Meerwaarde samenwerking binnen de minor Active Ageing

Er zijn twee grondkenmerken van de minor Active Ageing. Het eerste kenmerk is
het samenbrengen van de klassieke factoren rondom gezondheidszorg. Het gaat
hier om samenwerken tussen de verschillende opleidingen zoals verpleegkunde,
fysiotherapie en sociale studies. In de praktijk kan dit worden opgevat als
interdisciplinair werken. Het tweede kenmerk is de kloof
tussen
gezondheidswerkers en technologen verkleinen. Vanuit gezondheidswerkers is er
vaak weerstand tegen technologie en de technologen hebben vaak een onjuiste
beeldvorming omtrent de behoeften van de clint.
De meerwaarde van samenwerking tussen de opleidingen binnen de minor is van
belang voor de grondkenmerken. Ik vind hiernaast dat het leren kennen van de
opleidingen belangrijk voor in de toekomst. Een voorbeeld is: als ik nu tijdens
mijn werk een persoon ontmoet met de opleiding CMV (Culturele en
Maatschappelijke Vorming) heb ik een duidelijk beeld van de kwaliteiten van het
persoon. Ik weet waar de krachten liggen die geleerd zijn tijdens de opleiding. Ik
weet hoe ik iemand kan ondersteunen en ik weet hoe zij mij kunnen
ondersteunen. Als dit een jaar geleden aan mij werd gevraagd, had ik geen flauw
benul.
Ik merk ook dat de werkzaamheden rondom mijn achtergrond, Verpleegkunde,
onduidelijk zijn. Er zijn medestudenten die versteld staan van de onderwerpen
die aan bod zijn gekomen tijdens mijn opleiding. Het zorgt ervoor dat de
studenten kennis en respect ontwikkelen voor elkaar.
Als verpleegkunde-student is de meerwaarde voor de minor Active Ageing de
kennis van de oudere en de kennis van de ziektebeelden. Mijn kennis rondom het
gezond ouder worden is erg breed. Ik vind dat het combineren van mijn kennis
over de ziektebeelden en het gezond ouder worden een leuke uitdaging. Het
veranderingsproces van pathogenese naar salutogenese is hiernaast ook een
uitdaging.