You are on page 1of 4

Nog op zoek naar een last minute decemberkado?

Achtergrond

dinsdag 11 januari 2011

Dit is een publicatie van Kennislink

De depressie-schakelaar
Het begint er op te lijken dat de oorzaak van depressie in de hersenen ingewikkelder ligt dan
wetenschappers aanvankelijk dachten. Het idee dat extreme somberheid wordt veroorzaakt door een tekort
aan de een stofje in het brein, namelijk serotonine, verliest aan grond. En dat terwijl de meeste
antidepressiva die soms wel, soms niet helpen nog steeds op dat idee zijn gebaseerd.
door Ronald Veldhuizen

Frank
Frank heeft hevige pijn. Omdat hij zijn sombere gevoelens op geen manier weet te
dempen, schrijft een arts hem antidepressiva voor. Na tien dagen voelt hij zich nog
depressiever dan ooit. Hij schrijft op zijn zelfmoordbriefje: Ik wil zo niet meer leven
Van antidepressiva kun je soms
nog somberder worden. Hoe kan
dat?

ik kan het niet meer aan.


Hoe kan dat nou? Antidepressiva zijn toch juist bedoeld om sombere gevoelens te
onderdrukken? Dat zelfmoordneigingen gemiddeld iets vaker voorkomen bij
antidepressiva-slikkers is al bekend, maar waarom dat zo is begint nu pas helder te

worden. Depressie werkt anders in het brein dan al jaren wordt verondersteld. Tijd voor een nieuwe theorie, zeggen
enkele wetenschappers voorzichtig.

De oude schakelaar
Tot voor kort luidde de theorie over depressie in het brein als volgt. Afgezien van waarom je in eerste instantie somber
wordt je maakt bijvoorbeeld iets vreselijks mee word je pas echt depressief wanneer je brein chronisch is verstoken
van een bepaald molecuul: de signaalstof serotonine. Omdat serotonine ervoor zorgt dat zenuwen met elkaar kunnen
praten, heet het ook wel een neurotransmitter.
Op zich werkt de serotoninetheorie prima om de gunstige werking van
antidepressiva-pillen verklaren. Die behoefte ontstond in de jaren vijftig, toen
tuberculosepatinten het middel iproniazid kregen en er bijzonder vrolijk van werden.
Uit proeven met dieren en cellen bleek dat iproniazid ervoor kan zorgen dat
serotonine langer in het lichaam blijft circuleren. Als je daar vrolijk van wordt
betekent dat twee dingen, concludeerden de wetenschappers destijds. En: des te
meer serotonine in je brein circuleert, des te minder depressief je bent. Twee:
Antidepressiva hebben een
verklaring nodig.
altemark, Flickr.com

middelen die verhinderen dat serotonine in je brein wordt afgebreken, zijn prima
antidepressiva.

Twijfels
Maar het meer-serotonine-maakt-vrolijk-idee verliest de afgelopen jaren steeds meer

aan geloofwaardigheid. Recente onderzoeken laten tegenstrijdigheden zien waaruit blijkt dat mr serotonine niet altijd
gelijk staat aan mr vrolijkheid.
Dat begon al tien jaar geleden toen arts-onderzoeker Pedro Delgado eens alle
klinische studies naar verbanden tussen serotonine en depressie onder de loep
nam. Het bewijs voor een serotonine-tekort en depressie vond hij hooguit zwak:
nooit heeft iemand in het brein van depressieve mensen kunnen meten of ze minder
of meer serotonine bevatten dan gewone mensen.
Vervolgens ging Delgado zelf experimenteren. Hij zette 50 gezonde mensen op een
vleesarm dieet wat ervoor zorgt dat hun serotonine-gehalte daalt. Voor wie het wil
weten: de proefpersonen kregen geen tryptofaan meer binnen, een stof die je nodig
hebt om serotonine aan te maken. Als de serotonine-theorie waar is, zou je
verwachten dat het tekort aan serotonine bij gezonde mensen ook tot depressie
leidt. Maar zoiets gebeurde niet. Sommigen werden wat vrolijker, anderen
In de jaren vijftig werden
antidepressiva ontdekt.
pingnews.com, Flickr.com

somberder. Eigenlijk maakte het weinig uit, concludeerde Delgado. Wie minder
serotonine in zijn brein heeft is niet per se depressief of somber.
Nog meer opzienbare resultaten over de serotonine-theorie komen uit Australi.
Onderzoekers van het Baker Heart Institute onder leiding van David Barton
ontdekten kort geleden dat ernstig depressieve mensen tweemaal zoveel serotonine

in de bloedbaan vlakbij de hersenen dragen, vergeleken bij gezonde mensen. Dat is in strijd met de theorie: een
depressief persoon zou juist minder serotonine in zijn brein hebben.

Over Kennislink

Het resultaat wordt interessanter: niet alleen hadden de patinten tweemaal zoveel serotonine in hun bloedbaan vlakbij
het brein, het spul werd ook twee keer zo snel afgebroken. Depressie werd bij deze mensen dus niet veroorzaakt door
een tekort aan serotonine, maar door een hogere recyclesnelheid van het stofje.
Toen de wetenschappers antidepressiva aan de patinten gaven zagen ze iets opmerkelijks. In plaats van dat het
serotoninegehalte nog verder omhoog ging dat is wat antidepressiva volgens de theorie doen daalde het weer tot
gezonde waarden. En vermoedelijk hielp dat, omdat alle patinten zeiden dat ze zich na de behandeling beter voelden.

Knaagdierbreintjes
Christopher Lowry, een neurowetenschapper aan de Universiteit van Colorado, wil uitpluizen hoe anders we over
serotonine moeten gaan denken. Een beter model kan misschien verklaren waarom sommige patinten, zoals de in 2008
waargebeurde casus van Frank, zich juist veel slechter voelen na het slikken van antidepressiva.
Een theorie heeft hij al, zei hij afgelopen zomer tegen New Scientist . Serotonine
heeft in elk hersengebied een andere uitwerking, denkt hij. In sommige gebieden,
zoals de prefontale cortex, zou het tot een beter humeur kunnen leiden, terwijl het in
de amygdala misschien tot depressie leidt. Serotonine is volgens Lowry daarom
eerder een kwestie van een ingewikkelde balans, in plaats van te veel of te
weinig. De bijwerking depressie bij antidepressiva valt daarmee wellicht ook beter te
verklaren. Misschien dat in n van Franks hersengebieden de serotonine uit balans
was geraakt, terwijl het in een ander, veel crucialer gebied op peil was. Juist toen hij
pillen begon te slikken, verergerde dat de balans richting zelfmoordneigingen.
Dat serotonine verschillend reageert in verschillende hersendelen is niet honderd
procent zeker, maar nieuwe aanwijzingen zijn al opgedoken. In 2006 ontdekte
Zou dit het gevoel van depressie
zijn?
Wikimedia Commons

biomedicus Gina Forster dat als ze muizen inspoot met een stofje waarvan de
knaagdieren erg gestrest werden, de muizen tweemaal serotonine in hun brein
loslieten: na de eerste golf serotonine werden ze erg bang, na de tweede juist
minder.
Lowry doet zelf ook onderzoek met knaagdieren. Hij meet live de activiteit van

serotonine in muizenbreintjes. Dat levert voor het eerst directe aanwijzingen op over wat serotonine in het brein
uitspookt. Lowry zegt al te hebben gezien dat elk breingebied unieke serotonine-reacties vertoont. Daarover heeft hij op
een congres in Amsterdam gesproken. Op de officile resultaten moeten we nog wachten.

Manusje-van-alles
Een complexe serotonine-balans helpt misschien niet alleen de zelfmoordneigingen beter verklaren, maar rijmt eveneens
beter met het al langer bekende feit dat serotonine eerder een manusje-van-alles is dan enkel een vrolijkheidsmolecuul.
En nog steeds vinden onderzoekers nieuwe functies van de neurotransmitter.
Zo blijkt uit een overzichtsartikel van Miles Berger en andere onderzoekers in het
blad Annual Reviews of Medicine uit 2009, dat serotonine ook belangrijk is voor je
spijsvertering. Dat is een van de nieuwste toevoegingen. Iets bekender is dat het
stofje ook slaap beheert, hartslag (tot op zekere hoogte), zwangerschapsverloop,
verdoving van pijn, en zelfs sekslust.
Omdat serotonine zoveel verschillende rollen in je lijf speelt, zijn de bijwerkingen van
serotonine-medicijnen evenzo divers. Zo rapporteert zowat de helft van de slikkers
Antidepressiva slikken leidt
gauw tot bijwerkingen, omdat
serotonine ook andere taken in
het lichaam uitvoert.

dat ze geen zin meer hebben in seks, of niet meer kunnen klaarkomen. Anderen
krijgen een te hoge bloeddruk. En wie een narcose ondergaat in het ziekenhuis, kan
er maar beter bij vertellen of hij antidepressiva slikt: meestal werkt de slaap minder
goed bij veelgebruikers van antidepressiva.

De naam Frank is verzonnen, maar het verhaal is echt. Artsen Roy Reeves en James Brister meldden dit
geval in 2008 aan het tijdschrift Southern Medical Journal . De artsen vermoeden dat de antidepressiva
direct hebben bijgedragen aan Franks zelfmoordneiging, omdat zijn symptomen direct na het innemen van
de medicijnen verergerden.

Zie ook
Antidepressiva, jongeren en zelfmoord
Meer over de ontdekking van Iproniziad in Google Books
Dossier Depressie (Kennislink)

Bronnen
Antidepressiva verhogen kans op zelfmoordpoging (NRC Handelsblad)
David Wong e.a.: The discovery of Prozac. Nature Reviews Drug Discovery 4, 764-774

Delgado PL. Depression: The case for a monoamine deficiency. Journal of Clinical Psychiatry 61
(supplement 6):7-11
David Barton e.a. Elevated brain serotonin turnover in patients with depression: effect of genotype and
therapy. Archives of General Psychiatry, 2008 Jan;65(1):38-46
Gina Forster e.a. Corticotropin-releasing factor in the dorsal raphe elicits temporally distinct
serotonergic responses in the limbic system in relation to fear behavior. Neuroscience, 2006;
141(2):1047-55
Miles Berger e.a. The Expanded Biology of Serotonin. Annual Review of Medicine Vol. 60: 355-366

Dit is een publicatie van Kennislink


Kennislink, sommige rechten voorbehouden

Deze website maakt gebruik van cookies.

verberg deze melding

You might also like