You are on page 1of 2

OSWALD

Ach, vader vader. Ik heb toch nooit iets van hem afgeweten. Ik herinner
me niets anders meer van hem dan dat hij me een keer heeft laten kotsen.
MEVROUW ALVING
Wat een verschrikkelijke gedachte! Zou een kind niet hoe dan ook liefde
voor zijn vader moeten voelen?
OSWALD
Als een kind niet aan zijn vader te danken heeft? Hem nooit gekend heeft?
Blijf jij echt bij dat oude bijgeloof, terwijl je vader zo verlicht denkt?
MEVROUW ALVING
Als dat alleen maar bijgeloof was
OSWALD
Dat zie je toch wel in moeder. Dat is n van die ideen die in d wereld in
omloop zijn en die
MEVROUW ALVING (hevig gemotioneerd)
- komen spoken.
OSWALD
Ja, je kunt het gerust spoken noemen.
MEVROUW ALVING
Oswald, - dan hou jij dus ook niet van mij!
OSWALD
Jou ken ik toch in elk geval
MEVROUW ALVING
Ja, kennen; maar is dat alles!
OSWALD
En ik weet toch hoeveel jij om mij geeft; en daar moet ik je dankbaar voor
zijn. En je kunt je buitengewoon nuttig maken nu ik ziek ben.
MEVROUW ALVING
Ja dat kan ik toch Oswald! O ik zou je ziekte bijna dankbaar zijn, dat hij je
naar mij thuis bracht. Want dan zie ik wel; ik heb je niet, je moet
gewonnen worden.
OSWALD
Ja, ja, ja, dat zijn allemaal van die clichs. Je moet er aan denken dat ik
een ziek mens ben, moeder. Ik kan me niet zoveel met anderen bezig
houden; aan mezelf denken is me genoeg.
MEVROUW ALVING (zacht)
Ik zal bescheiden en geduldig zijn.

OSWALD
En vrolijk, moeder!
MEVROUW ALVING
Ja mijn schat, daar heb je gelijk in. (gaat naar hem toe) Heb ik nu alle spijt
en zelfverwijt van je afgenomen?
OSWALD
Jawel, maar de angst, wie neemt die?
MEVROUW ALVING
De angst?
OSWALD
Regine had dat voor een goed woord gedaan.
MEVROUW ALVING
Ik begrijp het niet. Wat is dat met die angst en met Regine?
OSWALD
Is het erg laat in de nacht moeder?
MEVROUW ALVING
Het is vroeg in de morgen (kijkt uit in serre) In de bergtoppen wordt het al
licht. En het wordt lekker weer, Oswald! Zo meteen krijg je de zon te zien.
OSWALD
Daar verheug ik me op. O er is nog zoveel waar ik plezier in kan hebben en
voor kan leven
MEVROUW ALVING
Dat geloof ik ook!
OSWALD
En als ik niet meer kan werken, dan
MEVROUW ALVING
O nu ben je binnenkort weer zover dat je aan het werk kunt gaan, schat.
Nu heb je al die knagende en drukkende gedachten niet meer om over te
broeden.
OSWALD
Nee, het is goed dat je al die hersenschimmen van me afgenomen hebt.
En nu ik dan tenminste over dat ene heen ben (gaat op sofa zitten) Nu
moeten we samen praten, moeder
MEVROUW ALVING
Ja, dat doen we. (Ze schuift een leunstoel bij de sofa en gaat dicht

You might also like