
124
't Is echter met de D ui t s e adel een heel ber oer de
aangel egenhei d. A l l e gr ondwet t en, zelfs de beste, kun-
nen ons ni ets hel pen, zol ang ni et de hele adel t ot i n
zi j n laatste wor t el s ve r st oor d is."
H o e l anger He i n e de Fr ansen kende, van hun sedert de
gr ote R e vol ut i e ve r wor ve n r echten en vr i j heden pr ofi j t tr ok,
hoe ongunsti ger de ver gel i j ki ng voor D ui t s l and en zi j n
b e vol ki ng ui t vi el . D e staat van den b ur ge r koni ng L oui s
P h i l i ppe was een paradi js ver gel eken bi j een vader l and dat
door zesender ti g gr ote en kl ei ne despot en ger egeer d wer d.
D e Fr ansen, zo b et oogt He i n e i n de 9de van zi j n Pari jse
b r i even, war en voor een r epubl i kei nse staatsvor m i n de wi e g
gel egd:
D e Dui t se r s echter ver ker en nog ni et i n di t geval
het gel oof aan autor i tei ten is bi j hen nog ni et ui tge-
doof d, en ni ets wezenl i jks dr i ngt hen tot de r epub l i -
kei nse r eger i ngsvor m. Z e zi j n het r oyal i sme nog ni et
ont gr oei d, de eer bi ed voor den vor st is bi j hen ni et
ge we l ddadi g ver st oor d, ze hebben ni et het ongel uk van
een 21ste Januari bel eefd, ze gel oven nog aan per sonen,
ze gel oven aan autor i tei ten, aan een hoge over hei d, aan
de pol i t i e, aan de hei l i ge dr i evul di ghei d, aan de Hal-
l esche Li t er at ur zei t ung", aan vl oei papi er en pakpapi er ,
maar het meest evenwel aan per kament. "
D e reacti e is er al ti jd op ui t, ver beter i ngen voor vr eemde
i mpor t , l ogi sche ont wi kke l i nge n voor cul tuur bol sjewi sme"
ui t te maken. I n een var i ant van het b egi n van ar ti kel I X ui t
125
Pari js b et oogt He i n e di t zelfs ten aanzi en van de F r anse n.
H i j gaat daarbi j echter voor t :
In D ui t s l an d wor dt hetzel fde val se spel gespeel d,
de ver kl ar i ng der mensenr echten en der bur ger l i j ke
gel i j khei d wor dt als i ets bui tenl ands, i ets Ame r i kaans
en Fr ans, i ets ondui t s ui tgekr eten; een D ui t s e sc hool
ver kl aar t de zaak Ger maans gemoedel i jker , ei ken-
st ammi g vol kser , geheel i n de zi n van di e oer ei kel vr aat-
vnj he i d di e onze di er bar e voor vader en genoten. "
De ze l f de spot, ui t ver gel i j ki ngen met F r ankr i j k voor tge-
komen, wor dt voor t gezet i n het boek over Di e Romant i sc he
Schul e", dat een jaar later ver scheen, en waar i n bi j her hal i ng
het veni jni ge zi nnetje voor komt :
want we doen alles wat ons door onze vor st en
b e vol e n wor dt . "
D aar i n wor dt een anti -par al l el get r okken tussen de vader-
l andsl i efde aan bei de zi j den van de R i j n , en vi nde n wi j de
waar nemi ng geboekstaafd:
Het patr i otti sme van den F r ansman bestaat daari n,
dat zi jn hart ve r war md wor dt , door deze war mt e zi c h
ui tzet, wi j der wor dt , dat het ni et meer enkel de naaste
ver wanten, maar geheel Fr ankr i j k, het hel e l and der
beschavi ng, met zi j n l i efde omvat.
H e t pat r i ot t i sme van den D ui t s e r daarentegen be-
staat hi er i n, dat zi j n hart enger wor dt , dat het samen-
kr i mpt als l eder i n de kou, dat hi j het bui tenl andse
haat, dat hi j ni et meer wer el dbur ger , ni et meer E ur o-
peaan, maar sl echts een b e kr ompe n D ui t s e r w i l zi jn. "
126
T o t i n het absur de is de Dui t s e r de mi nder e van zi j n
We st e r se nabuur . In hetzel fde b oek t oc h b et oogt He i n e :
Een Fr anse waanzi n is nog l ang ni et zo waanzi nni g
als een D ui t s e ; want i n deze laatste, zoals P ol oni us
zeggen zou, zi t methode. M e t een ongevenaar de pe-
danteri e, met een ontzettende nauwgezethei d, met een
gr ondi ghe i d waar van een opper vl akki ge Fr anse nar
zi c h ni et eens een denkb eel d kan vor men, bedr eef men
di e D ui t s e dol hei d. "
E n waar i n zi j bestond, ver tel t hi j ons i n de tweede van
zi j n b r i even Ueb er di e Fr anzsi sche Bhne", di e hi j i n M e i
1837
v a n u
^
e e n
d
r
P bi j Par i js aan zi j n vr i e nd A ugus t L e wa l d
schri jft, en di e handel t over de comedi e en haar t ypen. H e t
heet daar :
Met tr ots mag een Dui t s e r bewer en, dat slechts op
D ui t s e b ode m de nar r en t ot zul k een ti tani sche hoogte
kunnen opb l oei en, waar van een ver vl akte, vr oeg-onder -
dr ukt e Fr anse nar geen i dee heeft. Sl echts D ui t s l and
b r engt zul ke kol ossal e dwazen voor t , wi er nnke l kap
t ot i n de hemel r ei kt en met zi j n gekl i ngel de ster r en
ver maakt! L aat ons ni et de ver di enste van onze lands-
l i eden mi skennen en bui tenl andse nar r en hul di ge n;
laat ons ni et onr echt vaar di g zi j n tegen het ei gen vader-
l and. "
Ove r i ge ns geeft het theater bezoek He i n e v ol op gelegen-
hei d om zi c h zelfs daar r ekenschap te geven van de vader-
l andse gebr eken, di e hi j i n zi j n der de toneel br i ef bl i jft verge-
l i j ken met zi j n ni euwe omge vi ng:
127
In de D ui t s e par ter r e zi t t en vr edel i evende staats-
bur ger s en r eger i ngsambtenar en, di e daar r ust i g hun
z uur kool wensen te ver ter en, en b ove n i n de loges
zi t t en b l auwogi ge dochter s ui t de beschaafde standen,
schone b l onde zi el en di e hun br ei kous of een ander
handwer kje i n het theater heb b en meegebr acht en lek-
kertjes wi l l e n dwepen, zonder dat ze een steek l aten
val l en. E n alle toeschouwer s b ezi t t en di e D ui t s e de ugd
di e ons aangebor en of mi nstens aangel eerd is, namel i jk
gedul d. O o k gaat men bi j ons naar een toneel stuk om
het spel der comedi anten, of zoal s wi j ons ui t dr ukke n:
de prestati es der kunstenaars, te b eoor del en; en deze
laatsten l ever en alle conver sati estof i n onze salons en
jour nal en. E e n F r ansman daar entegen gaat naar het
theater om het stuk te zi en en emoti es te ontvangen...."
Ve e l l ater pas heeft ook een D ui t s auteur van Joodse
afkomst Wasse r mann geschr even over de Tr aghei t des
Her zens" bi j een r omanhel d van bi jna mythi sch-zui ver e
Dui t s he i d. E e n kl ei ne eeuw t evor en constateer t He i n e echter
al i n b ovengenoemde b r i ef :
Mensen di e sl echts aan de dag denken, sl echts aan
de dag de hoogste gel di ghei d toekennen en hem daar om
ook met de ver b azi ngwekkendst e zeker hei d hand-
haven, di e begr i j pen ni et de wi j ze van voel en van een
v ol k dat al l een een gi ster en en een mor gen, maar geen
heden heeft, dat zi c h bestendi g het ver l eden her i n-
ner t en b estendi g de t oekomst ver moedt, maar het
128
t egenwoor di ge nooi t weet te bevatten, i n de l i efde
z omi n als i n de pol i t i ek.
M e t ve r wonde r i ng beki j ken ze ons Dui t ser s, di e
vaak zeven jaren l ang tegen de b l auwe ogen van onze
gel i efde aan smachten, voor dat wi j het wagen haar
heupen met vastber aden ar m te omvatten. Z i j zi en ons
met ve r wonde r i ng aan, wanneer wi j eerst de hele ge-
schi edeni s der Fr anse R e vol ut i e met i nb egr i p van alle
commentar en gr ondi g door st uder en en de laatste sup-
pl ement b anden afwachten, voor dat wi j di t wer k i n het
D ui t s over br engen, voor dat wi j een pr achtui tgave van
de Mensenr ec ht en met een opdr acht aan den koni ng
van Bei er en ve r we r ke n "
O n z e di chter br eekt hi er zel f af, en onwi l l e ke ur i g denken
wi j aan de even uni eke als onver taal bar e D ui t s e t er m Wel t -
f r emd" en aan den gr ot en zi el enar ts F r e ud Jood en Ger maan
ook hi j ! di e steeds opni e uw heeft moeten aantonen dat
opvoedi ng t ot de r eal i tei t" de eni ge di sci pl i ne is di e zi n
heeft. D o c h neen, i n zi j n vi er de b r i ef moc ht Hei ne, ook voor
vandaag nog, met r echt zeggen:
Het l even van een D ui t s e r l i j kt op een haar dat
door de mel k get r okken wor dt . Ja, men zou deze verge-
l i j ki ng een nog gr oter e vol maakt hei d kunnen ver l enen
door te zeggen: H e t D ui t s e vol k l i j kt op een vl echt
van der t i g mi l l i oe n samengevl ochten haren, di e zi els-
r ust i g i n een gr ote me l kpot r ondzwemt . "
W a t He i n e pr eci es daarmee bedoel t, ver tel t hi j er bi j. D e
ver gel i j ki ng is ni et van hem, maar van een r abbi jn. Aanvanke-
129
7
l i jk kotste i k een beetje van di t beel d, want ni ets we r kt
wal gel i jker op mi j n maag dan wanneer i k 's mor gens bi j het
koffi edr i nken een haar i n de mel k v i n d I k w i l mi j echter
aan di t b eel d wennen en zal het bi j i eder e gel egenhei d ge-
br ui ken, " zegt hi j.
D e we r e l d i n het kl ei n, di e het toneel is, weer spi egel t de
wer el d i n het gr oot en het ganse l e ve n; de onder schei den
theaters weer spi egel en de nati onal i tei ten. Z o l eert ons de
zevende br i ef :
Wat ons Dui t se r s betreft, we zi j n eer l i jke l i eden en
goede bur ger s. W a t de natuur ons ontzegt, ber ei ken
wi j door studi e. Sl echts als wi j te har d b r ul l en, zi j n wi j
somti jds b ang dat men i n de l oges zal sc hr i kken en ons
bestraffen, en wi j i nsi nuer en dan met een zeker e sl i m-
hei d, dat we geen wer kel i j ke l eeuwen zi jn, maar al l een
i n tr agi sche l eeuwenhui den genaai de pr ogr amma' s, en
deze i nsi nuati e noemen wi j i r oni e. W i j zi j n eerl i jke
l i eden en spel en het beste eer l i jke l i eden. Jubi l er ende
staatsdienaars, oude Dal l ner ' s (een he l d ui t Iffland's
Di enstpfl i cht". Ver t. ) r echtschapen opper hout vest er s
en t r ouwe b edi enden zi j n onze l ust. H e l de n val l en ons
zeer zwaar, maar t oc h kunne n we met ze kl aar komen,
voor al i n gar ni zoenssteden, waar wi j goede voor beel -
den voor ogen hebben. M e t koni ngen zi j n wi j ni et ge-
l ukki g "
I n deze tr ant gaat H e i n e ver der , om zi c h op dezel fde
plaats ook nog ove r ar ti sti eke t ekor t en te bekl agen, di e hi j,
de gr ootmeester van de D ui t s e taal, jui st op r ekeni ng van
130
di e fei l l oos door he m tot muzi ek omgetover de taal schui ft:
Maar om ni et onr echtvaar di g te zi jn, moeten wi j
bekennen, dat het voor namel i j k aan de Dui t s e taal l i gt,
wanneer de voor dr ac ht op ons toneel sl echter i s dan
bi j de E nge l se n en Fr ansen. D e taal van eerstgenoem-
den i s een di al ect, de taal van l aatstgenoemden een
voor t b r engsel der maatschappi j; de onze i s noc h het
een, noc h het ander, en ontbeer t daar door z owe l
nai eve i nni ghei d als vl oei ende gr ati e; zi j is slechts
een boekentaal , een b odeml oos fabri caat van schri jvers,
dat wi j door het boekhandel sbedr i j f van de L e i pzi ge r
Messe betr ekken.
D e decl amati e der Engel sen is ove r dr i j vi ng van de
natuur , over natuur ; de onze i s onnatuur . D e decl amati e
der Fr ansen i s geaffecteerde t i r adent oon; de onze is
l eugen.
Daar i s een gebr ui kel i j k gegr i en i n onze theaters,
waar door vaak de beste st ukken van S c hi l l er voor '
mi j b e dor ve n zi j n; voor al bi j senti mentel e gedachten
waar onze toneel spel er s i n een water i g gezi ngzang weg-
smel ten "
G e e n wonde r dat wi e zul k een openhar ti ghei d aan de dag
l egde en het vol k waar toe hi j b ehoor de z we i ni g kon vl ei en
bi j ti j d en wi jl e, ook de vol l e wr aak moest onde r vi nde n van
de i n hun matel oze i j del hei d gekwetste l i jders aan nati onal e
gr oothei dswaan. D e zogenaamde Jongduitsers", met He i n e
aan het hoof d, wer den door den cr i ti cus Me nz e l , met wi e n
hi j eerst b e vr i e nd geweest was, openl i j k als vol ksb eder ver s
131
aangeklaagd, hetgeen H e i n e i n 1835 een al gemeen publ i cati e-
ve r b od door de B undesver samml ung bezor gde, dat pas
nader hand ver zacht wer d. H i j heeft hi er op gereageerd i n zi j n
pamflet Ueber den Denunzi ant en", waar i n zi j n t oor n over
deze behandel i ng hem meni ge har de noot doet kr aken, zoal s:
D e D ui t s e r spr i ngt zelfs voor de sl echtste zaak i n
de bres, wanneer hij eenmaal handgel d ontvangen heeft,
of ook maar i n een roes zi j n bi jstand b e l oof d heeft; hi j
vecht dan met een zuc ht end hart, maar hi j vecht; hoe-
zeer ook een beter e over t ui gi ng i n zi jn bor st mag
mopper en, hi j kan er t oc h ni et toe besl ui ten het vaandel
te ver l aten "
E n deze, di e er bi j aanslui t, en maar al te b i t t er i s:
De Dui t se r s zi jn dapper zonder bi jgedachten, ze
vechten om te vechten, zoals ze dr i nken om te dr i nken.
D e Dui t s e soldaat wor dt noc h door IJdelhei d, noc h
door r oemzucht, noc h door onb ekendhei d met het ge-
vaar i n de slag gedr even; hi] stel t zi c h r ust i g i n 't gel i d
op, en doet zi jn pl i cht , koud, onver schr okken, betr ouw-
baar. Ik spr eek hi er van de r uwe massa, ni et van de li te
der natie, di e op de Uni ver si t ei t en, deze hogeschol en
van de eer, zoal zel den i n de wetenschap, dan t oc h des
te vaker i n de gevoel ens van mannel i jke waar di ghei d
de fijnste opvoe di ng ontvangen heeft."
Waar me e He i n e natuur l i jk de opvoe di ng door Mensur "
en Schmi sse" bedoel t, di e op den bui tenl ander van vandaag
een even ouder wetse als barbaarse i ndr uk maken. O pn i e uw
132
komt hi j i n di t geschr i ft ook op de r edel oze haat tegen de
Fr ansen t er ug:
De meesten onder di e Fr anzosenhater s zi j n schel-
men, di e zi c h deze haat met opzet hebben aangevei nsd,
ontr ouwe, schaamtel oze, oneerli jke, laffe schel men, di e
ont b l oot van alle deugden van het Dui t s e vol k, zi c h
met deszelfs fouten bekl eden, om zi c h een schi jn van
patr i otti sme te geven, en i n di t gewaad de war e vr i en-
den des vader l ands zonder gevaar te mogen bel edi gen.
H e t i s een dub b e l val s spel . "
Hi e r aan voegt hi j nog toe:
Bij de gr ote meni gte i s de Fr anzosenhaat nog
al ti j d synoni em met vader l andsl i efde; door een geschi kt
ui t b ui t e n van deze haat heeft men zo mi nstens het ge-
pe upe l op zi j n hand "
H o e waar i s di t ni et t ot i n onze t i j d geb l eken!
D e psyc hol ogi e van den Dui t s e r gaat He i ne i n de jaren
hi er op steeds meer bezi ghouden, en komt soms op de onver -
wachtste pl aatsen van zi jn wer k tot ui ti ng, b i j voor b eel d i n
zi j n ui tgebr ei de commentaar over Shakespears M adc he n
un d Fr auen" (van 1838) waar i n hi j naar aanl ei di ng van He l e na
over Faust, en naar aanl ei di ng van Faust over actuel er di ngen
begi nt te spr eken:
Ik heb het reeds eens gezegd, Johannes Faustus i s
de war e ver tegenwoor di ger van de Dui tser s, van het
v ol k dat zi j n l ust b evr edi gt i n het weten, ni et i n het
l even. H o e w e l deze ber oemde doctor , de Nor maal -
Dui t se r , ei ndel i jk naar zi ngenot snakt en smacht, zoekt
hi j het voor we r p van zi j n b e vr e di gi ng geenszi ns op de
bl oei ende wei den der wer kel i j khei d, maar i n de geleer-
de modde r van de b oe ke nwe r e l d; en ter wi j l een Fr anse
of Italiaanse necr omant van Me phi st ophe l e s de mooi ste
v r ouw van de tegenwoor di ge t i j d gei st z ou hebben,
begeert de D ui t s e Faust een v r ouw di e al dui zenden
jaren gel eden gestor ven is, en di e hem alleen nog maar
als schone schaduw ui t Oudgr i ekse per kamenten tegen-
l acht, He l e na van S par t a! H o e veel betekenend
kar akter i seer t di t ver l angen het i nner l i j kste wezen van
het Dui t s e vol k! "
I nder daad, hoe goed tekent het ook het van de r eal i tei t
ver vr eemde, de nei gi ng t ot r omanti sche regressi e bi j l i eden
di e zi c h er zo gaarne op ber oemen dat zi j de c ul t uur bevor -
der en, ja, zelfs cul tuur -pi oni er s zi jn, en E ur o pa r edden van
een t er ugval i n de nacht der ti jden. I n het gedenkschr i ft aan
Br ne gewi j d, wor dt op een der eerste bl adzi j den van B oe k
I V de r assenkwesti e aangesneden en de categor i sche vr aag
gestel d:
Waar begi nt de Ger maan? W a a r houdt hi j o p ?
M a g een D ui t s e r tabak r oke n? Ne e n, beweer de de
meer der hei d. M a g een Dui t s e r handschoenen dr agen ?
Ja, maar van buffel hui d. (De smer i ge Massmann nam
het zeker e voor het onzeker e en dr oeg er hel emaal
geen.) Maar b i e r dr i nke n mag een Dui t ser , en hi j moet
het zel fs als echte z oon van Ger mani a, want T ac i t us
spr eekt heel bepaal d van D ui t s e Cer evi si a. In de
b i er kel der te G t t i nge n moest i k eens b ewonder en,
134
met we l k een gr ondi ghe i d mi j n oud-dui tse vr i e nde n
de ver banni ngsl i j sten kl aar maakten voor de dag waar-
op zi j t ot heer schappi j zoude n komen. W i e sl echts i n
de zevende graad van een Fr ansman, Jood of Sl avi r
afstamde, we r d t ot bal l i ngschap ver oor deel d. W i e
sl echts het ger i ngste tegen Jahn of ook maar tegen oud-
dui tse bel achel i j kheden geschr even had, kon zi c h met
de dood ve r t r ouwd maken, en we l met de dood door
de bi j l , ni et door de gui l l oti ne, al was deze oor spr onke-
l i j k een D ui t s e ui t vi ndi ng en reeds i n de mi ddel eeuwen
b e ke nd "
I n hetzel fde we r k (Boek III) ver heft onze di chter weer
eens zi j n pr ofeti sche stem, di tmaal ni et i n de r i c ht i ng van het
We s t e n, van de Fr ansen, maar naar het Oost e n, naar aanlei-
di n g van hetgeen de P ol e n z owe l van hun Ger maanse als
van hun Russi sche nabur en te ver dur en hadden:
Voor de D ui t s e vr i j hei dsbel angen van een latere
t i j d behoeft men de popul ar i t ei t der P ol e n we i ni g te
vr ezen. A c h neen, wanneer D ui t s l an d ze eenmaal weer
door el kaar schudt en deze ti j d zal t oc h zeker kome n
dan zul l en de P ol e n nauwel i j ks nog i n naam bestaan,
ze zul l e n geheel met de Russen ver smol t en zi jn, en als
zodani g zul l en wi j el kander weer op daver ende slag-
vel den ont moet en en ze zul l en voor ons mi nder
gevaar l i jk zi j n als vi janden dan als vr i enden. H e t eni ge
voor de e l dat wi j hun te danken hebben, i s de russen-
haat di e ze bi j ons heb b en gezaai d en di e st i l voor t-
woe ke r e nd i n het D ui t s e gemoed, ons macht i g zal
J
35
ver eni gen wanneer het gr ote uur slaat, waar i n wi j ons
te ver dedi gen heb b en tegen di en vr esel i j ken reus, di e
thans nog slaapt en i n zi j n slaap gr oei t, zi j n voet en ver -
ui t st r ekkend i n de geur i ge bl oemengaar den van het
Oost e n, met het hoof d aanstotend tegen de N o o r d -
pool , dr ome nd van een ni euw we r e l dr i j k. . . D ui t s l an d
zal eens met dezen reus de str i j d moeten aanbi nden,
en voor di t geval i s het goe d dat wi j de Russen reeds
vr oe g l eer den haten, dat deze haat i n ons we r d aange-
wakker d, dat ook al l e andere vol ke n daaraan deel -
nemen . . . . di t i s een di enst wel ke ons de P ol e n bewi j zen,
di e thans als pr opaganda van de Russenhaat over heel
de we r e l d r onddwal en. A c h , deze ongel ukki ge P ol e n !
Z i j z e l f zul l en eens de naaste offers van onze b l i nde
t oor n zi jn, ze zul l en eens, wanneer de str i j d begi nt, de
Russi sche voor hoede vor men, en dan de bi tter e vr uc h-
ten geni eten van di e haat, di e zi j zel f gezaai d hebben.
Is het de w i l van het noodl ot , of is het gl or i er i j ke be-
per kt hei d, wel ke de P ol e n er steeds toe doemde zi ch-
zel f de ergste val en tensl otte het gr af te gr aven
sedert de dagen van S ob i eski , di e de T ur ke n ver sl oeg,
Pol en' s natuur l i jke bondgenoten, en de Oost ennj ker s
r edde deze r i dder l i j ke domkop! "
Genoeg. D i t schr eef de pr ofeet He i ne i n 1840. Pr eci es een
eeuw l ater W i j staan ver bi j ster d over zove e l pol i t i eke
hel der zi endhei d en zouden aan een par apsychol ogi sche
begaafdhei d moeten gel oven, als wi j ni et ui t zoveel andere
gegevens wi sten, over wel ke vol kspsyc hol ogi sc he i nzi c ht en
.36
de di chter s, en deze scher pzi nni ge b annel i ng i n het b i zonder ,
veel al beschi kten.
I n deze ti j d ook l i et H e me de c nt i ek di e hem ver vul de,
t oc h door dr i ngen i n zi j n ver zen, en zag hi j er ni et tegen op,
ze ook te pub l i cer en. Sl echts een enkel e maal t ot een geheel
spot di c ht ui tgebr ei d, als di t Z e i t ge di c ht X X ui t zi j n Neue
Gedi cht e", dat hi j sarcasti sch get i t el d heeft:
T E R G E R U S T S T E L L I N G
Wi j slapen zoals Brutus sliep,
Doc h deze ontwaakte en boorde diep
In Cesar' s borst het koude staal!
Romeinen, tyranbeulen allemaal.
Wi j zijn geen Romeinen, wij roken tabak,
Een volk als het onze houdt meer zijn gemak,
Een volk is groot door de eigen offers;
In Zwaben bakt men de beste poffers.
Wi j zijn Germanen, gemoedelijk en koest,
Wi j slape'een gezonde plantenroes,
E n als wij ontwaken, dan plaagt ons vaak dorst,
Doc h niet naar het bloed van onzen vorst.
Wi j zijn zo trouw als eikenhout,
O ok zijn we als lindenhout zo vertrouwd;
In 't land der eiken en der linden
Z a l men niet licht een Brutus vinden.
E n mocht al een Brutus onder ons leven,
Een Cesar kwam hij nimmer tegen,
Vergeefs zou hij den Cesar zoeken,
Wi j hebben goeie peperkoeken.
Wi j hebben zevenendertig u He r r e n"
('t Is niet teveel) en grote sterren
Draagt elk daar waar zijn hart moet slaan,
Dat 't niet als Cesar hem zal gaan.
18
Wi j noemen hen Vaders, en Vaderland
Z o noemen wij het oude land
Dat erfbezit is van den vorst.
Wi j houden ook van zuurkool met worst.
Wanneer onze Vaders wandelen gaan,
Dan blijven wij braaf in de houding staan;
Duitsland die vrome kinderkooi,
Is geen Romeinse moordenaarszooi.
Me e st al komt een der gel i jke i r oni e meer fr agmentar i sch
tot ui ti ng, zoal s i n de vol gende passage van R omanze VI I ,
ook opgenomen i n dezel fde b undel , geti tel d A nno 1829", di e
de toestand i n het Dui t s e vader l and b e zi ngt :
Ze eten goed, ze drinken goed,
Zi j n blij met al hun mollenvreugd,
E n hun grootmoedigheid is groot
Al s 't spleetje van de armenbus.
Sigaren hangen in hun muil,
E n in de broekzak steekt hun hand;
Hun spijsverteringskracht is goed,
Kreeg men ze zelf maar verteerd!
Z e handelen in de specerij
Van heel de aard, maar in de lucht
Rui kt men, hun kruiderij ten spijt,
D e rotte schelviszielenstank.
O , zag ik maar het grootste kwaad,
Misdaden, bloedig, kolossaal,
Alleen hun zatte deugd nooit meer,
E n een solvabele moraal !
H e t b er i j md ver sl ag van H e i n e s bezoek aan zi jn geboor -
tel and, het opzi enbar end-bi jtende Deutschl and E m
138
Wi nt e r mar c he n" zegt naar aanl ei di ng van de door r ei s door
de stad A k e n i n de D e r de Z a n g :
Ik heb in dit vervelend nestje
Een uur lang rondgewandeld,
Z ag weder Pruisische militairen,
Di e zijn niet erg veranderd.
't Zij n van die grijze mantels nog,
Met hoge, rode kragen
(Dat rood betekent Fransenbloed,
Z ong Krner in vroeger dagen.)
N og steeds dat houten, pedante volk
Dat kijkt alsof 't een boon is,
In elke beweging, op elk gezicht
de ingevreten kapsones.
O p steltenpoten stappen ze stijf
E n kaarsrecht ingeregen,
Al s hadden zij de stok geslikt
Waarmee ze eens ransel kregen.
Geheel verdween de plak toch nooit,
Z e dragen hem thans vanbinnen;
't Vertrouwlijke Jij" zal altijd nog
Aan 't oude UE" herinneren.
D e lange snor is feitelijk maar
Een nieuwe soort van haarvlecht;
D e lecht die eens van achteren hing,
Staat op hun bovenlip kaarsrecht."
Reeds eerder, bi j het b i nne nkome n i n D ui t s l and i s het
P r ui se ndom het eerste waaraan de di chter zi c h stoot, en
waar van de T we e de Z a n g aan het sl ot ver t el t :
Een passagier die naast mij stond,
Li et stilletjes mij weten,
Dat vr mij de Preussische Zol l verei n" was,
D e grote douaneketen.
x
39
D e Zollverein", zo merkte hij op,
Z al onze volksheid opvoeren,
Zi j zal het verbrokkelde vaderland
T ot n geheel weer snoeren.
De uiterlijke eenheid geeft zi) ons,
D e zogenaamd materile;
D e geestelijke eenheid schenkt ons de censuur,
D e waarlijk idele.
Zi j geeft de innerlijke eenheid aan ons,
D e eenheid van hersens en zinnen;
D e eenheid van Duitsland is al wat ons schort,
D e eenheid van buite' en van binnen."
E n weer later, als de di cht er m K e ul e n aankomt, wor dt
hi j hi nder l i j k aan het ver l eden he r i nne r d:
De vlammen van brandstapels hebben hier
Boeken en mensen verslonden;
D e klokken werden daarbij geluid,
E n Kyri e Eleison gezongen.
Domhei d en boosheid boeleerden hier,
Al s honden die straten schennen;
't Nakoomlingsgebroed kan men nog vandaag
Aan zijn geloofshaat herkennen."
Z on de r l i n g genoeg is i n de ber engeschi edeni s At t aT r ol l ",
di e fei tel i jk als n gr ote hekel i ng is op te vatten, de sc hi mp
en i r oni e zozeer omkl e e d en i n de par abel schui l gegaan, dat
er maar we i ni g ui t aan te hal en val t wat op den man af de
waar hei d zegt, op de mani er van het vol gende coupl et ui t
caput VI I I , dat vanui t de ber enmental i tei t vaststel t:
Zelfs de Duitsers, eens de beteren,
Zelfs de zoons van Tuskion,
Onze neven uit de oertijd.
Di e zijn eveneens ontaarden."
I40
W e l b l i j kt ui t de nal ezi ngen di e als Parerga" aan het ge-
di c ht zi j n toegevoegd, dat He i n e t oc h meni gmaal dui del i j ker
heeft wi l l e n zi jn, maar zi c h later stel l i g ui t aestheti sche
over wegi ngen bedacht heeft. I mmer s i n het eerste der
Parerga" vi nde n wi j als parenthese deze bekenteni s:
Atta Trol l vertegenwoordigt
Geen dikhuidig-duitse volkskracht,
E n hij grijpt niet allegorisch
Met zijn klauwen in de tijd in.
Zelfs niet eens een Duitse beer toch
Is mijn held. D e Duitse beren
Zul l en steeds als beren dansen,
Echter nooit de ketting breken.
E n i n het vi er de der Parerga", waar de di chter over zi j n
vader l and spr eekt, nog het vol gende fr agment:
Daar, in mijn geliefde landstreek
Is het ploertendom in opkomst,
E n er maken veel te velen
Aanspraak op de ploerten-lauweren."
B i j de latere ver zen, di e wel ke, het laatst i n zi j n l even, als
Gedi chte" i n 185354 ver schenen, treft ons dezel fde i r oni e:
Gij Duitsers zijt een heel groot volk,
Dat simpel en toch zo begaafd is!
Men ziet het jullie waarachtig niet aan,
Dat het buskruit door jullie gemaakt i s ! "
E n i n het daar opvol gende Er i nner ung an K r ahwi nke l s
Schr eckenstagen":
Vreemden, buitenlanders meest,
Zaaiden onder ons de geest
Van opstand. Zul ke zondaars, godlof,
Zi j n zelden zoons van hier geweest."
141
H e t meest echter i r oni seer t hi j nog i n Kob es I", het l ange
gedi cht over een par odi sti sche figuur ui t Keul en, di e de di ch-
ter t ot hei l van zi j n vader l and i n 's hemel snaam maar t ot
kei zer w i l l aten kr one n:
Maar wilt gij toch het keizerschap,
Wi l t ge u een keizer wijden,
Gi j lieve Duitsers, laat u niet
Door geest en roem misleiden.
Verkiest u geen patricirskind,
Maar kiest u een plebejer;
Kiest niet de vos en niet de leeuw,
Verkiest het domste keesje."
Sl echts twee generati es l ater heeft men H e i n e s smal ende
raad maar al te l etter l i j k en zonder het te weten opge vol gd.
M e t gr oter e macht dan ooi t een kei zer bezat, kon Kob es I"
de l ei der des l ands wor de n, en i nder daad:
Men pochte dat hij nooit studeerde
O p universiteiten,
Maar boeken schreef uit eigen brein
E n zonder faculteiten.
Ja, zijn gehele onwetendheid
Heeft hij zichzelf verworven ;
Geen vreemde kunde en wetenschap
Heeft zijn gemoed bedorven.
Zi j n geest zowel zijn denken bleef
Bevrijd van een abstracter
Filosofie Hi j bleef zichzelf!
Ja, Kobes is een karakter.
E n uit zijn mooie ogen ziet
Me n 't steevast traantje gl i ppen;
E n wat een dikke domheid ligt
Bestendig op zijn lippen.
142
Ja, al l een een H e i n e kon toen al weten, dat de D ui t s e
despoot bi j ui tstek een pl ebejer z ou moeten zi jn, pr at gaande
op zi jn bodemstammi ge" onwet endhei d, schr i jver van n
b oek der b oeken en l ar moyante redenaar met kr okodi l l e n-
tranen, autodi dacti sche strateeg, econoom, or de-schepper en
wat al ni et meer O o k wat er vol gen zou, wi st He i ne
pr eci es:
Wor dt Kobes Keizer, dan blaast hij vast
De oudstrijders weer tot leven.
Hun dappere schare zal zijn troon
Al s keizersgarde omgeven.
Moge 't hem lusten aan hun spits
Eerst Frankrijk binnen te dringen,
Bourgogne aan Duitsland terug te geven,
Elzas en Lotharingen . . . ."
W i j kunnen het beamen. S. A. mar schi er t " en met de
ver over i ngen is het nog heel wat ver der gegaan. Maar i n de
fr agmenten waar ui t de Nachl ese" van H e i n e s di cht kunst
bestaat, vi nde n wi j een Ant wor t " waar van de sl otstr ofe l ui dt :
Wij mogen geen victorie trompetten,
Zol ang nog sabels dragen onze agenten ;
Het wordt me bang als onze adders liefde kwelen
En wolf en ezel vrijheidsliederen spelen."
In deze vrees i s He i n e zi c hzel f gel i jk gebl even. Bi j na een
kwar t eeuw t evor en al schr eef hi j i n ar ti kel I X van de Fran-
zsi sche Z ust ande " over de vr i j hei dszi n van zi jn l andsl i eden:
N og al ti jd, als i k mi j n Dui t s e r epub l i kei nen beki jk,
wr i j f i k mi j n ogen ui t en zeg i k tegen mezel f: D r o o m
je mi sschi en ?"
'43
D a t sl oeg op de r epub l i kei nen van 1830. N a de opst anden
van '48 dacht hi j er nog ni et anders over . A l l e e n we r d hi j
toen weer gedr ongen t ot het maken van ver gel i j ki ngen,
zoal s i n zi j n opst el Di e F e b r uar r e vol ut i on 1848" waar i n hi j
b er i cht t e:
Gel egenhei d had i k hi er vol op, het tal ent te be-
wonde r e n dat de Fr ansen bi j de b ouw van hun bar r i -
caden aan de dag l eggen. D e z e hoge b ol we r ke n en
ver schansi ngen, voor wi e r aanleg de D ui t s e Gr nd-
l i chkei t " hele dagen nodi g zou hebben, wor de n hi er i n
enkel e mi nut en gempr ovi seer d. "
A a n deze r evol tes was de wever opst and te Peter swal dau
en Langenb i el au i n Juni 1844 voorafgegaan, en kor t daar op,
i n de Vor war t s van 10 Jul i 1844 te Pari js, pub l i ceer de H e i n e
zi j n b e r oe md Zei t gedi cht " get i t el d: Di e Schl esi schen
We b e r " . H e t sl ot daar van b ezi t een var i ant, l ater onder dr ukt ,
en l ui dde toen, bi j de eerste spontane publ i cati e, al dus:
Een vloek aan 't valse vaderland,
Waar leugen slechts gedijt en schand,
Waarui t slechts bederf en doodslucht slaat.
Oud- Dui tsl and, wij weven je hjkgewaad,
Wi j weven! Wi j weven! "
E n ui t dezel fde pe r i ode stammen ook ver zen als het
X X V s t e Zei tgedi cht", met de aanhef:
In 't lieve Duitsland daarginds,
Daar groeien veel levensbomen;
Maar lokken de kersen ook nog zozeer,
D e vogelverschrikker verschrikt ons nog meer."
144
Z e l f s toen nog gaf de di chter de voor ke ur aan zi j n bal l i ng-
schap. I n zi j n b r i even en b er i chten over Pol i ti ek, kunst en
vol ksl e ve n" di e hi j gedur ende een vi er t al jaren, van 184043
schreef, en bi jeenbr acht onder de naam Lutezi a", b er i cht t e
hi j speci aal over zi j n medekunstenaar s ( L VI ) :
Di chter s wor de n bi j ons als nachtegal en b eschouwd,
aan wi e sl echts de l ucht t oeb ehoor t ; ze zi j n r echtel oos,
waar l i jk vogel vr i j ! "
Naar aanl ei di ng van L e ssi ng constateer de hi j al i n B oe k I
van Di e r omanti sche S chul e":
Hi j br acht het gr ootste deel van zi j n l even i n ar-
moede en dr uk door ; dat is een vl oe k di e op bi jna alle
gr ote geesten van de Dui t se r s rust, en mi sschi en eerst
door de pol i t i eke b e vr i j di ng opgeheven wor dt. "
E n nog eerder, i n een b r i e f ui t Hel gol and, gedateer d 1830,
maar pas opgenomen i n het we r k over Br ne, heette het
r eeds:
Al s i k maar wi st waar i k thans mi j n hoof d kan neer-
l eggen. I n D ui t s l an d is het onmogel i jk. Ieder ogenb l i k
zou een pol i t i edi ender kome n aanl open en mi j door
el kaar schudden om te pr ob er en of i k wer kel i j k sl i ep;
alleen di t denkb eel d beder ft mi j alle pl ezi er "
I n di t alles bl eef de gr i l l i ge, i mpul si eve H e i n e zi c hzel f
t oc h tot aan zi j n dood toe geli jk. D e autobi ogr afi sche Ge-
standni sse" van wi nt e r 1854, ui t een van zi j n laatste levens-
jar en dus, ver mel dt i n het v oor woor d:
Ik heb meni ger l ei b i t t er e er var i ngen opgedaan, en
het oude gel oof of bi j gel oof aan D ui t s e eer l i j khei d is
145
bi j mi j zeer i n de ve r dr ukki ng gekomen. I k kan het ni et
ver hel en dat i k, voor al ti jdens mi j n opon t h oud i n
Fr ankr i j k, heel vaak het slachtoffer van di t bi j gel oof
wer d. Ei genaar di g genoeg, onder de schur ken di e i k
helaas t ot mi j n schade l eer de kennen, b e von d zi c h
sl echts n enkel e F r ansman en deze schur k was ge-
b oor t i g ui t een van di e D ui t s e gouwen, di e eens aan
het D ui t s e r i jk ont r ukt , thans door onze P at r i ot t e n
ter ugver l angd wor de n. M oe s t i k op de ethnografi sche
wi jze van L e por e l l o, een gel l ustr eer de li jst van de
r especti eve spi t sb oeven opmaken, di e mi j mi j n zakken
l eegger ol d hebben, dan zoude n wel i swaar alle be-
schaafde l anden tal r i jk genoeg daar i n ver tegenwoor -
di gd wor den, maar de zegepal m z ou t oc h b l i j ven voor
het Vader l and, dat het ongel oofl i jkste gepr esteer d
heeft; en i k zou daar van een l i e d kunnen zi ngen met
het r efr ei n:
Doch in Duitsland duizend en dri e! "
H e t i s ke nme r ke nd dat onze D ui t s e schel men steeds
een zeker e senti mental i tei t aankleeft. Z e zi jn geen
koude ver standsboeven maar schoften met gevoel . Z e
hebben Gemt", ze nemen op de war mste wi jze deel
i n het l ot van hen di e zi j bestol en hebben, en men kan
ze ni et kwi j t r aken. Z e l f s onze voor name handels-
avontur i er s zi j n geen naakte egosten, di e sl echts voor
zi c hzel f stel en, maar ze wi l l e n den snoden mammon
ver wer ven om goed te doe n; i n hun vr i je ti jd, als ze
ni et i n besl ag genomen wor de n door hun ber oepszaken,
b.v. door de di r ecti e van een gasver l i chti ng der Bo-
heemse wouden, bescher men ze pi ani sten en journa-
l i sten, en onder het bontbesti kte, i n alle kl eur en van
de r egenb oog flonkerend vest draagt meni geen ook
een hart, en i n het hart de knagende l i n t wor m van de
Wel tschmer z".
H e t r efr ei n ui t Mozar t ' s Don G i ovanni " , toegepast op de
schoften met gevoel het r echtsgevoel van hun ver dr agen
en ver kl ar i ngen, het saamhor i ghei dsgevoel van hun arbeiders*
depor tati es en gedwongen tewer kstel l i ng, ver antwoor del i j k-
hei dsgevoel van hun kui t uur kamer s e.d,m. her i nner t ons
aan een ander e ui tspr aak van He i n e i n zi j n L udwi g Brne",
waar hi j het heeft ove r :
Wi j arme Dui t ser s, di e helaas geen gr appen ver-
staan "
E e n ei genaar di ghei d di e weer ten nauwste samenhangt
met di e wel ke de aanhef van het der de aanhangsel van
Lutezi a" ve r me l dt :
Ieder v ol k heeft zi j n nati onal e fouten, en wi j D ui t -
sers hebben de onze, namel i jk di e ber oemde langzaam-
hei d, wi j weten het zeer goed, wi j hebben l ood i n de
laarzen, zelfs i n de pantoffels."
Z waar hebben deze l aar zen i nder daad al ti jd gedr ukt op
de gr ond di e zi j betr aden, ei gen evenzeer als vr eemde gr ond.
E n de oor zaak ? I n het nagel aten gedi cht Di essei ts und jen-
sei ts des Rhei ns" stel t H e i n e tegenover de li efde, di e karak-
ter i sti ek i s voor de Fr ansen, het vol gende:
147
Maar wij weten hoe het staat,
Wi j Germanen, met de haat.
Ui t de diepten van 't gemoed ontspringt hij,
Duitse haat! Maar machtig groeit hij.
Z oveel gif als nauwelijks wordt bevat
Door het Heidelbergse vat."
N a zi j n dood heeft men zi jn Gedanken und E i nf al l e "
ui tgegeven, waar van er een ti ental gewi j d zi j n aan de fraaiste
hebbel i j kheden der nati e waar toe de di chter behoor de.
S ommi ge van di e ondeugden wor de n daar t ot i n hun wor t el s
aangetast. W e e r is het de slaafshei d di e i n het gedi ng komt :
D e D ui t s e r l i j kt op den slaaf di e zi j n meester ge-
hoor zaamt, zonder kl ui ster , zonder zweep, enkel door
het woor d, ja door een b l i k. D e di enstbaar hei d is i n
hem zelf, i n zi j n zi e l ; erger dan de materi le sl aver ni j is
de ver geestel i jkte. M e n moet de Dui t se r s van b i nne n
b evr i j den; van b ui t en hel pt niets."
Voor a l de laatste z i n kan ons ni et l evendi g genoeg i n de
gedachte bl i j ven, en geen vr edesver dr ag zal van waar de
bl i j ken, tenzi j het hi er mee r ekeni ng houdt. Va n de nati onal e
gespl etenhei d was He i ne zi c h dui del i j k b ewust :
Er bestaat geen D ui t s v ol k; adel, bur ger i j , boer en
zi j n heter ogener dan bi j de Fr ansen vr de r evol uti e. "
H e t C hr i s t e ndom is daar sl echts schi jn, een oppe r vl akki g
ver ni s. He i ne zegt hi er omt r ent :
In D ui t s l an d wor dt het C hr i s t e ndom tegel i j ker ti j d
i n de theor i e en i n de fei ten ten val gebr acht: ont wi k-
ke l i ng van de i ndustr i e en van de wel stand. "
E n onder de C hr i st e ne n zel ve i s het z o:
1 48
Het zi j n i n D ui t s l an d de theol ogen di e een e i nd
maken aan O n z e L i e ve He e r on nest jamai s t r ahi
que par les siens."
I n hun t er ugval t ot het pr i mi t i e ve wor t e l t hun acti ef anti -
semi eti sme, ook di t is een gevoel vol " ter uggl i jden, i mmer s:
De Jodenhaat b egi nt eerst met de r omanti sche
school , met het pl ezi er i n de mi ddel eeuwen, het katho-
l i ci sme, de adel, opge voe r d door de Teutomanen. "
D e z e laatsten tr achten een nati onal i tei tsbeset te forceren,
dat waar l i jk t ot ni ets l ei dt en hi stor i sch ongefundeer d i s:
De Dui t se r s we r ke n thans aan de ont wi kke l i ng van
hun nati onal i tei t, ze kome n daarmee echter te laat.
Wanne e r ze haar gereed hebben, zal het nati onal i tei ts-
wezen i n de we r e l d opgehouden hebben, en ze zul l en
ook hun nati onal i tei t aanstonds weer moeten pri js-
geven, zonder daar, evenal s de Fr ansen of de B r i t t en,
voor de e l ui t geput te hebben. "
Gecamoufl eer d hebben ze hun cul tuur l ooshei d, en hun
b oeken zi j n mi sl ei dend, want :
Sl echts i n de l i ter atuur tonen de Dui t ser s hun ge-
hele taalschat, en de Fr ansen, daar door ve r b l i nd, dunkt
het een wonde r hoe schi tter end wi j thui s spr eken
zi j heb b en er ook geen b egr i p van, hoe we i ni g gedach-
ten thui s bi j ons i n oml oop zi jn."
B i j nadere kenni smaki ng echter ontmasker en zi j zi c hzel f
onwi l l ekeur i g. D e n k aan de emi gr anten, i n zeker e zi n nog
het beste deel der natie, di e He i ne ook l ang genoeg i n Fr ank-
r i jk meemaakte, om te kunnen getui gen:
149
De Dui t se r s wor de n, net als het gexpor teer de
bi er , ni et beter i n het bui tenl and. "
T hui s of i n den vr eemde, over al b ehouden zi j hun hebbe-
l i j kheden :
Gevaar l i jke D ui t s e r s ! Z e hal en pl ot se l i ng een
gedi cht ui t hun zak of begi nnen een gespr ek ove r
wi jsbegeerte."
Wa a r zi j zi c h onbevangen en ongekunst el d gedragen, i n
hun hui sel i jk l even, i n hun i nti mi tei t, i s over i gens hun war e
aard het best bemer kbaar . E n als hi j hi er over spr eekt, ver-
dwi j nt bi j He i ne el ke l ach, el ke i r oni e, di e anders aan zi jn
woor de n zoveel l uc ht i ghei d geeft. M e t bi tter e ernst stel t
hi j vast:
He t D ui t s e huwel i j k is geen echt huwel i jk. D e
echtgenoot heeft geen hui svr ouw maar een mei d, en
leeft zi j n gesol eer d vr i j gezel l enl even i n de geest ver -
der, zelfs i n zi j n f ami l i ekr i ng. Ik w i l daar om ni et zeggen
dat hi j de heer i s; i ntegendeel , hi j i s somti jds slechts de
bedi ende van zi j n mei d, en zi j n slaafshei d ver l oochent
hi j ook i n hui s niet."
Is het ni et of wi j hi er de stem van Ni e t zsc he hor en, di e
al l een onder sl aven en onder mensen tot de concepti e van
zi j n Ueber mensch" kon komen? S t e l l i g we r d hi er ook een
der b r onne n van alle kwaad aangewezen, een di ep-wor t el end
gebr ek aan beschavi ng, dat geenszi ns over eenstemt met wat
maar al te vl ot b eweer d wor dt naar aanl ei di ng van het Ge r -
maanse gezi nsl even en de di t o mannel i jkhei d, di e wi j zo
goed ver per soonl i j kt zagen i n de Rhm' s en consor ten. G e e n
150
wonde r dan ook, dat H e me reeds i n een van zi j n Ber l i jnse
b r i even schreef:
A l wat D ui t s is, we r kt op mi j als een b r aakmi ddel .
D e D ui t s e taal ver scheur t mi jn or en. Z e l f s mi j n ei gen
gedi chten doen mi j somti jds wal gen, als i k zi e dat zi j
i n 't D ui t s geschr even zi j n Je n'aurais jamais c r u
que ces btes qu' on nomme A l l e mands soi ent une race
si ennuyante et mal i ci euse en mme temps. "
Daar mee is het we l hel emaal gezegd. E n als He i ne aan het
sl ot van zi j n eerste, ui tvoer i ge testament ui t r oe pt :
Vaar wel ook gi j, D ui t s e He i mat , l and der raadsels
en der smarten",
dan doel t hi j zeker op de r aadsel achti ghei d van zoveel eigen-
waan bi j zoveel mi nder waar di ghei d, en op de smar tel i j khei d
van alle daar heersende dui ster ni s en ve r b l i ndi ng, di e hem zi jn
afschei dswens doen besl ui ten met: wor d l i c h t e n gel ukki g! "
L a n g heb b en wi j bi j He i n e sti lgestaan. H i j is de cr i ti sche
geest bi j ui tstek geweest onder al de vel e di chter s der Dui t se
r omanti ek, wel ke gedacht hebben over het l ot van hun vol k
en gel eden hebben onder de nati onal e euvel moed. D a t jui st
hi j, evenals Br ne, nog verse her i nner i ngen aan zi j n her komst
i n zi j n wezen en i n zi j n ui ti ngen dr oeg, kan geen toeval zi jn.
D e muur di e het ghetto omr i ngde, br acht de spottende echo
voor t , wel ke op de br al l ende l ofr eden en i nhoudsl oze vr i j-
hei dsl i eder en van hun ti j d vol gde. W i j wi l l e n ui t hetzel fde
mi l i eu een der de figuur aan het woor d l aten, ni et al l een om
He i n e behal ve met een ouder en vr i e nd Br ne ook met
151
een jonger en te flankeren (hoewel ook deze eenmaal met hem
moest breken), doc h tevens om zo gel ei del i jk i n een ni euwer
t i j dper k en een i ets mi nder l i ter ai r e omge vi ng ter echt te
komen.
B e doe l d wor dt F e r di nand Lassal l e, een kwar t eeuw jonger
dan Hei ne, en evenals hi j, de zoon van een Joodsen manufac-
tuner , en eveneens tot jur i st opgel ei d; evenals Br ne, i emand
di e een ni euwe naam aanneemt en zi c hzel f als het war e b ui t en
het j ode ndom tr acht te pl aatsen, om vr i j er i n zi j n maatschap-
pel i jke en geesteli jke bewegi ngen te zi jn, meer Dui t s e r en
D ui t s staatsburger te kunnen wezen. D i t laatste voor al i n
ni et ger i nge mate. O ndanks zi jn ui t gespr oken soci al i sti sche
bedoel i ngen heeft hi j i n latere jaren i mmer s nauw genoeg
contact met B i smar c k gezocht, zonder dat di t, begr i jpel i jker -
wi jze, t ot eni g pol i t i e k resultaat l ei dde. T ensl ot t e bl eef hi j
al ti jd de r evol ut i onai r van 1848, zi j het op i etwat dogmati sche,
l i ber al e wi jze.
H o e dan ook, een scher pe Hegel i aanse geest, mi nde r
di chter l i j k en cr eati ef dan de bei de voor ganger s wel i swaar ,
maar zeker zo i ntel l i gent, en b ove ndi e n ontstui mi g-acti ef.
Bi j hem treft i n zi j n nati onal e zel f cnt i ek ni et zozeer de Joodse
geesti ghei d noc h zelfs de i r oni e, en al evenmi n het beel dende
of het pr ofeti sche, maar des te meer het behoedzaam-gefor-
mul eer de en t oc h recht-op-het-doel-afschi etende, dat van
evenveel pol i t i eke vi si e als ci vi el e scher pzi nni ghei d getui gt.
D o c h het best kunnen de voor b eel den spr eken. In Der
I tal i eni sche K n e g und di e Auf gab e Pr eussens" van 1 85 9 ,
e e n
geschr i ft dat met zevenjaarspassen voor ui t l i e p op het Offen-
152
si ef en Def ensi ef Ve r b o n d dat B i smar c k met Itali zou
sl ui ten, stel de Lassal l e de r hetonsche vr aag:
Heb b en wi j nu nog ni et genoeg van de r ol , di e
D ui t s l and de hele Mi dde l e e uwe n door speelde, door
de andere vol ke n te onde r dr ukke n en als str af daar-
voor ook bi nnenl ands de vr i j hei d ni et te kunnen ver-
we r ve n?"
I n zi j n opst el over Her r Basti at-Schul ze v on De l i t zsc h"
dat hi j een vi jftal jaren l ater schreef, kl i nkt opni e uw dezel fde
vraag, sl echts i n een schr i l l er e toonaar d:
En dan di e absol ute geesteli jke ver si mpel i ng van
het b ur ge r dom i n het l and van L essi ng en Kant,
S c hi l l e r en Goet he, F i c ht e, S c he l l i ng en H e g e l ! Z i j n
di e geesteshel den wer kel i j k alleen maar als een zwe r m
kr aanvogel s over onze hoof den heengewi ekt? Is van
de reusachti ge geesteli jke ar bei d, is van de i nner l i jke
wer el dr evol ut i e di e zi j t ot stand br achten, ni ets, letter-
l i j k ni ets t ot onze nati e door gedr ongen, en bestaat de
D ui t s e geest wer kel i j k al l een maar ui t een ri j eenzame
i ndi vi due n di e, ter wi j l el k hunner het erfdeel van zi jn
voor ganger s t r ouw aanvaardt, hun eenzame en voor
de nati e vr ucht el oze we r k v o l ver achti ng voor hun
ti j dgenoten voor t zet t en ?"
E l de r s, als hi j, zoal s i n zi jn Ar bei ter l esebuch" tot ver stand
en hart van de eenvoudi ge massa tr acht te spr eken, weet
Lassal l e ook i nzake de kar akter i sti eke gebr eken van zi jn vol k
de jui ste t oon te treffen, en slaat hi j de spi jker op de kop,
met zi jn ve r wi j t :
'53
20
Jullie D ui t s e ar bei der s zi jt mer kwaar di ge l i eden!
Vo o r Fr anse en Engel se ar bei der s moet men b epl ei t en
hoe men hen ui t hun el l endi ge toestand kan b evr i j den;
j ul l i e echter moet men eerst nog bewi j zen, dat je je i n
een tr eur i ge toestand b evi ndt . Z o l a n g j ul l i e nog een
stuk sl echte wor st hebt en een glas bi er , mer ken j ul l i e
di t hel emaal ni et en weet j ul l i e ni et, dat je i ets ont-
br eekt ! D a t komt echter van j ul l i e ve r domde gebr ek
aan behoeften."
Wanne e r de hele we r e l d zi c h verbaast hoe een vol k l i ever
kanonnen dan b ot er heeft en l i ever de knoet van zi j n b eul en
dan de ei gen vi nger s aflikt, dan heeft Lassal l e zeker het r echt
om de massa i n zi jn l and haar ver dammte Bedr fni ssl osi gkei t"
te ver wi j ten.
I n zi j n b r i even i s hi j soms ni et mi nder opr echt, of schoon
hi j, al naar den geadresseerde, omzi c ht i ger of di pl omat i eker
van t oon weet te zi jn. D i t is reeds het geval i n een b r i ef aan
b ar on H ub e r t v on Stcker , wi e n Lassal l e als twi nti gj ar i ge
schreef, en waar i n hi j twee vl i egen i n n kl ap treft met de
zi nsnede:
De tyr anni e van onze wet t en wor dt nog ver meer -
de r d door de wi l l e ke ur van onze ambtenar en, di e i n
alle geval l en waar i n de wet hen ertoe vr i jl aat en waar i n
zi j zel f een subjecti eve besl i ssi ng kunnen nemen, de ty-
r anni e van onze wet t en nog ver scher pen en ver gr oten. "
D e bur ger i j met mi nde r vr i endel i j khei d bejegend dan
de arbei dersmassa moet het meni gmaal i n zi j n cor r espon-
denti e ontgel den. I n een schr i j ven aan Bchner , di e gel i jk
154
wi j el ders zagen, op di t gebi ed ook zi j n woor dj e wi st te
doen, ontsnapt aan den j eugdi g-ongedul di gen Lassal l e de
vol gende ont b oe ze mi ng:
Wanneer ge wi l t wachten, tot de Pr ui si sche bour -
geoi si e haar str i j d met de mi l i tai r e staat heeft ui tgestre-
den, dan zul t ge ad calendas graecas moeten wachten. "
A a n S ophi e Sontzeff, di e de zaak met bui tenl andse ogen
moet gezi en hebben, is hi j gedwongen toe te geven:
Het is waar, het ont b r eekt mi j n vol k i k spr eek
nu ni et van het lagere vol k, dat bezi t veel gr ootmoe-
di ghe i d maar het ont b r eekt de D ui t s e ari stocraat en
bour geoi si e aan el ke zwe e m van r i dder l i j khei d. "
T e r wi j l de meest pol i t i eke opme r ki ng over deze klasse i n
een b r i ef aan G us t av L e w y voor komt , en l ui dt :
De Dui t s e bour geoi si e is van alle het mi nst t ot
pol i t i eke r evol ut i e i n staat haar voor naamste pr i n-
ci pe i s: alstjebli eft geen r evol ut i e van onder op, dan
nog l i ever despoti sme van bovenaf."
A l we e r de steevaste cr i ti ek op de slaafsheid, di e onder-
dr ukki n g ver ki esel i jker vi n dt dan el ke geesteli jke of materi le
ver ant woor del i j khei d. O o k de r echtel ooshei d moest den
jarenl angen advocaat van gr avi n Hat zf e l dt b i zonder gestoken
heb b en; en het i s we l tekenend dat hi j hi er over jui st zo ui t-
voe r i g geschr even heeft aan K a r l Mar x , aan wi en wi j op
l i Sept. i 860 een b r i ef ger i cht vi nde n met deze ti r ade:
Je schri jft dat je nu weet dat het van de r echter s
afhangt of een i n di vi du het nog we l eens t ot een p r o -
c e s kan b r engen! Maar beste, wat heb i k je onl angs
155
een onr echt aangedaan, toen i k i n een van mi j n br i even
zei , dat je ki j k te somb er is. I k l eg b e r ouwvol de hand
op de b or st en neem dat geheel ter ug. D e Pr ui si sche
justi ti e schi jn je t ot op heden i n een nog veel te r oze
l i cht b e sc houwd te hebben. I k heb we l geheel andere
er var i ngen met deze knapen gehad! Oef, i k moet
de her i nner i ng daaraan met gewel d onder dr ukken,
want als i k aan di e ti enjari ge d a g e l i j k s e ger echtel i jke
moor d, di e i k bel eefd heb, denk, dan t r i l t het mi j als
b l oe dgol ve n voor de ogen en heb i k het gevoel al sof
i k i n een woedeaanval zal sti kken. N u , i k heb dat alles
l ang onde r dr ukt en i n b e dwang gehouden en er is
si ndsdi en t i j d genoeg ve r l ope n om er koe l over te
wor den, maar nooi t kr ul t zi c h mi j n l i p t ot een gr i jnsl ach
van di eper ver achti ng, dan wanneer i k van r echter s en
r echt bi j ons hoor spr eken. G al e i b oe ve n schi jnen mi j
eer bi edwaar di ge l i eden toe, ver gel eken bi j onze rech-
ters. Maar nu zal jij ze te pakke n nemen, schr i jf je! In
el k geval , zeg je, dr ukt e n de Pr ui sen op di e mani er mi j
materi aal i n handen, waar van wi j de aangename ge-
vol ge n spoe di g zul l en mer ken i n de L onde nse per s!"
Ne e n, beste vr i end, wi j zul l en hel emaal ni ets mer ken.
Ik twi j fel er we l ni et aan, dat jij ze i n de L onde nse per s
aan de kaak zul t stel l en en ver ni eti gen. Maar me r k e n
zul l en wi j n i e t s daarvan, h e l e ma a l n i e t s ; het zal
zi jn, al sof jij i n 't geheel ni et geschr even had. W a n t
Engel se bl aden leest men bi j ons ni et, en zi e je, van
onze Dui t s e bl aden zal er ook geen enkel nota van
nemen, geen enkel ook maar een ar mzal i g woor dj e er
aan besteden! Z i j zul l en we l oppassen! I n onze l i ber al e
kr anten nog het allermeest. Wa a r zul l en deze kalfs-
koppe n een woor dj e i nbr engen tegen hun al l er hei l i gste
pal l adi um, de Prui si sche r echter sstand", bi j wel ks ver-
me l di ng al l een zi j al van ve r r ukki ng smakken zi j
spr eken het wo o r d nooi t anders dan met b ol l e wangen
ui t en van eer bi ed hun hoof d tegen de aarde sl aan!
O , vol st r ekt ni ets zul l en zi j daar van ver mel den, het
van de D on a u t ot de R i j n en zove r voor t s waar de
Dui t se t ong r ei kt", r ust i g doodzwi j ge n! W a t i s tegen
deze samenzwer i ng te doen? O , onze pol i t i e is, men
zegge er van wat men wi l , nog al ti jd een l i ber al er e i n-
stel l i ng dan onze per s!
H o e kan men tegen di t baatzuchti g sti l zwi j gen,
tegen deze sti l l e samenzwer i ng opkome n? Pas possi bl e!
A a n geweten en schaamte heb b en zi j ni ets meer over .
W a t ni et i n de kr aam van hun bel angen te pas komt ,
daar over mement o mor i . E e n t r appi st kan ni et stommer
zi j n; t oen er nog een censuur en bi j ons alles nog naef
was, t oen was het een gouden ti j d daar entegen! N u i s
de pol i ti egeest en de laagste slaafshei d i n de per s zel f
over gegaan, en er is zeker geen pol i t i e meer tegen haar
nodi g, wat zi j de ni euwe per svr i j hei d" noemen. W a n -
neer i emand het i n zi j n hoof d kr i jgt, t oc h nog not i t i e
te nemen van je ui teenzetti ngen, dan zal het er ger zi j n
dan wanneer di t ni et was gebeur d. W a n t men zal je
i ets l aten zeggen wat je i n 't g e h e e l n i e t g e z e g d
97
h e b t , zoal s bi jv. onl angs de Vol ks z e i t ung met betr ek-
ki n g t ot mi j n opst el i n de Demokr ati sche Studi n"
kl aar heeft gespeel d, i ets dat het t e g e n d e e l er van
heel nabi j kwam. "
D e z e M a r x aan wi e n Lassal l e het bovenstaande schreef,
vader en evangel i st van een ni euw ver zet dat een der ergste
nachtmer r i es van alle toekomsti ge D ui t s e despoten zou
bl i j ken, was eveneens een Jood. O n de r de later aan te hal en
schr i jver s zul l en wi j er nog meni geen aantreffen. Ne e n, zi j
zi j n al l er mi nst b l i n d geweest voor de ondeugden van het
vol k waar mee zi j zo er nsti g getr acht heb b en zi c h te assi mi -
l er en. H u n tweesl achti ghei d schi jnt hen b i zonde r vaar di g
gemaakt te heb b en i n der gel i jke zel fcr i ti ek, al sof wi e op
de l ooppl ank staat, het best beseft hoe b r oos en kwetsbaar
het schi p is, waaraan hi j zi j n l even w i l t oever t r ouwen. Z i j
wer den en b l e ve n ni et mi nde r D ui t s dan de vrijer" gebor en
i nwoner s van di e onde r dr ukt e gouwen. E n t oc h . . . ondanks
zi c hzel f her haal den zi j, i n alle octaven en i eder op zi j n wi jze,
Jesaja's woor de n: We e het zondi ge vol k, het vol k van zwar e
onger echti ghei d, het zaad der boosdoener s, de ver der vende
ki nder en! " Z e l de n echter heeft men aan deze mi nder li efli jke
kl anken ook de aandacht geschonken di e zi j ver di enden.
158
E E N V R O L I J K E W E T E N S C H A P
r
at door de di chter s door de epi sche nauwel i jks
mi nder dan door de l yr i sche meestal met affect, i n
b ewogen vi si oenen of i n gevoel i ge ui tbar sti ng, over de hen
omr i ngende we r e l d gezegd wor dt , mogen wi j gevoegel i jk
evenzeer als de ui t i ng van goed-gefundeerde over tui gi ngen
beschouwen, als di e ui t spr aken wel ke r usti g en klaar, i n
we l ove r woge n b e woor di nge n door gel eer den en filosofen
gef or mul eer d zi jn. O o k deze laatsten wor de n tr ouwens wei -
eens door hun temper ament ve r l e i d tot een opr ec ht hei d di e
alle oppor t uni sme vergeet, opzettel i j k eenzi jdi g dur ft zi jn,
en voor een wi j l e l i ever gevoel sar gumenten te ber de br engt,
dan enkel ver standel i jke. H e t i s dan ook ni et van bel ang
ont b l oot , i n de l i ter atuur geschi edeni s over het al gemeen na
te gaan, hoe en waar de ber oemdste ondi chterl i jke" geesten
i n hun geschr i ften i nstemmen met het koor der muzenzonen
van hun ti j d. Z i j vul l e n el kander i mmer s meni gmaal aan, en
jui st zoal s de di chter s vaak de onbewuste dragers van de
wi jsbegeer te en gel eer dhei d hunner omge vi ng zi jn, jui st zo
spr eken de filosofen di kwi j l s met de kunst mi ddel en der
di chter s Ni etzsche' s Zar athustr a" her i nner t aan S pi t t e l e r
en geb r ui ken de gel eer den beel den of l yr i sche ontboe-
zemi ngen wel ke st r i kt genomen t ot het dome i n van de kunst
behor en. A l s over al waar wi j met l evensui ti ngen te maken
hebben, zi j n ook hi er geen gr enzen te t r e kke n: de i ndi vi due n
b l i j ken veel zi j di g en hun gebi eden vl oei en i n el kaar over .
161
21
O p het speci al e gebi ed waar op wi j hi er onze aandacht
r i cht en dat van de nati onal e zel fcr i ti ek is het eveneens
opmer kel i j k, hoe evenwi j di g de opvat t i ngen van di chter l i j ke
en van gel eerde schr i jver s soms l open. Spaar zamer ui ter aar d
dan di e der di chter s, zi jn i n deze de ui tl ati ngen der wi jsger en
of staatsli eden, maar ni et mi nder dui del i j k en over tui gend,
zodr a zi j er eenmaal toe kome n di t onde r we r p aan te r oer en.
M e t enkel e vl uc ht i ge gr epen ui t hun wer k kor t er en wi l l e-
keur i ger nog dan di t ten aanzi en van de l i ter ai r e kunstenaars
reeds geschi edde kan di t wor de n toegel i cht. Wa a r war e
geest gevonden wor dt , v i n dt men i mmer s ook cr i ti ek en
zel fcr i ti ek.
Z e ke r , een L e i b ni z , met wi e n de D ui t s e wi jsbegeer te
fei tel i jk begi nt, zweeg i n di t opzi c ht i n alle tal en, vr edel i evend
van nature als hi j was, en zozeer gestel d op het over b r uggen
van tegenstel l i ngen, dat hij zelfs de Kat hol i e ke en Pr otestantse
ker ken met el kander tr achtte te ver zoenen, evenzeer als het
bel ang van de n Fr ansen Z on n e kon i n g met dat der Dui t s e
vor sten. D e vr i endschap di e he m met sommi ge van deze
laatsten ve r b ond, heeft hem stel l i g bel et bi tter e woor de n ui t
te spr eken, t oen zelfs een zo t r ouw di enaar als hi j, i n latere
jaren de zwakhe i d der befaamde Ni bel ungentr eue" van zi jn
hooggepl aatste l andsl i eden l eer de kennen. E r was t oen wel -
l i cht nog een zeker e mate van ar i stocr ati sche onafhankelijk-
hei d nodi g om openl i j k zi j n anti popul ai r e b i t t er hei d de vri je
l oop te kunne n laten. Va n een onder geschi kte" kon zul ks
ni et ver wacht wor den, ook H e ge l speel de dat ni et kl aar ;
het Pr ui sen dat hi j di ende was hi er i n ni ets ver dr aagzamer
162
gewor den dan het B r ande nb ur g waaraan L e i b n i z l even en
hart ve r pand had.
E e n jonge ti j dgenoot van L e i b n i z echter, graaf E r n s t v on
Manteuf f el vr oege ver want van de Manteuffel s di e l ater
i n het mi dde n van de 19de eeuw hun pol i t i eke r ol i n Pr ui sen
of hun mi l i t ai r -di pl omat i eke i n de F r ans-Dui t se oor l og van
' 70 zoude n spel en zul k een man van aanzi en en oude adel
had geen r eden een b l ad voor de mon d te nemen. Z on de r
een vakgel eer de te zi jn, st ond Manteuffel i n geregelde corres-
pondent i e met C hr i s t i an Wol f f , den professor uni ver si
generi s humani ", di e aan de leer van L e i b n i z haar eerste be-
ke ndhe i d verschafte. E n i n deze b r i even we r d er heel wat
afgefi losofeerd. D e Uni ve r si t e i t sb i b l i ot he e k van L e i pz i g nu,
b ezi t een handschr i ft van Manteuf f el kennel i j k ni et oor-
spr onkel i j k voor pub l i cat i e b e doe l dwaar i n wi j de vol gende
ont b oe ze mi ng van den graaf t egenkomen:
Dui tsl and wemel t van vor sten, van wi e dr i e-kwar t
nauwel i jks over wat gezond mensenver stand beschi k-
ke n en de schandvl ek en gesel der menshei d zi jn. H o e
kl e i n hun l anden ook zi jn, t oc h ver beel den zi j zi c h dat
de menshei d om hunnent wi l l e is geschapen, als doe l wi t
ter ver wezenl i j ki ng van hun zotter ni jen. T e r wi j l zi j
di kwe r f twi jfel achti ge geboor te als het mi dde l punt
van al hun ver di ensten beschouwen, achten zi j het
ove r b odi g en beneden hun waar di ghei d, hun geest of
hun hart te ont wi kke l e n en te vor me n. A l s men hen i n
acti e zi et, z ou men haast menen dat zi j er alleen maar
war en om hun medemensen als di er en te behandel en;
.63
door hun ver keer de mani er van doen stoten zi j alle
pr i nc i pes omver , zonder wel ke de mens het ni et waar d
is een r edel i jk wezen te heten "
D e z e voor l ope r van de D ui t s e Aufkl ar ung" spr eekt nu
eens ni et vanui t een burgerli jk bewustzi j n", maar ve l t als
ari stocraat een vonni s over ar i stocr aten. Z o wor dt een kl ei ne
eeuw later door Johann G ot t f r i e d Seume, meer di chter dan
filosoof, meer l andl oper nog dan bur ger , geoor deel d over zi j n
vol ksgenot en i n het algemeen. N i e t zozeer i n zi j n zwer ver s-
boeken, waar i n hi j zi j n t ocht en door Dui t sl and, Rusl and,
Z we de n en F i n l an d beschri jft, maar i n zi j n bespi egel ende
aphor i smen, di e hi j i n 1806 en '07, dus maar wei ni ge jaren
voor zi j n dood schreef. O or l oge n woe dde n om hem heen, de
Napol e ont i sc he b ezet t i ng deed zi c h zwaar genoeg voel en.
Desni ettegenstaande schr eef S eume i n een van zi j n l ater als
A pokr yphe n" ui tgegeven aantekeni ngen:
Helaas schi jnt thans voor D ui t s l and de eni ge hoop
i n de ver woest i ng te zi jn. O n s l i jden komt ni et van
bui tenaf, maar van bi nnen. "
E n er nsti ger nog kl i nkt de b eschul di gi ng i n een latere
not i t i e ve r vat :
Thans zi j n de Dui t se r s pol i t i e k ei ndel i jk ui t hun
t weesl acht i g bestaan i n de besl i ste nul l i t ei t gekomen. "
H i j zi et deze entschi edene Nul l i t at " voor al als een ui t i ng
van domhei d, en haalt een E nge l sman aan, di e de mensen
ver deel de i n wi j ndr i nker s di e schur ken, en b i er dr i nker s di e
domkoppe n zi jn. D e l aatstgenoemden nemen vol gens Seume
164
i n D ui t s l an d toe; en door deze domhe i d l i j den zi j heel wat
ongemak:
D e Dui t se r s hebben bi j el ke gel egenhei d een zeer
gewone ui t dr ukki n g: D a s k a n n i c h g a r n i c h t
l e i d e n ! E n t oc h is er ni ets zo slecht, zo i n str i j d met
het ver stand, zo d o m of l aagharti g, wat de Dui t se r s
sedert vi j fhonder d jaren en voor al i n de laatste t i j d ni et
van b i nnen en van b ui t en gel eden hebben. "
Maar op echt fi losofi sche wi jze weet S eume v oor l opi g i n
de nati onal e el l ende te b er ust en:
Bij de algemene schande en ve r war r i ng van het
D ui t s e vader l and tr oost het mi j, dat het ni et l i c ht
sl echter en onver standi ger kan wor de n dan het tot-
nogtoe was."
Sl echts kor t hi e r op zou een wi jsgeer van naam oor del en,
dat het di ept epunt van schande en ver neder i ng ber ei kt, en
de t i j d voor D ui t s l an d gekomen was, zi c h ui t de modde r
der wer el dgeschi edeni s op te heffen, en ni et al l een zi c hzel f
te her vi nden, maar zel fs een l ei dende posi ti e i n te nemen
onder de vol ker en. W i e F i c ht e noemt, her i nner t meteen aan
de Reden an di e deutsche N at i on " van 1808, waar i n meer
nog dan de wi jsgeer, de ethi sch-gezi nde patr i ot, ja zelfs de
van geestel i jk-i mper i al i sti sche macht sdr omen dui zel i ge Pr ui s
al was F i c ht e een Saksi sche we ve r szoon! aan het woor d
is. I n het door de Fr ansen bezette B er l i j n hi e l d hi j ni et zonder
veel gevaar voor zi chzel f, deze r edevoer i ngen, di e ver moede-
l i jk hi eraan hun ove r dr i j vi ng op meni g punt te danken
hebben. G e woonl i j k wor dt er te we i ni g op gewezen, dat
165
F i c ht e i n latere jaren, met name i n zi j n Ver hal tni s des U r -
staats z um Ver nunf tsr ei che" van 1813, toen de gemoeder en
al eni gszi ns b e koe l d war en, t ot heel wat gemati gder opvat-
ti ngen gekomen is.
H a d hi j eerst beweer d, dat al het goede D ui t s , al het
sl echte bui tenl ands was, en dat de D ui t s e nati e de hoogst-
staande genoemd kon wor den, i n 1813 schr eef hi j, ten ver vol ge
op zi j n Reden an di e deutsche N at i on " een reeks aante-
keni ngen, bi jeengebr acht onder de t i t el Fr agmente zu sei nem
pol i ti schen Ver machtni s, " waar i n wi j, ni et zonder eni ge bl i j de
ver bazi ng, kunnen l ezen:
En dat is jui st het mer kwaar di ge: het kar akter van
andere vol ke r e n is ontstaan door hun geschi edeni s. D e
Dui t se r s heb b en als zodani g i n de laatste eeuwen geen
geschi edeni s E e n r i jker e en schi tter ender geschie-
deni s schenkt een stevi ger vol kskar akt er ; desgeli jks,
wanneer men het v ol k mr aan de r eger i ng deel laat
nemen, het vr i j el i j k mee laat oor del en, het ni et als een
st omme machi ne, doc h als een b ewust en en gewaar-
deer den medewer ker ge b r ui kt Ik vrees dat gi j
ni euwe haat zaai t! U w vor st, zi j n schi tter ende hofstaat,
zi j n aanzi en en zi j n ui ter l i j ke waar di ghei d, kor t om, wat
het ook zi j alles di ent hun om de i j del hei d op te
wekken. Z e l f s de gl anzende sl avenketenen D ui t s e
nati onal e tr ots waar z ou di e zi c h op heb b en moeten
baseren? W e l k e b and b est ond er dan tussen ons en
we l ke gemeenschappel i jke hi stor i e? I n de oor l og tegen
de T ur k e n war en de Br andenbur ger s, Sakser s en
166
ander en hul pt r oepen. I n de Fr anse oor l ogen, i n de suc-
cessi eoor l ogen voc ht e n wi j geschei den. D e r evol uti e-
oor l og tensl otte we r d vol l e di g als oor l og voor de
vor sten, ni et als vol ks oor l og b eschouwd, ook hi er gi ng
het Dui t s e r i jk al spoedi g geschei den wegen. D e ver-
der e ver ni eti gende gevol gen daar van voor D ui t s l an d
l i ggen dui del i j k voor ogen. Z o wer den de banden los-
gemaakt D e l i ter atuur als nati onaal ver band? W i e
kent dan de l i ter atuur , behal ve de geleerde zel f? W i j
ver achten elkaar Daar e nb ove n nog de speci al e
t r e kke n i n de beel teni s van een D ui t s e n vor st di e
o p een ander en monar c h nooi t zo slaan vechten voor
een vr e e md bel ang, ui t sl ui t end om de zel fhandhavi ng
van zi jn hui s sol daten ve r kope n het aanhangsel
zi j n van een vr eemde staat. Z i j n pol i t i e k i s op geen
ander bel ang ger i cht dan op het gedi jen en handhaven
van het ei gen gel i efde hui s; de rest laat me n aan zi ch-
ze l f over "
F i c ht e als democr aat een even mer kwaar di g schouw-
spel als F i c ht e i n zi j n hoedani ghei d van hekelaar van de
D ui t s e nati onal e tr ots. Maar met N apol e on was het t oen dan
ook reeds gedaan, en de opst and van Pr ui sen een vol donge n
f ei t! D o c h het bl i jft een van Fi chte' s gr ootste ver di ensten,
dat hi j ook zi j n cnti sche stem l i et hor en, nog voor dat de
ni euwe patr i otti sche tonen van Kr ner en Rc ker t door het
l and zouden schal l en.
E n w i l men aan deze zi jde van het pr otest ook nog de
meni ng van een staatsman ver nemen? L aat het er dan een
1 67
zi j n van den door N apol e on ver bannen mi ni ster K a r l v on
S t ei n, di e gedur ende de oor l og van 1812 de raadsman van
tsaar Al ex ander I was, en ook op het We e n s C ongr e s als zi j n
ver t r ouwensman optr ad, al kon hi j daar ni et tegen Me t t e r -
ni ch en zi jn D ui t s e B o n d op. Oudl ut he r s en tr adi ti oneel als
v on S t e i n was, is de ui tspr aak di e hi j i n zi jn Wi l naer De nk-
schr i ft" van 1812 deed, van te meer betekeni s nog, dan i ndi en
zi j ui t een andere pe n gevl oei d ware. Cat egor i sch stel t hi j
over zi j n vader l and vast:
Een onr usti ge, tyr anni eke, want r ouwende pol i t i e
bewaakt de pub l i e ke opi ni e ; l i ter atuur , cor r esponden-
ti e, openbar e l eer stoel en, alles is aan haar onde r wor pe n;
i nti eme ver t r ouwel i j khei d, alle banden van vr i endschap
wor de n ui teenger ukt, ver dr ukt , en i n di t wi j de l and
zi et men ni ets dan ongel ukki gen, di e met hun boei en
r ammel en, en enkel e el l endel i ngen di e daar tr ots op zi jn. "
G e e n wonde r dan ook, dat hi j zi c h wel dr a ter ugtr ok, i n
de onmogel i j khei d ver ker end om ver ander i ng te br engen i n
deze toestand, di e t ot op heden kenmer kend zou b l i j ven
voor de Pr ui si sche vr i j hei dspr acti j k.
W a t val t er dan ni et te ver wacht en van Bi smar ck, den
t weeden gr oten staatsman di e D ui t s l an d i n de 19de eeuw
voor t b r ac ht ! H i j di e aanvankel i jk meer dan wi e ook gel oofde
aan Pr ui si sche supr emati e, daarna een der geni aalste voor -
vechter s der gr oot -Dui t se gedachte zou zi jn, de man di e
ten vol l e munt wi st te slaan ui t de ove r wi nni nge n i n de Fr ans-
Dui t s e oor l og, en di e met zi j n S oci al i stenwetten b l i j k gaf de
conventi onel e onver dr aagzaamhei d van de Ger maanse staat
168
maar al te zeer te hul di gen, hoe st ond hi j i n de meer on-
bewaakte" ogenb l i kken van zi j n l even tegenover de geaard-
hei d van zi jn vol k ?
E r is i n Bi smar ck' s cor r espondenti e een epi stel van 15 Jul i
1862 te vi nden, ger i cht aan R oon , den toenmahgen mi ni ster
van oor l og van koni ng F r i e dr i c h Wi l h e l m, di e hem, toen
B i smar c k nog gezant te Pari js was, i n de r eger i ng haalde.
D e z e b r i ef behel st de vol gende passage:
Ik ben ver baasd over de pol i t i eke onb ekwaamhei d
van onze kamers, en t oc h zi j n wi j een zeer ont wi kke l d
l and; zonder twi j fel te zeer ; de ander en zi jn stel l i g
ook ni et ver standi ger dan de b l oe m van onze klasse-
ver ki ezi ngen, maar zi j hebben ni et dat ki nder l i j ke
zel f ver tr ouwen, waar mee de onzen hun onb ekwame
schaamdel en i n vol l e naakthei d als voor b e e l di g aan het
dagl i cht br engen. H o e zi j n wi j Dui t se r s t oc h aan de
r oep van schuchter e beschei denhei d gekomen? E r is
ni emand onder ons di e ni et vanaf het oor l ogvoer en
t ot aan het honde nvl ooi e n alles beter verstaat dan de
gezamenl i jke onder l egde vakl i eden, ter wi j l er i n andere
l anden t oc h vel en zi jn, di e toegeven van meni ge zaak
mi nde r te ver staan dan anderen, en daar om z i c h be-
schei den gedr agen en zwi jgen. "
B i smar c k di e ze l f eenmaal door Hohenzol l er n' s waanwi js-
hei d opzi j geschoven zou wor den, had toen al nog tamel i jk
aan het b egi n van zi j n staatkundi ge carri re alle r eden om
de ei gendunk en zel f over schatti ng van zi jn l andgenoten aan
te val l en. Z oal s hi j later, na successen en over wi nni ngen, ten
169
22
vol l e door dr onge n raakte van de noodl ot t i ghe i d van het
heersende nati onal e mi nder waar di ghei dsbesef, waaraan hi j
i n het eerste deel van zi j n Gedanken und E r i nne r unge n"
deze woor de n wi j dt :
Pri nses A ugus t a heeft ui t haar j eugdti j d i n We i ma r
t ot aan haar l evensei nd de i ndr uk bewaar d, dat Fr anse
en nog meer Engel se autor i tei ten en per sonen de i n-
heemse over tr offen. Z i j was hi er i n van echt D ui t s
bl oed, dat z i c h aan haar onze nati onal e ei genaar di ghei d
bewaar hei d heeft, di e haar scher pste ui t dr ukki ng vi n dt
i n het gezegde: D a t komt ni et van ver en deugt dus ni et.
O ndanks Goet he, S c hi l l e r en alle andere gr oot heden
i n de E l yz e s e ve l de n van We i mar , was t oc h deze gees-
tel i jk ui tstekende r esi denti e ni et vr i j van de dr uk di e
t ot op heden op ons nati onaal gevoel heeft gel egen:
dat een F r ansman en een E nge l sman alleen al door
nati onal i tei t en geboor te een voor namer wezen is dan
een Dui t ser , en dat de b i j val van de pub l i e ke opi ni e i n
Pari js en L o n de n een waar achti ger getui geni s van de
ei gen waar de vor mt dan ons ei gen bewustzi jn. "
D a t B i smar c k zel f door oor l ogen en Rckver si che-
r ungen" aan di t nati onal e mi nder waar di ghei dscompl ex v ol op
heeft tr achten tegemoet te komen, is een andere zaak I n
i eder geval was hi j er zi c h i n zi jn laatste l evensjaren we l ter-
dege van bewust.
D e meest ei gengerei de filosofen van zi jn ti j d hebben zi c h
soor tgel i jke ui tspr aken ver oor l oof d. E e n Schopenhauer , di e
behoor l i j k schel den kon, en heus ni et op uni ver si tei tspr o-
170
fessoren of vr ouwe n alleen, zag best de hebbel i j kheden van
het vol k waar i n hi j leefde, ondanks het geesteli jk i sol ement
waar toe hij gedoemd was. I n de twaal f jaar dat hi j als pr i vaat-
docent aan de uni ver si tei t van B er l i j n ve r b onde n was, schre-
ve n zi c h i n totaal negen toehoor der s bi j hem i n, zodat wi j
hem bepaal d nog de deugd van zacht moedi ghei d moeten
toekennen, wanneer wi j i n zi j n kl ei ner e geschr i ften l ezen:
Een ei genaardi ge fout van de Dui t se r s is, dat zi j,
wat voor hun voet en l i gt, i n de wol ke n zoeken. Daar -
door wor de n de dui del i j kste, eenvoudi gste en ons
onmi dde l l i j k aangaande l evensver houdi ngen onbegr i j-
pel i j k gemaakt, tot gr oot nadeel van de jonge mensen,
di e i n zul k een school ge vor md wor den. B i j bepaal de
woor de n wor dt de D ui t s e r hel emaal dui zel i g, hi j raakt
i n een soor t de l i r i um en begi nt zi c h te b ui t en te gaan
aan ni etszeggende, hoogdr avende frasen."
E e n gewi chti ge vaststel l i ng, ui t de mon d van een der
gr ootste wi jsger en der G e r mane n! E n wat wi j i n di t opzi c ht
bi j Ni et zsc he te hor en kr i jgen, over tr eft ni et alleen alles wat
zi j n vakgenoten heb b en dur ve n neerschri jven, maar staat
tevens op n l i jn met het meest temper amentvol l e wat door
di chter s, met zul k een scher pe pe n als b i j voor b eel d He i n e
begaafd, aan de Dui t se r s voor de voeten ge wor pe n is. H e t
was ook onmogel i j k dat de man, di e hei l i g aan de geboor te
en toekomst van den Ue b e r me nsc h gel oofde, zi c h ni et voor t-
dur e nd v o l ergerni s sti et aan het ve e l vul di g voor kome n van
Unter menschen" i n zi j n naaste omgevi ng. Maar het was
geenszi ns bi j toeval dat hi j de aard van deze laatsten vol l e di g
171
voedsel zi edaar het aas waar i n zi j steeds weer zul l en
b i j t en! W a t betekenen voor hen mannen, di e zi j ui t
hun ei gen mi dde n hebben gekozen, al zi j n het de
deskundi gste mannen van de pr acti j k tegenover
schi tter ende ver over aar s "
W e l k een zui ver e b l i k sl oeg Ni et zsc he hi er mee i n de toe-
komst, en hoe scher p zag hi j het ver l eden, daar waar hi j i n
h*>t"7<>lfr1<> w<>rlr v a Q r c r ^ l r l p
-
zi j n en Di i jven ongei uKKi g en u u g c u u n g . w a m . ^
mo n wacht maar en haakt naar bevr edi gi ng. M e n ont-
neme hun alles, doc h bevr edi ge den de mon: dan zi j n
zi j bi jna ge l ukki g zo gel ukki g, als mensen en demonen
maar kunnen wezen. Maar waar om zeg i k di t alles nog?
7 3
D o o r het i ngr i j pen van de Si cherhei ts-
di enst" vi e l pagi na 172 i n pastei . D oor da t
de c opy i n besl ag we r d genomen, was
er geen gel egenhei d voor recti fi cati e.
N a de oor l og zal deze pagi na echter
wor de n nagel ever d.
voedsel zi edaar het aas waar i n zi j steeds weer zul l en
b i j t en! W a t betekenen voor hen mannen, di e zi j ui t
hun ei gen mi dde n heb b en gekozen, al zi j n het de
deskundi gste mannen van de pr acti j k tegenover
schi tter ende ver over aar s "
W e l k een zui ver e b l i k sl oeg Ni et zsc he hi er mee i n de toe-
komst, en hoe scher p zag hi j het ver l eden, daar waar hi j i n
hetzel fde wer k vaststel de:
Toen de Dui t se r s voor de andere vol ke n van
E ur o pa i nteressant begonnen te wor de n het is ni et
al te l ang gel edengeschi edde dat door een beschavi ng,
di e zi j thans ni et meer bezi tten, ja di e zi j met een b l i nde
har tstocht van zi c h af heb b en geschud al sof het een
zi ekte was: en t oc h wi st en zi j daartegen ni ets beter s i n
te r ui l en dan de pol i t i eke en nati onal e waanzi n. "
W a t hi j met di t laatste bedoel de, namel i jk de i mper i al i s-
ti sche staatsi dee waar mee het col l ecti eve mi nder waar di g-
hei dsbesef gecompenseer d moest wor den, heeft Ni e t zsc he
veel ver der i n zi j n Mor genr the" vol doende gepr eci seer d,
zeggende:
Ni et nooddur f t en ni et begeerte neen l i efde t ot
de macht is de de mon der mensen. M e n geve hun alles,
gezondhei d, voedi ng, hui svesti ng, ont spanni ng en zi j
zi j n en b l i j ven onge l ukki g en ongedur i g: want de de-
mon wacht maar en haakt naar bevr edi gi ng. M e n ont-
neme hun alles, doc h bevr edi ge den de mon: dan zi j n
zi j bi jna ge l ukki g zo gel ukki g, als mensen en demonen
maar kunnen wezen. Maar waar om zeg i k di t alles nog?
L ut h e r heeft het al gezegd, en beter dan i k, i n zi j n
ve r z e n: N e e m lijf, goed, eer, k i n d en v r ouw ons af
wat deer t het ons het r i jk bl i jft t oc h onzer ! Ja, ja!
H e t Ri jk!"
Vandaar dan ook, dat Ni e t zsc he begonnen is zi j n ver-
mani ngen i n di t we r k te r i c ht en t ot :
een v ol k dat ge l ovi g napraat en sl echts b i t t er l oze
b l i nde vi j andi ghei d koester t "
E n dat hi j het aanraadt:
de goede gel egenhei d te benutten en i ets ni euws
te pr ob e r e n: namel i jk i ets meer eer l i j khei d tegenover
zi c hzel f te betr achten . . . . een vol k te wor de n dat voor -
waar del i jk weet i n te stemmen en dat wel wi l l ende
tegenstanders l eer t te zi jn, doc h i n de allereerste pl aats
leert, dat het i ets bel achel i jks is, mensen zonder eni ge
r estr i cti e hul de te betonen. "
Hi j wi st maar al te goe d waar het aan schor te bi j de
Dui t ser s, en toen hi j aan den l i jve onde r vonde n had we l ke
we g een l andgenoot di en hi j als een der beste ver eer de,
gedwongen was te gaan, schr eef hi j i n Der F a l l Wagne r "
met zi j n reeds bedenkel i j k toegenomen hefti ghei d:
De Dui t ser s, de v e r t r a g e r s par excel l ence i n de
geschi edeni s, zi j n thans het achter l i jkste c ul t uur vol k
van E ur o pa "
D e z e achter l i j khei d ve r vul t hem met ver ac ht i ng voor zi jn
l andgenot en:
Z odat i k er thans de voor ke ur aan geef, S chopen-
hauer i n het F r ans te l ezen ( hi j was een t o e v a l
7 4
onder Dui t ser s, zoal s ook i k een t oeval b en de
Dui t se r s hebben geen vi nger s v oor ons, zi j hebben
t r ouwens geen vi nger s, zi j heb b en sl echts kl auwen. )"
Ve e l vul di ge r nog en vi nni ger wor dt de c r i t i ek i n Di e
G t ze ndamme r ung oder wi e man mi t de m H a mme r phi l o-
sophi e s, " en de zwaar ste moker sl agen kome n op het onbe-
schaamde hoof d van G e r mani a terecht, zodat di t afgodsbeel d
i nder daad begi nt te wankel en en t ot pui n te vergaan. H i e r
heet het i mmer s l api dai r :
Dui tse geest: si nds achtti en jaren een c ont r adi c t i o
i n adjecto."
E n i ets ver der we e r :
Goet he is de laatste Dui t ser , voor wi e n i k eer-
b i e d heb."
E n weer i ets later, ni et zonder veel betekende raadsel-
achti ghei d :
Ik hoed mi j er voor te zeggen, wat i k over de
Dui t se r s denk "
H e t bl i jft ni et bi j zul ke kor t e ui t val l en i n de Gtzen-
dammer ung". Daar voor is de obsessi e van di e nati onal e
mi nder waar di ghei d te gr oot gewor den.
Ni et zsc he gaat er i n den br ede op i n, voor al i n het ge-
deel te get i t el d Was den Deut sc hen abgeht," waar het eerste
het beste hoof dstuk al l eer t:
D e Dui t se r s eens noemde men hen een vol k van
denker s: denken zi j t e ge nwoor di g ei genl i jk nog we l ?
D e Dui t ser s ver vel en zi c h t egenwoor di g met de geest,
de Dui t se r s want r ouwe n t egenwoor di g de geest, de
175
pol i t i e k ver sl i jt alle er nst voor wer kel i j k geesteli jke
di ngen D e u t s c h l a n d , D e u t s c h l a n d b e r al l es",
i k ben bang dat dat het ei nde van de D ui t s e filosofie
was . . . . " Bestaan er D ui t s e wi jsger en? Bestaan er
g o e d e D ui t s e b oeken ?" wor dt mi j i n het b ui t enl and
gevr aagd. I k kr i j g een kl eur , maar met de dapper hei d,
di e mi j ook i n wanhopi ge geval l en ni et verlaat, ant-
wo o r d i k: Ja, Bi smar ck! " Z o u i k mogen bekennen,
wel ke b oeken er t egenwoor di g gel ezen wor de n?
Ve r mal e di j d i nsti nct der mi ddel mat i ghei d! "
H e t daar opvol gend hoof dst uk gaat op hetzel fde thema
door en begi nt al dus:
Wat de D ui t s e geest zou k u n n e n zi jn, wi e heeft
daar over geen zwaar moedi ge gedachten gehad! Maar
di t vol k heeft zi c h b ewust ve r domd, sedert bi jna
dui ze nd jaar: nergens zi jn de twee gr ote E ur ope se
nar coti ca, al cohol en chr i st endom schandel i jker mi s-
b r ui kt . S i nds kor t is er nog een der de bi j gekomen,
waar mee al l een al een ei nd gemaakt wor dt aan alle fijne
en ver metel e beweegl i j khei d van de geest, de muzi ek,
onze ver st opt e en ver st oppende muzi ek Hoe ve e l ver-
dr i eti ge zwaar hei d, gesl agenhei d, vocht i ghei d, kamer-
japon, hoeveel b i e r zi t er i n de D ui t s e i nt el l i gent i e! "
A a n de D ui t s e geest wi j dt Ni e t zsc he ook i n het hoof dstuk
daarna de vol l e aandacht:
Ik spr ak over de Dui t s e geest: dat hi j gr over wor dt ,
dat hi j ver vl akt. I n de gr ond is het heel i ets anders wat
mi j aan het sc hr i kken maakt: hoe het steeds meer met
176
de D ui t s e ernst, de Dui t s e di epte, de D ui t s e har tstocht
i n geesteli jke di ngen naar beneden gaat."
Behal ve de geest wor dt ook de cul tuur van zi j n vader l and
ver vol gens door den wi jsgeer gehekel d:
. . . . H e t l i gt ni et alleen voor de hand, dat de Dui t s e
c ul t uur ten onder gaat, er i s ook een dui del i j ke r eden
voor . N i e ma n d kan tensl otte mr ui tgeven dan hi j
heeft: dat gel dt voor i ndi vi due n, dat gel dt voor
vol ke n. Wanne e r men zi c h ui t put voor de macht, voor
gr ote pol i ti ek, voor economi e, wer el dver keer , parle-
mentar i sme, mi l i tai r e bel angen, dan geeft men het
kwant um ver stand, ernst, wi l , zel f over wi nni ng, dat men
bezi t, naar d e z e kant we g en ontstaat een tekor t aan
de andere kant. D e c ul t uur en de staat l aten we ons-
zel f hi er omt r ent ni et bedr i egen zi j n antagoni sten!
Cul tuur -staat" is ni ets dan een mode r n denkbeel d. H e t
ene leeft van het andere, het ene gedi jt ten koste van
het andere. A l l e gr ote per i oden der cul t uur zi jn pol i -
ti eke onder gangsti j den: wat gr oot is i n de zi n der cul -
tuur , is onpol i ti ek, zelfs a n t i p o l i t i e k geweest."
M e n zi et: Ni e t zsc he ber edeneer t zi j n afwi jzi ng van het
Deutschtum" vol doende, en komt waar l i jk ni et alleen met
gevoel sar gumenten aandragen. H o e scher p hi j ook is, hoe
har tstochtel i jk meni gmaal i n zi jn ui tbar steni ngen, men kan
hi er moei l i j k van een boutade spr eken. E l k e gemel i j khei d i s
hem ver r e als hi j over di t onder wer p begi nt te handel en. H i j
maakt vl i j mende en spi tse onder schei di ngen, zoal s deze, i n
het zevende hoof dst uk:
77
2J
Ler en d e n k e n : me n heeft er op onze schol en
geen b egr i p meer van. Z e l f s op de uni ver si tei ten, zelfs
onder de ei genl i jke gel eer den der wi jsbegeer te b egi nt
l ogi ca als theor i e, als pr akti j k, als h a n d w e r k ui t te
ster ven. S l a er maar eens D ui t s e b oeken op na: geen
zwe e m van her i nner i ng is er meer i n te vi nden, dat er
een techni ek, een l eer pl an, een w i l t ot meester schap
nodi g is om te denken, dat denken gel r d moet
wor den, zoal s dansen gel eer d moet wor den, als een
s o o r t dansen de sti jve l oghei d van het geesteli jk
gebaar, de p l o m p e hand bi j het vastgr i j pen dat
is i n een der gel i jke mate Dui t s , dat het i n het bui ten-
l and zelfs met het D ui t s e kar akter ver wi ssel d wor dt .
D e D ui t s e r heeft geen v i n g e r s voor nuances."
D e sl otsom waar toe al deze b eschouwi ngen l ei den, wer d,
tegen haar hi stor i se achter gr ond, reeds i n het vi er de hoof d-
stuk van di t deel door Ni e t zsc he aangegeven:
In de geschi edeni s van de E ur ope se cul tuur bete-
kent de opkomst van het Ri jk" vr al l es: e e n v e r -
p l a a t s i n g v a n h e t z w a a r t e p u n t . M e n weet het
al over al : i n de hoofdzaak en dat bl i jft de c ul t uur
kome n de Dui t se r s ni et meer i n aanmer ki ng. M e n
vr aagt: kunt gi j ook maar n enkel en geest aanwi jzen,
di e voor E ur o pa me e t e l t ? Z oal s uw Goet he, uw He -
gel , uw H e i n r i c h He i ne , uw Schopenhauer meetel de?"
H e t was 1888 toen de wi jsgeer di t schreef. E n si ndsdi en
i s er i n zi j n vader l and we i ni g of ni ets ten goede ver ander d.
I nder daad, men weet het al over al : i n de hoofdzaak en dat
1 78
bl i jft stel l i g de c ul t uur kome n de Dui t se r s ni et meer i n
aanmer ki ng.
E n l et we l : Ni e t zsc he di e zo vaak van zeker e zi jde als
anti semi et op het tapi jt gebr acht is, noemt hi er onder de vi er
voor b eel den van D ui t s e geesten, di e w e l voor E ur o pa
meetel den, ook den Jood H e i n e ! Dezel f de Ni et zsc he schr eef
dan ook jaren t evor en het is te vi nde n i n Aus den Nac h-
lass i 88j-'85" de vol gende zi n, di e i n de t oekomst op alle
affiches voor toer i sme i n D ui t s l an d als mot t o ve r pl i c ht e nd
gestel d z ou moeten wor de n :
Een Jood te ont moet en i s een wel daad, gestel d dat
men onder Dui t se r s leeft."
Reeds we r d het str i jdschr i ft Der F a l l Wagne r " genoemd,
de aankl acht tegen den super ger maansen c omponi st di e zi j n
ke nme r ke nd anti semi ti sme b ot vi er de i n het b ot t e boekje
Das Judent um i n der Mus i k" . O o k i n Der F a l l Wagn e r "
nu, komt Ni et zsc he herhaal del i jk te spr eken over zi jn l and-
genoten, over hun wer kel i jkhei dsver dr aai ng:
Maar hi er zal ni ets mi j bel etten om gr of te wor de n
en de Dui t ser s een paar har de waar heden te zeggen:
w i e z a l h e t a n d e r s d o e n ? I k spr eek over hun on-
t ucht i n hi stor i ci s. N i e t alleen dat de D ui t s e hi st or i c i
de g r o t e b l i k voor de l oop van de waarde van de
cul t uur vol kome n kwi j t zi jn, dat ze al l emaal met elkaar
hanswor sten van de pol i t i e k (of van de ker k) zi j n: deze
gr ote b l i k is zelfs door hen i n de ban gedaan. M e n
moet i n de eerste plaats Dui ts" zi jn, ras" zi jn, dan kan
me n over alle waar den en waar del oosheden i n hi stor i ci s
179
besl i ssen men stel t ze vast Dui ts" is een argu-
ment, Deutschl and, De ut sc hl and ber alles" een
pr i nci pe, de G e r mane n zi j n de morel e wer el dor de" i n
de wer el dgeschi edeni s; i n hun ve r houdi ng t ot het i m-
pe r i um r omanum de dragers der vr i j hei d, i n ve r houdi ng
tot de achtti ende eeuw de ver ni euwer s van de mor aal ,
van de categor i sche i mper ati ef" E r bestaat een
r i jksdui tse geschi edschr i jvi ng, er bestaat, vrees i k, zel fs
een anti semi eti sche, er bestaat een h o f-geschied-
schr i j vi ng en H e r r v on T r ei t sc hke schaamt zi c h ni et. . . . "
D e bekende D ui t s e geschi edver val si ng, het ber uchte E s
1st n i c h t w a h r " aan de kaak stel l en, was we l het mi nste
wat de opr echte Ni e t zsc he doen kon. D e filosoof we r d
i ntussen ge pr i kke l d tot een ver ont waar di gi ng gel i jkende op
di e der oudtestamenti sche pr ofeten. E n wel dr a ve r vol gt hi j
i n zi j n l ust om gr of maar waar menseli jk, al te mensel i jk
waar te zi j n:
i k gevoel lust, i k voe l het zelfs als een pl i c ht ,
om de Dui t se r s eens te ver t el l en wat ze al l emaal op
hun geweten hebben. A l l e g r o t e a a n s l a g e n o p de
c u l t u u r v a n v i e r e e u w e n h e b b e n zi j o p h u n
g e w e t e n ! E n al ti jd door dezel fde oor zaken, door
hun i nner l i j kste l a f h e i d voor de reali tei t, di e ook de
lafhei d voor de waar hei d is, door hun bi j hen tot i n-
sti nct ge wor de n onwaar achti ghei d, door i deali sme"....
Ni e t zsc he zel f onder str eepte het bovenstaande, en wi jst
evenals zovel e ander en voor en na hem, op de D ui t s e r eal i -
tei tsangst. A l s di chter l i j ke filosoof denunci eer t hi j het Ge r -
1 80
maanse i deali sme" even dui del i j k als de filosofische di chter
He i n e het een hal ve eeuw t evor en deed. E n dan gaat hi j
ver der i n Der F a l l Wagne r ":
ze hebben daarmee alles wat gekomen is, wat
er nu is, op hun geweten; de aan cul t uur vi jandi ge
zi ekte en het onver stand di e er nu zi jn, het nati onal i sme,
de nvr ose nati onal e waaraan E ur o pa l i jdt, de besten-
di gi ng van de ver sni pper i ng i n E ur opa, van de k l e i n e
pol i t i e k: zi j heb b en E ur o pa b e r oof d van zi j n betekeni s,
van zi j n ver stand ze hebben het i n een sl op gevoer d. "
Pr of eti sch zi j n zul ke woor de n, ook hi er weer E n het
i s goed ze nogmaal s te hor en ui t spr eken i n het aangezi cht
der nationaal-socialistische" r edder s van E ur opa, van het
Neur opa" dat een wanpr oduc t van nati onal e neur osen had
moeten wor de n !
H e t onde r we r p laat Ni e t zsc he ni et los. H i j begi nt het
vi er de hoof dstuk van di t b oek al dus:
En waar om z ou i k ni et ver der gaan ? Ik hou er van
de zaken zui ver te stel l en. H e t b ehoor t zelfs t ot mi jn
eer zucht om als ver achter van de Dui t se r s par excel-
l ence geboekstaafd te wor den. M i j n w a n t r o u w e n
tegen het D ui t s e kar akter heb i k al op zevenentwi nti g-
jari ge l eefti jd ui t gedr ukt de Dui t ser s zi j n voor mi j
onmogel i jk. A l s i k mi j een soor t mens voor stel , dat al
mi j n i nsti ncten i n opstand br engt, dan wor dt het al ti j d
een Dui t ser . H e t eerste waar op i k een mens al ti jd test"
is, of hi j gevoel voor di stanti e i n zi jn l i jf heeft, of hi j
over al rang, stand, or de tussen mens en mens zi et, of
I S
hi j o n d e r s c h e i d t : daar door i s men ge nt i l homme , i n
alle andere geval l en b ehoor t men r eddel oos t ot de
r ui me, ach zo goedmoedi ge categor i e van het canai lle.
Maar de Dui t se r s zi j n canai l l e ach, zi j zi j n zo goed-
moe di g M e n ver neder t zi c h door de omgang met
Dui t ser s, de Dui t s e r s t e l t gel i jk "
H e t l i egt er ni et om. E n geen vr eemdel i ng zou, hoezeer
ook getempteer d door dezel fde gedachten, zo ver dur ve n
gaan, ze i n zul ke krasse ter men ui t te spr eken. Ger manus
i pse di x i t
N u eens vr aagt Ni e t zsc he zi c h hi er af, en ant woor dt hi j
zel f :
Heb b en de Dui t se r s ooi t een b oek voor tgebr acht,
dat di epte had ? Z e l f s het b egr i p voor wat er di ep aan
een b oek is, mi ssen zi j. "
D a n weer stel t hi j op zi j n kortaffe, categor i sche mani er
vast :
De Dui t se r s mi ssen el k b egr i p, hoe gemeen zi j zi jn,
maar dat is de over tr effende tr ap van gemeenhei d,
ze schamen zi c h zel fs ni et, enkel maar Dui t se r s te zi j n. . . .
Z e pr aten over alles mee, ze houden zi c hzel f voor
besl i ssend "
E n tel kens als hi j i n deze per i ode aan Wagn e r her i nner d
wor dt , gr i j pt een soor t wanhoop over zi j n l andgenoten hem
aan. I n Ni etzsche contr a Wagne r . E i n e M u z i k ohne Z u -
kunf t" general i seert hi j b ove ndi e n:
De Dui t se r s hebben zel f geen t oekomst "
H e t b oek dat hi j als zi j n hoof dwe r k ont wor pe n had, en
182
dat hi j nooi t vol t ooi e n zou, had t ot t i t el zul l en dr agen Der
W i l l e zur Mac ht , U mwe r t un g aller We r t e ". D e vol t ooi de
autobi ogr afi e Ecce H o mo " had t ot i nl ei di ng daar van moeten
di enen, en al draagt zi j ook spor en van zi j n begi nnende
waanzi n, ook di t wer k wor dt door gaans er nsti g genoeg ge-
nome n om eveneens voor ons doe l i n het gedi ng gebr acht
te mogen wor den, te meer omdat het zowe l i n b e knopt e als
i n ui tvoer i ge v or m de oude cr i ti ek voor t ze t en vr oeger e
thema's nader toel i cht. D a t van het cul t uur b eder f bi j voor -
beel d, i n deze ui tspr aak:
Z o ver D ui t s l and r ei kt, beder ft het de cul tuur . "
O f dat van de nati onal e mi nder waar di ghei d, met de cate-
gor i sche vaststel l i ng:
D e Dui t se r s zi j n t ot geen enkel b egr i p van gr oot-
he i d i n staat."
D a t van de enor me achter ui tgang i n cul tuur , door een
dui del i j ke schei di ng te t r e kke n:
Wat men D ui t s e musi c i noemt, de gr ootsten voor -
op, zi j n b u i t e n l a n d e r s , Sl aven, Kr oat en, Itali anen,
Neder l ander s of Joden; of i n het andere geval D ui t -
sers van het ster ke ras, u i t g e s t o r v e n Dui t ser s, zoal s
H e i n r i c h Schtz, B ac h en Handel . "
E n als het weer over den super -Ger maan gaat, een herha-
l i ng van oude kl acht en:
D e ar me Wa g n e r ! Wa a r was hi j ter echtgekomen ?
W a s hi j maar onder de zwi j nen ter echt gekomen! Maar
onder Dui t se r s! "
D e ei gen aversi e wor dt met kl e m her haal d:
183
Zoal s i k ben, i n mi j n di epste i nsti ncten vr e e md aan
alles wat D ui t s is, zodat alleen al de nabi j hei d van een
D ui t s e r mi jn spi j sver ter i ng ver tr aagt "
D e man di e di t alles schreef, we r d ni et t emi n door de
Dui t se r s van 1940 tel kens weer als een van hun gel i efde
pr of eten aangehaald, wi ens we r ke n doc h stel l i g z o n d e r
al de hi er aangevoer de ci taten i n een uni ek exempl aar door
den D ui t s e n Fhr er als geschenk van hul de en t r ouw aan
zi j n Itali aansen col l ega M us s ol i ni wer den aangeboden. Ni e t -
t emi n schr eef dezel fde Ni e t zsc he i n Ec c e H o mo " kor t en
b on di g :
Dui ts denken, D ui t s voel en i k kan alles, maar
d a t gaat b ove n mi jn kr achten. "
O f om aan zi jn ver acht i ng nog meer kr acht bi j te zetten:
De D ui t s e geest is een i ndi gesti e, hi j komt nergens
mee klaar."
H i j schi jnt te st i kken i n deze atmosfeer :
De Dui tse geest" i s mi j n sl echte l uc ht : i k adem
moei l i j k i n de nabi jhei d van deze i nsti nct gewor den
onr ei nhei d i n psychol ogi ci s, waar door el k woor d, el ke
gelaatstrek van een D ui t s e r zi c h ver r aadt "
H e t fysi eke onbehagen dat zi j hem bezor gen, spr eekt hi j
dui del i j k genoeg ui t i n zi j n autobi ogr afi e:
Wanneer i k mi jn omgang met een paar kunstenaars,
voor al met R i c h ar d Wagne r , b ui t en b e sc houwi ng laat,
heb i k geen goed uur met Dui t se r s door gebr acht
G e s t e l d dat de di epste geest van a l l e eeuwen onder
Dui t se r s zou ver schi jnen, dan z ou de een of andere
1 84
r edster van het C a pi t ool van meni ng zi jn, dat haar zeer
onschone zi el op zi jn mi nst daar eveneens voor i n aan-
me r ki ng kwam I k ver dr aag di t ras ni et, waar mee
me n al ti jd i n sl echt gezel schap is, dat geen vi nger s
v oor nuances heeft wee mi j, i k b en een nuance,
dat geen espr i t i n zi j n voet en heeft en dat ni et eens
kan l ope n D e Dui t se r s hebben we l b e sc houwd
zel fs hel emaal geen voeten, zi j hebben alleen maar
benen "
D o c h genoeg over di t boek. E e n zevental jaren tevor en
schr eef Ni et zsc he een wer k dat hij noemde Di e frhli che
Wi ssenschaft". Vo o r zover zi j n wetenschap echter het ei gen
vol k betrof, bl eek zi j ver r e van vr ol i j k, en het zegt opzi c hze l l
al i ets van de D ui t s e mental i tei t, dat men deze tel kens weer
dui del i j k i n het oog spr i ngende zi jde van Ni etzsche' s cul -
t uur c nt i e k sti lletjes gel aten heeft voor wat ze was, van al het
andere dani g ophef gemaakt heeft, eenvoudi g doende alsor
het mi nder aangename ni et bestond. W a t hi j i n wer kel i j khei d
als Unter menschl i ch" b esc houwde i s men dwaas genoeg tot
Ueber menschl i ch" gaan pr ocl amer en.
T o t op het allerlaatst, i n Der A nt i c hr i st ", het eerste boek
van het gr oot opgezette Der W i l l e zur Macht ", en het eni ge
deel dat er van ger eed kwam, is Ni e t zsc he voor tgegaan met
zi jn cr i ti ek op het vol k waar toe hi j zo ongaarne behoor de.
H i j schri jft daar i n onder nr. 61 nog voor eens en voor al :
Z e zi jn m i j n vi janden, i k beken het, de Dui t se r s;
i k ver acht i n hen alle soor ten begnps- en waarde-ver-
war r i ng, een l a f h e i d voor i eder r echtschapen ja en
185
14
neen. Z i j hebben, si nds bi jna dui ze nd jaar, alles ver-
t r oeb el d en ver war d, waar ze met hun vi nger s aan
raakten, zi j hebben alle halfheden dr i e-achtsten!
op hun geweten, waaraan E u r o p a l i jdt, zi j hebben
ook het onzui ver ste c hr i st endom dat er bestaat, het
ongeneesl i jkste, het onweer l egbaar ste, het pr otestan-
ti sme op hun gewet en. . . . A l s we het ni et kl aar kunnen
spel en met het chr i stendom, de D u i t s e r s hebben het
op hun geweten "
Z o v e e l geest en i nzi c ht vi n dt men ni et i n de woor de n
van een bi jna-waanzi nni ge. Maar wi l men met alle gewel d
vast houden aan de oude keukenwi j shei d, dat het ki nder en
en gekken zi jn di e de waar hei d spr eken, dan l ui ster e men
nog eenmaal naar di t, wat Ni e t zsc he ei nd O c t ob e r 1888 aan
zi j n zuster te Par aguay schr eef (Briefe an M ut t e r und
Schwester ", B d II) en dat bi j wi j ze van epi taaf di t l ang ni et
vol l edi ge materi aal voor een studi e over Ni e t zsc he en zi j n
vol ksgenot en moge afsl ui ten:
Al s men l ater eenmaal mi jn geschi edeni s schri jft,
dan moet het het en: Hi j is sl echts onder Dui t se r s
sl echt b ehandel d gewor den. " He me l , hoe wonder l i j k
zi jn deze Dui tser s, en ach! hoe ver vel end. G e e n ver-
standi g wo o r d dr i ngt meer van daar tot mi j door . "
A l s voor stander van een per soonl i j ke en bui ten-mor el e
macht sont pl ooi i ng, t oonde Ni e t zsc he zi c h een even fel
bestr i jder van het oude c hr i st endom als van het ni euw-op-
bl oei ende soci al i sme, dat i n mannen als Mar x , Enge l s en
Lasal l e zi j n gr ote theor eti ci vond. O v e r de meni ngen di e de
1 86
l aatstgenoemde omt r ent het D ui t s e vol k koester de, we r d i n
een vor i g hoof dst uk reeds het nodi ge gezegd. E n ook een
anti pode van Ni e t zsc he als Engel s was, l i et zi c h hi er over
ni et onb et ui gd. In een b r i ef di e hi j i n de latere jaren van hun
l angdur i ge vr i endschap aan K a r l M a r x r i chtte, spot t e E nge l s
over het vol k van Ueber menschen":
bi j deze Pr ui sen kan men zi ch op hel emaal
ni ets ver l aten, zelfs ni et op hun domhei d. "
Z oal s E nge l s over de nati onal e domhe i d vi el , zo ergerde
een f i j nzi nni g hi stor i cus en t heol oog als E r n s t T r oe l t sc h
zi c h een paar generati es later over het algemene gebr ek aan
vr i j hei dszi n bi j de Dui tser s, zeggende:
D e Dui t s e vr i j hei d bestaat hi er ui t, dat het vol k zi c h
vr i j wi l l i g i n el ke v or m aan de r eger i ng onder wer pt. "
D e moedi gsten en onafhankehjksten onder de hi st or i ci
hebben zo meer mal en het hunne gezegd over al l er l ei ongun-
sti ge kar akter tr ekken van hun l andsl i eden. E e r l i j k en onpar-
t i j di g cr i ti cus als We r n e r S omb ar t steeds was, gaf hi j nog
i n 1938, i n zi j n pr achti ge studi e Vom Menschen", deze be-
sc houwi ng:
We l ke gewel di ge ver ander i ngen i n de kor t e spanne
ti jds der laatste honde r d tot honder dvi j f t i g jaren zi c h
i n de Vol kszi el " vol t r okke n hebben, tr eedt bi j geen
v ol k zo dui del i j k te voor schi j n als bi j den Dui t ser .
T e r wi j l zi c h b i j voor b eel d bi j de Fr ansen een zeker e
bestendi ghei d van het vol kskar akt er gedur ende de
laatste eeuwen laat vaststel l en al i s het ook de tr ek
der onbestendi ghei d is de D ui t s e aard i n de laatste
187
t i j d t ot i n de gr ond ver ander d. W a t van de Dui t se r s
t ot ongeveer het mi dde n van de 19de eeuw gezegd is,
dat i s voor ons i n deze t i j d meestal ge woonwe g onbe-
gr i jpel i jk : men denkt dat van een geheel andere mensen-
soor t spr ake is, als men, om i ets te noemen, het D ui t s e
i ndi vi dual i sme" hoor t pr i j zen. "
M e r kwaar di g is deze vaststel l i ng van een fundamentel e
ver ander i ng t e n k w a d e i n de D ui t s e vol ksaar d; want ui t
het aangehaalde voor b e e l d bl i j kt, dat S omb ar t i nder daad
evenals Ni e t zsc he de t egenwoor di ge T e ut one n als mi nder -
waar di g b eschouwt tegenover de Dui t ser s, i n wi er mi dde n
nog een S c ht z en H a n de l of mi sschi en we l een G oe t he
l even kon. E e n ander, even onomkoopb aar als schr ander
hi stor i cus, We r n e r Hegemann, maakt i n de bi ogr afi e di e hi j
ni et zo l ang gel eden aan Fr i edr i ch der Gr osse" wi jdde, een
opme r ki ng wel ke eveneens i n deze r i c ht i ng wi jst.
S pr e ke nde ove r de ve r houdi ng van den toen nog ni et
bepaal d ouden" F r i t z , di e we i ni g meer dan een ber ekende
schur k was, met de danseres Bar b er i na C ampani ni , zegt
He ge man n :
Het i s een ei genaar di g fei t, maar als men vandaag
aan de D ui t s e vr ouwe n vraagt, waar om zi j zoveel van
F r e de r i k de n G r ot e houden, geven zi j bi jna onver an-
der l i j k hetzel fde ant woor d: Hi j leefde i n zo' n een-
zaamhei d !" D i t ont r oer t hen. A a n de r edenen van deze
eenzaamhei d stoten zi j zi c h niet."
He ge mann dur ft ook de ver str ekkende concl usi es te
t r ekken ui t de geschi edeni s di e hi j behandel t, en als het war e
188
haar mor aal i n de naakste en dwi ngendst e v o r m te gi eten.
H e t sl ot van een der laatste hoof dst ukken van zi j n Fri ed-
r i c h der G r os ze " l ui dt dan ook:
Voor de Hi t l e r i ane n is ransel met de stok weer een
essenti eel mi dde l van de bi nnenl andse pol i t i e k ge-
wor de n. D i t mi dde l di ent tegel i jker ti jd om te straffen,
te over t ui gen en gr ootheden" te waar bor gen, en het
b ezor gt een vr i j speci al e eer." D i t alles i n de sti jl van
F r e de r i k den Gr ot e. "
A l s di t dan van hun ver meende hi stor i sche gr oot he i d
over bl i jft, dan mogen wi j er zeker ni et door geschokt wor -
den, dat S pengl er enkel e jaren na de vr ede van Ver sai l l es en
Dui t sl and' s nederl aag i n het tweede deel van zi jn Unter gang
des Ab e ndl ande s" bi j al zi j n geni al e gel i j kstel l i ngen ook
kwam t ot deze:
Van L essi ng t ot H e b b e l , dat w i l zeggen van Ross-
bach tot Sedan. "
D ui t s e cul tuur , dat betekent zelfs hi er, bi j dezen cul tuur -
bespi egel aar : Dui t s e vel dsl agen! Z o u een Dui t sc he ei nd-
ove r wi nni ng dan mi sschi en ni et i denti ek zi jn met een total e
Onder gang van het avondl and" ?
L at e n wi j den gewonen i ntel l ectueel , den kl ei ner en ge-
l eer de als hekkensl ui ter toe i n di t koor van staatsl i eden en
wi jsger en, dat gemakkel i jk i n veel vul di ger b ezet t i ng zou
kunne n optr eden, en l ui ster en wi j tot sl ot naar wat M e di z i -
nal rat W . Fuchs, een eerzaam en gel eer d medi cus, i n Di e
Post " van 28 Januari 1912 schreef, en houden wi j ons di t voor
gezegd:
189
We l ke mannen steken het hoogst ui t i n de ge-
schi edeni s van de nati e ? W i e n omvat de har tsl ag van
den D ui t s e r met de gl oei endste l i efde ? Goet he, S chi l l er ,
Wagne r , M a r x soms? O neen, maar Bar bar ossa, den
gr ot en F r e de r i k II, Bl cher , M ol t ke , B i smar c k; de har de
b l oedmensen! Z i j di e dui zenden l evens opoffer den, zi j
zi j n het aan wi e ui t de zi el van het vol k het zachtste
gevoel , een waar achti g aanbi ddende dankbaar hei d
tegenstr oomt. D e vol ksgenoot behoedt ni ets angst-
val l i ger dan zi j n bur ger l i j ke mor aal , en desondanks
hul di gen zi j n hei l i gste her i nner i ngen den ti taan van
de bl oeddaad.
D e D ui t s e r her ber gt vol doende nati onal e fantasie
en genoeg i nsti nct om het ver per soonl i j kte gewel d te
ver er en. D i e gr ot en wor de n door het v ol k ver godde-
l i jkt, omdat zi j er b ove n ui tsteken, omdat zi j het, di k-
wi j l s met barbaarse kurassi ersl aarzen, aandr even en
dwonge n. Steeds weer schoot een wonde r G o ds op,
een man di e de trage massa aandreef en dwong,
nooi t heeft de D ui t s e nati e z i c h aan haar l ei der ont-
t r okke n. Maar waar i s thans de man di e het v ol k weer
over de dr e mpe l sl eurt, b i nnen de arena, waarnaar het
hei mel i jk ver l angt ! ? Z a l er nog eens een r edder voor
ons kome n di e, als alle gr oten, ni et b ang is voor de
dode n en ni et voor de r eputati e van wel ke l aaghei d
ook, dan z ou di t wel dr a moeten gebeuren. "
E n zi e, hi j kwam i nder daad, deze hi stori sch bedi ngte";
b i nnen t wi n t i g jaar na de ont b oe ze mi ng van den heer M e di -
N o g
zi nal r at was hi j er, de ver per soonl i j ki ng van het gewel d, het
pr ot ot ype van den edel ger maan, de dr ager van heel hun
zel f ver b l i ndi ng, hun mi nder waar di ghei dsgevoel , hun slaafs-
hei d. E n tel kens zal hi j bl i j ven ter ugkomen, zol ang er nog
echte Dui t se r s zi j n
E e n vr ol i j ke wetenschap, zi j n onder gang z e k e r te
weten.
I n bezet Ne de r l and,
bi j de val van C h e r b our g
1944
191
i
I. P r e l udi um i n as en zak
II. D e gr auwe staar
III. H e t G h e t t o ant woor dt
I V. E e n vr ol i j ke wetenschap
A l d u s s p r a k Z a r a t h u s t r a " , door F n e dr i c h Ni etzsche,
we r d met de hand gezet ui t de L ut e t i a van Jan v. K r i mpe n
en ti jdens de b ezet t i ng door de Dui t ser s, i n het ver-
bor gene i n een opl age van 275 exempl ar en ge-
dr ukt , ergens i n Ne de r l and. H e t b i ndwe r k is van
G e r ar d v. L ar en, het vi gnet op de ti tel pagi na
van W i m van Woe r de n . 250 exempl ar en,
genummer d 1250, wer den i n de handel
gebracht, ter wi j l 25, genummer d
I X X V , ger eser veer d b l even voor
de ui tgever en zi j n vr i enden.
D i t is N o .
i

You might also like