Professional Documents
Culture Documents
Het Strijdlied
Het Strijdlied
strijdlied
1
% 3
Elisabeth Walravens
G
1. Har - nas,
2. Men - sen
3. voe - ten
4. Koud
en
5. raap
mijn
6. In
mijn
ga
weet
voel
blaar
ik
trap
Em
%
en
gen
een
ker
snel
heb
strijd wat
beet on bij
ik
15
pho
hem
pho
een
die
een
die
een
helm
een
je
der el een
ne
aan
ne
beet
die
mijn
die
- je
D7
en
nie
tot maar op
maar
dan
zeg
mijn
ga
heu
ga
heu
1. strijd
2. wordt
3. strijd
4. wordt
se
rijg
se
ga
op zoek naar
wel niet hoe
me slap - jes
op
el - ke
een laat - ste
die
in
de
11
Em
%
op
held
pijn,
weg
kaar,
krop,
ik
dat
Het
ik
ruik
daar
ga
op
is
de
moet
maar
heb
nog
in
de
doe - men
pad
naam
niet
re ver al
tot
mij
te
gel
te
de
1.
D7
zwaard
zeg doen
don moed
keel
D7
ik
se
ik
se
aan
stunt
aan
stunt
- mand
- ge - ven
men
sen
Em
Ik
mijn
Ik
mijn
kan
zwaard
kan
zwaard
Bm
wacht
spies
wacht
traag,
"Hij
dat
ik
blij
scherp
blij
scherp
ik
want
maar
want
maar
Ha
wacht
Ha
dat
des
nog
des
komt
heeft
e
heeft
vast
haar
ven
haar
door
in
tot
in
mijn
de
poor - ten
sta,
moet naar
de
diep - te
heen, de
ven
ge
ven
ge
staan
punt
staan
punt
zijn
ik
zijn
ge
op
zijn
macht.
nies.
macht.
zaag.
de
eind!
Bm
ik
ik
Ik
een
Als
Een
voor
Fine
niet
is
niet
is
dat
ik
stop
op - ge - speld
ver
meer zijn
ma - tig
pech
het
ge - vaar.
poor - ten op.
is gek!"
2.
kan
er
te - gen - in.
staatniet in mijn woor - den - boek.
- gen
Bm
Per ik
Per ik
D.C. al Fine
Het
Mijn
Het
Ik