Luisteropdracht

1. Voor deze luisteropdracht heb ik gekozen voor het lied giraf uit de liedbundel eigen-wijs. Dit
liedje is geschikt voor kinderen uit groep 3/4.
Betekenis
Giraf is een vrolijk liedje en gaat over iemand die graag een giraf zou willen zijn, omdat het
natuurlijk heel handig is als je zulke langen poten en zon lange nek hebt! Want ja, dan kan je
bij de hoge koekjes, dan kan je bij de hoge snoepjes, ha ha zeg das niet gek! Met zon lange
nek!
Klank
De maat van het liedje is 4/4. Het couplet heeft een hoger tempo dan het refrein. Er zitten
lange klanken en korte klanken in het liedje:
- Het couplet bestaat uit bijna alleen maar korte klanken. Alleen in de laatste zin
van ieder couplet zit een lange klank.
- Het refrein bestaat uit veel lange klanken. Bijvoorbeeld het woord hele in de
eerste zin van het lied heeft een hele lange klank.
Vorm
Het refrein van het lied is steeds hetzelfde. Het couplet is wel steeds anders, alleen de laatste
zin is steeds hetzelfde. In het couplet verandert steeds de tekst, het ritme blijft hetzelfde. Er
zijn vier verschillende coupletten en het refrein wordt dus ook vier keer gezongen.
Luisterstijlen
De volgende luisterstijlen worden gestimuleerd:
- Analytische luisterstijl
- Motorische luisterstijl
- Sociale luisterstijl
2. Het liedje is voor kinderen heel toegankelijk en kindere zullen zichzelf er wellicht in
herkennen. Misschien zouden de kinderen zelf ook wel een giraf willen zijn. Je kan de
kinderen laten ontdekken waar het liedje over gaat en waarom hij of zij dan en giraf zou
willen zijn, door luistervragen te stellen als:
- Wat wil degene waar dit liedje over gaat graag zijn?
- Waarom wil hij of zij zo graag een giraf zijn?
- Wat kan je niet meer als je een giraf bent?
3. Opdrachten die ik zou koppelen aan dit lied:
1.
De kinderen tikken op de tafel op de * in de vierde maat. De tweede keer
klappen de kinderen in de handen op de * in de derde maat.
(Op de opname worden de ** gespeeld op het bekken.)
2.
Vervolgens krijgen de kinderen luistervragen:
- Wat wil degene waar dit liedje over gaat graag zijn?
- Waarom wil hij of zij zo graag een giraf zijn?
- Wat kan je niet meer als je een giraf bent?
Ik speel het nummer voor iedere luistervraag opnieuw af. Na de luistervragen
zou ik nog vragen aan de kinderen:
- Zou jij ook een giraf willen zijn?
4. De kinderen analyseren, noteren en bewegen.
5. De didactische werkvorm voor deze activiteit is luisteren.

6. Ik zou bij deze luisteropdracht geen gebruik maken van coperatief leren.
7. Opening van de opdracht:
- Ik neem de tekening van de giraf over op het bord.
- Ik voer de tekening en de tekst als een klankspel uit: We maken een
hele lange toon (nek). We gaan van laag naar hoog (poten). Ik wijs
mee met de nek en de poten.
8. Na de luistervragen bepreken we de opdrachten klassikaal. Zo weet ik of de kinderen het lied
begrepen hebben.
9. 10. -