You are on page 1of 1

Ik wil eigenlijk een mens zijn die voor altijd ronddwaalt door

de velden en de straten en elk ding, elke gedachte van een


voorbijganger opmerkt. En ze dan tot een geheel weet te
smeden. Een glorieus spektakel te bieden hebben in mijn
daden. Waarin ik meedans met de bewegingen van ieders
hart en al wat is. Ik elk van mijn eigen daden en gedachtes
niet opmerk, maar dat ze vanzelf ontstaan, vanuit het niets
gegeven. Want wat ik opmerk is de ander, de andere mens,
het andere ding, de andere beweging. Zodra ik de blik op
mijzelf vestig, zie ik leegheid en koud egosme. En dan tors
ik een grote duisternis, een groot gat waarin ik alle schuld en
al het kwaad in gooi, met mij mee. Waardoor ik nu nooit
meer mijzelf kan verliezen, nooit meer opgetild kan worden
door het zinderende moment, want ik moet blijven kijken,
naar mijzelf, naar mijn duisternis. oen ik een klein bab!tje
was lukte het nog wel ongeveer, maar toen wierp ik een
achteloze, toevallige blik op mijzelf, want dat gebeurd, en ik
zag niets dan duisternis " alleen als ik naar een ander kijk
valt er immers wat te zien " en de duisternis wordt het anker
waaraan de identiteit zich hecht.

You might also like