You are on page 1of 2

I. Als ik de bladeren bedek dan zie ik jou, vertelde hij.

Altijd
heb ik iets anders willen doen, maar nu ik weer droom
is de rust onder het geteisem dat in mijn hoofd en mijn
lendenen ronddoolt wedergekeerd. Jij bent het die die
onontgonnen gronden bezoekt, jij die ooit het pad
inliep, eenmaal omkeek en mijn hart omarmde,en mij
ontheemd achterliet. Jij die sindsdien al het
onnatuurlijke bleef afzweren, de spiegeling in alle
dingen op niemand afstuurde en het dier bereed, al het
gebladerte at en danste met n ander die daar was.
II.
III. Ik haalde mn lul uit mn broek, mijn eikel een uitdijend
universum, kloppend als een kerkklok. oorvocht droop
langs mijn penisschacht naar beneden als slijk. Ik wilde
het woud ontmaagden, de eerste mens zijn op deze van
geilheid gonzende aarde, mijn pik in de natuur laten
verdwijnen en de natuur in mijn pik.
I.
V.!oen stond de boswachter voor me. "ij was het klassieke
t#pe, snorretje, kort getrimd haar, glorieus
boswachterstenue in sterk vervaald groen, teken van
zijn nederige opgang in het eeuwige groen dat er v$$r
hem was en na hem zal zijn daar het zichzelf immers,
in tegenstelling tot hem, telkens opnieuw uitvindt. %&at
zijn wij aan het doen'( )ijn stem was sonoor. *iet de
piepende, raspende hoge stem van een bazig
homootje, maar de vaderlijke, bezorgde en vermanende
bas van mijn vleesgeworden geweten. Ik stopte mn lul
terug in mn broek. %Ik moet plassen(, zei ik met een
rood hoofd. +e boswachter liep ook rood aan en leek
zich te moeten inhouden om mij niet een goede
afranseling te geven. %,aat dit *--I! weer gebeuren(,
sprak hij, en heel even verbeeldde ik me dat zijn stoere
mannenstem brak. Ik rende weg.
I.
VII. "ijgend langs een klein huisje in het woud. "ier woonde
mijn grootmoeder. )ij had altijd grote zwierende
gewaden gedragen en ik als kind, had altijd gedacht dat
er windmannetjes om haar heen waren, die goedgezind
waren en alleen maar vreugde vonden in het
voortdurend blazen en woelen van haar klederen op
precies zon manier dat zij mij altijd omwonden, en ik
met mijn ogen dicht en een stille lach mijn armen om
haar benen knelde. .nkele jaren later, toen jij nog met
wel met mij was, maar de eindeloze leegtes van
verlangen mijn beenderen begonnen aan te tasten,
vond ik hier de ander. )e was door het krakkemikkige
plafond gevallen toen ik de dag na de dood van mijn
grootmoeder daar voor de eerste keer alleen was. +e
windmannetjes stoven uiteen en vonden uiteindelijk
woeste ledige wateren waar zij werelden ineen zouden
blazen. In al deze werelden heerste de dood. *iet in de
mijne. Ik had haar gevonden. )e was in mijn armen
aanbelandt en als een klein roodborstje zong ze in mn
oor. Ik hoorde een groot geheim. )e kroop in mij,
danste in mij op zon manier dat als ik oud en
tevergeefs zou zijn geworden en alle schillen van mijn
ledigheid eindelijk losgeweekt en weggeworpen waren
alleen zij nog overgebleven zou zijn, naakt, puur en vol
schittering. Ik heb mij vergist.

You might also like