Leerplandoelstelling: 5.2.1.1 Kinderen aanvaarden dat er verschillen zijn tussen henzelf en andere kinderen.
Kerndoel: - Verkennen via verhalen dat er soms grote verschillen zijn tussen kinderen, zowel hier als wereldwijd. - Aanvaarden van verschillen tussen jezelf en de anderen.
LEERDOELEN:
De leerlingen vertellen een nieuwe verhaal in eigen woorden na. De leerlingen koppelen het verhaal aan hun eigen levenservaringen. De leerlingen beantwoorden vragen over het verhaal en hun leven. De leerlingen durven positieve en negatieve ervaringen verwoorden in het thema anders zijn. De leerlingen verwoorden hun gevoelens. De leerlingen uiten hun mening in de klasgroep.
Introductie: 1) Bespreking van de boekenkaft + voorkennis koppelen: De activiteit speelt zich af in de leeshoek. Dit is een kring waar iedere leerling een kussentje heeft om op te zitten. Het is een knusse ruimte.
In het godsdienstig hoekje staat een nieuwe boek naast de kinderbijbel. De LK verwijst hier naar. Ze vraagt: Kent er iemand dit prentenboek? Wat is de titel? Waarover zou het verhaal gaan? Wie zou het hoofdpersonage zijn? De LK wekt de interesse en nieuwsgierigheid op van de kinderen. De LL mogen vrij vertellen en antwoorden op de vragen.
Klassikaal gesprek in de leeshoek
Prentenboek Kikker is Kikker 30 minuten Kern: 1) Luisteren naar het verhaal dat de LK voorleest: De LK: We gaan naar het verhaal luisteren. Ik ga het voorlezen en de prenten tonen aan jullie.
2) Levensbeschouwelijk gesprek in fases: Fase 1: Vragen over het leermiddel: Wie wil het verhaal in eigen woorden eens navertellen? Wat kan of lukt Kikker niet in het verhaal? Zou jij Kikker willen zijn?
Fase 2: Vragen over de ervaring van kinderen: Wat vind je goed of knap aan jezelf? Zijn er ook dingen die je zou willen kunnen? Zo ja, wat dan? Zijn er ook dingen die je zou willen veranderen aan jezelf? Zo ja, wat dan? Wat vind je knap van anderen? Zou je dat ook willen kunnen?
Lesgang Timing Lesgang en leerinhouden Didactische werkvormen Materiaalgebruik Organisatie Fase 3: Vragen over de uiteindelijke betekenis van ervaringen van kinderen: Werd er door hen dan gelachen? Hoe voelt dat? Heb je ook al eens zo gelachen met iemand anders? Hoe voelde je je toen? Waarvan verschil jij met anderen? Is dat cht zo erg?
Fase 4: Vragen naar de uiteindelijke betekenis van de ervaringen in het leermiddel: Wat heeft Kikker en zijn vrienden geleerd in het verhaal? Hoe voelt Kikker zich nu? Wat is er veranderd? Denk je dat Kikker het nu nog erg vindt dat hij iets niet kan? 10 minuten Slot: 1) Slotconclusie formuleren: De juffrouw formuleert met de leerlingen een eindconclusie. Het komt er op neer dat iedereen anders is, maar dat dit ook mag. We moeten onszelf kunnen zijn.
2) Dit ben ik-boekje: Iedere leerling krijgt een Dit ben ik-boekje. Hierin plaatsen ze hun vingerafdruk, een foto en tekening van zichzelf en hun familie, ze schrijven op wat ze het liefste eten, spelen, drinken
Wanneer de boekjes klaar en ingevuld zijn, worden ze verzameld en in de leeshoek geplaatst. Nu kunnen ze door alle andere leerlingen ingekeken worden.