Situeer het onderwerp in het leerplan en de lessenreeks.
Omschrijf relevante voorkennis van de leerlingen. MW1 De leerlingen kunnen de verschillende stappen in een wetenschappelijk onderzoek herkennen en benoemen. MW2 De leerlingen kunnen gericht waarnemen en experimentele gegevens verzamelen. MW6 De leerlingen kunnen zowel mondeling als schriftelijk verwoorden wat men heeft waargenomen tijdens een experiment of een onderzoeksopdracht. MW 7 De leerlingen kunnen op basis van waarnemingen of experimenten een hypothese formuleren of een model construeren en deze toetsen aan de werkelijkheid. WW4 Het deeltjesmodel hanteren om verschijnselen te verklaren. WW5De eenduidige betekenis van wetenschappelijke begrippen weergeven en correct gebruiken.
Opgave
Hoe wordt cosmetica gemaakt?
Welke reactie veroorzaakt een stof? Onderzoekend leren wordt bij de leerlingen gestimuleerd doordat ze zelfstandig werken aan een practicum. Ze hebben ook aal een achtergrondkennis van verschillende producten uit het practicum en weten wat er zal gebeuren als ze dit product bij het mengsel doen.
Werkvorm
Practicum
Orinteren
Hoe wordt cosmetica gemaakt?
Welke reactie veroorzaakt een stof?
Voorbereiden
De hypothese wordt gesteld door een herhaling van de
geziene leerstof. Hierna zullen de leerlingen moeten zeggen wat er zal gebeuren wanneer een stof wordt toegevoegd aan een mengsel.
Uitvoeren
De leerlingen vinden een antwoord door het practicum uit te
vinden. Ze zullen zo ook zien of hun hypothese klopt met de werkelijkheid. Ze zullen zien of ze de reactie juist hadden die gebeurd in het mengsel.
Reflecteren
Er wordt na het practicum gevraagd wat er gebeurde
wanneer er een bepaalde stof werd toegevoegd. Verder werd er gevraagd hoe het komt dat dit verschijnsel zich voordoet. De eigenschappen van de stoffen worden dus boven gehaald.