Professional Documents
Culture Documents
INHOUD
Blz.
INLEIDING
INVENTARIS
ALGEMEEN
Correspondentie
6
6
PARTICULIER
Identiteitspapieren
Opleiding
Fotos
Reizen
Overige
8
8
8
9
9
9
OPENBARE LEVEN
Onderzoek en auteursschap
Werkdossiers
Publicaties
Voordrachten
Kaartsystemen
Beelddocumentatie
Overige documentatie
Overige activiteiten
10
10
10
12
13
14
14
14
15
INDEX
16
INLEIDING
In 1880 besloot paus Leo XIII de archieven van het Vaticaan voor onderzoek
open te stellen. Dit initiatief deed in Nederland de wens ontstaan de Romeinse
archivalia met informatie over het nationale verleden toegankelijk te maken. Op
instigatie van de Leidse hoogleraar prof. P.J. Blok en van mr. Victor de Stuers,
hoofd van de afdeling 'Kunsten en Wetenschappen' van het ministerie van
Binnenlandse Zaken, werd daartoe in 1904 het Nederlands Historisch Instituut te
Rome opgericht.
Dit instituut stelt tot op heden Nederlandse beoefenaars van wetenschap en
kunst in de gelegenheid om in contact te treden met het in Itali en in het
bijzonder in Rome aanwezige materiaal, dat van belang is voor de kennis van
de geschiedenis en de cultuur van West-Europa en in de verschillende fasen
van ontstaan en ontwikkeling.
G.J. Hoogewerff1 raakte in 1909 verbonden aan het Nederlands Historisch
Instituut (nu het Nederlands Instituut te Rome) met de opdracht in Itali
bronnen te verzamelen over Nederlandse kunstenaars en geleerden. De
verzamelde gegevens werden uitgegeven in twee dikke delen die in 1913 en
1917 verschenen. Dit materiaal gebruikte hij ook voor zijn dissertatie over
Nederlandse schilders in Itali in de zestiende eeuw. Al snel werd
Hoogewerff secretaris van het Instituut en in 1924 als opvolger van mgr.
A.H.L. Hensen benoemd tot directeur, een positie die hij bekleedde tot zijn
pensionering in 1950. Meteen daarna werd hij benoemd tot hoogleraar in de
Iconografie en Oud Christelijke Kunst in Utrecht.
De belangrijkste publicatie van Hoogewerff is zijn Noord-Nederlandsche
Schilderkunst (tot het einde van de zestiende eeuw), verschenen in vijf delen
van 1936 tot 1947. Met het verzamelen van de gegevens voor deze studie is
hij begonnen na de voltooiing van zijn dissertatie. Hij verzamelde het
materiaal tijdens zijn reizen en legde een grote verzameling beeldmateriaal
aan.
Naast de geschiedenis heeft Hoogewerff vooral belangstelling gehad voor het
verband tussen letterkunde en beeldende kunst: bijzondere aandacht had hij
voor de studierichting, die hij als Ikonologie betitelde. Het belang van de
ikonologie voor de kunsthistorische studie heeft hij het uitvoerigst
uiteengezet in de rede, waarmee hij op 30 maart 1950, zijn professoraat in de
'Iconografie en Iconologie van de Oud-Christelijke kunst' aanvaardde.
voor meer biografische gegevens het overzicht bij Wessel Krul, Geschiedenis en
ikonologie: G.J. Hoogewerff (1884-1963) op p.121 in: red. Peter Hecht, Annemieke
Hoogenboom en Chris Stolwijk, Kunstgeschiedenis in Nederland (Amsterdam 1998). Zie
ook: A.W. Byvanck, Herdenking van Godefridus Johannes Hoogewerff in Jaarboek der
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (1963 - 1964): Huldigingsbundel
opgedragen aan prof. dr. G.J. Hoogewerff bij zijn 75ste verjaardag Mededelingen van het
Nederlands Instituut te Rome( deel XXXI): J.Offerhaus, De periode Hoogewerff (1924 1950) in Mededelingen (1989, deel XLIX), p. 44 - 59
1Zie
INVENTARIS
ALGEMEEN
Correspondentie
1- 35
36-101
80.
81.
82.
83.
84.
85.
86.
87.
88.
89.
90.
91.
92.
93.
94.
95.
96.
97.
98.
99.
100
101.
PARTICULIER
Identiteitspapieren
102.
Opleiding
103-107.
108.
Fotos
109.
110.
Reizen
111.
112.
Overige
113.
114.
115.
116.
117.
118.
119.
OPENBARE LEVEN
Onderzoek en auteursschap
Werkdossiers
121-179a-f.
10
146.
147.
148.
149.
150.
151.
152.
153.
154.
155.
156.
157.
158.
159.
160.
161.
162.
163.
164.
165.
166.
167.
168.
169.
170.
171.
172.
173.
174.
175.
176.
177.
178.
11
de bibliotheek. 2 omslagen.
Publicaties
180-197.
198a-f.
199-201.
12
200.
201.
nrs. 46 100.
nrs. 101 109 en een aantal zonder nummer.
202.
203-207.
208.
Voordrachten
209-220.
13
223.
Beelddocumentatie
224.
225-237.
Overige documentatie
238.
239-241.
14
242.
244-247.
15
INDEX
N.B. Betreft index op persoonsnamen, namen van instellingen en
onderwerpen, genoemd in de inventaris. Een aantal namen van personen
komen uit de chronologisch geordende correspondentie en uit de
correspondentie in de werkdossiers en de beelddocumentatie.
Algemeen Handelsblad 36
Algemeen Nederlands Verbond 37
Antonini, G. 38
Auluis, E. de 39
Barbieri, Silvio 246-247
Beets, N. 40
Bentvueghels 178, 194
Berg, R.T. van den 41
Blok, P.J. 42
Bontekoe 156, 183
Boymans van Beuningen 43
Bierens de Haan, J.D. 168
Bijleveld 44, 151
Bijlert, Jan van 143
Bijvanck, A.W. 45, 119, 151, 176
Biliverti, Giovanni, 134
Bredius, Abraham 46, 179f
British Museum 105
Brok, Willem 1
Brom, Jan Eloy 47, 179c, 179f
Brom, Gerard 3, 7, 179f
Bronckhorst, Johannes Jansz van 145
Bronckhorst, Jan Gerritsz van 145
Buma, C. 15
Burlet Ch. A. de 15
Buschmann, P. 48
Canossa, Mathilde 158
Cohen, Walter 151
Colenbrander, H.T. 12, 83
Collegium Annalium Institurum 243
Cornelissen, J. 49
Coster, H. 50, 151
Douwes, Evert Jan 33
16
17
18
19