Professional Documents
Culture Documents
Onder de loep
1 Wie zegt dat?
a) Lees de vragen. Bekijk de artikelen. In welk artikel staat het antwoord op de vraag? Omcirkel het
juiste artikel (A/B/C/D). Lees daarna de artikelen. Geef antwoord op de vragen.
vraag
artikel
1.
A/B/C/D
2.
Op hoeveel plaatsen is er tot nu toe gecontroleerd of de nieuwe trein te veel geluid maakt?
A/B/C/D
3.
A/B/C/D
4.
A/B/C/D
antwoord
vooral om vrouwen en laagopgeleiden, zo blijkt uit vandaag gepubliceerde cijfers van het CBS.
drientwintig 23
contact3 wb H2.indd 23
07-08-2012 15:47:37
2A
Nederland beleefde dit jaar de natste zomer, tenminste sinds het begin van de landelijke neerslagmetingen,
waarvan de meetreeks begint in 1906. Het KNMI berekende gemiddeld over het hele land omstreeks 350
mm neerslag, tegen 225 mm normaal (gemiddeld over het tijdvak 1981 2010).
b) In de teksten bij a) worden vier onderzoeksbureaus genoemd. In de teksten zijn de namen van de
bureaus afgekort. Zoek in de teksten welk type onderzoek elk bureau doet. Schrijf de afkortingen
daarna voluit. Gebruik de volgende woorden:
Bureau Centraal Cultureel Instituut Koninklijk Meteorologisch Natuurwetenschappelijk Nederlands
Onderzoek Planbureau Sociaal Statistiek Toegepast
KNMI
CBS
voor de
SCP
TNO
24 vierentwintig
contact3 wb H2.indd 24
07-08-2012 15:47:40
2 Wie is het?
a) Vul de juiste persoon in de puzzel in. Als u een woord niet weet, kijk dan in de teksten bij
oefening 1a) of in de leestekst van oefening A2 van het tekstboek.
1
2
3
4
5
6
7
8
10
11
12
Horizontaal
1. Hij of zij weet heel veel over een onderwerp.
4. Deze man of vrouw is bereid te werken.
6. Hij of zij schrijft regelmatig stukjes in de krant, in een
tijdschrift, of op een website.
8. Hij houdt van mannen.
9. Een persoon die lid is van de regering en die hoofd is
van een ministerie.
10. Zij houdt van vrouwen.
11. Iemand die niet meer dan basisonderwijs heeft
gevolgd is een .
12. Dit is iemand die bijhoudt wat de laatste trends zijn.
2.
3.
5.
7.
Verticaal
Deze man of vrouw woont in een stad.
Een persoon die op zoek is naar een baan.
Hij of zij doet onderzoek.
Iemand die in kranten, op de radio, televisie en
internet, vertelt wat er in de wereld gebeurt.
b) In de puzzel staan zes oranje vakjes. Maak met de letters uit die vakjes een woord. Vul dat woord
hieronder in.
Als een groep personen iets doet wat heel normaal is, dan zeggen Nederlanders vaak:
Het zijn net
vijfentwintig 25
contact3 wb H2.indd 25
07-08-2012 15:47:40
2A
3 Kunnen we het nog wel aan?
Kijk naar de afbeeldingen en de onderschriften. Ze vormen samen een tekstje. Vul de ontbrekende
woorden in. Soms moet u de vorm van een woord aanpassen. Kies uit:
berg doorlaten filteren opzuigen over je heen overdosis selectief
1. Dit is een
aan informatie.
2. Die kun je
laten komen.
6. Want een
te zijn, en de informatie te
is nooit goed.
het gebruik
vergelijking
digitale media
Neder-
Europa,
nieuwe media.
internet dan hun leeftijdsgenoten
andere landen.
26 zesentwintig
contact3 wb H2.indd 26
07-08-2012 15:47:44
de dag.
6.
Nederland waren
de zes en de
twaalf online.
7. Ik heb geen recentere cijfers
de hand.
8. Sommige mensen vinden het goed dat kinderen al zo jong leren omgaan
apparaten.
9. Maar anderen vinden dat er te veel risicos kleven
leeftijd.
technische
internetgebruik
10. Je ziet ook dat zowel ouders als leerkrachten heel erg worstelen
zon jonge
de voor- en nadelen
deze ontwikkeling.
11. Kinderen denken dat ze een leuke game
de
scholen en ouders,
adviezen hoe ze de
zevenentwintig 27
contact3 wb H2.indd 27
07-08-2012 15:47:44
2A
6 Cijfers schrijven
1. Lage getallen (de getallen een tot en met twintig) en ronde getallen (tientallen, honderdtallen,
duizendtallen, de woorden duizend, miljoen, miljard) worden meestal in letters geschreven.
2. Als er in een zin zowel lage/ronde, als hoge/niet-ronde getallen staan, schrijf dan lle getallen in cijfers.
3. Gebruik altijd cijfers als het gaat om zakelijke en exacte informatie: bij maten, gewichten, percentages,
leeftijden, jaartallen en dergelijke.
4. Als u getallen in woorden schrijft, let dan op:
a. Schrijf getallen tot duizend aan elkaar.
b. Schrijf breukgetallen altijd los.
1.
2.
b) Maak zelf zinnen met onderstaande combinaties. Zorg dat de betekenis van de combinaties
duidelijk blijkt uit uw zin. Lever de zinnen in bij de docent.
het gebruik van het risico van in de gaten hebben omgaan met op internet zitten
reclame maken voor worstelen met
28 achtentwintig
contact3 wb H2.indd 28
07-08-2012 15:47:44
8 Informatie vergaren
Ga naar n van de volgende websites.
www.cbs.nl. Kijk onder het kopje Themas.
www.scp.nl. Kijk onder het kopje Onderwerpen.
Zoek een onderzoek dat u interessant vindt. Vertel eerst waarom u voor dit thema of onderwerp
hebt gekozen. Gebruik hiervoor maximaal 50 woorden.
Vat vervolgens het onderzoek samen in een tekst van 100-125 woorden. Probeer kort en bondig te
zijn. Lever de teksten in bij de docent.
B
D
negenentwintig 29
contact3 wb H2.indd 29
07-08-2012 15:47:45
2B
1. Onder welk kopje kijkt u als u een antwoord zoekt op de onderstaande vragen?
A
niet
waar
b) Zoek op de titelpagina de woorden waarvan u de betekenis niet kent op in het woordenboek. Kies
daarna het juiste woord en vul in.
1. Als personen binnen een organisatie niet allemaal evenveel informatie hebben, noemen we dat een
.
2. Als er informatie naar buiten komt die nog geheim had moeten blijven, spreken we van een
.
3. Het doorgeven van informatie noemen we
30 dertig
contact3 wb H2.indd 30
07-08-2012 15:47:46
6. De periode in de geschiedenis van de mensheid waarin de samenleving sterk beheerst wordt door de
automatische verwerking en overdracht van informatie met behulp van micro-elektronica noemen we het
.
7. Mededelingen over files en andere hindernissen in het wegverkeer via de radio noemen we
.
8. Als je altijd alles van iets wilt weten, heb je een grote
vergaren verspreiden
2.
3.
b) Kijk naar de verba bij informatie in het schema bij a). Zet de verba op de juiste plaats in het schema
hieronder.
informatie geven aan een ander
de juiste vertegenwoordigers.
fietsvakanties in Frankrijk?
dit onderwerp.
het onderwerp.
haar onderzoek.
het voorval.
eenendertig 31
contact3 wb H2.indd 31
07-08-2012 15:47:47
2B
4 Uitgeblust en opgebrand
cd 1 - 15
NOTITIE
opbranden.
ssen en een kaars kan
Een brand kun je blu
ebrand zijn. Ze
opg
en
t
lus
nen uitgeb
Maar ook mensen kun
inig energie
we
lusteloos voelen, dus
zeggen dit als ze zich
moe zijn.
erg
l
hee
dus
ut,
ze uitgep
hebben, en wanneer
Ik ben volkomen uitgeblust. Allereerst heb ik vannacht bijna niet geslapen, waardoor ik vanmorgen wel drie
keer opnieuw de wekker heb laten afgaan. Ik ging dus enigszins gehaast naar mijn werk. Vervolgens heb ik
nagenoeg de hele dag geprobeerd om een folder te schrijven over het gebruik van rookmelders in huis. Helaas
ben ik nauwelijks opgeschoten, omdat ik vrijwel de hele dag gestoord ben door collegas met volstrekt
nutteloze vragen. Uitermate vervelend, omdat de tekst voor de folder morgen al bij de drukker moet zijn.
helemaal niet
bijna niet
een beetje
bijna
zeer
volkomen
helemaal
enigszins
nagenoeg
nauwelijks
vrijwel
volstrekt
uitermate
c) Maak nu zelf met elk woord een passende zin. Lever de zinnen in bij de docent.
32 tweendertig
contact3 wb H2.indd 32
07-08-2012 15:47:50
Draagbare brandblussers
1. waterblussers
geschikt voor bijna alle branden
niet gebruiken bij elektriciteitsbrand en vlam in de pan
2. schuimblussers
geschikt voor alle woningbranden
veroorzaken nauwelijks verdere schade
ook zeer geschikt voor caravan en zomerhuisje
3. poederblussers
geschikt voor alle woningbranden
ook geschikt voor auto, caravan, zomerhuisje en boot
om verdere schade na het blussen te voorkomen, moet het
4. kooldioxydeblussers (CO2)
geschikt voor elektriciteitsbranden
b) De brandweer heeft u gevraagd dit deel van de brochure te schrijven. Gebruik daarvoor de
informatie hierboven. Uw tekst moet helder en duidelijk zijn. Maak tussenkopjes en gebruik
structuurwoorden. Lever de tekst in bij de docent.
6 Het is niet altijd de!
a) De woorden op de titelpagina van hoofdstuk 2 zijn allemaal samengestelde woorden. Ze bestaan
uit twee woorden. Kijk nu naar de artikels (de/het) bij de woorden. Welk woord bepaalt of het
artikel van het samengestelde woord de of het is?
driendertig 33
contact3 wb H2.indd 33
07-08-2012 15:47:51
2C
b) Vul het juiste artikel in en vertel ook waarom u dat artikel gekozen hebt. Lees eventueel nog een
keer de tips op p. 16 van hoofdstuk 1.
artikel
woord
1.
calorie
2.
consument
3.
deskundige
4.
eigenschap
5.
fragment
6.
hitte
7.
juf
8.
klasgenootje
9.
kwestie
10.
overdosis
11.
stichting
12
tekening
13.
tennis
14.
vaardigheid
15.
warmte
16.
brandgevaar
17.
proefpersoon
18.
internetgebruik
19.
vetweefsel
20.
opslagruimte
waarom?
De proef op de som
1 Schrijf vaardig
a) Lees de onderstaande informatie.
Stap 1:
Begrijpt u de zin? Zo niet, gebruik dan een woordenboek. Onderstreep of noteer eventueel
belangrijke woorden.
Staat er bijvoorbeeld een signaalwoord in de tekst dat iets zegt over de relatie tussen de zinsdelen?
Staan er verwijswoorden in de zin?
Wat voor soort zin moet u schrijven? Een hoofdzin, een hoofdzin met inversie, een vraagzin of een
bijzin?
34 vierendertig
contact3 wb H2.indd 34
07-08-2012 15:47:51
Stap 3:
b) Vul de zinnen aan. Volg daarbij de stappen die hierboven zijn beschreven.
1. Terwijl zij zich voorbereidde op de promotieplechtigheid,
2. Als
4. Zodra
2 Luister vaardig
cd 1 - 16
a) U gaat luisteren naar een interview met een gepromoveerde. Geef antwoord op de vragen. Gebruik uw
eigen woorden. Zet indien nodig de cd op pauze als u meer schrijftijd nodig hebt dan op de cd staat.
U gaat luisteren naar een interview met Welmoed van der Velde. Zij is 26 jaar en kort geleden
gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij studeerde eerst Nederlands recht en deed haar
promotieonderzoek bij de sectie Internationaal Privaatrecht van de faculteit der Rechtsgeleerdheid.
U hoort eerst hoe het interview begint. Hierbij is nog geen opgave.
Dan begint nu de opdracht. Lees opgave 1 goed door.
1. Wat zegt Welmoed over het onderwerp van haar onderzoek?
2. Hoe zag een gemiddelde dag voor Welmoed eruit tijdens haar promotieonderzoek?
3. Wat vond Welmoed het moeilijkst tijdens het promoveren?
vijfendertig 35
contact3 wb H2.indd 35
07-08-2012 15:47:51
2C
4. Wat zegt Welmoed over de tijd die ze aan haar promotietraject kon besteden?
5. Welke eigenschap moet een promovendus hebben, volgens Welmoed?
6. Wat zegt Welmoed over het vinden van werk na een promotie?
b) U gaat nog een keer luisteren naar het interview met Welmoed van der Velde. Geef antwoord op de
meerkeuzevragen.
1. Wat zegt Welmoed over het onderwerp van haar onderzoek?
a. Haar eerste promotor, prof. ten Wolde, heeft het onderwerp voor
haar bepaald.
b. Haar persoonlijke interesses waren een grote hulp bij de beslissing.
c. Haar tweede promotor, prof. Claringbould, heeft haar op het idee
gebracht.
2. Wat zegt Welmoed over een gemiddelde dag tijdens haar promotie onderzoek?
a. De invulling van haar werkdagen verschilde per fase van het
onderzoek.
b. Ze vond de werkdagen in de laatste fase veel saaier dan de eerdere.
c. Ze vond het vele reizen op een dag vaak erg vermoeiend.
3.
4. Wat zegt Welmoed over de tijd die ze aan haar promotietraject heeft besteed?
a. Ze kreeg een jaar extra de tijd om te promoveren.
b. Ze moest n dag per week werken naast haar promotie.
c. Ze werkte vijf dagen per week aan haar onderzoek.
5. Welke belangrijke eigenschap voor een promovendus noemt Welmoed?
a. Hij moet grote belangstelling voor zijn promotie-onderwerp hebben.
b. Hij moet goed met kritiek kunnen omgaan.
c. Hij moet goed mondeling kunnen presenteren.
6. Wat zegt Welmoed over het vinden van werk na een promotie?
Als je gepromoveerd bent .
a. kun je meestal in een hogere positie beginnen.
b. vinden sommige bedrijven je te duur in salaris.
c. vinden bedrijven je soms te specialistisch opgeleid.
36 zesendertig
contact3 wb H2.indd 36
07-08-2012 15:47:52
Uitspraak
Weetje
Wist u dat op sommige plaatsen in Nederland /ei/, /ui/ of /ou/ als n klank wordt uitgesproken? Pijn
wordt pien in Twente en een Hagenees maakt van goud gaad. Dat komt omdat deze klanken
moeilijker zijn om uit te spreken; ze bestaan namelijk uit twee klanken. Ze beginnen anders dan ze
eindigen. De ei/ij begint als de /e/ en eindigt als /ie/. De au/ou begint als /a/ en eindigt als /oe/. De
ui begint als /aa/ en eindigt als /uu/. En de /uu/ was ook al zo lastig om uit te spreken. Vandaar dat de
Nederlanders ook de tweeklank wel eens als n klank uitspreken.
1 De /ei/ van mei en vijf, de /ui/ van huis en de /ou/ van blauw en koud
a) Luister naar de woorden op de cd (track 17). Hoort u dezelfde klank? Zet een kruis bij ja of nee.
ja
ja
1.
nee
nee
ja
5.
9.
2.
6.
10.
3.
7.
11.
4.
8.
12.
nee
b) Luister naar de woorden op de cd (track 18). Welke klank hoort u in het woord? Zet een kruis bij de
juiste klank.
ui
1.
au/ou
ei/ij
ui
au/ou
ei/ij
6.
2.
7.
3.
8.
4.
9.
5.
10.
2 Woordaccent
a) Luister naar de woorden op de cd. Zet een streep onder de syllabe met accent.
cd 1 - 17, 18
cd 1 - 19
1. huis-hou-den
5. bouw-te-ke-ning
9. bij-voor-beeld
2. ac-tu-a-li-teit
6. ui-ter-ma-te
10. nau-we-lijks
3. uit-ein-de-lijk
7. ver-ge-lij-king
11. hoe-veel-heid
4. ver-schui-ving
8. mis-bruik
12. uit-een-lo-pend
zevenendertig 37
contact3 wb H2.indd 37
07-08-2012 15:47:52
1A
2C
a) Luister naar de toon van de zinnen. Is de spreker klaar met de zin of niet? Kies reactie A of B. Bij
reactie A maakt de spreker de zin af. Bij reactie B is de spreker klaar en geeft een andere spreker
een reactie. Luister dan naar het vervolg.
cd 1 - 20
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
b) Zeg nu zelf de zinnen op twee manieren. Laat duidelijk het verschil in toon horen.
4 Versta vaardig
cd 1 - 21
a) Nu volgt opnieuw fragment 1 (cd1, track 5) van oefening 4b) in 2A van het tekstboek op p. 28.
a. 8
b. 10
c. 12
b) Luister nog een keer naar het fragment en lees mee. Zet op de juiste plaats spaties, hoofdletters en
interpunctie.
vandaagisaanhetlichtgekomendatergrovefoutenzijngemaaktindebouwtekeningen
voorhetnieuwesportcomplexinheerenveenhetgeplandegebouwblijkttegrootvoorhet
beschikbareterreindegrondwaarophetimmensesportcomplexmoetkomeniscircazeven
hectaregrootzegmaardrieneenhalfvoetbalveldhetgebouwzoisnugeblekenisenkele
vierkantecentimetersgroterdatisweliswaarnietveelmaardegevolgenzijndesastreus
waarschijnlijkmoetalleswordenafgebrokenomdaarnaopnieuwtewordenopgebouwdom
tochaanhetafgesprokenaantalkubiekemeterstekomenzalwellichteenextraverdiepingop
hetgebouwwordengeplaatstdeskundigenverwachtendatdebouwhierdoorruimeenjaar
vertragingzaloplopenhoedefoutheeftkunnenontstaanwordtmomenteelonderzocht
debouwisvoorlopigstilgelegd
38 achtendertig
contact3 wb H2.indd 38
07-08-2012 15:47:52