Goed, kan ik u helpen? Waar kan ik mijn kaartje kopen? Daar is een kaartjesautomaat. De tram is onderweg. de knop is kapot. Ik kan geen kaartje kopen. De tram komt snel bij het perron. Je kan het kaartje in de tram kopen. Ik moet snel in de tram stappen. Ik heb mijn koffer vergeten. Sorry, maar de tram is hier. Het is ok, ik ga bij mijn vriendin logeren. Morgen reis ik naar Amsterdam. Dank u wel. Je heb me erg gehelpen. Geen Dank