948 — PT 27-10-67
Het ontwerpen
DR. EA. DIJKSMANS*
van stangenmechanismen
3*
3. HET CONSTRUEREN VAN
STANGENVIERZIJDEN BIJ EEN
VOORGESCHREVEN AANTAL
KOPPELPUNTEN,
34. Inleiding
STELLING: Er kunnen niet meer dan negen punten op de
koppelkromme worden voorgeschreven,
Bewije:
Het aantal ter beschikking steande ontwerpvrijheids-
araden Is 2 voor het drasipunt As, 2 voor By. 1 voor de
kruklengte a, 1 voor de koppelstang b, 1 voor en 2 voor
de opstaande rijden van de koppeldrichock, Hettotaalisdus
dus 9.
Er is voorts een conditie nodig, opdat een (gegeven) punt
op de koppelkromme lige. Dit is dus in totaal 9x te cone
ditfoneren,
Men kan opmerken, dat op grond van de stelling van Ro
berts!) steeds drie oplossingen van hit problem zijn san
Aon
ssymetat zs)
Past
te wijzen. De voorkeur verdient in hetalgemeen die welke
de minsee plaatsruimee in beslag neemt.
Het is tot op heden nog niet geluket langs constructive
weg bi] negen voorgeschreven koppelpunten een daarbij
horende stangenvierzljde te vinden. De literatuur geefe
Benaderingsoplossingen voor maximaal zeven punten.
De overblivende twee vejheidsgraden worden gebruike
voor de vrije keuze van bepaalde stanglengten, waarvan
de variatie buiten het bereik van de constructieve uitvoer-
baarheid lige
Het moge duideliik zip, dat deze vrijheidsgraden ook ten
dlenste staan van enige vereenvoudiging van een construc
tiet mogelke oplossing, teneinde de uitvoerbaarheids-
imate te vergroten of een voorgesehreven punt méér op de
koppelkromme te krljgen
Weliswaar gaat dit ten korte van het theoretisch maximale
santal voor te schrijven koppelpunten, maar dit antal kan
in de praktifk toch niet berelkt worden,
Met name zijn bedoslde vereenvoudigingen te vinden,
door de bij deze constructies te pas Komende middel-
Puntskromme uiteen te faten valle in gen cirkel en een
rechte. (In een enkel geval i dit een hyperbool en de one
cigenilijke rechte)
Ook de zg, psitiereductc geeft ean vereenvoudiging van
de gewenste soort.
Past men deze vereenvoudiging niet toe, dan geeft die
voor de constructeur extra ballast, zoals blikt ult de hier=
na volgende constructie: (zie iguur 50).
Bi dit voorbeeld zijn minstens 5 punten van de koppel-
kkromme voorgeschreven, zodat ten hoogrte& ontwerpyrij-
hheldsgraden overblven, waarvan er 2 voor de keuze
vvan het draaipunt A,, 1 voor de kruklengte 2, en 1 voor
de zijde AK gereserveerd worden.
De 5 koppelpunten, de ligging van de krukcirkel en dege-
kozen lengte AK bepalen dan de 5 standen A;Ky,A;Ky «+
AK, van het koppelviak ten opzichte van het gestel. Bi
deze 5 standen horen maximaal 4 reéle Burmester-centra,
waarvan het reeds gekozen punt A, er één Is. Er zijn voor
deze 5 standen dus 1 of 3 redle Burmester-centra san te
wilzen, die feder B,-punt kunnen zijn (In het goval er bui-
ten A, slechts én reéel Burmester-centrum is aan te wife
zen, zijn de beide andere complex). Het punt B, dat cir
kellggingspuntis, lige dan samen met By. B.,B, enB, op een
cirkel om het aangewezen B,-punt.
Heeft men het punt B, eenmaal gevonden, dan volge 8,
uit de elgenschap, dat A\PyA, = XB,P,B, on =
A.PraMe = + ByPrByy (de hocken kunnen in plats van
aan elkaar gel ook ellaars supplement zijn). Deze'con-
structio heeft het nadeel, dat voor het vinden van de,Bur-
mester-punten twee middelpuntskrommen punt. voor
punt moeten worden geconstrueerd om de ligging van de
snijpunten te kunnen vaststellen.
Bij de gevonden oplossing bepaalt men de kortste afstand
Bed EEE werteepowe 3 ae am erin
Deel 2 PX: Werkeuigbouw 23 (24) 909198
1) Wetenscappeli hooldmedewerker aan de T
De tekeningen jn vesargd oor de heer
‘9 Heor het beni van deze tli le desl 4 van deze ariel
ing van Roberson de covvoeing van keppelpuncen
L te tindhoven
Butevvan ean zesde (gegeven) punt tot de koppelkromme. Men
herhaale de constructie voor aen andere langte AK en de
daarblj horende kortste afstand van het 6e punt tot de
koppelkromme. In een grafiek van AK tegen deze kortste
afstand heeft mon zo twee punten gevonden, die met el
kaar verbonden, de AK-as snijden in een waarde voor AK,
die voor cen volgende constructie wordt aangehouden.
Hieruit vinde men weer een punt in de grafiek. Men
jdt nw de verbindingsljn van de twee het dichtstbij de
liggende puncen met de AK-as in een punt, waarvan
de Ak-waarde weer voor de volgende constructie wordt
genomen, Dit proces herhaalt men net z0 fang tot ook het
6e punt op de koppelkromme ligt.
In principe geeft variatie van het punt A, langs een of an-
dere gekozen ijn, ean mogelikheld om. door herhaling
van het voorgsande bij Ieder punt A, op deze lin ook nog
‘een 7e punt op de koppelkromme te krijgen.
In de prakcijk is dit onmogelik uit te voeren, mede door
het feit, dat in het algemeen de telkens weer te tekenen
middelpuntskromme niet uiteenvalt in een onmiddellik
coptekenbare kromme.
‘Opmerking
Het is voorstelbaar, dat met een op deze constructle ge-
baseerd rekenschema, ingevoerd in de elektronische
32, Fa
Pr 270-67 — m9
rekenmachine, het toch mogeliik bliikt een oplossing te
jen, waarbij 9 koppelpunten zijn voorgeschreven,
Daarbij worden dus 4 grootheden op cumulatieve wijze
gevarieerd, en wel net zo lang tot de juiste oplossing be-
reikt is,
3.2, Vereenvoudiging door uiteenvallen van de
midde!puntskromme van het koppelvlak ten.
‘opzichte van het gestel in cen cirkel en een
rechte
Een vereenvoudiging van de in het voorgaande behandelde
constructie treedt op, indien de middelpuntskromme, die
van de Se graad is, uiteonvalt In een clrkel en een rechte
door het middelpunt van deze cirkel.
Op een gegeven kromme at, 2iin vooreerst vijf koppel-
unten gekozen, waardoor een koppelkromme zo goed
mogelik de kromme or diant te benaderen (zie figuur 51).
Voor vier standen van het koppelviak b.v. de standen 1,
2, 4 en 5 past men positereductie toe door het draaipunt B
achtereenvolgens met twee rotatiecentra te laten samen-
vallen. Bijvoorbeeld B, = B, = Pyy en By = B, = Pay
Deze verondersteling heeft tot gevolg, dat de vier rotatie-
Centra Pry Pty Pap en Pap op de middelloodlija van het lijn=
stuk B,B, terecht komen. De middelpuntskromme door de
ppolen Pros Ps Pas Pas Pys 6” Pais, zoals bekend, van de 3e
graad. De middelloodlija van BB, heaft de vier rotaticn
Centra gemeen met deze kromme. Dit ls voor een Se-graads-
kromme pas mogelik, wanneer de genoemde middellood-
ijn zelf een tak is van de middelpuntskromme. Het is
vyoorts bekend, dat de middelpuntskromme een circulaire
kromme is, hetgeen wil zeggen, dat de kromme door de
zogenaamde lsotrope punten 2) van het vlak geat. De mid
delpuntskromme is dus uiteengevallen In een rechte en
‘een kegelsnede door de Isotrope punten, dat isin dit geval
teen cirkel door Py; en Poy De rachte, die een takis van de
middelpuntskromme, gaat, zoals duidelik zalzijn,door het
middelpunt van deze cirkel.
De polenkromme, die identick Is met de middelpunts-
kkromme, is de meetkundige plaats van de punten die twee
overstaande zijden van de polenvierhoek [1 PasPasPoiPy4 OM"
der gelijke hoeken zien”.
De polenkromme gaat eevens door de polen die geen hock~
punt zijn van de polenvierhoek,
Het snijpunt I, van de overstaande zijden PasPyy 2h Puan
5 Tadare cirkel ent door de beide inottope pu
2lind sijpuntn van son crkel mee de ona
het vik, Hoe
Techaa,950 — PT 2761067
is, op grond van de in deel 1 afgeleide vergeliking van
de polenkromme, een punt van deze kromme, Evenzo ligt
het snijpune IL, van de overstaande zijden PaPas en PasPra
op de polenkromme. De cirkel, die een tak is van de polen-
kromme, gaat in het onderhavige geval behalve door de
unten P., en Padus ook nog door Hy, en Ty
De constructie heeft nu het volgende verloop: (zie Aguur
52)
a. Kies de lengte BK
bb, Bepaal de punten 8, = B, = P,, en B, = By = Pa, op
grond van het starheidsprincipe, waarult volgt,
BK, = BK, = BK, = BK,
. Bepaal vervolgens de polen P,, en Pas in-de respectiove
snijpunten van de middelloodlijnen van KK, en KiKy
met de middelloodlijn van 8B,
. Bepaal voorts het snijpunt TI,, van de rechten P,,Pa, en
PrsPaae
fe. Trek een cirkel k door de punten B,, By en Ts.
f. Kies het draaipunt A, op de cirkel k, (keuze van A, op.
de middelloodlijn van B,B, leidt tot een strekbare vier-
ijde).
Bepaal het punt A,» door rotatie van het punt A, = Avy
fom Piz over de hock ty = — oy = — X KPaKy.
Daarbij is P,, het snijpunt van de middelloodlijnen van
do lijnstukken 8,B, en Kjk,. (Bij de vier standen van
AB, ten opzichte van A,B, bezet het punt A, achtereen-
volgens de punten A, = Aoys Aan: Aaa Mae 0p een cirkel
ond Ay. De bij deze vier standen horende verdraalings-
hoeken zijn net tegengesteld aan die welke horen bij de
vier standen van AB ten opzichte van AB,).
hh. Bepaal het punt Aj, door rotatie van het punt Ay = Aas
(om Pug over de hoek eq) = — ex = —
construct als volgt
1 Bepaal het pune 8,
1 Ey verloopt de
Fg = Pa in het snijpunt van de
iniddalloodijinen van EE, en Ex,
5. Stel vat, dat twee verdraaingshooken van het kopp
ak bekend zijn, omdat ig = LEP, 00 Yan =
SEP aE
«Stel voorts vast, dat congevolge van de tweovoudige po-
sisireductie de middalloodliinen van AvAy en Afy st
menvallen met de getelljn AB.
4, Kies de richting xy van de gestelijn.
Kies de lengte EA