You are on page 1of 25

Ontwerp van bewegende beschermvoorzieningen

met fysieke scheiding


in overeenstemming met ISO 14119

Inleiding

Met de Machinerichtlijn (MRL) 2006/42/EG en de bijbehorende normen heeft de Europese Unie


een regelgeving in het leven geroepen, die bij het bouwen van machines en installaties in acht
genomen moet worden. Deze regelgeving wordt ook door de markten buiten de EU beschouwd
of overgenomen als basis voor de machineveiligheid. Zij bevat, onder andere, informatie over het
ontwerp van zogeheten bewegende beschermvoorzieningen met fysieke scheiding - zoals veiligheidsdeuren in de normen genoemd worden.
De positiebewaking van bewegende beschermvoorzieningen met fysieke scheiding wordt
gedetailleerd beschreven in de norm ISO 14119: Veiligheid van machines -Blokkeervoorzieningen gekoppeld aan afschermingen - Grondbeginselen voor het ontwerp en de keuze
(NEN-EN-ISO 14119:2013 en). Deze nieuwe norm vervangt de tot nu toe geldende EN 1088
en werd op 11 april 2014 in het Staatsblad van de Europese Commissie gepubliceerd als
geharmoniseerde norm onder de MRL. Als ISO norm geldt zij bovendien wereldwijd, dus ook
buiten de Europese Unie.
Omdat de overgangstermijn voor de inwerkingtreding van de nieuwe norm reeds op 30.4.2015
verstrijkt, is het aan te raden om nu reeds rekening te houden met deze norm bij het bouwen van
nieuwe machines en installaties.
Met deze brochure willen wij constructeurs in de machine- en installatiebouw een handig hulpmiddel bieden voor het normenconform ontwerpen van bewegende beschermvoorzieningen met
fysieke scheiding volgens de norm ISO 14119 en andere relevante regelgevingen.
In de brochure vindt u de bijbehorende poster, die een snel overzicht van het veiligheidstechnisch
juiste ontwerp van beschermvoorzieningen biedt en het volledige proces voor het normconform
selecteren en ontwerpen van beschermvoorzieningen in de vorm van een flowchart weergeeft.
Deze brochure geeft tekst en uitleg bij de bijgevoegde poster en verstrekt gedetailleerde informatie over de individuele stappen van het proces dat in de flowchart getoond wordt. Op de poster
worden de paginanummers vermeld, waar de desbetreffende processtap beschreven wordt.
De inhoud van deze brochure weerspiegelt de interpretatie van de Schmersal Groep en is onder
andere gebaseerd op de samenwerking met het Duitse Instituut voor Normering e.V.,
Normenausschuss NA 095 veiligheidstechnische basisprincipes alsook Beschermvoorzieningen,
veiligheidsmaatregelen en blokkeervoorzieningen. Het lezen van deze brochure ontslaat de lezer
echter niet van de taak, de norm zelf te bestuderen en te interpreteren.
Een opmerking ter verduidelijking: de uitdrukking blokkeerinrichting, die in de norm gebruikt
wordt als synoniem voor veiligheidsschakelcomponent, leidt vaak tot verwarring, omdat in het vakjargon met blokkeervoorziening een component bedoeld wordt, die de veiligheidsdeur ook effectief gesloten houdt, afsluit en/of vergrendelt. De normen beschrijven deze component echter meer
bepaald als blokkeervoorziening met vergrendeling. Volgens de definitie van de norm zorgen de
blokkeervoorzieningen zelf alleen voor de positiebewaking (open/gesloten) van de veiligheidsdeur.
Deze taak kan ook uitgevoerd worden door elektromechanische veiligheidsschakelaars of door
aanrakingsvrij werkende veiligheidsensoren.

Inhoudsopgave

Inleiding ___________________________________________________________ Pagina 02

1. Risicobeoordeling __________________________________________________ Pagina 04


2. Inherente veiligheid ________________________________________________ Pagina 05
3. Technische beschermingsmaatregelen__________________________________ Pagina 05
4. Bepaling van de veiligheidsfunctie_____________________________________ Pagina 06
5. Ontwerp van het veiligheidscircuit______________________________________ Pagina 08
6. Scheidende beschermvoorzieningen___________________________________ Pagina 09
7. Keuze van het vergrendelprincipe______________________________________ Pagina 09
8. Aanleidingen tot manipulatie evalueren__________________________________ Pagina 10
9. Blokkeerinrichtingen met en zonder vergrendelvoorziening__________________ Pagina 15
10. Productkeuze_____________________________________________________ Pagina 16
11. Blokkeerinrichtingen met vergrendelvoorziening
met werk- of ruststroomprincipe ______________________________________ Pagina 18
12. Foutuitsluitingen volgens ISO 13849-2 _________________________________ Pagina 19
13. Verificatie _______________________________________________________ Pagina 20
14. Validering _______________________________________________________ Pagina 21
15. Gebruikersinformatie ______________________________________________ Pagina 22
16. Lijst van normen__________________________________________________ Pagina 23

1. D
 e Risicobeoordeling

Gegevens te
vermelden door
de gebruiker

Risicobeoordeling
(op basis van de gedefinierde grenzen en het
doelmatige (correcte) gebruik van de machine)
Risico
Door de bouwer te treffen
beschermmaatregelen:

Gegevens
verstrekt door de
machinebouwer

ISO 12100:
Risicobeoordeling

Stap 1:

Inherent veilige constructie

Stap 2:

Technische beschermingsmaatregelen
en bijkomende beschermingsmaatregelen

Stap 3:

Gebruikersinformatie
aan de machine
- Waarschuwingsbord: signalen
- Waarschuwingssignalen/alarmen
in de gebruikershandleiding

Restrisico na
de maatregelen
getroffen door de
machinebouwer

De MRL en dus ook de wet (in Duitsland de 9de verordening bij de Wet op de Productveiligheid) verlangt van iedere machinebouwer, dat hij een risicobeoordeling uitvoert.
De risicobeoordeling bestaat uit de identificatie van de gevaren en de inschatting en de
evaluatie van de risico's
De risicobeoordeling houdt rekening met de volledige levensduur en alle bedrijfsmodi van
de machine
Tips voor het uitvoeren van een risicobeoordeling vindt u in de ISO 12100.
Pas nadat hij de risicobeoordeling uitgevoerd heeft, weet de machinebouwer op welke
plaatsen van zijn machine er risico's op verwonding bestaan EN of hij iets tegen deze
risico's moet ondernemen.

2. Inherente veiligheid

Minimumafstanden

Begrenzen van de
werkzame energie

Onderbreking van de
krachtstroom

Elastische vervorming

Krachten die zich op de gevaarlijke plaats voordoen,


worden betrouwbaar begrensd tot waarden, waarbij
het effect van schade aan
het lichaam uitgesloten is.

De opbouw van de krachten


die tot verwondingen kunnen
leiden, wordt op een betrouwbare manier onderbroken voordat de grenswaarden bereikt worden

Machineonderdelen die
bewust zacht uitgevoerd
zijn, absorberen het
grootste gedeelte van de
vervormingsenergie.

Gevaarlijke bewegingen
stilzetten op een afstand,
zodat de ledematen niet
verwond kunnen worden

Volgens de afbeelding in ISO 12100 moeten de risico's eerst constructief gelimineerd


worden (= inherente veiligheid); zie ISO 12100, Hoofdstuk 3.20.
Onder inherente veiligheid verstaat men het elimineren van risico's door
constructieve maatregelen.

3. Technische beschermingsmaatregelen

Als de gedetecteerde risico's niet door constructieve maatregelen opgeheven of minstens


tot een acceptabel niveau kunnen gereduceerd worden, moeten er technische beschermingsmaatregelen getroffen worden, bijv. optoelektronische beschermvoorzieningen,
tactiele beschermvoorzieningen, tweehandbediening (plaatsbinding van de handen), enz.
zie ook ISO 12100, Hoofdstuk 3.21.
Een van de mogelijke technische beschermingsmaatregelen kan bijvoorbeeld ook een
bewegende scheidende beschermvoorziening (veiligheidsdeur) zijn.
Dat is de technische beschermingsmaatregel waarop deze brochure zich concentreert.

4. Bepaling van de veiligheidsfunctie


Tabel 8 van de ISO 13849-1 definieert veiligheidsfuncties die ervoor zorgen dat het
gedetecteerde risico geminimaliseerd wordt, zie ook ISO 12100 Hoofdstuk 3.30.
Bij het realiseren van de veiligheidsfunctie moet de volledige veiligheidsketen in acht
genomen worden - te beginnen met de sensortechnologie (input, in ons geval de
blokkeerinrichting), vervolgens de verwerking (logica) en tot slot de actuatoren (output).

Iedere veiligheidsfunctie/-circuit bestaat uit de volgende componenten ("subsystemen")


ISO 13849-1:
Veiligheidsfunctie

I nput

Logic
bijvoorbeeld:

...of...

...of andere

Output

Met behulp van de risicografen van de ISO 13849-1, Bijlage A, kan het vereiste Performance
Level (=PLr) voor deze veiligheidsfunctie berekend worden.

Laag
risico

S1

F1
F2

S2

F1

P1
P2
P1
P2

F2

Uitgangspunt voor het inschatten


van de risicovermindering

Vereiste
Performance
Level PLr

P1
P2

c
d

P1

P2
Hoog
risico

S Ernst van de verwonding


S1 lichte (gewoonlijk omkeerbare verwonding)
S2 ernstige (gewoonlijk onomkeerbare verwonding inclusief dood)
F Frequentie en/of duur van de blootstelling
aan het gevaar
F1 zelden tot minder vaak en/of de duur van de
blootstelling aan het gevaar is kort
F2 frequent tot permanent en/of de duur van de
blootstelling aan het gevaar is lang
P Mogelijkheid om het gevaar te vermijden of de
schade te beperken
P1 mogelijk onder bepaalde omstandigheden
P2 haast onmogelijk

De relevante veiligheidsfuncties van een bewegende scheidende beschermvoorziening


(zie ISO 14119, Hoofdstuk 3.2) zijn:

ISO 14119
Veiligheidsfunctie

U
 itschakelen van de gevaarlijke machinefunctie bij het openen van de bewegende
scheidende beschermvoorziening
Bescherming tegen onverwachte (her-)start
E
 ventueel gesloten houden van de veiligheidsdeur totdat de gevaarlijke machinefunctie
beindigd is
Eventueel ontgrendeling van een vergrendelvoorziening
De veiligheidsfunctie "ontgrendeling van een vergrendelvoorziening" is nieuw. De norm gaat er in
ieder geval van uit (cf. opmerkingen 1 en 2 van Hoofdstuk 8.4) dat de PL van de blokkeerfunctie
lager is dan de PL van de vergrendelfunctie. Reden: "De waarschijnlijkheid dat de blokkeerfunctie
uitvalt en tegelijkertijd een persoon zich toegang verschaft is zeer laag" (ISO 14119;
Hoofdstuk 8.4, Opm. 2). Ondanks dit gegeven moet het onopzettelijk ontgrendelen van de
blokkeervoorziening in de veiligheidsbeoordeling opgenomen worden.
ISO 14119 houdt in het bijzonder rekening met de eigenschappen en vereisten van de sensortechnologie (input) van de veiligheidsketen. Deze sensortechnologie is een onderdeel van de
vergrendelvoorziening van een veiligheidsdeur die in de norm beschreven wordt.

5. Een veiligheidscircuit ontwerpen


Na het bepalen van de veiligheidsfunctie moet vervolgens het bijbehorende veiligheidscircuit
ontworpen worden.
Het ontwerp moet gebeuren volgens de vereisten van de PLr (zie ISO 13849-1, Hoofdstuk 6).
Dit betekent dat er met de vereisten met betrekking tot de:
Structuur van het veiligheidscircuit

TE

Categorien B en 1

Ingangssignaal

Bewaking

Bewaking

ISO 13849-1:
Veiligheidsarchitectuur

Bewaking

Uitgangssignaal

Ingangssignaal

Ingangssignaal

Uitgangssignaal

I1
O

Tweede
uitschakel
circuit

OTE

of signaalcircuit

Categorie 2

I2

Dwarssluitingsherkenning

Bewaking

Ingangssignaal

Bewaking

L1

O1
Uitgangssignaal
Bewaking

L2

Uitgangssignaal

O2

Categorien 3 en 4

Te verwachten levensduur van de gebruikte componenten totdat de eerste gevaarlijke


fout optreedt : MTTFd (of B10d)
Testkwaliteit, d.w.z. de kwaliteit van de herkenning van gevaarlijke fouten: DCavg
Maatregelen ter vermijding van de uitval door fouten met een gemeenschappelijke
oorzaak: CCF
rekening gehouden moet worden.
Opmerking bij DCavg
In vele toepassingen worden de blokkeerinrichtingen elektrisch in serie geschakeld. Omdat
hierdoor de mogelijkheid gecreerd wordt, dat gevaarlijke fouten die zich voordoen, niet
gedetecteerd worden, moet de DCavg dienovereenkomstig verminderd worden.
ISO/TR 24119, een technisch rapport dat momenteel voorbereid wordt, zal de nodige tips
geven over de serieschakeling van blokkeerinrichtingen en hun invloed op de DCavg.
Op dit ogenblik raden wij aan de volgende DCavg toe te passen:
Serieschakeling van blokkeerinrichtingen met gedwongen verbrekende contacten:
DCavg = 60% (hierdoor is ten hoogste Performance Level PL d mogelijk)
Serieschakeling van magnetische blokkeerinrichtingen: DCavg afhankelijk van de
afstand van de veiligheidsdeuren en hun bedieningsfrequentie
Serieschakeling van zelfbewakende elektronische blokkeerinrichtingen: DCavg=99%
(hierdoor is een maximale PL van PL e mogelijk)
Meer details over deze waarden vindt u in ons informatieblad "Inschatting van de
diagnosegraad bij serieschakelingen van elektromechanische veiligheidsschakelaars en
veiligheidssensoren", op http://series-connection.schmersal.net

6. Scheidende beschermvoorzieningen
Het mechanische ontwerp van de beschermvoorziening wordt ook door vereisten in de volgende
normen beschreven:
ISO 14120: Bewegende afschermingen
Hoofdstuk 6.4.4.1 bevat een opmerking over de ingrijp- en inloopfrequentie, waarvoor een
bewegende afscherming of scheidende beschermvoorziening moet gebruikt worden.
Bij een frequentie van meer dan eenmaal per week moet een bewegende scheidende
afscherming/beschermvoorziening met een blokkeerinrichting volgens ISO 14119
gebruikt worden.
ISO 13857: Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones
door bovenste en onderste ledematen. Deze norm beschrijft de afmetingen van de
ledematen en de daaruit voortvloeiende vereiste veiligheidsafstanden tot de gevaarlijke
zones. Zij zegt onder andere in Hoofdstuk 4.3 dat de vrije hoogte van beschermvoorzieningen niet meer dan 180 mm mag bedragen, omdat anders het volledige lichaam toegang
heeft tot de gevarenzone.

ISO 14120:
Scheidende
beschermvoorzieningen

ISO 13857:
Veiligheidsafstanden

7. Keuze van het vergrendelprincipe


Het te gebruiken type blokkeerinrichting, met of zonder vergrendelvoorziening, kan met behulp
van de flowchart van de ISO 14119 bepaald worden.

Start

Naloop van het volledige systeem toegangstijd


Ja

Neen

Vergrendelde, scheidende beschermvoorzieningen


met vergrendelvoorziening (zie paragraaf 5)

Vergrendelde, scheidende beschermvoorzieningen


zonder vergrendelvoorziening (zie 5.1 tot 5.6)

ISO 14119:
Vergrendelprincipe

Einde

Opmerkingen die een antwoord geven op de vraag of de naloop van het volledige systeem
ingrijp-/inlooptijd is, worden gegeven in Hoofdstuk 9 van de norm ISO 13855.
D
 aar wordt met een inloopsnelheid van 1600 mm/s of ingrijpsnelheid van 2000 mm/s de
veiligheidsafstand tot de gevaarlijke plaats achter de veiligheidsdeur berekend.
D
 e veiligheidsafstand is ook afhankelijk van de afmetingen van de lichaamsdelen die door
het openen van de veiligheidsdeur toegang tot de gevaarlijke plaats krijgen. Daarom moet
bij het berekenen van de nalooptijd ook de norm ISO 13857 in acht genomen worden.

ISO 13855:
Ingrijp- en
inloopsnelheid

8. Manipulatiedrijfveren evalueren
Uit een onderzoek blijkt dat ongevallen aan machines vaak te wijten zijn aan de manipulatie
van beschermvoorzieningen en afschermingen. Daarom legt de ISO 14119 grote nadruk op
het verhinderen van manipulatie en het omzeilen van blokkeerinrichtingen.
Om dit te vermijden stelt de norm een bepaalde procedure voor in de vorm van een flowchart:

Start

Implementeren van essentile maatregelen (zie 7.1a)

ISO 14119:
Drijfveren om te
manipuleren

Is er een drijfveer om te manipuleren ? (zie 7.1b en Bijlage H)


Ja
Is het elimineren of minimaliseren
van de drijfveren om blokkeerinrichtingen te omzeilen mogelijk
(zie 7.1c)

Neen

Neen
Gebruik van maatregelen
tegen het "omzeilen op een
redelijkerwijs te voorziene
manier" volgens Tabel 3
vereist (zie 7.1c)

Ja
Elimineren of minimaliseren
van de behoefte om te omzeilen door het toepassen van
ontwerpmaatregelen of door
het invoeren van alternatieve
bedrijfsmodi (zie 7.1c)

Einde

Het doel van deze procedure is de drijfveren om te manipuleren te herkennen en ze te


verminderen of te elimineren. Als er geen drijfveren om te manipuleren aanwezig zijn, moeten
ook geen andere maatregelen getroffen worden.
De ISO 14119 helpt de machinebouwer ook bij het berekenen van manipulatiedrijfveren.
Hiervoor stelt zij een matrix voor, waarin zowel de taken die aan de machine uitgevoerd
moeten worden als de overweging/vraagstelling met betrekking tot het vergemakkelijken
van de uitvoering van de taken door de bijbehorende manipulatie moeten ingevoerd worden.

10

Op die manier wordt het snel duidelijk op welke plaats en bij welke taak of in welke bedrijfsmodus
van de machine de kans op manipulatie bestaat.

Vermijden van onderbrekingenb

Betere bewegingsstroomb

Grotere bewegingsvrijheidb

Kleinere arbeidswegb

Lagere lichamelijke inspanningb

Beter hoorbaar b

Betere zichtbaarheidb

Grotere precisieb

Flexibiliteit, bijv. bij grotere werkstukkenb

Snellere/hogere productiviteit b

Gemakkelijker/eenvoudiger b

Taken uitvoerbaar zonder omzeilen?

Toegelaten taken voor deze bedrijfsmodi?

Bedrijfsmodus 5a

Bedrijfsmodus 4 a

Bedrijfsmodus 3a

Bedrijfsmodus 2a

Bedrijfsmodus 1a

Taak

Inbedrijfname
Programmatest/proefrun
Opstelling/instelling/afstelling/
ombouw/opknappen
Bewerking
Manueel ingrijpen om spanen te
verwijderen
Manuele vervanging van onderdelen
Mnaueel ingrijpen bij fouteliminatie
Test/steekproef
Manueel ingrijpen bij meting/
fijninstelling
Manuele vervanging van werktuigen
Onderhoud
Foutoplossing machine
Reiniging, bijv. verwijderen
van spanen

Tab. 2Voorbeeld van een beoordeling van de drijfveren om blokkeerinrichtingen te omzeilen


(Bron: ISO/DIS 14119, Tabel H.1).

Natuurlijk moet deze tabel aan de desbetreffende toepassing/machine aangepast worden.

11

primaire
Gevarenzone

Als men vastgesteld heeft dat er manipulatiedrijfveren bestaan, dan moeten deze in de eerste
plaats constructief gelimineerd worden, zie ISO 14119, Hoofdstuk 7.1 c. Voorbeelden van puur
constructieve maatregelen zijn:
A) Ergonomie:
- Hoogteverstelling van het bedienpaneel
- Opstelling en ontwerp van de display en de bedienelementen
- Positie van de noodstopschakelaar
- Overzichtelijkheid van de werkzone
- Afmetingen en plaats van de handgrepen
- Uit te oefenen manuele krachten voor het verplaatsen
B) Kijkvenster:
Vensteropbouw: policarbonaatvensters moeten aan de binnenkant met veiligheidsglas en
aan de buitenkant met niet-versplinterend kunststofglas of speciale antisplinterfilm tegen
chemische en abrasieve invloeden beschermd worden.
Bevestiging van het venster: de bevestiging moeten de hoge reactiekrachten bij schokken
absorberen, grote vervormingen toelaten en tegelijkertijd de voorzijden van de policarbonaatvensters hermetisch afsluiten tegen chemische invloeden.
C) Beschermkap:
Opbouw/structuur van de beschermkap: bij "sandwichbouw" moet de binnenlaag uiterst
vervormbaar en de buitenlaag uiterst resistent en stijf opgebouwd en ontworpen zijn.
Hoofdsluitranden: bij mechanisch aangedreven veiligheidsdeuren moeten de bewegingsenergie en de snelheid tijdens het sluiten zodanig begrensd worden dat er geen gevaarlijke
klempunten ontstaan aan de hoofdsluitranden. De effectieve sluitkracht mag niet hoger zijn
dan 150N.
Bevestiging van de beschermkap: geleiding over rollen in vormgesloten aangepaste
looprails. Voorzieningen verhinderen het uitwerpen van de beschermkap in geval van schade.
De onderste zone van de beschermkap moet zodanig ontworpen worden dat spanen noch
koelsmeermiddelen naar buiten kunnen slingeren.
D) Besturingen:
Functionele veiligheid: betrouwbare vervulling van de veiligheidsfuncties binnen een gedefinieerde tijdspanne door de onderdelen van het besturingssysteem met een veiligheidsfunctie
Manipulatieveiligheid: vergrendelingelementen op ontoegankelijke manier gemonteerd met
eenwegschroeven. Veiligheidsconcept geharmoniseerd met activiteiten tijdens alle levensfasen
van de machine.

12

Sleuteltransfersystemen ("trapped key systemen")


(met gemiddeld of hoog codeerniveau, zie opmerking 2)

Blokkeerinrichtingen design 2 en design 4 met hoog


codeerniveau volgens 7.2 b) 3) met of zonder elektro
magnetische vergrendelvoorziening

Blokkeerinrichtingen design 2 en design 4 met laag of


gemiddeld codeerniveau volgens 7.2 b) 1) of 7.2 b) 2) met
of zonder elektromagnetische vergrendelvoorziening

Blokkeerinrichting design 1
(uitsluitend bediend met scharnier)

Blokkeerinrichting design 1
(uitgezonderd blokkeerinrichtingen met bediening via
scharnier) en blokkeerinrichting design 3

Basisprincipes en maatregelen

ISO 14119:
Tabel 3

Installeren buiten reikwijdte, zie 7.2 a) 1)


Versperring/afscherming, zie 7.2 a) 2)

Installeren in verzonken positie, zie 7.2 a) 3)


Toestandsbewaking of periodieke test,
zie 7.2 d) 1) i) en ii)

Onlosmakelijke bevestiging van positieschakelaar en


bedieningselementen, zie 7.2 c)
Onlosmakelijke bevestiging van de positieschakelaar,
zie 7.2 c)

Onlosmakelijke bevestiging van het bedieningselement,


zie 7.2 c)

Bijkomende blokkeerinrichting en plausibiliteitscontrole,


zie 7.2 d) 2)

M
M

X Het gebruik van minstens een van deze maatregelen is voorgeschreven.


M Voorgeschreven maatregel
R Aanbevolen maatregelen (bijkomend)

13

ISO 14119:
Bevestiging

In ISO 14119 Hoofdstuk 5 worden zeer algemene eisen voor de montage en de bevestiging
van blokkeerinrichtingen beschreven, die essentieel en onafhankelijk van de maatregelen die
hierboven in Tabel 3 beschreven worden, nageleefd moeten worden:
Hoofdstuk 5.2, Opstelling en bevestiging van positieschakelaars
Positieschakelaars moeten zo opgesteld zijn dat zij voldoende geborgd zijn tegen iedere
verandering van hun positie. Om dit te realiseren moeten de volgende vereisten vervuld zijn:
De bevestigingselementen van de positieschakelaars moeten stevig en robuust zijn en
er is gereedschap nodig om ze los te maken.
Type 1 positieschakelaars moeten uitgerust zijn met voorzieningen voor een permanente
beveiliging van hun positie na het instellen (bijv. door bouten of passtiften).
De vereiste mogelijkheden voor toegang tot de positieschakelaars met het oog op het
onderhoud en het testen van hun correcte werking moeten gegarandeerd zijn.
Het vermijden van het omzeilen op een redelijkerwijs voorzienbare manier moet bij het
ontwerp van de toegangsmogelijkheden eveneens in acht genomen worden.
Het zelf loskomen moet verhinderd worden.
Het omzeilen van de positieschakelaar op een redelijkerwijs voorzienbare manier moet
verhinderd worden (zie paragraaf 7).
De positieschakelaar moet zo genstalleerd en, indien nodig, beschermd zijn, dat
beschadiging door voorzienbare externe invloeden vermeden wordt.
De beweging die door de mechanische bediening veroorzaakt wordt of de afstand tot
het bedieningssysteem van een aanrakingsvrije positieschakelaar moet binnen het door
de fabrikant van de schakelaar opgegeven bedieningsbereik van de positieschakelaar of
het bedieningssysteem blijven, om een correcte werking te garanderen en/of het
overheenvaren te verhinderen.
Een positieschakelaar mag niet als mechanische aanslag dienen, tenzij dit overeenstemt met
het doelmatige gebruik van de positieschakelaar volgens de specificaties van de fabrikant.
Uitlijningsfouten van de scheidende beschermvoorziening, waardoor een opening ontstaat
voor de toestand van de positieschakelaar wijzigt, mogen de beschermende werking van
de scheidende beschermvoorziening niet benvloeden (met betrekking tot de toegang tot
gevarenzones, zie ISO 13855 en ISO 13857).
De bevestiging van de positieschakelaar moet voldoende stabiel zijn om de correcte
werking van de positieschakelaar te garanderen en te behouden.
Hoofdstuk 5.3, Opstelling en bevestiging van bediensleutels
Bediensleutels moeten zodanig bevestigd worden dat de mogelijkheid dat zij loskomen of de
mogelijkheid dat hun doelmatige positie in verhouding tot het bedieningssysteem tijdens de
voorziene levensduur verandert, tot een absoluut minimum beperkt wordt.
D
 e bevestigingselementen van de bediensleutels moeten stevig en robuust zijn en er is
gereedschap nodig om ze los te maken.
Het zelf loskomen moet verhinderd worden.
D
 e bediensleutel moet zo genstalleerd en, indien nodig, beschermd zijn, dat
beschadiging door voorzienbare externe invloeden verhinderd wordt.
E
 en bediensleutel mag niet als mechanische aanslag dienen, tenzij dit overeenstemt met
het doelmatige gebruik van de bediensleutel volgens de specificaties van de fabrikant.
D
 e bevestiging van de bediensleutel moet voldoende stabiel zijn om de correcte
werking van de bediensleutel te garanderen en te behouden.

14

Wij zijn van mening dat uit de hiervoor beschreven procedure en het beschermdoel van de norm
afgeleid kan worden dat een positieschakelaar niet met standaard schroeven mag bevestigd worden noch mag de schroevendraaier tot de normale bedieningsuitrusting van de machine behoren,
als er aan de machine een drijfveer om te manipuleren bestaat.

9. Blokkeerinrichtingen
met en zonder vergrendelvoorziening
De norm onderscheidt vier verschillende types blokkeerinrichtingen:
Design 1
niet-gecodeerd

Design 2
gecodeerd

Design 3
niet-gecodeerd

Design 4
gecodeerd

Het codeerniveau speelt hierbij geen rol. Bij de designs gaat het er in eerste instantie alleen erom
of de blokkeerinrichting in wezen al dan niet gecodeerd is.
De volgende codeerniveaus worden in de norm gedefinieerd (zie Hoofdstuk 3.13.1 tot 3.13.3)
Codeermogelijkheden: 1...9
laag:
gemiddeld: Codeermogelijkheden: 10...1.000
Codeermogelijkheden: > 1.000
hoog:
Deze definitie is onafhankelijk van de vergrendelfunctie van de blokkeerinrichting.

15

10. Productkeuze
De keuze van het geschikte product hangt uiteraard altijd af van de daadwerkelijke gebruiks- of
toepassingsvoorwaarden, zoals:
Temperatuur
Vocht
Stof en vuil
Schok/vibraties
Explosieve atmosferen
Benodigde blokkeekrachten
In de bijlagen A-F van de norm worden meer details en toepassingstips gegeven voor de
individuele designs.

ISO 14119 /
ISO 13849-2:
Redundantie

De keuze van een product hangt ook af van het te bereiken PLr (zie verder hierboven,
pagina 7). De normen ISO 14119 en ISO 13849-2 schrijven een redundantie voor de design 1
of design 2 schakelaars voor, als het te bereiken PLr = PL e (zie ISO 14119 Hoofdstuk 8.2
en ISO 13849-2, Tabel D.8).

1121

1222
1121

IEC 60947-5-3:
Productnorm
veiligheidssensoren

16

1222

Als de keuze op een veiligheidssensor (design 3 of design 4) valt, waarmee ook met slechts een
sensor in plaats van twee - zoals hiervoor beschreven - een PL e bereikt kan worden, dan moet
men er op letten dat deze voldoet aan de eisen van de productnorm IEC 60947-5-3
(zie ISO 14119 Hoofdstuk 5.4).

(3) GY S11
(1) GN S21
(5) WH S31

S12 PK (4)
S22 YE (2)
S32 BN (6)

Als op basis van de hiervoor beschreven nalooptijd een blokkeerinrichting met vergrendelvoorziening vereist is, moet in het bijzonder Bijlage I van de norm in acht genomen worden. Deze geeft
informatie over de maximaal mogelijke statische inwerkingskrachten op blokkeerinrichtingen met
vergrendelvoorziening. Als informatieve bijlage en als voorbeeldlijst is het echter zo dat hierin
alleen richtpunten voor de mogelijke intensiteit (lees: grootteordes) van krachten weergegeven
worden. De daadwerkelijk vereiste blokkeerkrachten in een echte toepassing kan en wil de norm
vanzelfsprekend niet "voorschrijven". Hier moet men een beroep doen op de machinebouwer of
een type C norm (zie hiertoe ook Hoofdstuk 6.2.2opmerking 2).
Als een blokkeerinrichting met vergrendelvoorziening gebruikt moet worden, moet er ook rekening
gehouden worden met een mogelijke bewuste manuele ontgrendeling van de vergrendeling, bijv.
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerken aan de machine.
Dergelijke types ontgrendeling worden in de norm ISO 14119 Hoofdstuk 3.25 tot Hoofdstuk 3.27
gedefinierd:

Noodontgrendeling:
Hulpongrendeling: voor het
ontgrendelen tijdens instelwordt buiten de gevarenzone
genstalleerd voor gebruik in
werken, geen noodgeval
geval van nood

Paniekontgrendeling: wordt
aan de binnenkant van
de gevarenzone aangebracht, zodat de ingesloten
persoon de gevarenzone
zelfstandig kan verlaten in
geval van gevaar.

17

11. Arbeidsstroom / ruststroom


Of er energie aangevoerd moet worden om de veiligheidsdeur te vergrendelen of te ontgrendelen,
bepaalt het onderscheid tussen
Ruststroomprincipe: mechanisch vergrendeld, ontgrendeling door aanvoer van energie
(zie A)
Arbeidsstroomprincipe: de energie dient voor het vergrendelen, ontgrendeling door het
afschakelen van de energie (zie B en D)
Om veiligheidstechnische redenen geniet het ruststroomprincipe de voorkeur. Na een risicobeoordeling mag echter doorgaans ook het arbeidsstroomprincipe gebruikt worden. Dienovereenkomstig worden vaak vergrendelvoorzieningen met ruststroomprincipe voor de bescherming van
personen gebruikt en vergrendelvoorzieningen met arbeidsstroomprincipe voor de zogeheten
procesbeveiliging (zie ook Hoofdstuk 3.28 en Hoofdstuk 3.29)

Veerkracht bediend

Vergrendeld

Energie AAN ontgrendeld

Ontgrendeld

Energie AAN bediend

Vergrendeld

Veerkracht ontgrendeld

Ontgrendeld

Energie AAN bediend

Vergrendeld

Energie AAN ontgrendeld

Ontgrendeld

Energie AAN bediend

Vergrendeld

A)

B)

C)

D)

18

12. Foutuitsluitingen
In de veiligheidstechnologie moet de correcte functie van het veiligheidscircuit gegarandeerd zijn.
Daarom is het van het allergrootste belang dat mogelijke fouten die zich kunnen voordoen en tot
een verlies van veiligheid zouden kunnen leiden, uitgesloten worden.
De centrale norm die mogelijke fouten in de componenten van een veiligheidscircuit bespreekt,
is de ISO 13849-2.
De bijlagen van deze norm bevatten tabellen, die mogelijke fouten en ook mogelijke foutuitsluitingen door het gebruik van bepaalde technieken beschrijven. Een voorbeeld: het niet-openen
van een elektromechanisch contact kan door het gebruik van een schakelaar met gedwongen
verbrekende contacten uitgesloten worden.
Dit betekent dus dat de van toepassing zijnde tabellen (in het bijzonder in Bijlage D: Validatiehulpmiddelen voor elektrische systemen) van de norm bestudeerd moeten worden en mogelijke
foutuitsluitingen gedocumenteerd moeten worden.

ISO 13849-2:
Foutuitsluitingen

19

13. Verificatie
De verificatie dient als bewijs dat de geselecteerde componenten en hun onderlinge verbindingen/
aansluitingen voldoende bestand zijn tegen systematische en toevallige fouten, die tot het verlies
van de veiligheidsfunctie zouden leiden. Dit wordt gerealiseerd met behulp van een PL-berekening, waarin verplicht ook de bijbehorende logicamodules en actuatoren gentegreerd zijn.
In ISO 13849-1 wordt deze berekeningsmethode beschreven.

Berekening van de veiligheidsfunctie


Input

ISO 13849-1:
Verificatie

Logic

Structuur = Categorie 3
= 2.000.000 (ISO 13849-1)
B10d
F
= 1/h
MTTFd = 2.283 a
MTTFd > 100 a = hoog
DC
= 90% = laag
CCF
= 80 punten > 65

PL d

Output

DC = 99%
CCF = 80 punten
PFHd = 5,0x109/h

PL e

Structuur = Categorie 4
= 2.000.000 (ISO 13849-1 norm. Last)
B10d
F
= 1/h
MTTFd = 2.283 a
MTTFd > 100 a = hoog
DC
= 60% = laag
CCF
= 80 punten > 65

PL e

Inschatting volgens Tabel 11 van de ISO 13849-1


PLbereikt = PL d = PLr

Deze berekeningen kunnen ook via de computer uitgevoerd worden met SISTEMA,
de softwaretool die gratis door de BIA ter beschikking gesteld wordt.
De software kan gedownload worden op: http://sistema.schmersal.net
Vele fabrikanten van veiligheidsmodules stellen de gegevens van hun componenten
ter beschikking in zogeheten SISTEMA bibliotheken.
De Schmersal bibliotheek vindt u op: www.schmersal.net
Meer informatie en berekeningsvoorbeelden vindt u in:

1)

20

2)

3)

1) Onze brochure: "Achtergrondinformatie over EN ISO 13849-1:2006


http://iso13849-en.schmersal.net
2) B
 IA rapport over 13849-1
http://bia-en.schmersal.net
3) D
 e SISTEMA "kookboeken":
http://sistema-book.schmersal.net

14. Validering
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen en zorgvuldigheid wordt een afsluitende controle van alle
randvoorwaarden en parameters aanbevolen, zie ISO 13849-1, Afb. 3. Hoe men bij de validatie
moet tewerk gaan, wordt in de norm ISO 13849-2 beschreven. De procedure wordt daar als
volgt weergegeven:

Start

Overwegingen bij het ontwerp

Foutlijsten

Documenten

Criteria voor foutuitsluiting

Validatieplan

Validatieprincipes

ISO 13849-2:
Validering

Analyse

Specificaties van de
veiligheidsfuncties

Is de analyse
toereikend?

Neen

Controle

Veiligheidsfuncties
PL en categorien:
Berekening van
de categorie
MTTF, DC, CCF
systematische fouten
Software
Verificatie van de PL
voor de SRP/CS
Combinatie van SRP/CS
Randvoorwaarden
Vereisten met betrekking
tot het onderhoud

Ja
Neen

Ja
Test doorstaan?

Categorie 2, 3, 4
Ja

Neen

Controle van de veiligheids


functies onder foutvoorwaarden

Wijzigingen in
het ontwerp

Validatierapport

Technische specificatie/
gebruikersinformatie
Werden alle veiligheidsfuncties gevalideerd?

Neen

Ja
Einde

21

Er moet dus niet alleen een theoretische analyse uitgevoerd worden, de veiligheidsfunctie moet
ook in de praktijk getest worden, afhankelijk van de complexiteit van de machine.
Voor de praktische test van een tweekanalig veiligheidscircuit bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid om een kanaal bewust af te klemmen en de reactie van het systeem te testen.
Belangrijk is hier ook weer de documentatie van de resultaten (validatierapport).

15. Gebruikersinformatie
Als ondanks alle beschermmaatregelen er nog altijd minimale restrisico's aan de veiligheidsdeur
overblijven (bijv. in bepaalde bedrijfsmodi zoals onderhoud, instelmodus) dan moet de gebruiker
hierover ingelicht worden.
Dit gebeurt op twee verschillende manieren: aan de veiligheidsdeur zelf en in de bedieningshandleiding van de machine.

ISO 12100:
Bedieningshandleiding

22

Er moet echter nogmaals duidelijk op gewezen worden dat dit de laatste mogelijkheid tot risicovermindering is, die alleen gebruikt mag worden, als zowel de inherente constructie (zie pagina
5 van deze brochure) als ook de technische beschermmaatregelen (lees: vergrendeling van de
veiligheidsdeur) uitgeput zijn.
IEC 82079-1

Tips en informatie over het opstellen van een normconforme bedieningshandleiding vindt u in
ISO 12100 Hoofdstuk 6.4 en in IEC 82079-1.

16. Lijst van normen


(MRL) Richtlijn
2006/42/EG

 achinerichtlijn van het Europees Parlement en de Europese Raad van


M
17 mei 2006 betreffende machines en ter wijziging van de richtlijn 95/16/EG

ISO 12100:2010
ISO 13849-1:2006

Algemene ontwerpprincipes risicobeoordeling en risicovermindering


Veiligheid van machines - Onderdelen van besturingssystemen met een
veiligheidsfunctie - Deel 1: Algemene regels voor ontwerp
Veiligheid van machines - Onderdelen van besturingssystemen met een
veiligheidsfunctie - Deel 2: Validering
Veiligheid van machines - Plaatsing van beschermende voorzieningen in
verband met naderingssnelheden van het menselijk lichaam
Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het
bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
Veiligheid van machines - Blokkeerinrichtingen gekoppeld aan
afschermingen - Grondbeginselen voor het ontwerp en de keuze
Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het
ontwerp en de constructie van vaste en verplaatsbare afschermingen
Safety of machinery Evaluation of fault masking serial connection of
guard interlocking devices with potential free contacts (in bewerking)
Laagspanningsschakelaars - Deel 5-1: Stuurstroomkringen en
schakelelementen - Elektromechanische stuurstroomkringen
Laagspanningsschakelaars - Deel 5-3: Stuurstroomkringen en
schakelelementen - Eisen voor naderingselementen met een
vastgesteld gedrag onder storingsomstandigheden (PDDB)
Voorbereiding van gebruik van instructies - Structuur, inhoud en
presentatie - Deel 1: Algemene uitgangspunten en gedetailleerde eisen

ISO 13849-2:2012
ISO 13855:2010
ISO 13857:2008
ISO 14119:2013
ISO/DIS 14120:2013
ISO/DTR 24119
IEC 60947-5-1:2003
IEC 60947-5-3:2013
IEC 82079-1:2012

Tot slot hopen wij dat wij u in deze brochure nuttige tips gegeven hebben voor de normconforme
constructie van beschermvoorzieningen. Hoewel wij de inhoud van de brochure en van de poster
naar eer en geweten samengesteld hebben, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid voor
hun inhoud. Daarnaast wijzen wij u er op dat het normeringsproces op Europees en internationaal
gebied constant aan wijzigingen onderhevig is, dit om de normen en richtlijnen te allen tijde up-todate te houden met de technische vooruitgang en nieuwe technologien.
Indien u vragen of opmerkingen heeft, mag u altijd contact met ons opnemen.
Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar ons opleidings- en evenementenprogramma,
dat u op www.tecnicum.schmersal.com kunt raadplegen. Bovendien verstrekken onze medewerkers u graag meer uitleg over het onderwerp.

23

De Schmersal Groep
De producten van het door haar eigenaars geleide concern Schmersal worden al jaren gebruikt
om de veiligheid op de werkplek te garanderen. Uit de meest uiteenlopende mechanische en
aanrakingsvrij werkende schakelcomponenten ontstond het grootste programma veiligheidsschakelsystemen en oplossingen voor de veiligheid van mens en machine ter wereld. Meer dan
1.500 medewerkers ontwikkelen in meer dan 50 landen samen met onze klanten trendsettende
veiligheidstechnische oplossingen om deze wereld een beetje veiliger te maken.
Genspireerd door de visie van een veilige werkwereld ontwikkelen de ontwerpingenieurs van
de Schmersal Groep telkens weer nieuwe componenten en systemen voor alle mogelijke toepassingen, situaties en vereisten van de branche in kwestie. Nieuwe veiligheidsconcepten vragen
nieuwe systeemoplossingen; innovatieve detectieprincipes moeten gentegreerd worden en er
moeten nieuwe paden voor de informatieoverdracht en de evaluatie van deze informatie bewandeld worden. Tot slot zorgt het toenemende geheel van normen en richtlijnen op het gebied
van machineveiligheid er ook voor dat machinefabrikanten en -gebruikers anders moeten gaan
denken.
Dat zijn de uitdagingen die het Schmersal concern bereid is op te nemen - vandaag en in de
toekomst - als partner van de machine- en installatiebouw.

Productengammas

Branches

Dienstenaanbod

Competenties

Veilig schakelen en detecteren.


Veiligheidsdeurbewaking-veiligheidsschakelaars
Bedienorganen met veiligheidsfunctie
Tactiele beschermvoorzieningen
Opto-elektronische veiligheidsvoorzieningen

Liften en roltrappen
Verpakking
Voedingsmiddelen
Werktuigmachines
Zware industrie

Consultancy
EG-conformiteitsbeoordeling
Risicobeoordeling volgens
de Machinerichtlijn
Nalooptijdmetingen
Opleidingen

Machineveiligheid
Automatisering
Explosiebeveiliging
Hyginisch Design

Veilige signaalverwerking..
Veiligheidsmodules
Veiligheidsbesturingen
Veiligheidsbussystemen
Automatisering
Positiedetectie
Bedienorganen en signalerings-elementen

De vermelde gegevens en opgegeven informatie werd zorgvuldig


gecontroleerd. Onder voorbehoud van technische wijzigingen en errata.

www.schmersal.com

*103008194#

1.000 / L+W / 10.2014 / Teile-Nr. 103008194 / NL / Ausgabe 01

Ontwerp van bewegende beschermvoorzieningen


met fysieke scheiding
in overeenstemming met ISO 14119
Doel: hulp bieden bij de veiligheidsdeurbewaking volgens de norm met
inachtneming van de Machinerichtlijn
en de daarmee samenhangende
relevante normen.

Risicobeoordeling
volgens ISO 12100

Pagina 4

Inherente veiligheid
Pagina 5

Technische beschermingsmaatregelen

Bewegende, scheidende beschermvoorzieningen moeten uitgerust zijn met


blokkeervoorzieningen,

Pagina 5

Bepalen van de
veiligheidsfunctie
Ontwerp van het
veiligheidscircuit

die het starten van de gevaarlijke


machinefuncties verhindert, totdat
de beschermvoorziening gesloten is,

Pagina 6

Berekening van PLr volgens


ISO 13849-1

Pagina 8

Pagina 8

Design ISO 14120

Scheidende
beschermvoorzieningen

Ledematen ISO 13857


Pagina 9

Pagina 9

en een stilstandssignaal activeren, als


de beschermvoorzieningen niet langer
gesloten zijn.

Pagina 9

Keuze van het vergrendelprincipe afhankelijk van de


naloop van het volledige
systeem

Naderingssnelheiden
ISO 13855

Aanleidingen tot manipulatie


evalueren

Vergrendelvoorzieningen
ISO 14119

Pagina 9

Pagina 9

Pagina 10

Pagina 10

zonder veiligheidsvergrendeling

Pagina 15

Productkeuze

met veiligheidsvergrendeling

Productkeuze

Zie ISO 14119 Bijlagen A-F


Pagina 16

Design 1

Design 2

Design 3

Pagina 15

Pagina 16

Design 4

Design 2

Pagina 19

PL berekening volgens ISO 13849-1


Pagina 20

Controle volgens ISO 13849-2

Validering
Pagina 21

Gebruikersinformatie
Pagina 22

In onze brochure "Ontwerp van scheidende beschermvoorzieningen" vindt u meer informatie op de aangegeven pagina's.
Disclaimer: Er wordt geen aanspraak gemaakt op volledigheid. Interpretatie van K.A. Schmersal GmbH & Co. KG.
Vervangt niet de inhoud van de relevante normen.

Pagina 16

Design 4

Foutuitsluitingen volgens ISO 13849-2

Verificatie

Krachten en werkingsprincipes
ISO 14119

You might also like