Un apprentissage Een scholing, vorming, opleiding L’arithmétique (f.) De rekenkunde, het rekenen Une audace Een durf, stoutmoedigheid, lef Une compétence Een bekwaamheid, deskundigheid Le décollage Het opstijgen, starten (vliegtuig) Un dialecte Een dialect Une école élémentaire Een lagere school Un miracle Een wonder, mirakel Une piste (de décollage) Een (start)baan Une réplique Een repliek, een antwoord Une statistique Een statistiek Bilingue Tweetalig Plurilingue Meertalig Compétent(e) Bekwaam, deskundig Statistique Statistisch Confondre Vermengen, verwarren Confronter (avec) Confronteren met Croître Groeien, wassen, groter worden Démarrer Starten, beginnen, vertrekken Différer (de) Verschillen van, anders zijn Différer à Uitstellen tot, opschorten Percer Boren door, een gat maken in, doorbreken, doorkomen Rattraper Inhalen Séjourner Verblijven, vertoeven, logeren Sans quoi Anders, voor Raccourcir Inkorten Elargir Langer maken Allonger Verlengen, langer maken S’allonger Rusten, zich uitstrekken, plat leggen Approfondir Dieper maken Peut-on apprendre une langue étrangère à l’école?