Luisteropdracht muziek

- Wat voor gevoel krijg je bij dit stukje? (blij/boos/verdrietig)

- Welke instrumenten hoor je?
- Komt er herhaling voor in het fragment?
- Het laatste fragment, herken je dat ergens van?
Daarna wil ik dat ze per fragment een tekening maken van het dier dat ze erbij vinden
passen.
4. De kinderen gaan bij de eerste opdracht analytisch luisteren. Ze moeten dan echt
geconcentreerd luisteren was ze precies horen. Bij de tweede opdracht moeten de
leerlingen creatief luisteren. Ze gaan namelijk hun fantasie gebruiken om een dier bij
elk fragment te tekenen.
5. De werkvorm die hierbij hoort is het maken van opdrachten die worden aangeboden.
6. De leerlingen kunnen in tweetallen de vragen bespreken, zodat ze ook van iemand
anders horen hoe ze naar muziek luisteren en wat een ander er in hoort.
7. Aan het begin van de les laat ik een aantal dieren zien en vraag ik wat voor soort
muziek bij deze dieren zou passen. Is het snelle/langzame muziek, zijn de noten laag
of hoog, is de muziek hard of zacht etc.
8. Ik stel de vragen klassikaal na elk fragment ik laat ongeveer vijf kinderen er antwoord
op geven. Zo krijgen alle kinderen een keer een beurt en krijgt de rest een idee hoe er
ook over muziek kan worden nagedacht.
9. Ik heb de opdrachten aan een willekeurig persoon voorgelegd. Hij vond deze op goed
niveau en uitgebreid genoeg om een muziekles mee te vullen.
10. Ik heb er niks meer aan aangepast, omdat de bevindingen van de ander goed waren.


1. Ik heb gekozen voor vier fragmenten uit le carnaval des animaux. De vier
fragmenten zijn le cygne, llphant, volire en fossiles.
2. Naar mijn idee zullen de leerlingen meteen oordelen wat ze van de muziek vinden. Ze
zullen niet gaan luisteren naar hoe deze fragmenten zijn opgebouwd of naar welke
instrumenten ze horen.
3. Eerst ga ik een aantal vragen stellen die ze per fragment apart moeten beantwoorden.