You are on page 1of 2

UNIVERSITEIT VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

Faculteit der Technische Wetenschappen


Tentamen
Docent
Datum
Tijd

1.

: Theoretische Mechanica 2
: ir. W.E. Peney
: 13 december 2006
: 180 minuten

De versnelling van een deeltje dat in de positieve x-richting beweegt varieert met de positie
zoals in onderstaande figuur is weergegeven. Gegeven is dat v = 0.8 m/sec als x = 0 m.

Bepaal de snelheid v van het deeltje als x = 1.4 m


2.

De versnelling van een drag race auto is gegeven als a = c1 - c2.v2, waar de term v2 staat voor
de luchtweerstand en c1 en c2 positieve constanten zijn. Uit windtunnelexperimenten volgt
dat c2 = 2x10-4 m-1. Op een dragrace baan van 400 m bereikt de auto een eindsnelheid van
305 km/h.
Bepaal de grootte van de constante c1.

3.

Een projectie wordt vanuit punt A gelanceerd met de begincondities zoals in onderstaande
figuur zijn aangegeven.

Bepaal: a. De afgelegde weg s op de helling.


b. De totale tijd totdat het projectiel in punt b belandt.
4.

Een bal wordt horizontaal in punt A weggeworpen van de top van een 50 meter hoge klip

met een snelheid van 15 m/s en landt in punt C. Omdat er een sterke horizontale wind is krijgt de
bal een negatieve constante versnelling in de x-richting.
Bepaal de kromtestraal van de baan op het punt B waar deze baan een hoek van 600 maakt
met de horizontaal.
Verwaarloos het effect van de eventuele luchtweerstand in de verticale richting.

You might also like