You are on page 1of 3

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e): Rick Gerhartl
Mentor: Monique van der Kruijs
Klas (PABO): P14EhvE
Datum : 24-3-2015
Stageschool: Het Venster
Groep: 1 B
Plaats: Gemert
Aantal lln: 20
Vak- vormingsgebied:
Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp:
Angst (bang zijn)
Beginsituatie:
Er zitten 20 kinderen in de klas, 9 jongens en 11 meisjes.
Ik weet van een paar kinderen dat ze heel gesloten zijn (I, E, D,)
Ook zijn er kinderen die heel open zijn, en dus graag willen vertellen (S, A, A, J,)
Al deze leerlingen zitten volgens Eriksson in het locomotorische stadium (3-6 jaar). Dit houdt in dat initiatief tegenover schuld staat. Het gezin en relaties met anderen
staan hierbij centraal.
Volgens Kohlberg zitten de kinderen in het preconventionele niveau. Op dit niveau staat centraal dat het kind gericht is op autoriteit. Alles wat beloond wordt is goed, en
alles waar straf op staat is slecht.
Fowler praat over geloofsontwikkeling. Dit komt niet aan de orde deze les.
Het verhaal gaat over Konijn. Deze verhalen doen het altijd erg goed bij de kinderen.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
Aan het einde van de les kunnen de kinderen praten over hun eigen angsten Ik controleer en stuur de kinderen zo nodig zodat zoveel mogelijk verschillende kinderen
en kunnen ze omgaan met de angsten van anderen, door hier open en in een aan het woord komen.
veilige omgeving met elkaar over te praten.
Kerndoel 34:
De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische
gezondheid van henzelf en anderen.
Lesverloop
Tijd/
Didactische
Leerinhoud Werkvorm

Didactische handelingen
Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen /
Organisatie

Inleiding
5 minuten

Kern
10 minuten

Afsluiten
3 min

Introduceren
van het
onderwerp
Verhaal
voorlezen van
konijn
Uitleg en
uitvoering van
gesprek

Liedje van
schoolTV

Ik vertel de kinderen dat ik ze een verhaal ga


voorlezen over Konijn. Hierbij vermeldt ik dat
ze goed op moeten letten, omdat we na het
verhaal met zn allen gaan praten. Ik vertel er
ook bij dat ik tijdens het verhaal geen geklets
wil horen, en iedereen netjes moet blijven
zitten.
Ik doe het boek dicht. Nu ga ik vragen stellen
over het verhaal. Dit zijn vragen als:
- Wat deed Konijn?
- Wat gebeurde er met Konijn?
- Hoe voelde Konijn zich?
- Kwam alles goed met Konijn?
Nu ga ik het gesprek beginnen met de
kinderen. Ik vertel bij voorbaat nog een keer:
Als je iets wil zeggen, steek dan je vinger op.
Gedurende het gesprek zal ik sturende vragen
stellen. Dit zijn vragen als:
- Ben jij wel eens bang?
- Waarvoor ben je dan bang?
- Wat doe je als je bang bent?
- Wat doen papa en mama als je bang
bent?
- Hoe zie jij of iemand anders eruit als
je bang bent?
Gedurende deze vragen en na de antwoorden
van de kinderen probeer ik andere kinderen te
laten reageren met andere kleine vragen:
- Wie is er ook bang voor?
- Wat doe jij als iemand bang is?

De kinderen luisteren naar wat ik vertel.

Als het gesprek stilvalt zet ik een liedje aan


van schoolTV. Dit liedje gaat over een hond
die ergens bang voor is.

De kinderen luisteren naar het liedje.

Verhaal van Konijn.


Kring opstelling

De kinderen zitten netjes in de kring en luisteren aandachtig naar


het verhaal.

De kinderen luisteren naar de vragen over het verhaal en


beantwoorden deze.
De kinderen houden zich aan de regels die vooraf vastgesteld
zijn. (vinger opsteken)

Kring opstelling

Het kind dat de beurt krijgt mag vertellen.


De kinderen luisteren naar elkaar, en zullen op elkaar reageren.

http://www.schooltv.nl/vi
deo/donder-en-bliksemlied-overonweer/#q=hond
%20bang

Reflectie Rick:
Ik vond het een fijne les. De kinderen snapte het doel van de les en ze vonden het verhaal leuk. Ze leefde ook helemaal mee met Konijn. Het gesprek
verliep ook goed, alhoewel er soms een beetje onrust was. Dit was gauw weer opgelost, waardoor we snel door konden met het gesprek.
Feedback Mentor:
Je hebt de les goed vormgegeven. Goed dat je in het begin de regels aangaf voor de les.
Denk aan je intonatie en stemgebruik. Je had Uil bijvoorbeeld een iets andere stem kunnen geven.

Verantwoording:
Veel kinderen op kleuterleeftijd zijn ergens bang voor. Ook ik ben bang voor bepaalde dingen, en ik ben de leerkracht van de kinderen. Ik ben erg
benieuwd naar de angsten van de kinderen. Door dit gesprek leren de kinderen van elkaar waar ze bang voor zijn. Misschien kunnen ze elkaar zelfs tips
geven (wat kan je doen als je bang bent?)
Ik begin deze les bewust met het verhaal van Konijn. Er zijn al vaker verhalen van Konijn voorgelezen door mijn mentor, en het is mij opgevallen dat de
kinderen deze verhalen erg leuk vinden. Ik heb waarschijnlijk ook gelijk de aandacht als ik dat boek erbij pak.
De vragen die in mijn lesvoorbereiding staan, wil ik zeker aan bod laten komen. Ten eerste om te kijken of de kinderen het verhaal hebben begrepen, en
ten tweede of dat ze ook daadwerkelijk op hebben gelet.
De reden dat ik de regels aan het begin van de les en na het verhaal voorleg, zijn alleen maar om orde en veiligheid te scheppen tijdens het gesprek wat
volgt na het verhaal.
De reden waarom ik de les afsluit met een liedje is omdat dat weer een beetje vrolijkheid schept in de groep. De angst in het liedje gaat ook niet over echt
enge dingen, maar gewoon over een hond die bang is voor onweer. Uit dit lied wordt ook nog duidelijk dat dieren ook bang kunnen zijn, net als Konijn.

You might also like