You are on page 1of 2

Wat wilde ik, wat deed ik, waar sta ik ?

Aan het einde van dit kwartaal heb ik actieve kennis opgedaan over groepen,
groepsprocessen en mogelijkheden voor benvloeding van groepen. Daarnaast
ben ik in staat om onderwijs in de verschillende vakgebieden af te stemmen op
specifieke pedagogische en vak gerelateerde kenmerken van mijn stage groep.
De volgende criteria spelen hierbij een rol.
- Bespreken van en omgaan met regels
Ik ben op de hoogte van de regels die binnen de groep gehanteerd worden en
kan deze bespreken met de kinderen zodat ze allemaal de boodschap begrijpen.
- Leiding geven aan het groepsproces
Ik stimuleer in positieve sfeer in de groep en heb zicht op de betrokkenheid van
de kinderen. Ik spreek kinderen aan op hun gedrag, geef positieve feedback waar
nodig en geef kinderen ruimte.
- Interactie aangaan met de groep
Als ik met de kinderen praat ga ik vanuit een onderzoekende houding het
gesprek aan. Ik leef mezelf in in het kind door actief te luisteren, feedback te
geven en kinderen aan het woord te laten komen.
- Leerdoelen stellen
Ik heb zicht op de opdrachten die binnen de groep aan de orde zijn en maak in
overleg met mijn werkplekbegleider gebruik van bestaande bronnen om
eenvoudige leerdoelen voor de kinderen te formuleren. Door opbrengstgericht te
werken en te observeren kan ik vaststellen of mijn leerdoel behaald is.
- Leeractiviteiten ontwerpen
Als ik lessen ga ontwerpen maak ik gebruik van kenmerken van de groep,
schoolomgeving en actualiteit. De gemaakte keuzen in mijn lesvoorbereiding kan
ik toelichten. Coperatieve werkvormen is ook belangrijk in een ontwerp, dit pas
ik dan ook altijd toe. Dit is tevens voor de benodigde materialen van toepassing;
dit staat van te voren altijd klaar en is terug te zien in mijn lesvoorbereiding.
- Leeractiviteiten begeleiden
De activiteiten worden verzorgd door een eenvoudige instructie met vaak visuele
ondersteuning. Na mijn activiteit bespreek ik met de kinderen of ze alles
begrepen hebben en kijk ik of ik mijn doelen heb behaald. Ik bied de kinderen
tijdens een activiteit gericht hulp en let daarbij op verschillen tussen de kinderen.
Hierbij observeer en evalueer ik de voortgang en geef positieve feedback aan de
kinderen.
Om te kunnen ontwikkelen in mijn eigen leerdoelen zijn er verschillende dingen
die daarbij geholpen hebben. Mijn werkplekbegeleider zit al heel lang in het vak
en heeft hier dagelijks mee te maken. Zij wist mij dan ook duidelijk te vertellen
wat ik moest doen en waar ik rekening mee moest houden tijdens mijn lessen. Ik
observeer mijn werkplekbegeleider ook regelmatig en kijk dan hoe zij b.v.
mimiek, gebaren en intonatie toepast. Waar je ook veel van leert is de feedback
die je krijgt op je lessen. Na elke les ga ik met mijn werkplekbegeleider samen
zitten en gaan wij mijn les evalueren. We blikken dan hoofdzakelijk terug op mijn
persoonlijke leerdoelen en gaan kijken wat er goed en minder goed is gegaan en
vullen als het nodig is een observatie formulier in.
Elise Schouten en Marit Frrer, 2009 , Klassenmanagement in de basisschool
Fundament voor effectief onderwijs. Amersfoort CPS.

Rian van der Wegen, 2013 , De klas in beeld . Esstede B.V.

Koppeling naar goed leraarschap.


Dit kwartaal heb ik veel geleerd over coperatieve werkvormen toepassen in de
praktijk. Om dit te leren heb ik boeken bestudeerd van PPO en geoefend met
verschillende samenwerkingsvormen in de praktijk.
Kenmerken van de groep leren was een nieuwe opdracht. Hiervoor moest je veel
observeren om achter verschillende aspecten te komen. We hebben hierbij ook
gebruik gemaakt van een sociogram. Uiteindelijk heb je een goede kijk op je
stage klas en weet je waarmee je rekening moet houden, dit is voor de toekomst
ideaal!
Waar ik ook goed mee heb geoefend is het ontwerpen van lessen. Bij de kleuters
heb ik nooit gebruik gemaakt van een methode maar zelf alles ontworpen. Je
moet hierbij op de hoogte zijn van de ontwikkeling van de kinderen om tot een
gepast ontwerp te komen. Dit allemaal heeft mij geholpen tot groei naar een
goede leraar dit kwartaal.
Luijtjes, M. , Zeeuw-Jans, l. de (2013). Ontwikkeling in de groep.
Doelen om aan te werken.
Wat voor mij zeker van toepassing is en wat ook terug te zien was op mijn
beoordelingscriteria van mijn werkplekbegleider is dat ik moet werken aan
uitvoeren van aaneengesloten activiteiten gedurende een dagdeel. Ik heb alle
stage dagen les gegeven maar niet aaneengesloten, dus tussendoor neemt mijn
werkplekbegeleider het over. Afgelopen dinsdag ben ik hiermee begonnen en heb
ik een complete ochtend voor de klas gestaan en de leiding genomen. Dit wil ik
nu voortaan elke keer gaan doen tot PA, zodat ik dit ook goed onder de knie heb.

You might also like