You are on page 1of 73

Requisitoir

in de strafzaak Bientu

(Persversie)

Deel 1 van 2

Forum

Gerecht in Eerste Aanleg van Curaao

Datum

dinsdag 8 maart 2016

Verdachten

1. R.A. dos Santos

(500.00430/12)

2. Administratiekantoor Dollar N.V.

(500.00119/15)

3. Jamaroma Lotteries N.V.

(500.00120/15)

4. The Money Game N.V.

(500.00121/15)

Officieren

mr. J.H. van der Werff


mr. J.M. Mul

Inhoud
1

Algemeen .............................................................................................................................................. 3
1.1

Inleiding......................................................................................................................................... 4

1.2

Aanleiding tot het onderzoek ....................................................................................................... 6

Zaakdossier Bora ................................................................................................................................... 8


2.1

Bewijsmiddelen vuurwapen.......................................................................................................... 8

2.2

Het overige beslag ........................................................................................................................ 8

Zaakdossier Sirocco ............................................................................................................................... 9


3.1

Inleiding......................................................................................................................................... 9

3.2

De Loterijwetgeving .................................................................................................................... 10

3.3

Aanloop naar de valsheid............................................................................................................ 13

3.3.1.

Geschrift en bewijsbestemming ......................................................................................... 25

3.3.2

Kenmerken .......................................................................................................................... 26

3.3.3

Oogmerk (en misleiding) ..................................................................................................... 27

3.3.4

Nadeel ................................................................................................................................. 37

3.5
4

Feitelijk gedogen? ....................................................................................................................... 37

Zaakdossiers Marvin, Os en Passaat ................................................................................................... 41


4.1

Zaakdossier Marvin Sint Maarten ........................................................................................... 41

4.2

Zaakdossier Marvin Curaao ................................................................................................... 56

4.3

Zaakdossier Passaat: De valselijk opgemaakte inkeerbrief .................................................... 66

4.4

Eerder gevoerd preliminair verweer m.b.t. vrijwillige inkeer ................................................. 70

Algemeen

Vandaag wordt de strafzaak tegen R.A. dos Santos, Administratiekantoor Dollar B.V., The Money Game
N.V. en Jamaroma Lotteries N.V. voortgezet. Bij eerdere gelegenheid op 18 december 2015 is de zaak
voorgedragen. Omwille van de volledigheid voegen wij als bijlage de betreffende voordracht zoals die op
dat moment is uitgesproken. [bijlage 1]
Over de inhoud van de tenlastelegging en onze reactie van 28 oktober 2015 hebben wij de volgende
opmerkingen vooraf:
I.

Kennelijke misslag in TLL bij in beslag genomen geldbedragen, verzoek om verbeterd te lezen:
a. Feit 2 (p.2, op 1/3de en p. 3 onder tll R.A. dos Santos)
US$ 1.133.666,de
b. Feit 2 (p.2, onder en p.4, op 2/3 tll R.A. dos Santos)
US$ 461.840,74

II.

Kennelijke misslag in TLL in namen financile instelling, verzoek om dat verbeterd te lezen:
a. USB moet zijn UBS (Financial Services);
b. Windward Island Bank

III.

Kennelijke missslagen in artikelenvermelding TLL, verzoek verbeterd lezen:


a. Overal waar SvCur staat, geldt dat op 21.6.2008 het nieuwe wetboek van Strafrecht voor
de Nederlandse Antillen in werking is getreden; dat is op 10 oktober 2010 gewijzigd in
het wetboek van het Land Curaao (gelijkluidend SXM). Vanaf 15 november 2011 geldt
het nieuwe wetboek van Curaao met de nieuwe nummering. Op Sint Maarten is het
nieuwe wetboek van Strafrecht (AB 2013, No.2) op 1 juni 2015 in werking getreden;

IV.

Onjuiste beschrijving ZDs Os, Terral en Warwaru in Reactie OM d.d. 28-10-2015. Juist is:
a. ZD Bora
: vuurwapen
b. ZD Moesson (CUR/SXM) : witwassen
c. ZD Sirocco
: valsheid in geschrift WNK-loten
d. ZD Marvin (CUR/SXM) : fiscale overtredingen
e. ZD Passaat
: valsheid in inkeerverklaring
f. ZD Os
: valsheid in jaarrekeningen
g. ZD Chinook
: deelneming criminele organisatie
h. ZD Warwaru
: overtreding LTBK (leningen)
1
i. ZD Terral
: overtreding Lv aanmeldingsplicht grensoverschrijdende GT

V.

Rechercheur Hensing heeft nimmer bij Dos Santos in de auto gezeten en Dos Santos is nimmer
voorgeleid aan de R-C in Bientu. De bloeddruk verhogende gebeurtenissen waar Dos Santos
gisteren over heeft verklaard waren dus kennelijk in een ander onderzoek tegen deze verdachte.

Er staat in het overzichtsproces-verbaal (p.60, map 1) dat de onderzochte feiten in dit dossier in overleg met de
OvJ M.L.A. Angela niet van separate (=afzonderlijke) strafbare feiten is gebleken; d.w.z. andere dan die reeds zijn
beschreven in zaakdossier Moesson (en/of de andere zaakdossiers). De wijze waarop het geld en/of cheques naar
de Verenigde Staten zijn overgebracht make immers al deel uit van de witwascyclus als beschreven in Moesson.

1.1

Inleiding

Met dit requisitoir geeft het Openbaar Ministerie zijn zienswijze op de strafzaken in het onderzoek
Bientu. Daar waar noodzakelijk wordt een individuele beschouwing gegeven ten behoeve van de
individuele verdachte. De aanleiding voor het uitgevoerde strafrechtelijk onderzoek is voor ieder van de
verdachten gelijk. Vandaar dat de aanleiding van het onderzoek als eerste in dit requisitoir wordt
toegelicht.
Voordat wij daartoe overgaan een aantal opmerkingen vooraf.
Bij eerdere gelegenheid heeft de verdediging uw Gerecht voorgehouden dat deze strafzaak zijn
aanleiding vond in de na 10 oktober 2010 ingrijpend gewijzigde politieke constellatie met een regering
die aanvankelijk niet naar de pijpen van Nederland wenste te dansen en de in de in het proces-verbaal
beschreven aanleiding niets anders is dan een tactiek om te verhullen dat dit proces op zijn minst
genomen een politieke lading heeft.2 De verdediging vraagt zich hardop af waarom dit onderzoek juist
toen, vanaf 30 maart 2011, opnieuw is aangevangen en waarom het alleen tegen Dos Santos is gericht,
en niet tegen andere riferos.
Volgens de verdediging lag het zwaartepunt bovendien vanaf het begin bij fiscale delicten en daarmee
samenhangende delicten zoals witwassen en het voeren van een valse boekhouding. Vanuit dat
zwaartepunt had het in de ogen van de verdediging nooit tot een strafzaak mogen komen vanwege de
zelfstandige rol van de Directeur der Belastingen, beslissende over het al dan niet opsporen en
vervolgen van belastingdelicten.
Het Openbaar Ministerie denkt daar duidelijk anders over.
Als alle gebeurtenissen in tijdslijn worden geplaatst kan een ieder zien dat deze strafzaak zijn aanleiding
heeft gevonden in de aanwezigheid van verdachte transacties op naam van een rechtspersoon naar het
recht van de British Virgin Islands met een (ultimate) beneficial owner, zo blijkt, in de persoon van R.A.
dos Santos. Niet meer en niet minder.
Een strafzaak met een witwasverdenking pur sang. Een zaak die echter na het aantreffen van vele
vermogensbestanddelen in het buitenland een volstrekt andere omvang krijgt. Dat kan ook niet anders
als je als opsporende instantie en Openbaar Ministerie er achter komt dat verdachte Dos Santos
gerechtigd tot een tot dan volledig onbekend vermogen van rond de ANG 100.000.000,-.
Een onderzoek dat in de kern een witwasonderzoek is nu die vermogensbestanddelen niet volledig
verklaard kunnen worden uit de bedrijfsactiviteiten van verdachte Dos Santos, hoe omvangrijk die ook
zijn. Dat daartoe onderzoek noodzakelijk was, staat buiten kijf. Reden om het fiscale doen, maar vooral
het fiscale (na)laten van verdachte Dos Santos en zijn bedrijven nader te onderzoeken.
Waarom dan geen andere riferos? Om de eenvoudige reden dat een vergelijkbare aanleiding ten
opzichte van andere riferos niet bestond.

Zie pleitaantekeningen/preliminaire verweren van de verdediging d.d. 23 oktober 2015: Bientu, blz. 2

Het Openbaar Ministerie zal in dit requisitoir de gebeurtenissen mede in de historische context van de
totstandkoming en de wijzigingen in de Loterijverordening en de fiscale regelgeving plaatsen, omdat
deze relevant zijn voor de beoordeling van het doen en laten van verdachte Dos Santos.
Maar naast de historische context hebben wij in een strafzaak te maken met een strafrechtelijke context
in die zin dat feitelijke handelingen onder een delictsomschrijving zijn te vatten. Dat die
delictsomschrijving voor een belangrijk deel bestaat uit fiscale strafbaarstellingen is een waarheid als
een koe. Dat is evenwel niet hetzelfde als een fiscale zaak, er zijn immers strafbare feiten gepleegd.
De politieke lading die de verdediging in deze strafzaak aandraagt is er zeker, maar is anders van aard.
Wij doelen dan op de steun die Dos Santos heeft gekregen vanuit politieke ambtsdragers. Ministers die
de zelfstandigheid van het Openbaar Ministerie aan hun laars lappen en er alles aan doen om het
strafrechtelijk onderzoek in de kiem te smoren. Waarbij het zelfs zo ver komt dat de Minister van Justitie
het vertrouwen in de Procureur-Generaal opzegt. Het is een wonder dat het strafrechtelijk onderzoek
deze aanslagen heeft overleefd en thans inhoudelijk wordt behandeld.
Tijdens de behandeling van de feiten doet Dos Santos voorkomen dat hij gedwongen werd mee moet
doen aan de illegale loterij om in concurrentie het hoofd boven water de houden. In werkelijkheid is Dos
Santos echter de onbetwiste marktleider van de illegaliteit. Als we de in deze zaak berekende
omzetcijfers van de illegale loterij van Dos Santos afzetten tegen de geschatte cijfers van de totale
illegale loterij blijkt dat Dos Santos goed is voor minimaal 2/3 van die illegale omzet. Hij kent zijn gelijke
niet.
Dos Santos is een verdachte met twee gezichten. Hij wordt door velen binnen de Curaaose samenleving
gezien als een weldoener, maar dat is slechts uiterlijke schijn. In feite is hij een ordinaire zakkenvuller.
Het is makkelijk je als weldoener te profileren op kosten van de samenleving.
De maatschappelijke ernst van deze strafzaak staat naar onze mening buiten kijf. Verdachte Dos Santos
is een van de velen in dit jonge land Curaao die als het om financieel gewin gaat alleen aan zichzelf
denkt. Belastingmoraal is ver te zoeken. Door de jaren heen is de Curaaose samenleving door zijn
toedoen een belastingopbrengst onthouden van ongeveer ANG 50.000.000,-. Zon 8% van de opbrengst
van de directe belastingen van het Land Curaao.3 Daarenboven heeft hij nog meer aan vermogen dat
tot op heden niet verklaard kan worden uit belastingontduiking alleen. Wat had Curaao binnen de
Nederlandse Antillen maar ook als zelfstandig land met al dat geld wel niet kunnen doen. Publieke taken
als onderwijs en gezondheidszorg hadden er anders uitgezien. Hij had deel kunnen zijn van de opbouw
van een prachtig en rijk land. Maar in plaats daarvan kiest hij voor zichzelf.
Financieel gewin gaat voor op de naleving van democratisch aangenomen belastingwetgeving. Het gaat
op een persoonlijke verrijking in plaats van een verrijking van de samenleving. En daarin wordt je
gesteund door je vrienden in de semi-overheid en politiek.
Een ondermijning van de rechtstatelijke gedachte ten voeten uit.
3

Ontleend aan statistische gegevens van het CBS Curaao (2015)

1.2

Aanleiding tot het onderzoek

In januari 20084 werd door het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties te Curaao (op dat moment het
MOT voor de Nederlandse Antillen) een aantal financile transacties doorgemeld aan justitie. Deze
doormeldingen betroffen plaatsgevonden hebbende afstortingen vanaf 22 november 2004 bij de
Windward Island Bank op Sint Maarten (hierna: WIB) van grote geldbedragen ten gunste een rekening
met nummer 22843400 ten name van de rechtspersoon Caribbean Investment Group Ltd., een
vennootschap naar het recht van de BVI. De transacties waren eerder als ongebruikelijke transactie door
de Compliance Officer van de Windward Island Bank gemeld aan het MOT.
De gemachtigde op de betreffende bankrekening bleek Robertico Alejandro Dos Santos te zijn.
Door middel van bevelen uitlevering van de rechter-commissaris5 zijn de openingsformulieren en de
bankafschriften van deze bankrekening opgevraagd. Hieruit bleek dat deze slapende rekening in 2000
weer actief was geworden en dat er tussen 2004 en oktober 2008 voor ruim USD 5,8 miljoen contant op
de rekening is gestort, vrijwel geheel in coupures van USD 100,- en USD 50,-. Ook bleek dat vanuit deze
rekening overboekingen waren gedaan naar andere rekeningen. Uit de doormeldingen bleek tevens dat
de laatste stortingen op de rekening van Caribbean Investment Group Ltd. heeft plaatsgevonden in
maart 2009 en dat vanaf april 2009 soortgelijke contante stortingen hebben plaatsgevonden op een
rekening bij de Windward Island Bank te Sint Maarten op naam van Jamaroma Lotteries N.V. waarvan
de handelsnaam Robbies Lottery is. Zij het in een hogere frequentie en met kleinere bedragen dan de
USD 150.000,- per keer die tot dan toe gebruikelijk was.
Op 24 februari 2010 is door de stuurgroep RST besloten het onderzoek door de vestiging van het RST te
Sint Maarten in samenwerking met het RST vestiging Curaao voort te zetten, onder gezag van het
Openbaar Ministerie te Sint Maarten. Wegens capaciteitsgebrek en de staatkundige hervormingen per
10-10-2010 is op 25 januari 2011 besloten het onderzoek onder gezag van het Openbaar Ministerie te
Curaao door het RST te Curaao te laten uitvoeren.
Binnen de doorstart van dit onderzoek heeft de Windward Island Bank (WIB) te Sint Maarten ter
inbeslagneming voorwerpen uitgeleverd in het kader van een aan het nieuwe Land Sint Maarten gericht
rechtshulpverzoek. Uit uitgeleverde bankrekeningoverzichten bleek in februari 2011 een fors batig saldo
bij de Caribbean Investment Group Ltd en Jamaroma Lotteries N.V. Ook kwam er C.I.D. informatie bij het
onderzoeksteam binnen inhoudende dat R.A. dos Santos mogelijk betrokken zou zijn bij de financiering
van drugstransporten van zijn broer Luigi.
Onder andere deze informatie gaf aanleiding R.A. dos Santos dan wel enkele van zijn ondernemingen te
verdenken van het plegen van witwashandelingen, valsheid in geschrift en belastingfraude. Op basis van
de bestaande informatiepositie bij het onderzoeksteam met inbegrip van kennisneming van de fiscale
positie van verdachte Dos Santos en zijn bedrijven, bleek geen legale bron van inkomsten aanwezig om
de veelheid aan contante stortingen bij de Windward Island Bank te Sint Maarten te kunnen legitimeren.
4

Zie daarvoor PV 0801140140.AMB van verbalisant W.J. van der Gulik van 14 januari 2008, in methodiekendossier
000707 en PV 145349 van verbalisant Van Koeverden van 24 februari 2011, in Algemeen dossier 000001 e.v.
5
Methodiekendossier 000709 en 000716

Voor alles, het zij nog maar eens gezegd, komt het onderzoek dus voort uit een verdenking primair
gericht op het witwassen van die gelden.
Vanwege de mogelijke verdenking van belastingfraude heeft de Officier van Justitie te Curaao op 29
maart 2011 aan de Belastingdienst - Stichting Belasting Accountantsbureau/Team Inlichtingen en
Opsporing verzocht om ondersteuning van leden van dit bureau/team in het opsporingsonderzoek
naar witwassen.
Voor de opsporing van deze strafbare feiten zijn vele onderzoeksbevoegdheden ingezet, zowel in het
kader van de waarheidsvinding als in het kader van het traceren van wederrechtelijk verkregen
voordeel. Het Methodiekendossier en het Beslagdossier geven uitvoerig en nauwgezet een
verantwoording voor deze inzet.
Voorafgaande aan de doorzoekingen, de inbeslagnemingen en de conservatoire beslagen kon evenwel
niet voorzien worden dat de resultaten van deze onderzoekshandelingen veel meer aan het licht zouden
brengen dan waarop het onderzoek zich in eerste instantie richtte.
Op 12 juli 2011 en later vinden huiszoekingen ter inbeslagneming, vorderingen uitlevering ter
inbeslagneming en conservatoire inbeslagnemingen plaats in Curaao, Aruba en Sint Maarten. Het
beslagdossier6 geeft een overzicht per zoeklocatie van de inbeslaggenomen voorwerpen. Niet alleen van
het klassieke beslag, maar ook van het later binnen SFO-verband gelegde conservatoire beslag.
Voordat wij ingaan op het aantreffen van de vele en zeer grote sommen geld, zowel cash als op
bankrekeningen in binnen- en buitenland, besteden wij in dit requisitoir allereerst aandacht aan wat uw
Gerecht gisteren als bijvangst heeft beschreven. Een extra strafbare handeling waarop het
strafrechtelijk onderzoek niet op voorhand was gericht. Wij hebben het dan over het vuurwapen, zoals
dat onder feit 1 op de tenlastelegging aan Dos Santos wordt verweten.
Op 12 juli 2011 werd op het huiszoekingsadres Brakkeput Ariba 21A, het woonadres van verdachte Dos
Santos, een revolver van het merk Smith & Wesson kaliber .38 aangetroffen. Het vuurwapen was
verpakt in een daartoe uitgehold boek. Een regelrechte klassieker. De revolver is in beslag genomen. En
de verdachte is hierover als eerste gehoord.
Wij beginnen de bespreking van de feiten dan ook met dat onderdeel.

Zie proces verbaal beslagdossier PV-nummer 153835, blz 1 ev.

Zaakdossier Bora

2.1

Bewijsmiddelen vuurwapen

Het Openbaar Ministerie meent dat op basis van het aangetroffen vuurwapen en de patronen zoals
geverbaliseerd in het zaaksdossier Bora een bewezenverklaring kan volgen van het voorhanden hebben
van een revolver van het merk Smith & Wesson, model Airweight en kaliber .38 en vijf kogels c.q.
patronen van het kaliber .38.
Bewijsmiddelen daartoe zijn:
1) het proces-verbaal van doorzoeking en inbeslagneming van het betreffende vuurwapen en de
patronen;
2) een proces-verbaal van het Bureau Technische Recherche betreffende onderzoek aan het
vuurwapen;
3) een proces-verbaal van bevindingen dat uit de gegevens van Bureau Bijzondere Wetten blijkt
dat aan verdachte dos Santos (en aan de overige personen) woonachtig te Brakkeput Ariba 21A
geen wapenvergunning is afgegeven en;
4) de verklaring van verdachte Dos Santos dat het vuurwapen van hem is, dat hij het vuurwapen
voor zijn persoonlijke beveiliging vanuit zijn kantoor aan de Amandelweg naar huis heeft
meegenomen en dat hij geen wapenvergunning heeft.
Tot zover het vuurwapenfeit.

2.2

Het overige beslag

Naar aanleiding van de doorzoekingen, de uitvoering van de bevelen uitlevering en de conservatoire


beslagen is duidelijk geworden dat de eerdere witwasverdenking slechts het topje van de ijsberg was.
Waren de contante stortingen op de rekeningen bij de Windward Island Bank niet te legitimeren uit een
legale inkomstenbron, voor alle overige aangetroffen vermogensbestanddelen bijna ANG 85 miljoen,
nog uitgezonderd het onroerend goed op Sint Maarten - gold dat nog veel meer. Het beslagdossier geeft
zicht op een veelheid aan rekeningen, van Dos Santos priv, van zijn echtgenote en van zijn bedrijven.
Naar mate het onderzoek vorderde kwam er steeds meer inzicht in de onderlinge samenhang van de
circa 55 bankrekeningen die in gebruik zijn (geweest) bij de verdachte(n). Een daarmee op de opbouw
en de samenstelling van het eindvermogen medio 2011. Voor een compleet overzicht van de beslagen
tegoeden verwijzen wij u naar de beslaglijst die op 8 maart 2016 aan uw Gerecht is overgelegd.
In het kader van de gerechtigdheid tot deze rekeningen komen wij hierop terug bij de bespreking van de
tenlastegelegde opzettelijk onjuist gedane aangiften Inkomstenbelasting door Dos Santos en de namens
hem ingediende inkeerbrief.
Maar we beginnen bij de bron van dat geld. Althans de bron zoals die tot gisteren uit het dossier naar
voren kwam: de illegale loterijen. We beginnen dan ook daar bij de bespreking van alle andere feiten.

Zaakdossier Sirocco

3.1

Inleiding

Aan verdachte Dos Santos (als natuurlijke persoon) wordt onder feit 3 verweten dat hij in de periode van
1 januari 2011 tot en met 11 november 20137 loten voor de Curaaose loterij Wega di Number valselijk
heeft opgemaakt, samen met n of meer anderen. En van die anderen is dhr. Bolivar die maandag 7
maart jl. is gehoord ter zitting van uw Gerecht.8 Wij geloven niet dat die drukker op eigen houtje
handelde toen hij de bonboeken met Wega di Number Krsou erop fabriceerde op de oude persen van
de drukkerij die de officile loten tot 2005 drukte. Dat was in opdracht van Dos Santos, zo verklaarde de
getuige Bolivar op zitting. De drukker wijt het faillissement van die Drukkerij (Scherpenheuvel) overigens
aan het opzeggen van het contract door de Fundashon (WNK).
Maar dat is vermoedelijk niet de reden waarom Dos Santos juist met deze drukker in zee is gegaan. Door
gebruik te maken van de oude drukplaten leken de illegaal gedrukte loten op het eerste gezicht gewoon
aan alle eisen van de FWNK in het contract met Hi Printing N.V. te voldoen. Op een cruciale uitzondering
na dan; die loten/bonboeken waren in het geheel niet door de FWNK geautoriseerd.
Vervolgens heeft Dos Santos die (in eigen beheer) gedrukte loten verkocht via zijn bestaande kanalen:
de nummerkantoren en de straatverkopers (checkers). De opbrengst hiervan is niet verantwoord.
Hierdoor kon Dos Santos zich verlossen van het wettelijke voorschrift in de Loterijverordening 1909 en
de daarop gebaseerde regelgeving, die een maximum verbindt aan het aantal per vergunninghouder te
verkopen nummerloten. Een omzet beperkende maatregel , maar wel n die zorg voor concurrentie in
de branche door een level playing field in het leven te roepen; gelijke kansen voor iedere rifero. En hij
kon daarmee een nieuwe markt veroveren: de verkoop van loten zonder OB en zonder de verplichte
afdracht van vergunningsrechten. Goedkoper voor de koper. Maar slecht voor de concurrentie.
Door dat quotum te omzeilen, ontstond een nieuw probleem. In geval van een boekenonderzoek zou de
Belastingdienst bij derden te rade kunnen gaan of de aangegeven omzet overeen stemde met de cijfers
die bekend waren bij de FWNK; uit de legale, vergunde verkoop wel te verstaan.9 Indien Dos Santos ook
de verkoop van de (in eigen beheer) gedrukte loten in de belastingaangifte(s) zou verwerken, zou direct
een gat zichtbaar worden tussen geregistreerde omzet (door de FWNK) en werkelijke omzet.

Dat is de datum van de (tweede) huiszoeking bij het hoofdkantoor van Robbies Lottery aan de Amandelweg 81 te
Curaao, vestigingsadres van Administratiekantoor Dollar N.V.
8
Loten in de meest brede zin van het word, waaronder (maar niet beperkt tot) lot(en) en/of loterijbriefje(s) en/of
bonboek(en) en/of (nummerloterij)bon(nen) op naam van de loterij genaamd Wega di Number Krsou. Gelet op de
nadere omschrijving in de tenlastelegging waar die valsheid dan uit zou hebben bestaan, heeft dit verwijt alleen
betrekking op de papieren loten en niet op de elektronische loten en/of de SMS2win-deelnamebewijzen.
9
Zie in dit verband ook het (concept)rapport d.d. 20 november 2008, overgelegd door mr. E.F. Sulvaran per brief
van 4 november 2015, hetgeen een aanvulling is op bijlage 4 bij de eerder overgelegde pleitnota. Onder paragraaf
4.1.2. (p.9) is te lezen dat door de Belastingdienst (i.c. SBAB) derden-onderzoek wordt gedaan bij de FWNK om een
aansluiting te krijgen tussen de cijfers van nummerverkoop in de jaarrekening van de belastingplichtige en de bij de
FWNK geregistreerde verkoop van officile FWNK-loten door de vergunninghouder (tevens belastingplichtige).

Bijkomend voordeel van het buiten de officile boeken van Administratiekantoor Dollar N.V.10 houden
van die (extra) omzet is een lagere belastingafdracht. Zowel van omzetbelasting (die overigens toch al
niet geheven werd op de verkoop van de in eigen beheer gedrukte loten) als van de winstbelasting van
de exploitant van de nummerverkoop: Robbies Lottery . En als de netto-opbrengst van die verkopen
(dus na kostenaftrek zoals commissies van de straatverkopers en prijsuitkeringen) vervolgens afgestort
wordt op bankrekeningen buiten de jurisdictie(s) van de belastinggebieden waar de rechtspersonen die
de vergunning(en) exploiteren, is daarmee ook de inkomstenbelasting te omzeilen.
De omzetten die met deze verkoop zijn gemoeid, (b)lijken na onderzoek (in 2013) 11 gigantisch te zijn. En
komt nota bene overeen met de schattingen die lange tijd als onwetenschappelijk, niet onderbouwd en
geruchten van boze concurrenten werden afgedaan: tussen de 40 - 60% van de omzet van de legale,
vergunde loterijen. In het geval van Dos Santos spreken we dan over gemiddeld zon 22 miljoen gulden;
per jaar!12 Bovenop de omzet uit de vergunde loterijen van (gemiddeld) zon 23 miljoen per jaar.13
Om de noodzakelijke achtergrond n de maatschappelijke gevolgen te schetsen zullen wij hierna nader
(moeten) ingaan op de bepalingen van de Loterijverordening 1909, ondanks dat de overtreding daarvan
niet aan de verdachte(n) is ten laste gelegd als gevolg van de verjaring van het recht tot strafvordering.
Maar voor een dieper inzicht in de mogelijke beweegredenen van Dos Santos is het wel van belang.

3.2

De Loterijwetgeving

De Memorie van Toelichting op de Loterijverordening 1909, zoals die vandaag de dag nog steeds geldt
op Curaao en Sint Maarten (zij het in meermalen gewijzigde vorm), laat er geen misverstand over
bestaan waarom de Gouverneur14 het noodzakelijk achtte om nadere regels te stellen voor de deelname
aan loterijen door de bevolking. Het ging enerzijds om de bescherming van de bevolking die er een te
groot gedeelte van hun maandelijkse inkomen aan besteden tegen deze ware passie (lees: verslaving)
en anderzijds om het wegvloeien van kapitaal tegen door deelname aan buitenlandse loterijen. Maar
zeker ook om te voorkomen dat de bevolking met een kluitje in het riet zou worden gestuurd:
10

Volgens opgave van de verdachte wordt de vergunning o.g.v. de Loterijverordening 1909 (die persoonlijk is) door
Administratiekantoor Dollar N.V. (bedrijfsmatig) gexploiteerd.
11
Bij de huiszoeking op 11 november 2013 in het bedrijfspand aan de Amandelweg 81 te Curaao is onder meer de
digitale administratie in beslag genomen. Daaruit is mede gebleken wat de door Administratiekantoor Dollar N.V.
over het fiscale (boek)jaar 2012 aangegeven omzet is geweest over de illegale loterijen (bestaande uit verkoop van
niet-vergunde buitenlandse loten valse loten). De terminologie ( b)lijken is opzettelijk gekozen; in de straks aan te
kondigen ontneming zal namelijk het standpunt (kunnen) worden ingenomen dat die door de verdachte(n) zelf
opgegeven aandeel in de omzet mogelijk opzettelijk te hoog is voorgesteld om een mogelijke andere, ook illegale
herkomst, te verhullen en/of te verbergen;
12
Uitgaande van de opgegeven omzet Nadette, de verzwegen omzet van de straatverkopers (alles illegaal) en de
nadien (in 2012) opgegeven extra omzet van de Smartplay/Daily Number alsmede de SMS2win-omzet.
13
Het gaat hier om de bruto-omzet, dus voor aftrek van (bedrijfs)kosten en belastingen. Zie map 68 - OPV Marvin
(Curaao) voor de herkomst van deze cijfers: pv 169327, p. 20-21 en p. 39-41 .
14
Het gaat hier om de Gouverneur van de Kolonie Curaao en Onderhorigheden zoals die term tot 1936 gebruikt
werd (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Cura%C3%A7ao_en_Onderhorigheden, geraadpleegd op 26-2-2016 te
11:00 uur) in welk jaar de Staten van Curaao in de plaats kwamen van de Koloniale Raad.

10

Het gegronde vermoeden dat () in meerdere jaren, zooals thans gebleken is, voor een honderd
vijftig tweemaal honderd duizend gulden aan loten wordt verkocht, terwijl er meestal slechts een in
verhouding gering bedrag aan prijzen wordt uitbetaald, toont duidelijk, hoe schadelijk die passie voor
de welvaart van het volk is.

Was getekend te Willemstad door De Gouverneur op 17 februari 1909.15


Die grondgedachte(n) zien we nog steeds terug in de meer recente versies van de Loterijverordening:

Het is verboden om zonder vergunning (was: toestemming) van/namens het openbaar bestuur
een loterij te organiseren; 16
Het is verboden om aandelen (=loten) in voorraad te houden en/of ten verkoop aan te bieden
in een loterij die niet op grond van de Loterijverordening is toegestaan, waaronder aandelen in
een buitenlandse loterij;17
Aan de uit te geven vergunning moeten voorwaarden worden gesteld met betrekking tot de
frequentie van de loterij(en), de maximale hoeveelheid uit te geven aandelen (=loten) en de
maximum inleg;18
Regels met betrekking tot de winstuitkeringspercentages van de vergunde loterijen;19
Regels met betrekking tot de verplichte bestemming van de opbrengsten (na aftrek van het
prijzengeld) van de loterij, eerst alleen aan sportorganisaties, later ook expliciet ter bestrijding
van illegale loterijen en gokverslaving;20
Regels met betrekking tot voorwaarden waaraan de vergunninghouder moet voldoen;21
Regels met betrekking tot de inrichting van en sluitingstijden van de (nummer)kantoren;22
Regels met betrekking tot het instellen en onderhouden van een waarborgfonds;23
Regels met betrekking tot de afdracht van vergunningsrechten, het maken van bezwaar en het
opleggen van boetes i.g.v. onjuiste aangiftes;24

15

PB 1909, No.35
Zie artikel 2 Loterijverordening 1909.
17
Artikel 2 aanhef en onder sub a en b Loterijverordening 1909.
18
Artikel 3 lid 3 juncto art. 5 Loterijverordening 1909 (oud). Zie voor de nummerloterij art. 3bis Lv1909, ingevoerd
bij Eilandsverordening d.d. 26 juni 1986 tot wijzing van de Loterijverordening 1909 (PB 1965, No.85) ter uitvoering
van de overgangsbepaling V juncto overgangsbepaling III van de E.R.N.A.(AB 1986, No.5) jo. De daarop gebaseerde
Eilandsbesluiten houdende algemene maatregelen (hierna: E.h.a.m.) inzake voorwaarden die worden verbonden
aan de vergunningen: AB 1986, No.21, AB 1986, No.23 en AB 1986, No.26, AB 1987, No.23, AB 1993, No.9, AB
1993, No.50 en AB 1994, No.36.
19
E.h.a.m. houdende voorschriften m.b.t. de wijze waarop en de middelen waarmee prijs- en premietrekkingen van
de loterij moeten plaats hebben (o.g.v. artikel. 5 Lv1909) en E.h.a.m. op grond van artikel 3bis lid 3 sub c Lv1909,
vastgesteld in AB 1994, No. 36 (minimum uitkering van 55%) AB 1997, No.29, AB 1997, No.54/71, AB 1998, No.2.
20
Zie art. 3 lid 3 Loterijverordening 1909 (oud) en het daarop gebaseerde E.h.a.m. vastgelegd in AB 1998, No.23 ;
21
Zie artikel 3bis lid 4 Lv1909.
22
Wettelijke term: lokaliteit van de nummerloterij, vastgesteld in E.h.a.m. ex art. 3(bis) Lv1909, vastgelegd in AB
1993, No.9, AB 1993. No.50 (wijziging No.9), AB 2005, No.142 (proef sluiting om 20.15 i.p.v. 20.00 uur), AB 2007,
No. 105 (sluiting tussen 21.15 en 07.00 uur)
23
Artikel 5 lid 3 Lv 1909 en voor de nummerloterij art. 3bis lid 3 onder d Lv1909.
24
Artikel 4 Lv1909, ingevoerd bij AB 1986, No.5 (nieuw lid 2: in plaats van een vast percentage van 10% wordt een
vastrecht van ANG 100, per kantoor ingevoerd en een progressieve schaal voor loten met meerdere nummers. Bij
16

11

Regels met betrekking tot de controle door de overheid op de naleving van de voorwaarden van
de vergunning en de overige bepalingen van de Loterijverordening 1909, alsmede bestraffen van
dergelijke overtredingen;25
De mogelijkheid tot het intrekken van een vergunning door het openbaar bestuur op grond van
overtredingen van de daaraan verbonden voorwaarden (o.g.v. de Loterijverordening 1909);26

Zo bezien, heeft de Loterijverordening in de loop der tijd en met name vanaf de overgang van Land NA
naar Eilandgebied(en) een flink aantal veranderingen ondergaan, maar is de regeling trouw gebleven
aan haar uitgangspunten:
-

Bescherming van de bevolking (tegen gokverslaving, te lage prijsuitkeringen en faillissement);

Bescherming van de (ei)landinkomsten door een verbodsbepaling voor niet door de overheid
vergunde nationale en niet te vergunnen buitenlandse loterijen (d.m.v. een vergunningenstelsel,
een heffingssysteem en sanctionering/boetes);

Bescherming van de (concurrentie in de) sector (creren van een level playing field door gelijke
eisen aan de vergunning en vergunninghouders, een maximum aantal loten en maximum aantal
te houden loterijen en een sanctioneringsysteem bij overtreding (controle, intrekken vergunning,
opsporing en vervolging).27

Indachtig deze achtergrond zal nu nader worden gekeken naar hetgeen Dos Santos en zijn bedrijven is
verweten.

AB 1987, No.56 wordt een nieuw artikel 4bis Lv1909 ingevoerd waarbij de inning van die vergunningsrechten door
de Eilandsontvanger nader wordt geregeld met een aangifteplicht voor de vergunninghouder (stellig, duidelijk en
de
zonder voorbehoud) op de 15 van de maand na het verschuldigd worden met de mogelijkheid voor het opleggen
van een naheffing tot 5 jaar terug en een boete van maximaal 100% van de hoogste naheffing. Overigens is bij AB
1998, No.32 de aangifteplicht voor en de afdracht van de vergunningsrechten per 11 mei 1998 overgegaan van het
Hoofd Financin naar de Fundashon Wega di Number Korsou (FWNK), waarmee de vreemde situatie is ontstaan
dat in geval van een onjuiste aangifte het bestuur van de FWNK dient te beslissen over een eventuele naheffing en
het daarop dan eventueel in te dienen bezwaar, terwijl de verdachte Dos Santos vanaf 16-06-2008 deel uitmaakt
van datzelfde bestuur. (Map 1, OPV Bientu, pv 163472, p.8)
25
Artikel 7/8 Lv1909 juncto artikel 8bis Lv 1909 (oud( en/of artikel 9bis Lv 1909, waarin bovendien verwezen wordt
naar de verbodsartikelen 2 Lv1909 (verkopen van niet-vergunde loten) en 5 Lv1909 (niet-naleven voorwaarden
o.g.v. art. 5 lid 2 Lv1909, geen vermelding besluit bestuur m.b.t. toestemming/vergunning, niet-naleven alle
voorwaarden ten tijde van aanbieden/in voorraad houden ten verkoop van aandelen). In artikel 9 Lv1909 is de
(opsporings)bevoegdheid voor algemene) opsporingsambtenaren geregeld;
26
Ingevoerd op 14 december 1992, AB 1992, No.21. Bij deze wijziging is overigens ook de term misdrijf in artikel
9bis Lv1909 (ingevoerd per Eilandsverordening d.d. 26 juni 1986 bij de overgang naar het Eilandgebied) gewijzigd in
overtreding, waarmee de wettekst overeen gestemd is met de feitelijke situatie vanaf (7 juli) 1986 aangezien de
lagere overheid (het Eilandgebied) geen strafbepalingen kan afkondigen die een misdrijf opleveren.
27
Zie in het bijzonder art. 3bis lid 4 en het E.h.a.m. AB 1986, No.21, AB 1993, No.9, AB 1997, No.10, AB 1997, No.86
(aansprakelijkheid vergunninghouder van uit te keren bedrag in geval van onregelmatigheid).

12

Primair wordt aan verdachte Dos Santos (500.00430-12) verweten dat hij vanaf (in ieder geval) 2004 tot
en met de datum van de tweede huiszoeking d.d. 11 november 2013:

lot(en) en/of
loterijbriefje(s) en/of
bonboek(en) en/of
(nummerloterij)bon(nen)

voor/van/op naam van de loterij genaamd Wega di Number Korsou heeft nagemaakt.28
Die valsheid bestaat er dan in dat die hiervoor genoemde geschriften (volledig) volde(e)d(en) aan het
uiterlijk van de originele bon(nen) als omschreven in de/het (jaarlijkse) contract(en) van de Stichting
Fundashon Wega di Number Korsou en Hi Printing N.V., maar niet was/waren voorzien van, (o.m.):

een/het, vereist(e), watermerk en/of


het logo en/of kenmerk van de Fundashon Wega di Number Korsou en/of
de getallenreeks 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en/of
(een) letter(s) voor de/het volgnummer(s) en/of
het onderschrift in het Papiaments luidende: Por hasi un apelashon na Fondo di Garantia
solamente den kaso ku un rifero no por kumpli ku su obligashon pa paga premio, kontal ku
bon(nan) ta den poder di F.W.N.K. prome ku e sorteo korespondiente tuma luga

Alternatief/cumulatief wordt onder het primaire tevens aan Dos Santos (500.00430-12) ten laste gelegd
het medeplegen van het gebruik maken van die valse geschriften jegens derden, door die nagemaakte
loten(briefjes) en/of (nummerloterij)bonnen(boeken) aan te bieden, te verkopen en/of te gebruiken of
dat door anderen te laten doen. Het betreft daar dezelfde periode en dezelfde pleegplaatsen (Curaao
als eilandgebied en als Land) als onder het eerste alternatief/cumulatief.

Subsidiair is aan Dos Santos onder dat feit (500.00430-12) ten laste gelegd dat hij die valse geschriften
samen met n of meer anderen heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad. Het gaat dan om een
veel beperktere periode (vanaf 15-11-2011).29

3.3

Aanloop naar de valsheid

Op grond van het onderzoek Bientu kan worden vastgesteld dat bovengenoemde geschriften in de ten
laste gelegde periode (jaar 2004 tot en met 11 november 2013) zijn opgesteld en zijn gebruikt, dan wel
door de verdachte(n) zijn afgeleverd en/of voorhanden gehad.

28
29

Dit in de zin van valselijk opmaken en dus niet vervalsen (van een bestaand lot).
Artikel 2:184 lid 2 WvSr Cur, Pb 2011, No.48. Inwerkingtreding op 15 november 2011.

13

Ten eerste zijn (doordrukken) van in eigen beheer gedrukte WNK-loten aangetroffen in het kantoor van
Administratiekantoor Dollar N.V. (h.o.d.n. Robbies Lottery) aan de Amandelweg 81 te Curaao op 12
juli 2011.30 Ook zijn dergelijke (doordrukken van) loten gevonden in het kantoor van Robbies Lottery
op de Cannegieterstraat 70 op Sint Maarten31 tijdens de huiszoeking aldaar op 12 juli 2011 op grond van
een Interregionaal rechtshulpverzoek.32 Volgens het proces-verbaal ZD Sirocco III gaat het daarbij om 2
bonboeken.33
Vervolgens zijn op 23 juli 2012 drukplaten in beslag genomen bij een huiszoeking aan de Kaya Uster 6 te
Curaao, nota bene een vergund nummerkantoor van Robbies Lottery. De achterzijde van dit kantoor
bleek in gebruik als professionele drukkerij; een feitelijke voortzetting van de in 2009 failliet gegane
Drukkerij Scherpenheuvel. Naast de drukplaten voor valse WNK-loten, werd op deze plek tevens een
groot aantal in eigen beheer gedrukte loten (bonboeken) aangetroffen.34 Deze bonboeken zijn volgens
de verklaring van de drukker, dhr. O.E. Bolivar, in opdracht van de verdachte(n) vervaardigd en komen
overeen met de bonboeken c.q. loten (althans de doordrukken daarvan) die een jaar eerder op de
Amandelweg 81 te Curaao werden aangetroffen bij de huiszoeking in Bientu. 35 Nader onderzoek door
de politie bevestigt dat ook.36
Hetzelfde geldt voor de bonboeken die op 12 juli 2011 tijdens de huiszoeking op Sint Maarten zijn
aangetroffen. Mede gelet op het aantreffen van een factuur d.d. 13 januari 2010 in het gebouw aan de
Cannegieterstraat 70 van Swissport voor drukwerk van Curaao naar Sint Maarten met opdrachtgever
Drukkerij Scherpenheuvel en de verklaring van de drukker O.E. Bolivar, gaat het OM er in navolging van
de politie vanuit dat het op Sint Maarten aangetroffen drukwerk (2 bonboeken) is vervaardigd aan de
Kaya Uster 6 te Curaao door O.E. Bolivar in opdracht van de verdachte(n), waarna het vervolgens per
luchtvracht is verzonden naar Robbies Lottery in Philipsburg.37
Daarmee staat dan ook vast dat de bonboeken op Sint Maarten met Wega di Number-loten niet bij de
Fundashon aan de Gaitoweg 5 te Curaao zijn gekocht, maar in eigen beheer zijn vervaardigd.38

30

ZD Sirocco, pv 149099, p.2 [map 20] en Beslagdossier, pv 153835, p.5 [map 10], nummers AM.01.06.04. (diverse
zakken illegale loten), AM 01.08.01.01 (diverse pakken illegale loten) en AM.01.08.01.03 (diverse loten) alsmede de
beschrijving van die loten in de processen-verbaal die als bijlage zijn gevoegd bij ZD Sircocco [map 20], p. 000.043
t/m 000.066 (proces-verbaal van bevindingen AM.01.06.04.01.B t/m F, AM.01.08.01.01 en AM.01.08.01.03).
31
Op Sint Maarten ook wel Cannegieter Road genoemd.
32
Zie voor het rechtshulpverzoek RHV Overig [map 15], p. 000.001 t/m 000.108, alsmede pv 149504.2012 alsmede
OPV Sirocco (I), pv149099, p. 17 e.v. [map 20]. Zie voor de daar in beslag genomen (doordrukken van) loten [map
20] ZD Sirocco, pv 29-031901 (kennisgeving van inbeslagname Cannegieterstraat 70 te Philipsburg), p. 000.601-604
alsmede pv 29-032211 (Proces-verbaal van bevindingen betreffende aangetroffen loten), p. 000.605-000.613.
33
ZD Sirocco (III), pv. 161637, p.32 bovenaan.
34
ZD Sirocco (II), pv 153110, p.29, 3de alinea [map 20] en ZD Sirocco [map 22], p.000.982-000.983.
35
ZD Sirocco, [map 22], pv 151265, p,000.971.
36
Zie proces-verbaal van bevindingen bij getuigenverhoor O.E. Bolivar (pv 149762) p. 000.974-000.980 [map 22].
37
ZD Sirocco (III), pv. 161637, p.32, 4de alinea [map 20] en ZD Sirocco [map 22], p.001.070-001.0106.
38
ZD Sirocco (III), pv. 161637, p.32, 3de alinea [map 20] en [map 22], pv 29-0325595, p. 001.056-001.069.

14

Weer (ruim) een jaar later, op 31 oktober 2013 werd tijdens een observatie op Curaao door de politie
vastgesteld dat er vanuit een auto loten werden verkocht voor (o.m.) de loterij WNK. Daarbij werd ook
waargenomen dat de loten in kwestie niet voorzien waren van de gegevens van de Sorteo Extra (zoals
die op de officile loten wel staat afgedrukt). Ook werd vastgesteld dat er geen omzetbelasting in
rekening werd gebracht door de (weder)verkoper. Ten slotte werd vastgesteld dat de bestuurster van de
auto om 20:52 uur het hoofdkantoor van Robbies Lottery aan de Amandelweg 81 te Curaao binnen
ging met een enveloppe in haar hand.39
Een kleine twee weken later, op maandag 11 november 2013, werd vanaf 14.00 uur die middag door de
politie nogmaals waargenomen dat de betrokken bestuurster loten verkocht vanuit haar auto.40 Dat is
mede de opmaat geweest voor een tweede huiszoeking bij het hoofdkantoor van Robbies Lottery aan
de Amandelweg 81 te Curaao. Daarbij is ook een aantal vuilniszakken met loten in beslag genomen
41
(AM081/2.10.2.1), een verhuisdoos met doordrukken van loten (AM081/2.3.6.1) alsmede een stapel
gedrukte nummers met lijsten van de (betreffende) verkoper (AM081/2.3.3.10).42 Uit nader onderzoek
door de politie kan de conclusie worden getrokken dat het hierbij eveneens gaat om (doordrukken van)
zowel echte, maar ook om valse (in eigen beheer gedrukte) loten van de Wega di Number-loterij.43
De Minister van Economische Ontwikkeling heeft medegedeeld dat eind 2014 dat gestart zou worden
met de controle op illegale verkoop, waarbij n van de mogelijke sancties de sluiting van de (vergunde)
lokaliteit zou zijn. 44 Dat dit geen loze woorden waren van het Ministerie mag ook wel blijken uit de
controles op 23 januari 2015 (waarbij 2 lokaliteiten werden gesloten)45 en die op 4 februari 2015 (bij 9
personen valse loten en 23 valse bonboekjes aangetroffen).46 De resultaten van die controles zouden
bovendien worden voorgelegd aan het OM.47 Ten slotte heeft het Hoofd van de Inspectie van het
Ministerie voor Economische Ontwikkeling op 7 februari 2015 gewaarschuwd voor het kopen van loten
bij personen die geen vergunning hebben: de eventuele prijs die valt op zon nepbon wordt niet
uitbetaald door (het waarborgfonds van) de FWNK.48

39

ZD Sirocco (V), pv 172366, p. 36 [map 20] en ZD Sirocco [map 22], pv 311020131050_OT_PV, p. 001.124-001.128.
ZD Sirocco (V), pv 172366, p. 36 [map 20] en ZD Sirocco [map 22], pv 111120131430_OT_PV, p. 001.129-001.133.
41
Zie aanvullend proces-verbaal 219105 d.d. 7 maart 2016, gevoegd ter terechtzitting op 8 maart 2016.
42
ZD Sirocco (V), pv 172366, par.15.2.1, p.36 [map 20] en pv 172145, p. 001.134-001.136.
43
ZD Sirocco [map 22], pv 172215, p.001.137 0001.145.
44
Bron: artikel 15 april 2015 in Amigoe waar Minister van Economische Ontwikkeling Stanley Palm wordt geciteerd.
Van die controles wordt kater verslag gedaan in het Antilliaans Dagblad (op 23.1.2015 en 7.2.2015).
45
Zie: http://www.kkc-curacao.com/pfm-illegale-nummers-en-namaak-bonboekjes-in-omloop/, geraadpleegd op
27-2-2015 te 16:55 uur. Uit later bericht in het Antilliaans Dagblad blijkt dat het ging om een controle bij (onder
meer) Joe Black van Nelson Farah; zie: http://www.kkc-curacao.com/ad-farah-fwnk-bonboekjes-niet-nep/,
geraadpleegd op 27-2-2016 te 16:43 uur.
46
Bron: https://www.kkc-curacao.com/ad-fwnk-niet-garant-voor-nepbonnen/, geraadpleegd op 27-2-2016 te
10:39 uur.
47
Zie: http://www.kkc-curacao.com/amigoe-palm-illegale-nummerverkoop-in-handen-van-justitie-leggen/,
geraadpleegd op 27-2-2016 te 16:59 uur.
48
Bron: https://www.kkc-curacao.com/ad-fwnk-niet-garant-voor-nepbonnen/, geraadpleegd op 27-2-2016 te
10:39 uur.
40

15

Deze controles en bijkomende sancties (sluiting lokaliteit) betekenen overigens ook dat het Ministerie
van Economische Ontwikkeling geen opvolging heeft gegeven aan het (concept)advies dat de Commissie
Inventarisering en Regulering Nummerverkoop Curaao waarvan dhr. mr. Rmer in zijn hoedanigheid als
bestuursvoorzitter van de FWNK deel uitmaakte.49 [bijlage 2]
Zoals al aangegeven in de reactie van het OM op de preliminaire weren d.d. 28 oktober 201550, was deze
Commissie ingesteld bij Besluit van de Raad van Ministers d.d. 21 november 2011op voorstel van de
toenmalige Minister van Economische Zaken, dhr. A.N. El Hakim. In het besluit zelf wordt nota bene ter
onderbouwing van het standpunt dat de illegale loterijen decennialang worden gedoogd, verwezen naar
de conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad in de zaak met kenmerk LJN:AT1092. Maar in
die (civiele zaak) wordt door de P-G nergens de term gedoogd, gedogen of legaliseren gebruikt.
Integendeel; de conclusie geeft een treffend overzicht van het ontstaan en de ontwikkeling van de
Loterijwetgeving in de Antillen en de eilandgebieden Sint Maarten en Curaao. En dat alles tegen een
fiscaal-historische achtergrond. Daarover later meer. Voor nu volstaat te constateren dat het openbaar
bestuur na een periode van inactiviteit (2010-2013) weer actief optreedt tegen de illegaliteit in de
nummerloterij; zowel de papieren versie(s) als de elektronische versie (SMS2win).51
Hoewel slechts ten dele ten laste gelegd onder feit 3, maken wij hier graag een uitstapje naar de periode
voorafgaande aan de huiszoeking op 12 juli 2011, omdat via de criminele organisatie ook de periode van
vr 1 januari 2011 indirect aan de verdachte en zijn drie rechtspersonen ten laste is gelegd als misdrijf
waarop de organisatie (waar zij allen verdacht van worden deel van uit te maken) het oogmerk heeft
gehad. Daarom is het onvermijdelijk dat wij ook nog verder terug moeten kijken dan het moment
waarop voor de eerste keer de in eigen beheer gedrukte loten van de WDNK-loterijen is aangetroffen.
De periode die daar is ten laste gelegd (feit 16, respectievelijk feiten 4 en 5 bij de rechtspersonen) omvat
ook de periode 1 januari 2004 tot en met 11 juli 2011 (ten laste gelegd is tot en met 13 november 2013).
In dat verband wijze wij ten eerste op de omstandigheid dat de FWNK met enige regelmaat doordrukken
van niet-vergunde loten heeft aangetroffen tussen de doordrukken van vergunninghouder Dos Santos
en/of Administratiekantoor Dollar (die de WNK-vergunning van Dos Santos exploiteert).

49

Zie http://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/commentaar-ad/6788-spelletjes-met-wega-di-number,
geraadpleegd op 8 maart 2016 te 10:57 uur.
50
Zie p.18 bij Interventies.
51
Zie http://www.kkc-curacao.com/ad-uts-illegaal-bij-sms-loterijenverkoop, geraadpleegd op 1 maart 2016 te
15.10 uur smede2013 alsmede het artikel in het Antilliaans Dagblad d.d. 8-5-2013: SMS-lot formeel onwettig op
http://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/6738-sms-lot-formeel-onwettig, geraadpleegd op 1 maart 2016 te
15:12 uur, waarin bovendien wordt verwezen naar een brief van toenmalig Minister-president Schotte eind 2011
aan (de exploitant van) Lucky Seven die geen vergunning kreeg omdat de wet die vorm van loterij niet regelt en dus
niet vergund kan worden. Terwijl Dos Santos op datzelfde moment nog gewoon adverteerde met SMS2win en tot
en met september 2011 al zon ANG 13.114.062,46 had omgezet (bron: ZD Sirocco, pv149099, p.13 [map 20]. Het
tegengaan van illegale loterijen maakt in 2015 expliciet deel uit van het beleid van de regering van Curaao: zie
in:http://www.gobiernu.cw/web/site.nsf/resources/06C6C3519DA0AFAC04257E4B006DB3FE/$FILE/a%20Algemen
e%20Beschouwing%202015%20INCL%20nVw.pdf, paragraaf 2.4, geraadpleegd op8.3.2016 te 11:50 uur.

16

Hoewel daar met name doordrukken van de (binnen Curaao niet-vergunde52) loterijen Daily Number en
Smartplay tussen zaten, kwam het ook wel eens voor dat er tussen de doordrukken bij de FWNK een
winnend lot werd aangetroffen waarover geen 5% OB en geen 4% vergunningsrecht (Sorteo Extra) was
afgedragen door Administratiekantoor Dollar N.V.53
Het OM gaat er daarbij vanuit dat het hier gaat om een in eigen beheer gedrukt WDNK-lot, gelet op de
verklaring van oud-directeur FWNK, dhr. mr. Rmer, dat het niet-betalen van die 5% en 4% een goede
indicatie is dat het een vals lot betreft.54 Hetgeen verdachte Dos Santos overigens ook bevestigt.55
Ten tweede wijzen wij op de verschillende verklaringen van de verdachte R.A. Dos Santos die kort en
zakelijk weergegeven op dat punt het volgende aangeeft:

dat hij in de periode 1986-1992 een zestal kantoren had waar alleen vergunde loten werden
verkocht; 56
dat hij omstreeks 1992 een aantal nummerkantoren (ca. 30) heeft overgenomen;57
(op 1 maart 2016) dat vanuit die nummerkantoren ook een aantal relaties met straatverkopers
waren en dat hij die heeft gecontinueerd; 58
dat die straatverkopers toen al (1992) alleen onvergunde loten verkochten en dat hij die situatie
heeft laten voortbestaan; 59
(op 16 januari 2014) dat hij denkt dat hij nu zon 10 jaar met streetsellers werkt (vanaf 2004,
OM) en dat hij daarin is meegegaan om de concurrentie aan te kunnen toen zijn concurrenten
de ontslagen mensen van het voormalige woningbedrijf Semako in gingen zetten;60
de streetsellers op Curaao alleen illegale (niet-vergunde) loten verkopen;61
dat het er geen 55 kunnen zijn op Curaao, hoogstens 30 (waarschijnlijk 50, OM);62

52

ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.2 en p.12 alsmede de daaronder liggende verklaringen van de getuigen S.C.M.
Pietersz en I.M.A. Polonia, beiden werkzaam bij de FWNK (p.000.340-000.346, p.000.347-000.349 e p,000.350-352,
allen map 20]. Overigens zijn die loterijen ook niet te vergunnen op grond van de artt. 2 juncto 6 Loterijverordening
1909, zoals gewijzigd.
53
Zie ZD Sirocco [map 21], brief van de FWNK aan R.A. dos Santos, Amandelweg 81 alhier, p.000.547, alsmede de
door C.L. Prince afgelegde verklaring (pv 29-033748, p.000.084 e.v. map 20) in dat verband.
54
Zie verklaring getuige M.H. Rmer d.d. 29.08.2011 (ZD Sirocco, pv 149099, p.8, map 20 en p. 000.107-116)
55
Zie ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.864.
56
Schriftelijke verklaring van R.A. dos Santos (Memo) d.d. 1 maart 2016, verzonden aan het GEA Curaao.
57
de
VD R.A. dos Santos [map 5], pv 149752, 2 verhoor R.A. dos Santos d.d. 4.2.2012, p.000.039.
58
Schriftelijke verklaring van R.A. dos Santos (Memo) d.d. 1 maart 2016, verzonden aan het GEA Curaao.
59
Schriftelijke verklaring van R.A. dos Santos (Memo) d.d. 1 maart 2016, verzonden aan het GEA Curaao.
60
VD R.A. dos Santos [map 5], pv 1173853/524,verhoor R.A. dos Santos d.d. 16.12014, p.000.332. Dos Santos denkt
dat hij zon 10 jaar met streetsellers werkt en koppelt dat aan de afvloeiing van overheidspersoneel bij Semako. Uit
een proefschrift van Miguel Goede (2005) blijkt dat die afvloeiing tot ca. 1999-2000 heeft voortgeduurd. De inzet
van streetsellers kan op grond van deze verklaring dan ook worde gedateerd tussen 1999 en 2004. Zie p. 147 van
hoofdstuk 7 op: http://www.miguelgoede.com/Papers/Goede%20proef.pdf, geraadpleegd 1.3.2016 te 17:03 uur.
61
VD R.A. dos Santos [map 5], pv TIO V4, p.000.073-0093 en ZD Sirocco [map 22], p.000.842-846
62
Zie VD R.A. dos Santos [map 5], pv 1173853/524,verhoor R.A. dos Santos d.d. 16.1.2014, p.000.332-333, waarin
dat aan hem wordt voorgehouden. Op 7 april 2012 verklaart Dos Santos (map 5, p.000.0078) dat hij denkt dat het
er 30 zijn, terwijl hem wordt voorgehouden dat er een lijst is aangetroffen op 11 juli 2011 met 55 namen. Die lijst is

17

(op 7 april 2012) dat hij denkt dat er ook wel illegale loten in kantoren worden verkocht;63
(op 19 april 2012) dat er ook illegale loten worden verkocht in de kantoren (en op straat);64
hij dat later weer ontkent (16 januari 2014) maar hij geen antwoord wil geven op de vraag hoe
het kan dat het erop lijkt dat de nummers op de stapeltjes aan hem getoonde op 11 november
2013 in beslag genomen loten van 4 november 2013 lijken te corresponderen met de unieke
nummers van die nummerkantoren en met de omzet van de nummerkantoren van die dag;65
het niet de bedoeling was om tussen de doordrukken die worden aangeleverd bij de FWNK
doordrukken van niet-vergunde loten te laten zitten en dat dit een fout is van het personeel;66
dat de bonboeken voor de vergunde Wega di Number-loteri j bij de FWNK vandaan moeten
komen;67
dat hij zelf ook bonboeken laat drukken bij (o.m.) Drukkerij Scherpenheuvel met de tekst Wega
di Number Krsou erop; 68
hij zijn eigen bonboeken drukt omdat het systeem niet goed is;69
dat Scherpenheuvel loten voor Sint Maarten drukt en dat Hi drukt voor controle bonboekjes op
Sint Maarten; 70
dat hij de gedrukte bonboeken voor Sint Maarten naar Philipsburg laat verschepen als vracht en
dat die worden opgeborgen op de Cannegieterstraat;71
dat hij de doordrukken van de bonboeken op Curaao moet inleveren bij de FWNK, maar dat hij
de doordrukken van de in eigen beheer gedrukte loten weggooit omdat de FWNK die niet wil
hebben omdat die illegaal zijn; 72
dat er over de op straat verkochte loten geen ob (=5% omzetbelasting, OM) wordt geheven en
geen vergunningsrechten (4,5%, OM) worden betaald, ook niet van de Sorteo Extra (4%, OM); 73
dat hij brieven aan de FWNK heeft geschreven om de illegale verkoop legaal te maken, maar dat
men dat niet wil, dat hij niet gaat stoppen met de verkoop van illegale loten want dan kan hij
wel sluiten;74
dat de in eigen beheer gedrukte bonboeken voor de nummerverkopers (op straat) zonder
vergunning aan hen wordt geleverd door het kantoorpersoneel aan de Amandelweg; 75
dat alles wat op straat wordt verkocht illegaal is (op Curaao, OM);76

oud, aldus Dos Santos. Maar uit de gegevens van de tweede huiszoeking op 11 november 2013 kan worden afgeleid
dat het aantal van 50 wel kan kloppen.
63
Zie ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.864.
64
ZD Sirocco [map 22], verhoor R.A. Dos Santos d.d. 19 april 2012 te 11.00 uur, p. 000.890.
65
VD R.A. dos Santos [map 5], pv 1173853/524,verhoor R.A. dos Santos d.d. 16.1.2014, p.000.333.
66
VD R.A. dos Santos [map 5], pv TIO V4, p.000.073-0093 en ZD Sirocco [map 22], p.000.842-862.
67
ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.875.
68
VD R.A. dos Santos [map 5], pv TIO V4, p.000.073-0093 en ZD Sirocco [map 22], p.000.079.
69
ZD Sirocco [map 22], verhoor R.A. Dos Santos d.d. 19 april 2012 te 11.00 uur, p. 000.891.
70
ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.874.
71
ZD Marvin SXM [map 26], pv TIO, verhoor R.A. dos Santos d.d. 4.4.2012, p.000.246-247: aantreffen 2 bonboeken
en een factuur en documenten van Scherpenheuvel op Cannegieterstraat. Bolivar weet zich dat niet te herinneren.
72
ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.876-877.
73
ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.877.
74
ZD Sirocco [map 22], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos d.d. 13.4.2012, p. 000.872.
75
VD R.A. dos Santos [map 5], pv TIO V4, p.000.073-0093 en ZD Sirocco [map 22], p.000.079.

18

Het OM leidt uit het voorgaande af dat de verdachte Dos Santos binnen de werkmaatschappijen van zijn
vergunde loterijen op Curaao (Administratiekantoor Dollar N.V.) en op Sint Maarten (tot medio 2009 The
Money Game N.V. en aansluitend Jamaroma Lotteries N.V.) vanaf circa 1992 tot en met heden een min of
meer parallelle operatie heeft gerund van illegale (niet-vergunde en/of valse (in eigen beheer gedrukte)
loten. Het gaat daarbij op Sint Maarten om loten van de buitenlandse loterijen Pool, Santo Domingo 77
en Wega di Number Krsou en voor Curaao om de buitenlande, niet te vergunnen loterijen Smartplay
en Daily Number alsmede om de in eigen beheer gedrukte loten van de WNK-loterij.
Hoewel Dos Santos in dat laatste verband steeds het liefst spreekt over niet-vergunde loten in plaats van
illegale loten, gaat het OM daar niet in mee. Deze woordkeuze kan zo worden opgevat dat Dos Santos bij
de in eigen beheer gedrukte loten meent dat hij (slechts) het bij de WNK-vergunning bepaalde quotum
overtreedt als bedoeld in art. 3bis van de Loterijverordening 1909 (Curaao).78 Dat spoort echter niet met
de verklaring van Dos Santos in zijn verhoor van 19 april 2012 waarin hij aangeeft dat er geen maximum is
aan het aantal boeken dat je bij de FWNK kan kopen.79 Die verklaring wordt namelijk ondersteund door de
getuige S.C.M. Pietesz, (destijds) werkzaam bij de FWNK, die verklaart dat Dos Santos per maand zon
1.000 bonboeken kwam halen. Dat zijn 150.000 loten.80 Terwijl de vergunning (destijds) maar 643 loten
met een inleg van ANG 1,- toestond.81
Maar dat roept dan direct de vraag op waarom Dos Santos dan niet gewoon de bonnen van de officile
boeken van de FWNK (extra) heeft verkocht. En waarom hij dan zelf bonboeken laat drukken met de tekst
Wega di Number Krsou erop? En waarom hij dan de moeite neemt om de inboedel van de in 2009
failliet gegane Drukkerij Scherpenheuvel heeft overgenomen en de drukker E.O. Bolivar met zijn
apparatuur onderdak heeft verschaft in het vergunde nummerkantoor aan de Kaya Uster 6. Kortom:
waarom hij zich al deze moeite getroost heeft om bonboeken in eigen beheer te maken, terwijl hij die
kant en klaar en zonder vragen van de FWNK kan kopen voor zon 5-6 gulden per boek (dus 4 cent per lot).
Het OM meent het antwoord op die vraag te kunnen geven. Bij de 2de huiszoeking op 11 november 2013
bleek namelijk van een zeer duidelijke scheiding tussen de administratieve afhandeling van loten met OB
en de loten zonder OB. Zo is door de getuige Herrera Isturiz - die al 18 jaar bij Robbies Lottery werkt verklaard dat zij de loten met OB telt en haar collega Bernardina de loten zonder OB.82 Het gaat zelfs zo
ver, aldus de getuige Gonalves, dat ten tijde van die huiszoeking (november 2013) de legale loten met OB
alleen via de computer verkocht worden (in de kantoren) en dat de straatverkopers op twee na die ook
een computer hebben de loten uit de zelf gedrukte boeken verkopen zonder OB. 83

76

VD R.A. dos Santos [map 5], pv 149987, verhoor R.A. dos Santos, p. 000.121. (NB: ook in ZD Sirocco, map 22)
Niet meer in de verkoop.
78
ZPB 1965,85; zoals gewijzigd. Zie ook ZD Sirocco [map 22], p.000.936-973 voor de voorwaarde die ingevolge
artikel 3bis lid 3 Lv1909 aan de vergunning moeten worden verbonden. Zie voor de vergunning (van 29.4.2010) in
kwestie ZD Sirocco [map 20], p. 000.113-117.
79
ZD Sirocco [map 22], verhoor R.A. Dos Santos d.d. 19 april 2012 te 11.00 uur, p. 000.891.
80
ZD Sirocco [map 20]. pv 29-034008, p.000.340-342.
81
ZD Sirocco [map 22], p. 000.892 (verklaring R.A. dos Santos) en de vergunning zelf: p.000.113-117.
82
ZD Sirocco [map 1], pv 172366, p.36-37 en ZD Sirocco [map 22], verhoor D.C. Herrera Isturiz, p. 1.153 -1.159.
83
ZD Sirocco [map 1], pv 172366, p.36-37 en ZD Sirocco [map 22], verhoor J.A. Gonalvez, p.1.170.
77

19

Die laatste verklaring wordt ook ondersteund door de getuige Leonora, eveneens werkzaam bij Robbies
Lottery, die daaraan nog toevoegt dat ook de opbrengsten van de illegale verkopen (de dag erna) apart
worden geteld.84 Ook de getuige Soerka verklaart dat de straatverkopers de illegale loten van de FWNK
(en Smartplay en Daily Number) verkopen.85 Dos Santos daarentegen wil daar niets over verklaren.86
Anders dan op Curaao worden de (ca. 100-200) straatverkopers op Sint Maarten niet door Dos Santos
en/of zijn kantoorpersoneel voorzien van in eigen beheer gedrukte bonboeken; die gaan alleen naar de
kantoren. De straatverkopers houden de verkopen bij in (bonnen)boekjes uit de supermarkt. 87 Net zoals
Dos Santos zelf, toen hij zelf nog maar 16 was (1973-1974).88
Daarmee is hij echter sinds de introductie van de nummerloterij en de oprichting van de FWNK in 1986
mee gestopt. En de grote vraag is waarom? Het OM denkt vanwege de controle door de overheid die met
de wijziging van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1965, No.85) bij het Eilandsbesluit houdende algemene
maatregelen (AB 1986, No.5) is opgenomen. Vanaf dat moment bepaalt art. 3bis lid 3 ten derde expliciet
dat er controle van overheidswege (op de naleving van en) in de vergunningsvoorwaarden werd geregeld.
Anders dan op Sint Maarten waar geen FWN(K) werd opgericht, is in Curacao het toezicht vanuit de
overheid dus wettelijk een stuk sterker geregeld. Een jaar later (A.B. 1987, No.56) werd er in artikel 4 lid 2
een variabel vergunningsrecht ingevoerd voor de nummerloterij op Curaao en een daarmee
samenhangende aangifteplicht bij Financin voor de vergunninghouder. Op het doen van een valse of een
onjuiste aangifte voor de juiste heffing van het vergunningsrecht kwam bovendien een boete van
maximaal 100% te staan en een naheffingsmogelijkheid van 5 jaar.
In december 1992 werd de noodzaak voor vergunninghouders op Curaao om zich aan de regelgeving en
voorwaarden van de nummerloterijvergunning te houden nog groter, toen een boetemogelijkheid van
ANG 5.000,- werd ingevoerd per overtreding en zelfs de mogelijkheid van het intrekken van de vergunning
werd gentroduceerd in de Loterijverordening.89 Op het overtreden van de vergunningsvoorwaarden was
daarmee dus een dure prijs komen te staan.
In 1998 maakte het bestuur van het Eilandgebied (voor zover bekend voor het eerst) gebruik van die
nieuwe mogelijkheid: vide de uitspraak van het GEA Nederlandse Antillen d.d. 21 september 1998 die de
verdediging van Dos Santos als bijlage 3 heeft gevoegd bij haar pleitaantekeningen van 23 oktober
2015.90 Dat leidt het Gerecht ertoe te overwegen (r.o. 10.1) dat het weliswaar toe te juichen is dat de
overheid de bestuurlijke handhaving van de Loterijverordening handen en voeten aan het geven is, maar
dat het beter zou zijn geweest de met naam en adres bekende vergunninghouders dat beleid bekend te
maken door middel van een persoonlijke aanschrijving aan de (toen naar schatting ca. 150
84

ZD Sirocco [map 1], pv 172366, p.36-37 en ZD Sirocco [map 22], verhoor J. Leonora, p.1.176.
ZD Sirocco [map 1], pv 172366, p.36-37 en ZD Sirocco [map 22], verhoor S.M. Soerka, p.1.186.
86
ZD Sirocco [map 22], pv 176847, verhoor R.A. dos Santos d.d. 24.02.2014, p. 001.202-1.205.
87
ZD Sirocco [map 22], verhoor getuige M.M. De La Cruz d.d. 18 januari 2012, p. 001.073.
88
ZD Sirocco [map 22]., verhoor R.A. dos Santos, p.000.867.
89
A.B. 1992, No.211
90
Uitspraak in kort geding van 21 september 1998 van het GEA NA, zittingsplaats Curaao. HG nummers 1998/483,
484, 489, 490, 491, 495 en 496
85

20

belanghebbende) houders van een nummerloterij-vergunning). Bovendien, zo vervolgt het Gerecht, moet
er een overgangstermijn worden gesteld en kan in geval van overtreding niet direct de zwaarste sanctie
uit het arsenaal worden toegepast, zoals in dit geval: intrekking van de vergunning voor 4 dagen.91
Het zijn specifiek deze overwegingen van het Gerecht die de verdediging meermalen voor de voeten van
het OM heeft geworpen in de aanloop naar de behadeling van deze strafzaak ter zitting, met de bedoeling
om aan te geven dat er jarenlang overtredingen zijn gedoogd en dat in geval van (plotselinge) handhaving
van die overtredingen van de Loterijverordening er eerst een aanzegging daartoe moet plaatsvinden aan
het adres van de desbetreffende vergunninghouder, in dit geval Dos Santos. Kortom: door dat jarenlange
gedogen dat in deze uitspraak is vastgesteld kan de overheid (waaronder het OM) nu niet meer tegen
Dos Santos optreden
Echter: deze uitspraak heeft gn betrekking heeft op strafrechtelijk optreden. Ten eerste gaat het om
een bestuursrechtelijke controle door de SKS (zie r.o. 5) waarop de tijdelijke intrekking van de vergunning
is gebaseerd. Die bevoegdheid tot intrekking is in de Loterijverordening 1909 exclusief toebedeeld aan het
Bestuurscollege van het Eilandgebied.92 Ten tweede is datzelfde bestuur ook niet de juiste adressant als
het gaat om strafrechtelijke handhaving, zo heeft het Gerecht in een andere zaak al eerder uitgemaakt.
Reeds In 1993, kort na de invoering van de nieuwe bestuurlijke mogelijkheden in de Loterijverordening,
vroeg de vergunninghouder Wall het Gerecht om de overheid te bewegen om de geconstateerde
overtredingen van de vergunningsvoorwaarden door zijn concurrenten te handhaven. Hoewel het daarbij
ook (al) ging om de verkoop van ongeregistreerde loten, overweegt het Gerecht in die uitspraak van 10
november van dat jaar dat Wall bij het bestuurscollege van Curaao (en bij het Gerecht) aan het
verkeerde adres is als hij met optreden tegen collega-vergunninghouders doelt op een strafrechtelijk
optreden.93 Die overweging laat het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen in hoger beroep
in stand.94
Last, but certainly not least, overweegt het Gerecht in de uitspraak van 1998 onder 10.2:
Het Gerecht merkt hier ten overvloede op dat, gelet op deze procedure, onderhavige eisers
(waaronder Dos Santos, OM) voor de toekomst voldoende gewaarschuwd zijn en wetenschap
hebben van het door de overheid gewijzigde beleid in deze.
Met andere woorden: vanaf 1998 was Dos Santos een gewaarschuwd mens en hoefden wijzigingen in het
handhavingsbeleid op dit punt (overtreding van de Loterijverordening en de vergunningsvoorwaarden
leidt tot een bestuurlijke sanctie) niet meer apart aan hem kenbaar te worden gemaakt.
En dat het OM in geval van strafrechtelijke handhaving (zoals in het geval van Bientu) van overtredingen
van het wetboek van Strafrecht en Algemene Landverordening Landsbelastingen 2001 op grond van die
91

Dat betekent dat een schriftelijke waarschuwing of een (voorwaardelijke) boete meer in de rede ligt bij een eerste
overtreding en dat pas bij herhaling de intrekking va de vergunning aan de orde zal zijn.
92
De door de SKS geconstateerde overtredingen hebben in de sfeer van de bestuurlijke controle ex artikel 3bis lid 3
ten derde Lv1909 plaats gevonden en niet op grond van artikel 9bis Lv1909 (overtredingen als strafbaar feit).
93
Zie r.o. 3.2 in GEA d.d. 10 november 1993, KG 93/409; opgenomen in ZD Sirocco [map 1], p.000.019.
94
Zie r.o. 7 van het GHvJ-NA d.d. 25 oktober 1995, rolnummer H140/94, opgenomen in ZD Sirocco, p. 000.017

21

uitspraak haar voornemen daartoe aan de betrokken vergunninghouder bekend zou moeten maken om
niet aan de sanctie van niet-ontvankelijkheid ten prooi te vallen is natuurlijk helemaal onzin.
En voor zover strafrechtelijke handhaving van overtredingen van de Loterijverordening door het OM niet
zou mogen plaatsvinden ondanks het ontkennen van het bestaan van een gedoogbeleid op dat punt, zie
hierna - geldt ten eerste dat dergelijke overtredingen (ex art. 6 juncto art. 9bis Lv1909) niet aan n of
meer van de gedagvaarde verdachten worden verweten. En ten tweede dat op grond van de eveneens
door de verdediging in die bijlage 3 overgelegde uitspraak van het GEA d.d. 9 juni 2008 in de strafzaak met
parketnummer 500.00242/808 moet worden geconcludeerd dat de handhaving daarvan in die uitspraak
van 21 september 1998 genoegzaam aan Dos Santos bekend was geworden. Die omstandigheid leidt
ertoe, aldus het Gerecht in 1998 (r.o.3.3, p.3) dat het OM in ieder geval vanaf die datum (van
bekendmaking van de handhaving) bevoegd is om tot vervolging over te gaan.
Maar terug naar de (mogelijke) reden voor het gebruik van de in eigen beheer gedrukte bonboeken.
Dos Santos was vanaf de wetswijzigingen in 1992, de uitspraken in de zaak Wall waar mr. Rmer in
september 1994 in kort geding voor was opgetreden om een vergunning af te dwingen bij het bestuur95 in 1993/1994 en zijn eigen zaak in september 1998 dus letterlijk en figuurlijk een gewaarschuwd man.
Daar kwam in 1996 dan nog eens bij de introductie van de Algemene Bestedingsbelasting
(omzetbelasting) op Curaao96 en een jaar later de Belasting op de bedrijfsomzetten op Sint Maarten.97 In
1999 werd vervolgens de omzetbelasting ingevoerd op Curaao, waarbij de ABB weer werd ingetrokken.98
In deze periode werd ook de Sorteo Extra opgenomen in artikel 11bis in de Loterijverordening 1909
Curaao99, waardoor de verplichting tot het inleveren van de doordrukken van de verkochte WNK-loten
nog pregnanter werd. Niet alleen voor het bepalen van het variabele deel van het vergunningsrecht (een
percentage van de bruto-omzet) en de extra heffing van 4% voor die extra loterij, maar ook vanwege het
feit dat de koper van het lot er vanuit moest kunnen gaan dat zijn doordruk bij de FWNK was ingeleverd
om aanspraak te kunnen maken op het uitbetalen van een prijs als die alsnog op zijn eerder onfortuinlijke
lot bleek te zijn gevallen.
In deze turbulente periode (1992-1999) neemt Dos Santos 30 nummerkantoren over (met streetsellers),
neemt hij oud-ambtenaren van Semako over die voor hem op straat loten gaan verkopen en worden
zeven rechtspersonen voor hem opgericht, waaronder 4 off-shores (Overseas Financial Enterprises Ltd,
Caribbean Investment Group Ltd, Guapa Holding Ltd, First Summit Investments, neemt hij The Money
Game N.V. over en richt hij Precise Administration op.

95

Zie ZD Sirocco [map 20], p.000.023.,


Landsverordening algemene bestedingsbelasting 1996 Curaao en Bonaire, P.B. 1996, No.75
97
Landsverordening d.d. 23 december 1996 houdende regels inzake een belasting op bedrijfsomzetten (Sint
Maarten, Saba, Statia). P.B. 1996, 210.
98
Landsverordening van de 1ste maart 1999 houdende regels inzake een omzetbelasting (Landsverordening
omzetbelasting 1999), P.B. 1999, No.43 en Intrekking van de Landsverordening Algemene Bestedingsbelasting
(ABB) voor Curaao en Bonaire, P.B. 1999, No.75.
99
A.B. 1992, No.21
96

22

Ook worden in die periode voor Dos Santos (en echtgenote) 2 Arubaanse vrijgestelde vennootschappen
opgericht (Apura A.V.V. en Gingerflower A.V.V.), waarbij n van hen de aandelen zal gaan houden in het
in 1998 opgerichte Jamaroma Lotteries. Administratiekantoor Dollar N.V, (1987) bestaat dan nog,
opgericht kort na inwerkingtreding van de Loterijverordening 1909 na de overgang naar het eilandgebied
Curaao.
Gelet op de hiervoor ook geciteerde verklaringen van Dos Santos kan dit geen toeval zijn. Uit de dossiers
Marvin en Moesson blijkt dat hij geen omzetbelasting wil heffen over een deel van zijn loten, omdat hij
zich anders uit de markt prijst. Of dat is omdat concurrenten die omzetbelasting en vergunningsrechten
ook niet in rekening brengen laat het verhaal in het midden, maar duidelijk is wel dat het parallelle circuit
in deze periode zijn oorsprong vindt.
Hoewel Dos Santos in zijn schriftelijke Memo van 1 maart jl. doet voorkomen alsof hij de street sellers in
Curaao eigenlijk in de schoot kreeg geworpen en hun exclusieve verkoop van onvergunde loten maar
niets vond, schroomt hij er niet voor om in de jaren daarna tot wel 55 straatverkopers (inmiddels ca. 30)
aan te trekken die volgens de verklaringen in het dossier uitsluitend niet-vergunde loten zullen verkopen;
in ieder geval vanaf 1992 tot en met 12 juli 2011.
En daarmee vervolgens doorgaan tot in ieder geval de tweede huiszoeking op 11 november 2013.100
Waarmee naar later blijkt - een gigantische extra omzet wordt behaald van meer dan 100 miljoen
gulden, waarover geen vergunningsrechten worden afgedragen aan de FWNK ter voorkoming en
bestrijding van illegale loterijen en gokverslaving. Waar ook geen winstbelasting over wordt afgedragen
terwijl bij die verkoop wel gebruik wordt gemaakt van de bestaande infrastructuur van
Administratiekantoor Dollar N.V. op Curaao en de kantoren van Robbies Lottery (The Money Game resp.
Jamaroma Lotteries) op Sint Maarten en de daarmee gemoeide kosten als opgehoogde bedrijfskosten in
de winst- en verliesrekeningen van die bedrijven terecht komen en daarmee dus ook weer tot valse
jaarrekeningen en onjuiste aangiftes winstbelasting leiden. Om nog maar te zwijgen van de aanwending
van de netto-opbrengsten van deze illegale verkopen door verdachte waarmee ook de
inkomstenbelasting in beeld is gekomen.
Deze visie wordt ondersteund door de verklaringen van verdachte zelf, geschraagd de verklaringen van de
getuige en latere verdachte Grynsztein die de meeste van die off-shore rechtspersonen heeft opgericht en
in opdracht van Dos Santos tussen 1992 en 2000 tussen de 5 en 10 miljoen dollar per cashier check naar
verschillende bankrekeningen in de VS heeft gebracht. Dat is omgerekend zon 18 miljoen gulden dat op
die manier is onttrokken aan de rechtspersonen en daarmee dus ook aan de economien van de eilanden
Curaao en Sint Maarten. Geld dat een betere bestemming had moeten hebben voor de bevolking.
Dos Santos verklaart zelf dat Guapa Holding is opgericht met als doel om daarop de opbrengsten van de
loterij te storten; de illegale loterij, zo blijkt uit dit onderzoek. Een vooropgezet plan dus om op die
manier geld te genereren en buiten het zicht van de Belastingdienst van Curaao (en Sint Maarten) te
plaatsen. Op bankrekeningen van entiteiten die niet te herleiden zijn tot de Ultimate Beneficial Owner (de
achterligger, de uiteindelijk begunstigde): R.A. dos Santos.
100

Zelfs in oktober 2015 worden er nog in eigen beheer gedrukte loten aan het Gerecht en het OM overgelegd.

23

Daarbij komt dan nog de wijziging in modus operandi om de opbrengsten van die illegale loten aan het
oog van de autoriteiten te onttrekken na de aanslagen in de VS op 11 september 2001. De invoering van
de Landsverordening aanmeldingsplicht grensoverschrijdende geldtransporten d.d. 25 februari 2002101 en
de inwerkingtreding van de U.S. Patriot Act en de VN-resoluties op het gebied van het voorkomen van de
financiering van terrorisme dwingen Dos Santos tot een aanpassing in de tot dan gehanteerde methode.
Maar dat leidt uiteindelijk ook tot de start van dit onderzoek, omdat die wijziging opvalt bij de Compliance
Manager van de WIB op Sint Maarten.
Wij hebben het dan over de activering (in 2000) van de bankrekening van de Caribbean Investment Group
Ltd bij de Windward Island Bank die daar al vanaf 15 april 1993 werd aangehouden. Uit de meldingen van
het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT) van de Nederlandse Antillen in 2008 die uiteindelijk de
start van Bientu in 2011 inluidden, blijkt immer dat vanaf 2004 met grote regelmaat contante stortingen
van ronde bedragen van USD 150.000,- op die rekening keer werden gedaan. Tot en met 2008 bedroeg
dat in totaal niet minder dan USD 8.877.427,-. Daarna leken die stortingen gecontinueerd te worden op
een andere bankrekening die ook aan de verdachte Dos Santos bleek te liren.
Deze stortingen vielen de Compliance Medewerker van de WIB op, omdat de opgegeven source of funds
- ook een van de eisen die voortvloeien uit de (toen 49) aanbevelingen van de FATF tegen witwassen en
terrorismefinanciering - een niet (meer) bestaande loterij was en de storting van biljetten van vrijwel
uitsluitend USD 100,- en USD 50,- zich ook niet leek te verhouden met de inleg in die loterijen, noch met
de doelomschrijving van de tenaamgestelde van de bankrekening: een investeringsmaatschappij.
Het OM is overigens nog steeds verbaasd over die coupures, met name omdat dezelfde samenstelling
(83% van het totaalbedrag) is aangetroffen in de kluis bij de huiszoeking op 12 juli 2011. Bij dit soort
coupures denk je toch eerder aan casinos dan aan loterijen. In Curacao in de loterijen gaat het steeds om
enkele guldens en om enkele dollars op Sint Maarten. Hoe die dan vervolgens in biljetten van USD 100,(4.482 stuks) en USD 50,- (10.010 stuks) zijn veranderd blijft een raadsel.
Maar deze stortingen en de girale overboekingen naar bankrekeningen in de Verenigde Staten luidden
wel de alarmbellen bij de WIB. En terecht. De doormelding van deze ongebruikelijke transacties aan het
Openbaar Ministerie te Sint Maarten in 2008 als verdacht o.g.v. witwassen is dan ook zeer begrijpelijk.
Het is tegen deze achtergrond van strengere overheidscontrole, aangekondigd beleid, hogere sancties op
overtredingen (boetes en intrekking van de vergunning) en waarschuwingen door het Gerecht, dat het
OM de keuze voor het in eigen beheer drukken van WNK-loten ziet. En daarmee ook deels het oogmerk
om die loten als echt en onvervalst te (laten) gebruiken (in de kantoren) op Sint Maarten en (door de
checkers en de kantoren) op Curaao en ook daadwerkelijk te gebruiken (jegens derden c.q. het publiek).

101

P.B. 2002, No.74

24

3.3.1. Geschrift en bewijsbestemming


Het Openbaar Ministerie heeft de in eigen beheer gedrukte loten in twee varianten tenlastegelegd.
Allereerste als het valselijk opmaken van de loten zelf en vervolgens als het opzettelijk gebruik maken
van deze valse loten tegenover derden.
Als eerste gaan wij in op de bewijsbestemming van deze loten.
Op grond van het voorgaande staat vast dat er over een zeer lange periode, maar in ieder geval vanaf
2004 tot en met 11 november 2013 in opdracht van de verdachte loten zijn gedrukt in eigen beheer en
dat die loten in de bedrijfsvoering van de verdachte rechtspersonen zijn gebruikt. De loten zelf, de
doordrukken ervan en de drukplaten die zijn gebruikt voor het vervaardigen ervan zijn gedurende het
onderzoek op meerdere tijdstippen en op verschillende plekken aangetroffen.
Dat deze bonboeken door Dos Santos mochten worden gedrukt, zoals de oud-bestuursvoorzitter van de
FWNK dhr. mr. M.H. Rmer verklaart, wordt tegengesproken door de toenmalige (en later door het
bestuur ontslagen) directeur van de FWNK, dhr. C.E. Prince en het Hoofd van de SKS, dhr. Davelaar.102 Die
laatste verklaarde overigens ook dat er tot het aantreden van het kabinet-Schotte op 10 oktober 2010 wel
degelijk (bestuurlijke) controles plaatsvonden bij huis-aan-huis verkopers van loten. Net zoals die vandaag
de dag, na het aantreden van een nieuw kabinet, wederom plaatsvinden.
De verplichting om bonboeken voor de vergunde WNK-loterijen af te nemen bij de FWNK volgt ook uit de
Loterijverordening zelf (artikelen 2, 2bis, 3 en 3bis juncto artikelen 5,6 en 9bis Lv1909) en overigens ook
uit de vergunningsvoorwaarden, aldus verschillende medewerkers van de FWNK zelf.103 De tekst op de
officile loten is gewijzigd van Wega di Number Krsou naar WNK i Sorteo Extra, aldus die getuige.
Dat het lot dient om aan te tonen op welke cijfers (2,3 of 4) de koper heeft ingezet tegen welk bedrag is
een gegeven; het gehele lot is daarop (fysiek) ingericht en dient in beginsel geen andere functie. Behalve
dan dat het in geval van een vergund lot ook nog kan meedingen naar de prijzen in de Extra Loterij. Op
de achterkant van de in eigen beheer gedrukte loten die in beslag zijn genomen is (in het Papiaments)104
zelfs met zoveel woorden opgenomen dat er een koopovereenkomst tot stand komt (#1) en dat de
ondertekenaar van het contract (!) het op het lot genoemde bedrag (in te vullen door de verkoper) heeft
betaald (#3).
Daarmee is de bewijsbestemming van dit geschrift een gegeven, welke vaststelling voor beide feiten
relevant is.

102

ZD Sirocco [map 1], pv verhoor getuige Davelaar, p. 000.120-130


ZD Sirocco [map 1], getuige S.C.M. Pietersz, p.000.340-346; getuige I.M.A. Polonia, p.000.347-352.
104
Met vertaling in het Nederlands op p.000.978 van ZD Sirocco [map 22]
103

25

3.3.2 Kenmerken
In verschillende processen-verbaal in het zaakdossier Sirocco is door de politie (RST) beschreven wat de
verschillen zijn tussen de in eigen beheer gedrukte loten en de officile WNK-loten. Wij noemen hier
zonder volledigheid te betrachten onder meer (paginanummering ZD Sirocco) naar:

pv 147475, p.000.067-072 (proces-verbaal bevindingen in beslag genomen nummerloten, mede


a.d.h.v. van de door de verdediging overgelegde officile WNK-loten die worden vergeleken met
loten die in beslag zijn genomen bij Administratiekantoor Dollar NV op 12 juli 2011 conclusie:
lijken uiterlijk zeer op echte);
pv 29-033748, p.000.084 e.v. (verhoor C. Prince (Dir. FWNK) echtheidskenmerken FWNK-lot)
AH-025 (TIO) = pv illegale nummerverkoop, bijlage map 20, p. 000.158 t/m 174;
pv 160992, p.001.035 e.v. (onderzoek watermerk Drukkerij Scherpenheuvel en Hi Printing);
pv 29-033879, p.000.158 e.v. (contract met Hi Printing voorschriften m.b.t. legale loten);
pv 161532, p.001.041 e.v. (vergelijking valse en echte loten Amandelweg 81 te Curaao);
pv 168587, p.001.043 e.v. (verschillende kleuren loten: zwart, blauw en met/zonder watermerk
Amandelweg 81 te Curaao);
pv 162758, p.001.049 e.v. (bevindingen bonboeken Cannegieterstraat 70 Sint Maarten en Kaya
Uster 6);
pv 149762, p.000.974 e.v. (bevindingen n.a.v. getuigenverhoor O.E. Bolivar; zwart en blauw vel
Wega di Number Krsou);
pv 153082, p.000.984 e.v. (proces-verbaal bevindingen vergelijking loten Kaya Uster 6 en echte
loten FWNK: watermerk onderaan en volgnummer);

In deze processen-verbaal is telkens nauwkeurig beschreven wat de overeenkomsten (en verschillen)


zijn tussen de (doordrukken) van de in eigen beheer gedrukte loten en de bonboeken die gedurende het
onderzoek op de verschillende plaatsen (Amandelweg 81, Kaya Uster 6 Curaao; Cannegieterstraat 70
Sint Maarten) in beslag zijn genomen. Daarnaast kan ook de eigen constatering van het Gerecht van
die loten/doordrukken/bonboeken bijdragen aan het wettige bewijs en de overtuiging.105
In die processen-verbaal kan volgens het OM voldoende steun worden gevonden voor de onder feit 3
omschreven valselijk opmaken, te weten: dat die in eigen beheer gedrukte geschriften op belangrijke
onderdelen voldoen aan het uiterlijk van de originele bon(nen) als omschreven in de contracten van de
Fundashon Wega di Number Korsou en Hi Printing N.V., maar niet was/waren voorzien van, (o.m.):

een/het, vereist(e), watermerk en/of


het logo en/of kenmerk van de Fundashon Wega di Number Korsou en/of
de getallenreeks 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en/of
(een) letter(s) voor de/het volgnummer(s) en/of
het onderschrift in het Papiaments luidende: Por hasi un apelashon na Fondo di Garantia
solamente den kaso ku un rifero no por kumpli ku su obligashon pa paga premio, kontal ku
bon(nan) ta den poder di F.W.N.K. prome ku e sorteo korespondiente tuma luga

105

Gewezen wordt hier tevens op de lotenvellen die op 23 oktober 2015 aan het Gerecht zijn overhandigd door de
verdachte en/of de verdediging waarvan in het proces-verbaal van de terechtzitting melding is gemaakt.

26

Het opmaken van zulke loten is een voorbeeld van een materiele valsheid. De Curaaose bevolking
weet immers dat er een van overheidswege geregelde nummerloterij bestaat in de vorm van Wega di
Number Krsou. Door nu op het betreffende lot deze woorden ook op te nemen, wordt voorgewend dat
ook in dit geval betrokkenheid bestaat van de organiserende instelling van Wega di Number Krsou.
Maar dat is in het geheel niet het geval. Op deze manier ontstaat er met het betreffende lot een onjuist
beeld omtrent degene het lot heeft uitgegeven en van de herkomst van het lot. De uitgevende instelling
kent geen enkele verantwoordelijkheid of betrokkenheid bij deze loten.

3.3.3 Oogmerk (en misleiding)


Uit de hiervoor geschetste (historische) achtergrond en de tijdlijn van de gebeurtenissen die in Bientu
zijn onderzocht, blijkt volgens het OM duidelijk dat Dos Santos binnen een periode van een aantal jaar
(1992-1999) werd geconfronteerd met een aantal wijzigingen in de loterijwetgeving (introductie variabel
vergunningsrecht, extra heffing a.g.v. Sorteo Extra) en de fiscale wetgeving (introductie ABB op de BCeilanden (1996) opgevolgd door de OB (1999) en Belasting op bedrijfsomzetten (1997) op Sint Maarten,
Saba en Statia) waardoor de kosten van het vergunde nummerloterijcircuit aanzienlijk stegen.106
Naast de geldelijke waarborg die de vergunninghouder op grond van de Loterijverordening 1909 bij de
FWNK moet storten (10-20% van het vergunningsquotum) lijkt dat een behoorlijke aanslag op de
financile gezondheid van een bedrijf.107 Lijkt, omdat de ABB, OB en BOB in feite een voorheffing is die
door de vergunninghouder aan de koper van een nummerlot moet worden doorberekend om die later
af te dragen aan de (Ontvanger van de) Belastingdiensten van de beneden- en bovenwinden. Dat geldt
ook voor de vergunningsrechten; die worden niet berekend over een niet-vergund WNK-lot en dus ook
niet afgedragen aan de Eilandsontvanger/FWNK. Deze extra kosten worden eigenlijk pas een probleem
als de vergunninghouder zijn bedrijfsdebiet wil uitbreiden om meer omzet en dus meer winst te krijgen
en als tegemoetkoming naar de koper toe die (extra) heffingen en belastingen niet doorberekend.
In dat verband verdient aandacht dat Administratiekantoor Dollar N.V. zich op 27 mei 2002 tot het
Gerecht in Eerste Aanleg (NA), zittingsplaats Curaao heeft gewend om te vorderen dat dit specifieke
onderdeel van de Loterijverordening 1909 en de daarop gebaseerde Eilandsbesluiten houdende
algemene maatregelen (Eham) onverbindend zou worden verklaard vanaf het moment dat de regeling is
overgegaan van Land (NA) naar Eilandgebied (o.g.v. de ERNA 1984/1986).
Zowel het Gerecht (25 november 2002) als het Gemeenschappelijk Hof (14 november 2003) wijzen die
vordering af. De Hoge Raad bevestigt op 20 januari 2006 die beslissingen en overweegt dat het door de
lagere wetgever (Eilandgebied) ingevoerde regime tussen 1986 en 2002 van vergunningsrechten m.b.t
de nummerloterij niet strijdig is met de (toenmalige) opvatting van de formele wetgever (van het Land)
dat die vergunningsrechten niet zijn aan te merken als omzetbelasting.
106

Voor Curaao: 5% OB + 4,5% variabel recht (naast een vastrecht per lokaliteit)+ 4% (Sorteo Extra) en voor Sint
Maarten: 3% BOO + 4,5% vergunningsrecht WN + 4% Sorteo Extra, die nu immers niet worden afgedragen maar de
verkoop van valse loten wel ten koste gaat van de verkoop van de vergunde WNK-loten waar die heffing wel over
wordt gend en afgedragen.)
107
Zie verklaring E.M. Senora, ZD Sirocco [map 20], pv 29-033344, p.000.117 e.v

27

Beide heffingen kunnen volgen de Hoge Raad dus gewoon naast elkaar blijven bestaan.108 En moeten
dus ook worden afgedragen door de exploitant van de vergunning van Robbies Lottery.
Maar op dat laatste punt gaat het mis. Dos Santos verklaart in zijn verhoren meermalen dat het systeem
niet deugt en dat hij geen belasting wenst te betalen over zijn nering. Daar zit nu het strafbare element
in omdat Dos Santos er ook voor had kunnen kiezen om de af te dragen OB niet door te berekenen aan
de koper van het nummerlot, maar die voor eigen rekening te nemen. Dat had hij ook kunnen doen met
de eveneens wettelijk (en door de Hoge Raad intact gelaten) vergunningsrechten van 4,5% en 4%. Maar
ook dat doet hij niet. En om het nog erger te maken, laat hij de gehele omzet van niet-vergunde loten op
Curaao ook buiten de boeken van Administratiekantoor Dollar N.V., waardoor ook geen winstbelasting
kan worden geheven over die verkoop. Ook de uitdeling in priv (IB) blijft ten slotte onbelast.
Maar waarom is dit nu van belang voor het oogmerk van de valsheid?
Dat is van belang, omdat in diezelfde periode (1992-2002) ook de touwtjes bij het openbaar bestuur
aangetrokken worden. In 1992 wordt de boete ingevoerd als mogelijke sanctie bij overtreding van de
vergunningsvoorwaarden en de intrekking van de vergunning. Bij brief van 12 oktober 1993 brengt de
FWNK bij de toenmalige gedeputeerde van het Bestuurscollege Curaao de formele vaststelling van de
sanctiemaatregelen (in een Eham) onder de aandacht en vraagt ook aandacht voor huis-aan-huis
verkoop zonder vergunning, verkoop van niet-vergunde loten (Smartplay) en niet-officile bonboeken.
In genoemde brief wordt ook aangegeven dat de vergunninghouders zelf zich nu ook zorgen maken
omdat door de overtreding van die regelgeving hun kantooromzetten terug dreigen te lopen. 109 Maar
dat is geen belang (concurrentievervalsing) dat de Loterijverordening 1909 beoogt te beschermen, zoals
het GEA een maand later zal overwegen in de uitspraak in de zaak van vergunninghouder Wall.110 Dat is
nl. de sociale volksgezondheid en niet de mogelijke benadeling van de omzet van eiser omdat zijn
concurrenten de (vergunnings)voorwaarden van de Loterijverordening 1909 niet naleven.
In het hoger beroep in die zaak (A.R.nr-H- 140/94) heeft het Eilandgebied vervolgens melding gemaakt
van de maatregelen die zij in het vat heeft om de door de FWNK en Wall genoemde misstanden tegen
te gaan, namelijk: de vaststelling van concept-richtlijnen (Administratieve sancties Wega di Number ),
het ontwerpen van een nieuw fraudevrij lot en aanpassing van de Circulaire 1994 waardoor nu voorzien
wordt in een ID-bewijs voor de huis-aan-huis verkopers (mist die over een vergunning beschikken). 111

108

Zie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2006:AT1092
ZD Sirocco [map 20], p. 000.009.
110
Zie uitspraak GEA d.d. 10 november 1993, A.R. No. 409/93 (KG) waar in r.o. 4.2. t/m 4.4. de bescherming van de
sociale volksgezondheid als uitgangspunt wordt aangenomen en niet zozeer de bescherming van het bedrijfsdebiet
van een vergunninghouder tegen overtreders van de Loterijverordening. ZD Sirocco, p. 000.021.
111
Zie de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (NA d.d. 25 oktober 1994, vonnisnr. 422, als bijlage
opgenomen in ZD Sirocco [map 20], p. 000.015-017.
109

28

Dat nieuwe, fraudevrije lot zal in 1995 inderdaad in productie gaan.112 Het Hoofd van de SKS vraagt kort
na de zitting in hoger beroep in een brief d.d. 11 november 1994 aan het Bestuurscollege van Curaao
om de concept sanctiemaatregelen (waar in hoger beroep over is gesproken) vast te stellen.
In diezelfde brief geeft het Hoofd SKS overigens aan dat de eerdere controlewerkzaamheden op grond
van die conceptrichtlijnen tot gevolg hebben gehad dat vergunninghouders van nummerkantoren zich
redelijk aan de Wettelijke bepalingen hielden vanwege de gevoelige sanctie-maatregelen die werden
opgelegd.113
Het is ook in deze periode dat de eerste stortingen plaatsvinden op de bankrekeningen van Overseas
Financial Enterprises (opgericht 27-08-1992) en Apura A.V.V. (opgericht 3-12-1993) bij de Stanford
Group Company in Houston, Texas die daar zijn geopend door Intercontinental Asset MGMT Group Ltd
door tussenkomst van I.A. (Isaac) Grynsztein. 114 In 1997 komen daar de stortingen bij op de rekening bij
MorganStanley/SmithBarney van First Summit Investment Ltd (opgericht op 1-12-1997)115 en van de offshore company Guapa Holding Ltd (opgericht op 2-10-1997).116
De voeding van die rekeningen bestaat uit de opbrengst van de illegale loterijen, aldus Grynsztein en
Dos Santos zelf. Oftewel: van de verzwegen omzet uit de verkoop van niet-vergunde en valse loten op
Curaao en Sint Maarten, van de niet-afgedragen omzetbelasting en belasting op de bedrijfsomzetten
daarover, van de verzwegen winstbelasting en Profit Tax in beide Eilandgebieden, van de in Curaao niet
bij de Ontvanger en/of FWNK afgedragen vergunningsrechten en van de belaste niet aangegeven
inkomsten (in de IB) die voorkomen uit de onttrekking van die gelbedragen aan de bedrijfsvoering van
Administratiekantoor Dollar op Curaao en The Money Game N.V. op Sint Maarten.
Rond deze tijd (1998) voelt Dos Santos ook zelf de gevolgen van dat nieuwe beleid als in augustus 2008
zijn vergunning wordt ingetrokken voor een termijn van 4 dagen. Hij komt daartegen in het geweer
(samen met o.a. de uitbaters van Sure Lottery en Joe Black) bij de Kort Geding-rechter op Curaao.
Die oordeelt in september van dat jaar (1998) dat de intrekking in dit geval onvoldoende gestaafd is,
vanwege de onduidelijkheid die het Eilandgebied laat bestaan over de exacte aard van de gestelde
schendingen (bestuurlijke overtredingen).

112

Dat in 1995 bij Drukkerij Scherpenheuvel in productie gaat; zie verklaring O.E. Bolivar, ZD Sirocco [map 22], ZD
Sirocco, [map 22], pv 151265, p,000.971.
113
Zie ZD Sirocco [map 20], brief van 11 november 1994, p. 000.028-029.
114
Zie ZD Moesson en het hierna te bespreken feit 2 bij R.A. dos Santos (witwassen).
115
Waarvan het saldo ad USD 7.504.054,-samen met 2 privrekeningen van R.A. dos Santos bij dezelfde bank eind
2006 wordt overgeboekt naar de MSSB rekening van Caribbean Investment Group Ltd. dat vervolgens op 23 en 30
oktober 2008 in twee tranches naar de UBS rekening R2.66631 van dezelfde off-shore company is overgeboekt en
toen meer dan USD 12 miljoen betrof.
116
Zie ZD Moesson en het hierna te bespreken feit 2 (witwassen) alsmede het overzicht van de aansluiting van de
bankrekeningen [map 39, meerdere processen-verbaal]. Daaruit blijkt dat de saldi van de verschillende rekeningen
bij Stanford tussen 2008-2009 culmineren op de bankrekening van Ponsford Overseas Ltd. bij dezelfde financile
instelling, waarvan het samengestelde tegoed van circa USD 6,5 miljoen in maart 2009 wordt overgemaakt naar de
rekening R2. 67045 van Ponsford Overseas Ltd bij UBS Financial Services in Miami.

29

Maar diezelfde Kort Geding-rechter laat niet na om Dos Santos c.s. in zijn uitspraak uitdrukkelijk aan te
merken als een gewaarschuwd mens: hij en de andere vergunninghouders die in deze procedure zij
opgekomen tegen de handhaving van de Loterijverordening 1909 door het openbaar bestuur zijn nu op
de hoogte van die koerswijziging. Zij hoeven dus niet meer persoonlijk te worden aangeschreven en een
overgangstermijn is evenmin noodzakelijk, zo lijkt de rechter te willen zeggen. Bij overtredingen in de
toekomst is het Eilandgebied dus bevoegd om sancties op te leggen zonder nadere waarschuwing. 117
Tegen de vaststelling dat Dos Santos vanaf de codificatie van de nummerloterij in de Loterijverordening
op Curaao (1986) naar eigen zeggen alleen legale, vergunde loten heeft verkocht en geen gebruik meer
maakte van de bonboeken uit de supermarkt, kan het niet anders zijn dan dat de reden voor het in
eigen beheer (laten) drukken van nummerloten met daarop de tekst Wega di Number Krsou naar
derden toe de indruk moet wekken dat het een echt en onvervalst lot van die vergunde nummerloterij
betreft. Met derden wordt hier (hoewel niet uitputtend) gedoeld op onder andere(n):

publiek (in het algemeen), waaronder (onwetende) kopers;118


controleurs van het Gouvernement (Sint Maarten) en van Defensia Sivil en/of SKS (Curaao);
toezichthouder FWNK (doordrukken, meedingen in de Sorteo Extra);
belastinginspecteurs en/of opsporingsambtenaren van Sint Maarten en/of Curaao;

Op deze plek besteden wij aandacht aan het onderscheid van het valselijk opmaken van een geschrift
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken (uit het eerste lid) en het daadwerkelijk
opzettelijk gebruik van het valselijk opgemaakte geschrift als ware het echt en onvervalst (uit het
tweede lid).
De intrinsieke eis van misleiding is in beide bepalingen niet dezelfde.
Als het gaat om het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift als ware het echt en onvervalst,
kan gewezen worden op de verschillende uitspraken die de Hoge Raad in eerdere arresten ten aanzien
van dit delictsbestanddeel heeft gedaan. Wij doelen dan op de uitspraken van 13 juli 2010119 en op
eerder moment van 6 juni 2006 in een Antilliaanse casus120, met daarin de overweging ten aanzien van
het opzettelijk gebruik, luidende:
3.5. Vooropgesteld moet worden dat van gebruik maken van een vals of vervalst geschrift als
ware het echt en onvervalst - een en ander in de zin van art. 225, tweede lid Sr - slechts sprake
kan zijn indien de gebruiker het geschrift bezigt als middel tot misleiding van hem ten aanzien
van wie hij daarvan gebruikmaakt en zich dus tegenover deze gedraagt als ware het echt en
onvervalst.

117

Zie uitspraak GEA NA (KG) d.d. 21 september 1998, gevoegd als bijlage 3 bij de pleitnota van mr. E.F. Sulvaran.
De strafbaarstelling van valsheid in geschrift beoogt in lid 1 met name het publieke vertrouwen (fes publica) te
beschermen; dat het publiek in het algemeen mag vertrouwen op de juistheid van een geschrift.
119
ECLI:NL:HR:2010:BM0790
120
ECLI:NL:HR:2006:AW2428
118

30

Hieruit kan worden afgeleid dat van een opzettelijk gebruik van een vals geschrift tot misleiding geen
sprake is indien degene ten opzichte van wie het wordt gebruikt op de hoogte is van de valsheid. Als dit
delict wordt tenlastegelegd geeft het openbaar Ministerie in de feitelijke omschrijving aan ten opzichte
van wie het valse geschrift is gebruikt.
Aan zulk een tenlastelegging is het Openbaar Ministerie in alle instanties gehouden. Ook de Hoge Raad
kan hieraan geen uitbreiding geven. Het is de macht van de tenlastelegging. Wij verwijzen naar een
uitspraak van ons hoogste rechtscollege van in de hiervoor genoemde Antilliaanse zaak waarin de Hoge
Raad overwoog:
3.7. Blijkens zijn hiervoor onder 3.3 weergegeven overwegingen heeft het Hof de
tenlastelegging aldus opgevat dat aan de verdachte wordt verweten dat hij de daarin
genoemde geschriften uitsluitend heeft gebezigd tot misleiding van [A] N.V.
Deze uitleg van de tenlastelegging is niet onverenigbaar met haar bewoordingen en moet
daarom in cassatie worden geerbiedigd. Daarop stuit af de klacht dat de "slachtoffers waar
de steller der tenlastelegging (mede) op doelt zijn de personen van wie de naam gebruikt is en
van wie de handtekening is nagebootst".

Met andere woorden: Als het gaat om het tenlasteleggen van het opzettelijk gebruik maken van een
vals geschrift is het van belang te beschrijven ten opzichte van wie daarvan gebruik is gemaakt. Het
Openbaar Ministerie heeft dat in deze tenlastelegging gedaan door ten laste te leggen dat de betreffene
geschriften zijn gebruikt tegenover derden c.q. het publiek. Daaronder kan vallen - maar is daartoe
uitdrukkelijk niet beperkt - de koper van een lot die weet of kan vermoeden dat het betreffende lot een
vals lot betreft.
Interessant is in dit verband de overweging van de Advocaat-generaal in de conclusie bij het geciteerde
arrest uit 2010 waar hij lijkt te mijmeren over de exacte betekenis van het arrest uit 1993:121
11. Uit dit arrest leid ik af dat beslissend is wat de dader beoogde en niet zonder meer wat
betrokken derden wisten. Het doen voorkomen dat een overhandigd geschift echt en onvervalst
is, terwijl de derde op zijn hoede is en met de rele mogelijkheid of de zekerheid rekening houdt
dat wat hij ontvangt vals is verzet zich niet tegen toepassing van de strafbepaling. Pas als sprake
is van een doorgestoken kaart tussen dader en derde zou ik anders denken.

Onder feit 3, alternatief/cumulatief is aan verdachte Dos Santos (en indirect via de criminele organisatie
ook aan de rechtspersonen) het gebruik van de hiervoor beschreven valselijk opgemaakte geschriften
ten laste gelegd. Het gebruik (in de periode 1 januari 2011 t/m 11 november 2013) is aldus omschreven:
(bestaande dat gebruikmaken hierin, dat hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes,
mededader(s),dat/die geschrift(en) heeft/hebben aangeboden en/of verkocht aan en/of
gebruikt tegenover derden c.q. het publiek en/of had laten aanbieden en/of verkopen aan
en/of gebruiken tegenover derden c.q. het publiek)
121

Zie conclusie A-G in http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2010:BM0790

31

Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen kan volgens het OM worden afgeleid dat de door Dos Santos
in eigen beheer gedrukte loten op grote schaal zijn gebruikt door de straatverkopers (op Curaao). Dat
het gebruik bestaat dan uit het aanbieden van die valselijk opgemaakte loten aan potentile kopers en
het daadwerkelijke verkopen ervan.
Als laatste in dit verband wijzen wij op een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam uit 2015.122 Het
betrof hier een omkopingszaak door een woningcorporatiedirecteur waar twee valse facturen waren
opgemaakt en waarin het tot een veroordeling kwam ondanks dat de beide (initiele) gebruikers met de
onjuistheid van die facturen bekend waren. De rechtbank overwoog:
Het verweer dat bij de verdachte het oogmerk ontbrak om de facturen als echt en onvervalst te
gebruiken, wordt verworpen. Beide facturen zijn door de verdachte ingediend bij [rechtspersoon
2] en zijn daarmee door hem gebruikt ter verantwoording van werkzaamheden voor
[rechtspersoon 2] die feitelijk niet zijn verricht. De omstandigheden dat [rechtspersoon 2]
mogelijk wist dat die facturen vals waren en (desondanks) tot betaling is over gegaan, en dat de
btw door [rechtspersoon 2] over die factuur is afgedragen aan de fiscus, doen niet af aan het
oogmerk van de verdachte om die door hem opgemaakte facturen als echt en onvervalst te
gebruiken.

Zoals wij eerder aangaven menen wij te kunnen onderscheiden tussen het valselijk opmaken van een
geschrift met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken en het opzettelijk gebruik maken
van het valse geschrift als ware het echt en onvervalst.
Anders dan bij het opzettelijk gebruik maken heeft de totstandkoming van het geschrift met het
oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken in zich dat het iets zegt over de reden om het
geschrift valselijk op te maken. Het is een bijkomend oogmerk bij het valselijk opmaken. Het
daadwerkelijk gebruik heeft in dat stadium (nog) niet plaatsgevonden. In die zin is het een bestanddeel
dat iets zegt over de bedoeling van het valselijk opmaken. Dit oogmerk behelst doelbewustheid met
betrekking tot het gebruiken of het doen gebruiken als ware het echt en onvervalst. Deze
doelbewustheid behelst op zijn minst genomen zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn. Met andere
woorden: het stuk wordt valselijk opgemaakt in de wetenschap dat het mogelijk gebruikt gaat worden.
Het lijkt er sterk op dat Dos Santos nog een andere reden heeft om in eigen beheer loten te laten
drukken. Zo wordt het onderscheid tussen de echte en valse loten pas duidelijk op het moment van
de verkoop zelf. Wanneer door de verkoper geen OB en geen vergunningsrechten worden
doorberekend. Tot die tijd is aan het geschrift niet te zien dat daar geen OB of vergunningsrechten over
zullen worden geheven. Bovendien worden die geschriften ook verkocht in de vergunde
nummerkantoren, waar het onderscheid tussen de nummerloten dan pas duidelijk wordt.
Daarbij komt dat de doordrukken van de in eigen beheer gedrukte loten strikt worden gescheiden van
de wel vergunde, officile (F)WNK-loten.

122

ECLI:NL:RBROT:2015:7315

32

Ten eerste om te voorkomen dat die doordrukken bij de toezicht houdende FWNK terecht kunnen
komen (waardoor het gevaar dreigt om alsnog vergunningsrechten te betalen en een daar geclaimde
(extra) prijs nageheven te krijgen). En ten tweede om de geldstroom (en prijsuitkering) die gemoeid is
met de illegale loten in de dagelijkse bedrijfsvoering te kunnen scheiden van die van de legale loten.123
Bij het scheiden gaat het nog wel eens fout: doordrukken van de vergunde loterijen worden regelmatig
niet allemaal aangeleverd bij de FWNK, terwijl er ook wel eens een winnaar van de Sorteo Extra zich
gemeld heeft bij de FWNK met een lot waarover geen vergunningsrechten noch OB was afgedragen.
Het door de verdachte en verdediging genoemde duidelijke onderscheid tussen de vergunde en nietvergunde loten (andere kleur, andere tekst, ontbreken watermerk/beeldmerk, ontbrekende letter voor
volgnummer) dient daarmee dus wel beschouwd niet alleen het kennelijke primaire doel (misleiding van
(onwetend) publiek, potentile kopers en controleurs van de overheid (DS/SKS, Gouvernement, FWNK),
maar ook een subsidiair doel: het vergemakkelijken van de scheiding van beide lotenstromen (en daarbij
horende geldstromen) binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van Administratiekantoor Dollar N.V. door
het reguliere personeel dat die scheiding streng dient te bewaken.124
Zo beschouwd is het niet te verklaren waarom Dos Santos geen ander in eigen beheer gedrukt lot of
zelfs geen lot uit een supermarktboekje gebruikt dat een veel hogere onderscheidende waarde heeft
met de vergunde FWNK-loten, zodat die scheiding veel makkelijker is en er ook geen fouten door het
personeel meer kunnen worden gemaakt bij het scheiden en geschieden houden van de doordrukken
bestemd voor de FWNK en die in eigen beheer die moeten worden vernietigd. Dat betekent dus dat er
een belangrijke andere reden moet zijn voor die gelijkenis(sen). En die vindt het OM in het feit dat de in
eigen beheer gedrukte bonboeken en loten uitsluitend lijken te worden gebruikt op plaatsen waar een
controle mogelijk is door de (opsporings)autoriteiten en niet op plaatsen waar die niet plaatsvindt.
Een andere uitleg is immers niet te geven voor het feit dat de in eigen beheer gedrukte loten dan niet
veel meer of zelfs volledig onderscheidende kenmerken hebben met de vergunde FWNK-loten.
In de aanloop naar de inhoudelijke behandeling van deze strafzaak is door de verdediging meermaals de
stelling betrokken dat er geen sprake kan zijn van een strafbare valsheid met betrekking tot de in eigen
beheer gedrukte loten, als zowel de (straat)verkoper als de koper weten dat het betreffende lot niet het
echte WNK-lot is.
Volgens de verdediging is dat ook zo, want de koper koopt nu juist zon lot omdat hij daarover geen
omzetbelasting (OB) betaalt.
Daar zit overigens ook een flinke denkfout.

123

Zie met name ZD Sirocco (aanvulling) n.a.v. de tweede huiszoeking op de Amandelweg 81, p.36-39 (map 20).
Zie verklaringen medewerkers Herrera Isturiz, Gonalves en Soerka in ZD Sirocco [map 22], p. 001.146-1.152,
p.001.167-1.173, p.001.181-1.187
124

33

De verplichting om omzetbelasting te heffen vloeit voort uit de wet, in het bijzonder de destijds
geldende Landsverordening van de 1ste maart 1999 houdende regels inzake een omzetbelasting
(Landsverordening omzetbelasting 1999).125 Concreet is dat in deze zaak de ondernemer voor wiens
rekening de loterij plaatsvindt: Administratiekantoor Dollar N.V.
Het moment waarop de omzetbelasting verschuldigd wordt is het tijdstip waarop een factuur wordt
uitgereikt of uiterlijk had moeten worden uitgereikt. Bij de verkoop van het (in eigen beheer gedrukte)
nummerlot dus. De verschuldigde belasting moet vervolgens door de onderneming op aangifte worden
voldaan. De plicht tot aangifte en afdracht van de verschuldigde omzetbelasting bestaat dus. Door het
vernietigen van de doordrukken van de loten is niet (meer) na te gaan of er verschuldigdheid van
omzetbelasting is ontstaan en al dan niet omzetbelasting in rekening is gebracht, maar op grond van de
verklaringen van de verdachte Dos Santos wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat dit niet het geval is.
Overigens staat het de verkoper vrij om de wettelijk verplicht af te dragen omzetbelasting voor eigen
rekening te nemen, waarbij aan de koper een korting wordt aangeboden ter hoogte van de OB. Op de
factuur moet dan evenwel toch de OB worden vermeld, zij het dat de prijs voor de geboden dienst dan
lager wordt. Een voorbeeld: stel dat de inleg n gulden betreft, dan zou het lot bij een tarief van 5% OB
een verkoopprijs van ANG 1,05 hebben. Als de verkoper die OB voor eigen rekening neemt, dan betaalt
de koper nog steeds die ene gulden, maar is dat de verkoopprijs inclusief OB. De ondernemer draagt dan
conform de LOB die 5% OB af zonder die door te berekenen aan de koper. Daarmee blijft het voordeel
voor de koper bestaan (een goedkoper lot) n voldoet de ondernemer aan zijn wettelijke plicht.
Uiteraard kan in deze situatie worden betoog dat de koper bij een goed geraden cijfercombinatie een
prijsuitkering zal willen hebben op basis van zijn inleg van een gulden (en niet het lagere bedrag dat na
afdracht van de OB door de ondernemer overblijft), maar dat is dan de spreekwoordelijke prijs die de
ondernemer dan zelf zal moeten betalen om te concurreren in een markt die volgens de verdachte zelf
anders niet te overleven valt. Bij de in eigen beheer gedrukte loten is dat overigens makkelijk te dragen,
nu daarover geen (variabel en vast) vergunningsrecht wordt afgedragen en geen heffing voor de Sorteo
Extra (Extra Loterij) zoals bedoeld in de Loterijverordening 1909. Dat scheelt al snel zon 8,5% over de
bruto-omzet, terwijl het tarief van de omzetbelasting in de periode in geding (2004-medio 2011) niet of
nauwelijks boven dat tarief is uitgekomen.
De eveneens veel gehoorde stelling dat Dos Santos en zijn loterijbedrijven financieel niet hadden
kunnen overleven zonder de illegale (niet-vergunde) loterijen komt daarmee ook op behoorlijk losse
schroeven te staan. In het geval dat hij de OB volledig voor eigen rekening zou hebben genomen, zou
het over de periode in geding (2004-medio 2011 en 2013) over een afdracht van circa ANG 6.9 miljoen
zijn gegaan.126
125

Zie artikel 1 lid 1 aanhef en onder c. juncto artikel , aanhef en onder a van de Landsverordening omzetbelasting
1999, zoals gewijzigd. En voorts de artikelen 11 en 13 van de Landsverordening, waar wordt bepaald dat de over de
diensten die deelname aan loterijen mogelijk maakt, de omzetbelasting wordt geheven bij de exploitant van die
loterijen voor wiens rekening die plaats vindt; in dit geval dus Administratiekantoor Dollar N.V. respectievelijk R.A.
dos Santos.
126
Zie Map 68, OPV Marvin, pv 169327 (belastingnadeel Curaao), p. 39-41

34

Afgezet tegen het totale in beslag genomen vermogen van ANG 84.443.651,05 is dat een relatief
bescheiden bedrag.127 Zelfs na aftrek van de nog verschuldigde winstbelasting (voor de verkoop van de
in eigen beheer gedrukte loten) over de periode 2004-2011 ANG 9.233.016,- zou er dan nog een
astronomisch groot bedrag (van ANG 68.255.827,05) resteren.128 Een bedrag dat zo enorm groot is, dat
men zich kan afvragen hoe aannemelijk het is dat dit geheel en al het resultaat is van de verkoop van
valse en niet-vergunde lootjes, minus de commissie (12,5-20%) en de uitgekeerde prijzengelden (65%).
In de strafzaak Bientu is niet of nauwelijks onderzoek gedaan naar de wetenschap bij de koper(s) van
de valse loten, die kunnen worden aangemerkt als degenen tegen wie die geschriften zijn gebruikt. Dat
heeft enerzijds te maken met het feit dat politie en OM niet weten wie die kopers zijn (behalve dan dat
het er zeer velen moeten zijn, gelet op de omzetcijfers die de verdachte(n) zelf hebben aangegeven over
het fiscale boekjaar 2012).129 En dat is ook achteraf niet makkelijk te achterhalen, al was het maar omdat
de loten niet op naam worden verkocht maar op nummer waarop is ingelegd door de koper(s) en op de
achterkant van de valse loten geen naam kan worden ingevuld voor de Sorteo Extra.
De aan de koper meegegeven bovenblad (van het lot in het valse bonboek) is het bewijs van inleg, maar
deze worden na uitbetaling anders dan bij de officile FWNK-loten stelselmatig vernietigd en er
wordt verder geen administratie bijgehouden van contante verkopen, prijswinnaars en afgedragen OB.
Dat er sprake is van doorgestoken kaart tussen koper en verkoper wordt te pas en te onpas geroepen,
maar staat geenszins vast en is ook niet onderbouwd door de verdediging die zich daarop beroept. Het
is ook niet logisch, want waarom zouden de in eigen beheer gedrukte loten dan zoals we hiervoor
hebben aangetoond zo veel lijken op de echte loten die door de FWNK zijn geautoriseerd? Waarom
een doordrukvel dat qua afmetingen en uiterlijke kenmerken dan zoveel gelijkenis vertoont met de
officile bonboeken van de FWNK? Waarom komen er dan (incidenteel) doordrukken van valse loten bij
de FWNK terecht om mee te dingen in de Sorteo Extra? En waarom moet de FWNK dan Dos Santos ter
verantwoording roepen als dat gebeurt? En waarom heeft de overheid dan in het verleden (en ook
recent weer) een campagne gevoerd om het publiek bewust te maken geen valse loten te kopen?
En waarom gaat de koper er dan vanuit dat het lot vals is? Omdat het goedkoper is? Het kan net zo goed
zo zijn dat die koper er vanuit gaat dat de verkoper de OB voor eigen rekening neemt. Dat is zeker niet
ongebruikelijk op Curaao in het dagelijkse handelsverkeer.

127

Map 1, OPV Bientu, pv 163472, p.27 en Map 10, (Beslagdossier), pv 153835, p3 en p.19. Het verschil tussen de
bedragen in het overzicht op p.19 en het totaaloverzicht op p.20 kan overigens worden verklaard door het storten
van enkele kleine geldbedragen bij het Court House (USD 450,-; ANG 45,-; EUR 55,-) en de overige bedragen die zijn
aangetroffen bij de Winward Island Bank, zie tekst boven tweede schema op p.19 pv 153835.
128
Zie Map 68, OPV Marvin, pv 169327 (belastingnadeel Curaao), p. 39-41. Bovenstaande berekening is nog
zonder het belastingnadeel op Sint Maarten ad Ang 9.892.711,- althans Ang 8.385.897,-. Maar ook dan zou er (na
afdracht daarvan) nog een bedrag van circa 60 miljoen gulden zijn overgebleven van het beslag.
129
Zie Map 68, OPV Marvin (belastingfraude Curaao), pv 169327, p.18-20 en 39-41.

35

Kortom, het is nog maar de vraag of de kopers van de valse loten zo bekend zijn met die valsheid zoals
namens de verkoper(s) telkens is/wordt gesteld. En ook al zouden alle kopers daarmee bekend zijn, dan
nog wil dat volgens het arrest van de Hoge Raad uit 1993 niet zeggen dat daarmee dus ook geen
sprake is van misleiding door de verkoper van de koper. Daarvan is volgens de conclusie van de A-G bij
het (ook door advocaten vaak aangehaalde) arrest uit 2010 pas sprake als tussen dader (aanbieder) en
derde (koper) sprake is van doorgestoken kaart. Die stelling en daarmee de bewijslast lijkt ons bij de
verdachte te liggen, mede gelet op het grote aantal contra-indicaties dat wij hiervoor hebben
aangehaald dat de koper(s) bekend zijn of kunnen worden verondersteld met de valsheid n vervolgens
(ook) met (het ontbreken van het oogmerk van) de misleiding aan de kant van de verkoper.
Nog daargelaten de omstandigheid dat de grote uiterlijke gelijkenis van de valse loten met de officile
FWNK-loten de controleurs van de overheid die niet per definitie bekend zijn met die valsheid om de
tuin hebben doen kunnen leiden. Dergelijk vervolggebruik valt evenmin onder de straffeloosheid die de
Hoge Raad herhaalt in het arrest van 2010 onder de daar genoemde cumulatieve voorwaarden.
Of van een dergelijk (vervolg)gebruik sprake is geweest, is niet goed meer te reconstrueren. Vandaar dat
wij ons primair hebben moeten verlaten op de wijze opmerkingen van de Advocaat-generaal bij de Hoge
Raad in het arrest dat zag op de Curaaose casus (2006):
3.5. Het had volgens mij overigens voor de hand gelegen verdachte eventueel te vervolgen voor
het medeplegen van valsheid in geschrift. Verdachte moet immers beseft hebben dat het op deze
wijze opmaken van de verzekeringsbescheiden de strekking had de overheid en haar ambtenaren
een rad voor ogen te draaien en de indertijd geldende verbodsbepalingen voor de invoer van
auto's te ontduiken.

Toegepast op de casus in Bientu en indachtig het voorgaande stellen wij ons op het standpunt dat de
verdachte(n) zich moeten hebben beseft dat het opmaken van valse loten en bonboeken (mede) de
strekking had om de vergunningverlenende instantie, de toezichthouder op de (illegale) loterijen en de
controlerende instanties van de strafbaar gestelde overtreding van de Loterijverordening, alsmede de
controleurs en Inspecteur van de Belastingdienst om de tuin te leiden c.q. een rad voor ogen te draaien
en de (overigens nog immer) geldende bepalingen voor de loterijen en de belastingen te ontduiken.
Vandaar dat de steller van de tenlastelegging in deze zaak Bientu ervoor heeft gekozen om primair het
medeplegen van de valsheid ten laste te leggen (lid 1), alternatief/cumulatief het gebruik daarvan jegens
derden (w.o. het publiek) zoals strafbaar gesteld in lid 2, en (uiterst) subsidiair het voorhanden hebben
en afleveren aan die derden waarbij dat laatste bovendien is beperkt tot de periode gelegen tussen 15
november 2011130 en 11 november 2013 vanwege de introductie van het nieuwe WvSr van Curaao.131

130

Zijnde de datum van inwerkingtreding van het wetboek van Strafrecht van Curaao waarbij het tweede lid van
artikel 2:184 Sr is gewijzigd ten opzichte van het oude artikel 230 lid 2 SvNA/SvCur en de termen afleveren en
voorhanden hebben zijn gentroduceerd in het wetboek.
131
de
Datum van de 2 huiszoeking op de Amandelweg 81 te Curaao bij Administratiekantoor Dollar N.V.

36

3.3.4 Nadeel
Dat de ten laste gelegde valsheden tot enig nadeel hebben gestrekt behoeft naar onze smaak weinig
toelichting meer: de controle op de handhaving is buitengewoon lastig, de concurrentie word vervalst,
de FWNK mist inkomsten uit vergunningsrechten voor de eigen organisatie en de bestrijding van de
illegaliteit en gokverslaving en de Landen Curaao en Sint Maarten zijn gigantische belastinginkomsten
mis gelopen.

3.5

Feitelijk gedogen?

Wij komen ter afsluiting van dit onderdeel nog kort terug op het (preliminair) gevoerde verweer van de
verdediging d.d. 23 oktober 2015 dat een vervolging voor (onder meer) feit 3 niet mogelijk is, omdat de
overheid van Curaao (waaronder het OM moet worden gerekend, volgens de verdediging) de bij haar
bekende overtredingen van de Loterijverordening door (niet-)vergunninghouders al decennialang heeft
gedoogd.
Wij herhalen hier primair dat zo er al sprake zou zijn van een stilzwijgend gedoogbeleid, quod non [zie
hierna] - er geen overtredingen van de Loterijverordening 1909 zijn ten laste gelegd en dat dit gestelde
gedogen niet tot gevolg kan hebben dat er (daarom) ook geen vervolgingsrecht meer zou bestaan ten
aanzien van de overige ten laste gelegde strafbare feiten, allen misdrijven betreffende.
Wij voegen daar het volgende aan toe.
Uit nadere bestudering van de uitspraken in de zaak Wall (1994) blijkt ons dat het standpunt van de
verdediging dat het OM onlosmakelijk deel uitmaakt van de overheid (van Curaao) en daarmee op n
hoop moet worden geschoven als het gaat om de strafrechtelijke handhaving, althans de totale
afwezigheid daarvan, de overwegingen van Gerecht in Eerste Aanleg te Curaao miskent. Dat wordt met
zoveel woorden ook gesteld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in hoger beroep.132
In r.o. 7 overweegt het Hof namelijk dat de eerste rechter (rolnummer 409/93 (KG)) terecht heeft
overwogen dat Wall bij het Eilandgebied aan het verkeerde adres is voor zover hij met optreden
tegen overtreders van de Lv1909 doelt op strafrechtelijk optreden. Hieruit blijkt dus dat een duidelijk
onderscheid moet worden gemaakt tussen de bestuursrechtelijke handhaving met dito sanctiepakket
(boetes, naheffingen, intrekken vergunning) en strafrechtelijke handhaving van overtredingen van de
Loterijverordening en de daarop gebaseerde regelgeving, laat staan van de strafrechtelijke handhaving
van de verzwijging van de (mede) door die overtredingen gerealiseerde omzet die mede het gevolg is
van de verkoop van valse en niet-vergunde loten waarbij de geldelijke opbrengst op bankrekeningen in
het buitenland is geplaatst (al dan niet met daarmee gepaard gaande overtredingen van verscheidene
Landsverordeningen die het bestrijden van witwassen beogen) op bankrekeningen van verschillende offshore entiteiten die niet op naam staan van de uiteindelijke gerechtigde: verdachte R.A. dos Santos.

132

GHvJ-NA d.d. 25.10.1994 (rolnummer H140/94) hoger beroep tegen GEA 10.11.1993.

37

Ook voegen wij daar nog aan toe dat uit nadere bestudering van het dossier blijkt dat de bestuurlijke
overheid zich zeker wel heeft ingespannen in de beschreven (1992-2003) en onderzochte periode (20042011 met een uitstapje naar 11 november 2013). Zonder daarbij volledigheid te willen noch te kunnen
nastreven, wijzen wij op de volgende (handhavings)voorvallen:

(1986-2008) de verschillende (hiervoor besproken) wijzigingen in de Loterijverordening 1909;


(1993) de brief van de FWNK aan de Gedeputeerde van het EGB Curaao waarin aandacht wordt
gevraagd voor de problematiek m.b.t. huis-aan-huis verkopen en niet-officile bonboeken;
(1994) de mededeling door het Eilandgebied t.o.v. de rechter van de genomen maatregelen
(concept richtlijnen) en nog te nemen maatregelen (ontwerpen fraudevrij document) tegen de
overtredingen van de Loterijverordening (zaak-Wall, 1994);
(1994) de brief van het Hoofd SKS d.d. 11 november 1994 met verzoek tot vaststellen richtlijnen
sanctiemaatregelen WNK-loterij d.m.v. Eilandbesluit;
(1995) contract voor het nieuwe, fraudevrije nummerlot ( Drukkerij Scherpenheuvel);
(1998) de tijdelijke intrekking van de vergunning van een groot aantal vergunninghouders die
dor hen werd aangevochten in de zaak van het GEA Curaao d.d. 21-sep-1998;
(2001) de toevoeging van een watermerk op het officile vergunde nummerlot;
verweer van het Eilandgebied in de zaak in eerste aanleg (2002) en vervolgens in hoger beroep
(2004) van Administratiekantoor Dollar N.V. (vergunningsrecht = omzetbelasting);
(2005) de aankondiging door de GCB dat er streng zal worden gecontroleerd op de handhaving
van de sluitingstijden van de nummerkantoren;133
(2005) contract met aanwijzingen over een fraudevrij nummerlot met Drukkerij Hi-Printing;
benoeming (2006) en kort daarna ontslag (2007) van Dos Santos als lid van het bestuur van de
FWNK vanwege belangenverstrengeling;134
(2006-2007) rapport van de GCB (2006) over geschatte omvang illegale loterijen (40-60%)en
instelling Commissie aanpak illegaliteit in de gokwereld door Gaming Control Board Curaao
(met deelname door AJZ en een subcommissie onder leiding van C.L. Prince (2007);135
(2007) een brief d.d. 25 juli 2007, gericht aan alle vergunninghouders waarin de FWNK
aankondigt aan te vangen met een controle op de doordrukken van de loten in de Extra Loterij;
(2007-2010) ca. 18 brieven van de FWNK over de periode 2007-2010 aan R.A. dos Santos waarin
hij erop wordt aangesproken de doordrukken van de verkochte loten (tijdig) in te leveren en dat
er winnende loten uit de Sorteo Extra niet kunnen worden terug gevonden;136
(2010) een brief d.d. 22 juli 2010 van de FWNK aan R.A. dos Santos waarin aangegeven wordt
dat Dos Santos zich niet houdt aan de vergunningsvoorwaarden van de phone lottery door de
dienst SMS2win aan te bieden; 137

133

Zie: http://www.kkc-Curaao.com/ad-nummerkantoren-streng-aangepakt-door-overheid/, geraadpleegd op 4


maart 2016 te 07:58 ur.
134
ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.10.
135
ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.5. en ZD Sirocco [map 20], pv 149751, p.000.003.
136
ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.3.Zie verder pv 29-034014, p. 000.242-245 en de brieven zelf p.000.252-327.
137
ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.3.

38

(2009-2010) diverse brieven van de directeur van de FWNK aan dhr. Kusters van de Afdeling
Financin van het Eilandgebied Curaao waarin aandacht wordt gevraagd voor het probleem
van de illegale nummerloterijen;138
(-2010) controles door de SKS tot 10 oktober 2010;139
(2010-2011) Memo aanpak illegale loterijen, echter aangehouden door het nieuwe bestuur van
de FWNK, waaronder dhr. mr. M.H. Rmer, N. Farah en R.A. dos Santos);140
(2011) rapport SOAB van mei 2011 waarin gesteld wordt dat de verkoop van SMS2win niet
wettelijk is geregeld en dat de betrokkene niet over de juiste vergunning beschikt. Omdat de
verkopen niet worden geregistreerd worden er geen vergunningsrechten over afgedragen;

Ook zij er hier aan herinnerd dat vanaf 2014 de overheid weer inzet op de bestrijding van de illegaliteit
en meerdere controles heeft uitgevoerd, waarbij zelfs lokaliteiten zijn gesloten na het aantreffen van
valse bonboeken en het constateren van de verkoop van niet-vergunde loten.
Daartegen steekt dan schril af de niet nader onderbouwde stelling(en) van de verdediging waarvan de
kracht dan kennelijk in de herhaling moet zitten dat de illegale loterijen al meer dan een eeuw worden
gedoogd door de overheid, waarbij in het dossier enkele opvallende voorvallen zijn aan te wijzen die er
op wijzen dat deze stelling tegen beter weten in uit alle macht moest worden gehandhaafd toen de
opsporingsautoriteiten achter de schrikbarende omvang van het parallelle circuit dreigde te komen.
Een circuit waar nota bene maar n man voor verantwoordelijk bleek te zijn, en niet ook alle andere
riferos waar de verdediging zich continu op beroept. Waarbij de verdachten geholpen werden door de
FWNK die nota bene toezicht moest houden op de bestrijding en voorkoming van die illegale loterijen.
Maar in plaats daarvan het personeel verbood mee te werken aan informatieverzoeken van SBAB/TIO
en het RST141 (en het personeel daarvoor zelfs liet tekenen), de Memo van C. Prince met voorstellen ter
bestrijding van de illegaliteit in de nummerloterijen (waaronder SMS2win van Dos Santos) aanhield in de
eerste de beste vergadering van het nieuwe bestuur op 11 februari 2011.142
Een FWNK die ook stelselmatig weigerde om de nieuwe statuten voor overheidsstichtingen in te voeren,
terwijl daarmee Good Corporate Governance werd ingevoerd (maar waarbij vergunninghouders geen
deel meer konden uitmaken van het bestuur van de FWNK vanwege belangenverstrengeling). 143 En een
FWNK waarvan de bestuursvoorzitter adviseerde om alle illegale loterijen op Curaao te legaliseren.
Een advies dat niet is besproken met de toenmalige interim-directeur en afweek van het advies dat eind
2010 door de inmiddels ontslagen directeur was opgesteld. Maar waarvan de oud-bestuursvoorzitter
zich vandaag de dag (maandag 7 maart jl.) niets meer kan herinneren.
138

ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.10.Zie ook pv 29-033911 [map 20], p.000.175-182.
ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.9. Zie ook de verklaring van E.L. Davelaar daarover op p.000.120-130.
140
http://www.knipselkrantCuraao.net/wp-content/uploads/2014/02/2013-05-08-Bestuur-FWNK-hield-memoaan.png.pdf
141
ZD Sirocco [map 20], pv 149099, p.10-11 en p.000.239-241
142
Zie https://www.kkc-Curaao.com/bestuur-van-fwnk-hield-memo-aan/, geraadpleegd op 27-2-2016 te 14:53
uur.
143
Bron: https://www.kkc-Curaao.com/ad-statuten-fwnk-wijken-te-veel-af/, geraadpleegd op 27-2-2016 te 11:48
uur.
139

39

Gelet op die enorme omvang van de belastingontduiking en de veelheid en ernst andere aan Dos Santos
en zijn rechtspersonen ten laste gelegde feiten, was en is strafrechtelijk ingrijpen aangewezen en meer
dan gerechtvaardigd. De daadwerkelijke omvang is overigens pas na nader onderzoek gebleken en zou
zonder strafrechtelijk ingrijpen (huiszoekingen waarbij de UBS-rekeningen zijn aangetroffen) zeker niet
ontdekt zijn. Te meer nu die bankrekeningen met bijna30 miljoen dollar erop niet zijn aangegeven in het
inkeerverzoek van 11/12 april 2011.
Daarmee is ook het onderscheid aangegeven met de andere vergunninghouders; ons is niet bekend en
dat is ook niet gesteld, noch anderszins aannemelijk geworden, dat bij hen dezelfde problematiek speelt
laat staan in dezelfde mate van aard en omvang (tussen de ANG 80 en 100 miljoen, mogelijk meer) als
bij Dos Santos en zijn loterijbedrijven op Curaao waar hij n van de grootsten, zo niet de grootste is.
Ondanks, of eigenlijk misschien wel juist dankzij de illegaliteit. Want in dat parallelle circuit is hij goed
voor ten minste 2/3de deel van de geschatte omzet (GCB, 2007).

40

Zaakdossiers Marvin, Os en Passaat

4.1
Zaakdossier Marvin Sint Maarten
De rechtspersoon Administratiekantoor Dollar N.V (hierna: AKD N.V.) verricht in Curaao activiteiten die
bestaan uit het werkzaam zijn als administratiekantoor en het organiseren van loterijen en andere
kansspelen. Op Sint Maarten worden de activiteiten van het organiseren van loterijen en andere
kansspelen verricht door de rechtspersoon The Money Game N.V. en opvolgend vanaf april 2009 door
Jamaroma Lotteries N.V., dan onder de handelsnaam R.L. Lottery.
Zowel in Curaao door AKD N.V. als op Sint Maarten door The Money Game N.V. worden de loterijactiviteiten verricht onder de naam(sbekendheid) Robbies Lottery. Deze naam wordt ontleend aan de
eenmanszaak van haar eigenaar R.A. dos Santos, die operationeel is sedert augustus 1993.144
Ten tijde van de vervolging wordt The Money Game N.V. vertegenwoordigd door haar directeuren
mevrouw J.M. Dos Santos-Zengerink en mevrouw S.S. Dos Santos. In de periode van de tenlastegelegde
feiten was verdachte Dos Santos samen met J.M. Dos Santos-Zengerink sedert 1989 statutair bestuurder
van de vennootschap.145
Ten tijde van de vervolging wordt Jamaroma Lotteries N.V. vertegenwoordigd door haar directeur R.A.
dos Santos. In de van de periode van de tenlastegelegde feiten verrichtte verdachte Dos Santos
statutaire bestuursdaden binnen Jamaroma Lotteries N.V. 146
Voor het organiseren van loterijen beschikt R.A. Dos Santos zowel in Curaao als op Sint Maarten over
een loterijvergunning tot verkoop van een gemaximeerd aantal loten. De vergunningen zijn in Curaao
als op Sint Maarten afgegeven door de daartoe aangewezen overheidsinstanties. In Curaao heeft de
Fundashon Wega di Number Krsou, een semi-overheidsinstelling, een meer organisatorische,
uitvoerende en toezichthoudende functie.
De verkoop van loten door Robbies Lottery betreft enerzijds loterijen waarvoor een vergunning is
afgegeven en anderzijds loterijen waarvoor geen vergunning is afgegeven. Vergunde loterijverkoop kan
vervolgens onvergund worden doordat loten worden verkocht boven het aantal dat bij vergunning is
vergund. De opbrengst van de onvergunde loterijen vormt een bron van inkomsten die nog al eens
buiten de administratie wordt gehouden en fiscaal niet wordt verantwoord.
Geheel los van de opbrengst van onvergunde loten kan ook met de opbrengst van vergunde loten
worden gemanipuleerd.
Beide fraudemethoden hebben zich in dit onderzoek voorgedaan. Beide fraudemethoden hebben
opbrengsten gegenereerd die uiteindelijk tot een groot aantal bankrekeningen zijn te herleiden.

144

Zie daarvoor blz 77-78 verdachtendossier rechtspersonen


Zie daarvoor blz 46 e.v. verdachtendossier rechtspersonen
146
Zie daarvoor blz 36 en 37 verdachtendossier rechtspersonen
145

41

Bankrekeningen evenwel niet zichtbaar en niet inzichtelijk voor de belastingdienst. Niet op Sint Maarten
en niet in Curaao.
De verantwoording van de ondernemingsactiviteiten van The Money Game N.V. en Jamaroma Lotteries
N.V. had moeten plaatsvinden in hun administratie en in hun fiscale aangiften te Sint Maarten. De
verantwoording van de ondernemingsactiviteiten van Administratiekantoor Dollar N.V. had moeten
plaatsvinden in zijn administratie en in zijn fiscale aangiften in Curaao.
Op Sint Maarten zijn The Money Game en Jamaroma Lotteries belastingplichtig voor Turnover Tax (de
belasting op de bedrijfsomzetten) en de Profit Tax (winstbelasting). In Curaao is AKD belastingplichtig
voor de omzetbelasting en de winstbelasting.

4.1.1. Strafbare feiten op Sint Maarten


Wij gaan thans nader in op de vorm van frauderen zoals deze zich binnen de bedrijfsactiviteiten van The
Money Game en Jamaroma Lotteries heeft voorgedaan. De wijze van frauderen heeft immers gevolgen
op meerdere gebieden, zoals de verwerking in de administratie, de op basis van de administratie gedane
aangiften voor de Turnover Tax, de Profit Tax en de jaarrekening.
Het Openbaar Ministerie verwijt The Money Game N.V. het opzettelijk onjuist doen van aangiften voor
de Turnover Tax (feit 3), het opzettelijk onjuist doen van aangiften voor de Profit Tax (feit 1) en het
valselijk opmaken van de jaarrekening (feit 2). Eenzelfde verwijt geldt ten aanzien van Jamaroma
Lotteries N.V. aangaande de Turnover Tax (feit 3), de Profit Tax (feit 1) en de valselijk opgemaakte
jaarrekening (feit 2). Daarnaast ook het valselijk opmaken van enkele zogenaamde (Summary) Daily
Sales Reports (feit 4).
Verdachte Dos Santos wordt verweten als medepleger, dan wel feitelijk leidinggever een strafbare
betrokkenheid te hebben gehad bij deze feiten (feiten 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 15 op zijn dagvaarding).
Het bewijs van het plegen van deze feiten wordt gevonden in afgelegde verklaringen van verdachte en
getuigen, inbeslaggenomen bescheiden en opgemaakte processen-verbaal waarin de betreffende
bescheiden nader zijn geanalyseerd.

4.1.2. Algemeen betreffende omzetverlaging met 15%


Voor de overzichtelijkheid en het begrip van deze tenlastegelegde feiten wordt eerst in algemene
bewoordingen ingegaan op de wijze waarop binnen Robbies Lottery op Sint Maarten stelselmatig 15%
van de totale omzet niet wordt verantwoord. In het overzichtsproces-verbaal wordt de fraude nader
beschreven met verwijzing naar de onderliggende processen verbaal van verhoor en van
ambtshandelingen. Onder de naamgeving van Robbies Lotteries wordt door The Money Game N.V. en
vanaf april 2009 door Jamaroma Lotteries N.V. het bedrijf van het organiseren van loterijen plaats. Bij
Robbies Lottery kunnen mensen loten kopen om mee te doen aan verschillende loterijen. Natuurlijk
niets mis mee om als vergunde ondenemer loterijen te verzorgen.

42

Verdachte Dos Santos zegt daar zelf over dat de opbrengsten van de loterijen op Sint Maarten elke dag
worden afgegeven op het kantoor aan de Cannegieterstreet. 147 Dat van die opzetten 15% wordt
afgehaald en in de kluis op het kantoor wordt gedaan. Dat de bij de huiszoekingen in Sint Maarten
aangetroffen dozen met opschrift Robbys commissie met daarin bedragen aan USD de resultante zijn
van die 15% afgeroomde omzetcijfers. Dat al het geld op de bankrekening 228.434.000 bij de Windward
Island Bank afkomstig is uit de kluis en de afgeroomde omzet betreft.
Maar ook dat de maandelijkse aangiften voor de belasting op bedrijfsomzetten van The Money Game
N.V. is gedaan op basis van de omzetten van de verkochte loten uitgezonderd de genoemde 15%.
Meerdere getuigen bevestigen deze wijze van het opzij zetten van geld uit de opbrengst van de
loterijen. Zo verklaarde J.P. Dwarkasing, werknemer van Robbies Lottery dat er geld opzij werd gezet,
dit om contant prijzengeld uit te keren. 148 Dan werd er contant geld achter gehouden en niet afgestort
bij de bank. Dit geld werd gegeven aan de schoonmoeder van Dos Santos, die het vervolgens in een
enveloppe deed en daarna in de kluis. Op die enveloppen stond dan de datum en het bedrag dat er in
die enveloppe zat. Alles wat in de kluis ging was Robbie zijn zaak.
Getuige J.M. de Castro verklaarde dat voor haar terugkomst van vakantie op 10 augustus 2011 de
enveloppen met de 15% commissie voor R.A. dos Santos van de dagopbrengst werden afgehaald en dus
niet afgestort op de bank. 149
Getuige N.T. Bess ev Callender verklaarde dat de computer de verkopen en de uit te keren commissie
print. 150 Dat Robbie dos Santos 15 % commissie van de totale verkopen kreeg. Dit was al zo toen zij het
overnam van mevrouw de la Cruz. De la Cruz vertelde haar dat 15 % commissie aan Robbie werd
betaald. Zij maakte de enveloppen. De inhoud werd gecontroleerd door De Castro. Als Robbie dos
Santos kwam, werden de enveloppen van de afgelopen periode in een keer aan hem overhandigd.
Getuige M.M. de la Cruz verklaarde dat van de dagopbrengst elke dag 3.000 tot 5.000 USD contant geld
werd achtergehouden. 151 En dat in haar tijd geen vast percentage voor de commissie voor Dos Santos
bestond. Dat dit afhankelijk was van wat er overbleef van de omzet en de uit te betalen prijzen. Dat geld
werd voor Dos Santos apart gehouden en later door de schoonmoeder van hem in de kluis gestopt,
samen met de opbrengst van de huur van de appartementen boven het kantoor. De hele opbrengst van
de Pool en van de Santo Domingo loterij werd voor Robbie in de kluis bewaard. Niets van de opbrengst
van deze loterijen of van de verhuuropbrengsten werd naar de bank gebracht. Zij weet dat er bijna
dagelijks geld apart werd gehouden, zowel van de loterijen en de huur voor Robbie dos Santos. Zij wist
echter niet dat dit commissie werd genoemd.

147

Pv van verhoor R.A. dos Santos dd 4 april 2012, dossier Marvin SXM blz 242 ev. verklaringen
Pv van verhoor J.B. Dwarkasing dd 30 augustus 2011, dossier getuigen, blz 218 ev.
149
Pv van verhoor J.M. de Castro dd 24 augustus 2011, dossier getuigen blz 73 ev.
150
Pv van verhoor N.T. Bess ev Callender dd 25 augustus 2011, dossier getuigen blz19 ev.
151
Pv van verhoor M.M. de la Cruz dd 29 augustus 2011 en 1 januari 2012, dossier getuigen blz 130 ev.
148

43

De betreffende verklaringen inhoudende dat standaard 15% van de totale omzet wordt achtergehouden
voor Dos Santos vinden steun in de aangetroffen administratie en de gegevens die zijn gebruikt om de
aangiften over de bedrijfsomzetten te doen.
Op het adres Cannegieterstreet zijn over de jaren 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 lijsten
aangetroffen met waarschijnlijk de werkelijk gerealiseerde omzet per streetseller per dag in een
maandoverzicht. De betreffende uitgeprinte lijsten zijn als bijlage bij het dossier gevoegd onder D-049
t/m D-054.152 Deze gegevens zijn de basisvastleggingen. Wij verwijzen naar de betreffende lijsten die als
hoge omzet-lijsten kunnen worden aangehaald.
Getuige B.P. Dwarkasing, directeur van Sintacc, verklaarde dat zijn kantoor dagelijks omzetlijsten
((Daily) Sales Reports) ontvangt van Robbies Lottery. Dit betreffen de omzetten van de offices, de
agenten en de streetsellers. Deze lijsten zijn op het adres van het kantoor van Sintacc in beslag
genomen. Op deze lijsten (hierna: de Sintacc-lijsten) is een berekening gemaakt van de aan te geven en
af te dragen Belasting op de bedrijfsomzetten. Deze uitgeprinte lijsten zijn bij het dossier gevoegd onder
bijlage D-207 tot en met D-212. Het betreft hier de periode van 2004 tot en met 2011. Deze lijsten
kunnen als de lage omzet-lijsten worden aangehaald.
Teneinde te kunnen vaststellen of deze gegevens aangetroffen bij Robbies Lottery ook de gegevens zijn
die door de externe boekhouder zijn gebruikt bij het doen van de aangiften over de bedrijfsomzetten,
heeft rechercheur Lutterman op 24 mei 2013 het onderzoek geverbaliseerd inzake de hoge/lage
omzetlijsten teneinde een aansluiting binnen de administratie te kunnen vaststellen. 153 Binnen dat
onderzoek is gebruik gemaakt van bij Robbies Lottery aangetroffen lijsten van twee-wekelijkste
periodes.
Een voorbeeld daarvan is D-058 over de periode 14-03-2010 tot en met 29-03-2010. In deze lijst wordt
een overzicht gegeven van door de individuele streetseller in die periode gerealiseerde omzet en
commissie, alsmede de totale omzet en commissie.
Als op individueel niveau wordt gekeken naar bijvoorbeeld streetseller 049 (Celita G. Frenkel Cash 11),
wordt in de periode 14-03-2010 tot en met 29-03-2010 een omzet verwoord van USD 962,63 en een
verkoopcommissie van USD 163,67. De betreffende lijst, bijlage D-058 heeft in de linkerbovenhoek een
codering: ROBR42X. Bijlage D-059 betreft dezelfde streetseller op individueel niveau over dezelfde
periode evenwel met een omzet van USD 1.132,50 en commissie van USD 192,50. Deze lijst heeft in de
linkerbovenhoek de codering: ROBR42O. Een gelijke vergelijking kan bij andere streetsellers worden
gemaakt.154

152

Computeruitdraai daily Sales Control 2006 t/m 2011


PV 161274
154
Bijv. streetseller 992 (Isabel Lopez Cash 7), in bijlage D-058 met een omzet van USD 1.242, 70 en een commissie
van USD 211,27, in bijlage D-060 geindividualiseerd met een omzet van USD 1.462,00 en een commissie van USD
248,55. Bijlage D-060 heeft de codering: ROBR42O.
153

44

Waar het steeds op neer komt is dat de ene lijst de hoge omzet weergeeft en de andere lijst de lage
omzet weergeeft. Het verschil in omzet tussen beide lijsten is dat in de lage lijst 85% van de hoge omzet
wordt verantwoord.
Ter vergelijking en onderbouwing wordt in de Checker Commission Payable Detailed Report (D-062)
over die genoemde periode een overzicht gegeven van de commissie van alle streetsellers. 155 Ook hierin
staat de naam van streetseller 049 (Celita G. Frenkel) met daarbij het bedrag aan commissie, evenwel
voor het lage commissiebedrag. 156 Dit kan voor al die streetsellers op gelijke wijze vergeleken worden.
Die lijst kent de codering: ROBR42Z.
Het hoge commissiebedrag komt voor op een lijst met dezelfde naam met alle streetsellers over
dezelfde periode en is als bijlage D-063 aan het dossier toegevoegd.157 Deze bijlage kent de codering:
ROBR42Y.
Het totaal van de lijst van de lage commissie (D-062) zijnde een bedrag aan commissie USD 94.398,- is
terug te vinden in de tweewekelijkse overzichtlijst over de periode 14-29 maart 2010 met een
corresponderende omzet van USD 513.396,18. Over dezelfde periode bestaat ook een lijst met de hoge
commissie en omzet, waarvan D-060 de laatste pagina weergeeft. Deze lijst heeft in de linkerbovenhoek
de codering ROBR42O. De hoge commissie is hier USD 111.056,47 en de hoge omzet is hier USD
603.995,50.
Uit deze vergelijking van lijsten volgt dat zowel op individueel niveau van de streetseller, als op totaal
niveau van alle streetsellers de lage omzet en commissie 85% is van de hoge omzet en commissie. Met
andere woorden, 15% aan omzet wordt in deze lijst niet verantwoord.
Het gebruik van de coderingen in de verschillende lijsten geeft blijk van een onderverdeling in lijsten
met hoge omzetcijfers en lijsten met lage (met 15% verminderde) omzetcijfers.
Zo staat de codering ROBR42O voor de hoge omzetgegevens, de codering ROBR42X voor de lage
omzetgegevens, de codering ROBR42Y voor de hoge commissiegegevens en de codering ROBR42Z voor
de lage commissiegegevens. Het verschil tussen hoog en laag is iedere keer 15%. In haar proces-verbaal
heeft verbalisant ter controle voor de coderingen de tweewekelijkse lijsten nader bekeken over de
periode december 2010 tot en met april 2011 en heeft daarin een bevestiging gevonden voor de
verlaging met 15% over die periode. 158
Voor de periode van voor 2010 zijn bij de huiszoeking op het adres Cannegieterstreet digitale gegevens
vastgelegd betrekking hebbende op periodes in 2006 tot en met 2011. Voor een enkel jaar compleet en

155

D-062
Als tweede voorbeeld streetseller 992 (Isabel Lopez)
157
D-063
158
Zie PV 161274 als onderdeel van het dossier deelonderzoek Marvin SXM
156

45

volledig, voor een ander jaar onvolledig.159 De betreffende gegevens zijn uitgeprint en als bijlagen D-049
tot en met D-054 bij het dossier gevoegd. Het betreft hier hoge omzetlijsten in digitale vorm.
Aan fysieke stukken is zeer weinig aangetroffen. Slechts en drietal Daily Sales Reports per Cashier zijn
fysiek wel aangetroffen.160 Deze drie Reports met in de linker bovenhoek de code ROBB21O betreffen
hoge omzetlijsten. Omdat deze drie fysiek aangetroffen lijsten alle gaan over een dag in 2009, heeft de
opsporingsambtenaar deze drie dagen vergeleken met de digitale vastleggingen bij Robbies Lottery
over 2009 en de bij Sintacc-lijsten over 2009.
Als wordt gekeken naar de datum 4 januari 2009 betreffende de omzet van de streetsellers zoals deze
gegevens digitaal zijn aangetroffen en vastgelegd op de Emmastraat (D-052), wordt voor de streetsellers
op 4 januari 2009 een omzet vermeld van USD 48.067,50. In de lijsten zoals die in beslag zijn genomen
bij Sintacc wordt voor 2009 verwezen naar bijlage D-212, pag. 2 waarin voor de streetsellers voor die
dag een omzet genoteerd staat van USD 40.857,38. Het betreft hier een verlaging van 15%. Het
inbeslaggenomen fysieke bescheid van die dag (D-204) maakt melding van de hoge omzet.
Als wordt gekeken naar de datum 11 mei 2009 betreffende de omzet van de streetsellers zoals deze
gegevens digitaal zijn aangetroffen en vastgelegd op de Cannegieterstreet (D-052) wordt voor de
streetsellers op 11 mei 2009 een omzet vermeld van USD 42.406,00. In de lijsten zoals die in beslag zijn
genomen bij Sintacc wordt voor 2009 verwezen naar bijlage D-212, pag. 14 waarin voor de streetsellers
op die dag een omzet genoteerd staat van USD 36.045,10. Het betreft hier een verlaging van 15%. Het
inbeslaggenomen fysieke bescheid van die dag (D-206) maakt melding van de hoge omzet.
Overigens kan van de datum 3 maart 2009 gezegd worden dat in dit geval de hoge omzet van de
streetsellers zoals voorkomende op het fysieke bescheid (D-205) en zoals voorkomende uit de digitale
vastlegging, ad USD 51.167,00 ook in deze hoge vorm in de Sintacc-lijst (D-2012, pag. 8) voorkomt. Dit is
vanaf maart 2009 meerdere keren gebeurd en hiermee is in de verdere verbalisering rekening
gehouden.
Nu er niet meer fysieke vastleggingen zijn over deze periode, moet gekeken worden naar de vergelijking
tussen de lijsten met omzet zoals bij Robbies Lottery digitaal vastgelegd en later uitgeprint (bijlagen D49 tot en met D-054) en de lijsten met omzet die op het kantoor van Sintacc zijn aangetroffen (D-207 tot
en met D-214).
Over de jaren 2004 tot en met juni 2011 zijn deze vergelijkingen gemaakt en verwoord in de processenverbaal betreffende omzetcijfers streetsellers 2004 2011. De vindplaats van deze verbalen vindt u in
een noot.161 Voor de jaren 2004, 2005 en 2006 zijn daarbij als bewijsmiddel nog van belang de bijlagen
159

Zie PV 161112
Daily Sales Report per cashier , 11-05-2009, code ROBR21O, D-206, inbeslaggenomen op de Cannegieterstreet,
Daily Sales Report per cashier , 04-01-2009, code ROBR21O, D-204 en Daily Sales Report per cashier, 03-03-2009,
code ROBR21O, D-203, inbeslaggenomen op het Emmaplein.
161
PV 162284, betreft omzetcijfers streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten 2004, blz. 18 ev Marvin Sint Maarten,
PV 162317, betreft omzetcijfers streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten 2005, blz. 22 ev, PV162320, betreft
omzetcijfers streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten 2006, blz. 26 ev, PV 162345, betreft omzetcijfers
160

46

D-302 en D-303 als zijnde tweewekelijkse commissielijsten van mei en april 2004, alsmede een
chatbericht tussen Imro en vermoedelijk verdachte Dos Santos. Vanaf november 2006 tot en met juni
2011 kan voor vele maanden teruggegrepen worden op de uitgeprinte gegevens van de digitale
gegevens zoals deze op de Cannegieterstreet, dan wel Emmaplein digitaal zijn vastgelegd.
Voor elk van de jaren is het verschil in omzet tussen de gegevens zoals deze voorkomen bij Sintacc en de
gegevens zoals deze voorkomen bij Robbies Lottery berekend, dan wel uitgerekend. Soms gebaseerd op
het terugrekenen naar 100% omzet op basis van de Sintacc-lijsten, soms met rechtstreekse
onderbouwing van de wel aangetroffen gegevens. Ook hierin wordt een bevestiging gevonden voor het
verlagen van de omzetgegevens van de streetsellers met 15%.
Naar de mening van het Openbaar Ministerie is in de periode van in ieder geval 2004 tot en met 2011
stelselmatig 15% van de werkelijke omzet afgeroomd, gebaseerd op de aangetroffen vastleggingen van
The Money Game N.V. en Jamaroma Lotteries N.V., handelend onder de naam Robbies Lottery. Om het
afromen van de omzet administratief te verhullen is de commissie van de streetsellers ook met 15%
verlaagd. De streetsellers kregen evenwel het verschil tussen de commissie waar zij recht op hadden en
het bedrag aan verlaagd berekende commissie van verdachte Dos Santos cash uitbetaald. Het gaat hen
immers niet aan dat Robbies Lottery 15% omzet niet verantwoordt. Deze bedragen werden als gezegd
cash buiten de boeken om aan de streetsellers uitbetaald.
Het afromen van 15% van de omzet van de streetsellers heeft uit de aard zaak gevolgen voor de
aangiften van belasting op de bedrijfsomzetten, het opstellen van de jaarrekening en de aangiften Profit
Tax.
Voordat wij ons daarover uitlaten is apart tenlastegelegd onder feit 4 bij Jamaroma Lotteries N.V en
onder feit 15 bij verdachte Dos Santos het medeplegen van het valselijk opmaken van dagelijkse en
tweewekelijkse en maandelijkse omzet-en commissie lijsten of overzichten onder de naam Daily Sales
Reports en Summary Daily Sales Reports en detailed Daily Sales Reports. In beider tenlastelegging is
onder meer opgenomen een drietal met name genoemde reports.

4.1.3. Valsheid in Daily Sales Reports en Summary Daily Sales Reports


In de tenlastegelegde feiten 4 bij Jamaroma Lotteries N.V. en 15 bij Dos Santos worden feitelijk
meerdere lijsten tenlastegelegd over de periode van 1 juli 2009 tot en met 12 juli 2011 waaronder een
Summary Daily Sales Report gedateerd 27 mei 2011 (bijlage D-162A), een Summary Daily Sales Report
gedateerd 3 juni 2011 (bijlage D-168A) en een Summary Daily Sales Report gedateerd 17 juni 2011

streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten 2007, blz. 34 ev, PV 162363, betreft omzetcijfers streetsellers Robbies
Lottery Sint Maarten 2008, blz. 50 ev, PV 162368, betreft omzetcijfers streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten
2009, blz. 58 ev, PV 162413 betreft omzetcijfers streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten 2010, blz. 89 ev, PV
162487 betreft omzetcijfers streetsellers Robbies Lottery Sint Maarten 2011, blz. 106 ev,

47

(bijlage D-182A).162 Het Openbaar Ministerie meent dat uw Gerecht kan komen tot bewezenverklaring
van het valselijk opmaken van meerdere van deze lijsten op tijdstippen in de periode van 1 juli 2009 tot
en met 12 juli 2011, onder meer de aangehaalde lijsten, waarin het valselijk opmaken heeft bestaan uit
het weergeven van bedragen aan omzet en commissie die ten opzichte van de werkelijke omzet en
commissie met 15% waren verlaagd.
De drie met name genoemde Summary reports zijn opgenomen als D-162A, D-168A en D-182A. De
reports waar deze van afgeleid zijn betreffen D-162, D-168 en D-182. Zo wordt de werkelijke omzet en
commissie in de Summary van de reportdatum van 27 mei 2011 getotaliseerd op USD 46.140,50 en een
commissie van USD 8.491,53, terwijl de het valselijk opgemaakte Summary report melding maakt van
een getotaliseerde commissie van USD 39.219,50 en een commissie van USD 7.217,84, 15% verschil.
Voor de Summarys van 3 juni en 17 juni 2011 geldt hetzelfde.
De Summarys zijn een totalisering van de daaronder liggende Daily Sales Reports. Deze zijn uit de aard
der zaak daarmee ook valselijk opgemaakt.
De bewezenverklaring kan luiden dat op meer tijdstippen in de periode van 1 juli 2009 tot en met 12
juli 2011 Daily Sales Reports en Summary Daily Sales Reports valselijk zijn opgemaakt, waaronder onder
meer de drie genoemde, gebaseerd op de afgelegde verklaringen.
Soortgelijke reports zijn opgenomen in bijlagen zoals genoemd op pagina 22 van het Overzichtsprocesverbaal deelonderzoek Marvin.163
Onderdeel van de bewijsvoering is tevens de werkinstructie die is opgesteld door mevrouw BessCallender en haar verklaring daarover onder meer dat de Robbie dos Santos 15% commissie krijgt van de
totale verkopen. 164
De betreffende reports zijn geschriften in de zin van artikel 230 WvSr, geschriften met een
bewijsbestemming nu aan het geschrift in het maatschappelijk verkeer betekenis voor het bewijs van
enig feit pleegt te worden toegekend.165
Dat het valselijk opmaken is gebeurd met het oogmerk om deze reports als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken, kan afgeleid worden uit het daadwerkelijk gebruik van
deze geschriften ten opzichte van de externe boekhouder, de heer Dwarkasing. Het is de externe
boekhouder Dwarkasing die de reports vervolgens ten grondslag heeft gelegd aan het doen van de
aangiften belasting over de bedrijfsomzetten.

162

Alle over deze periode fysiek inbeslag genomen. Daily Sales Reports dd 24-05-2011 t/m 30-06-2011, D-105, 106,
161-196) Zie overzichtspv Marvin SXM, blz.. 20 in map 25, en de processen verbaal 164089 (blz. 154, map 26),
164790 (blz. 193, map 26) en 163370 (blz. 74, map 26)
163
Op blz.ina 22 van dat proces-verbaal wordt verwezen naar D-163A D-165A, D-169A D-174A, D-176A, D-177A,
D-182A en D-183A D-189A, D-191A D196A.
164
D-216, Points explained t Shonar & Resha by Marcy
165
Verwezen wordt naar de uitgebreide jurisprudentie omtrent geschriften met een bewijsbestemming, zie bijv. HR
30 september 1989, NJ 1981/70 betreffende een uitgaven- en ontvangstenstaat.

48

Bewijs van het tenlastegelegde gevolgbestanddeel terwijl uit dat gebruik (telkens) enig nadeel kon
ontstaan wordt mede teruggevonden in de verwerking van deze omzetgegevens ten behoeve van de
aangiften belasting over de bedrijfsomzetten.
Om medeplegen van verdachte Dos Santos bewezen te kunnen verklaren moet sprake zijn van een
voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen, afhankelijk van de beoordeling
van de concrete omstandigheden van het geval. Daarvan kan sprake zijn indien de intellectuele en/of
materiele bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.166 Het doen en laten van
een rechtspersoon bestaat uit het doen en laten van gedragingen van natuurlijke personen binnen die
rechtspersoon die kunnen worden toegerekend aan die rechtspersoon. De gedragingen als in de
tenlastelegging bij Jamaroma Lotteries N.V. onder feit 4 omschreven zijn gedragingen van de
rechtspersoon omdat zij kunnen worden toegerekend aan de rechtspersoon. De rechtspersoon is
daarmee pleger van het strafbare feit. Het initiatief tot deze gedragingen is afkomstig van verdachte Dos
Santos. Het handelen van Jamaroma Lotteries N.V. is ingegeven door zijn wil.
Van medeplegen aan dit feit door verdachte Dos Santos zoals tenlastegelegd onder feit 15 op zijn
dagvaarding is sprake nu verdachte Dos Santos een intellectuele bijdrage van voldoende gewicht levert
aan het delict van Jamaroma Lotteries N.V. Het Openbaar Ministerie komt derhalve op de kwalificatie
van medeplegen gezien de intensiteit van de samenwerking, de rol in de voorbereiding, de uitvoering en
de afhandeling van het delict en het belang van de rol van Dos Santos.167 Het Openbaar Ministerie
meent dat voor het bewijs van medeplegen geput kan worden uit zijn eigen verklaring en de
verklaringen van getuigen.
Tot zover de bewijsvoering met betrekking tot het valselijk opmaken van de Daily Sales Reports. Wij
concluderen dat uw Gerecht kan komen tot bewezenverklaring van het valselijk opmaken van de
betreffende reports, feit 4 primair bij Jamaroma Lotteries N.V. en het medeplegen van het valselijk
opmaken van die reports, feit 15 primair bij verdachte Dos Santos.
Wij gaan over op de behandeling van de bewijsvoering van het opzettelijk onjuist of onvolledig doen van
aangiften voor belasting op de bedrijfsomzetten op Sint Maarten.

166

HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474.


In dit verband kan nog worden verwezen naar HR 18 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5140 met daarin de
overweging dat de enkele omstandigheid dat de verboden gedraging van de verdachte (nat.pers.) aan de
rechtspersoon kan worden toegerekend, niet kan meebrengen dat verdachte het strafbare feit tezamen met de
rechtspersoon heeft medegepleegd. Deze situatie is hier niet aan de orde. De overweging met betrekking tot de
enkele omstandigheid ziet op toerekening van het handelen van een persoon aan die rechtspersoon en dat dat niet
per definitie medeplegen meebrengt van de persoon wiens gedraging aan de rechtspersoon wordt toegerekend.
167

49

4.1.4. Het opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van aangiften belasting op
bedrijfsomzetten door The Money Game N.V. , Jamaroma Lotteries N.V. en de
verwijtbare strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte Dos Santos daarbij
Onder de naam belasting op bedrijfsomzetten werd in het eilandgebied Sint Maarten en wordt in het
Land Sint Maarten een belasting geheven over bedrijfsomzetten die door in het heffingsgebied
gevestigde ondernemers in het kader hun onderneming in het heffingsgebied worden gerealiseerd door
het leveren van goederen en het verrichten van diensten.168
Het betreft hier een afdracht van belasting die op aangifte moet worden voldaan. De wijze van heffing
geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen en na
10-10-2010 overeenkomstig de Landsverordening houdende algemene bepalingen van formeel
belastingrecht, die overigens kan worden aangehaald als de Algemene Landsverordening
Landsbelastingen. De belastingplichtige voor de belasting op bedrijfsomzetten is gehouden binnen 15
dagen na afloop van de in het tijdvak verschuldigde belasting deze overeenkomstig de aangifte te
betalen. Op basis van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten kan vastgesteld worden dat
op The Money Game N.V. en Jamaroma Lotteries N.V. vanwege hun bedrijfsomzetten aangifte moet
doen van belasting op bedrijfsomzetten. Daarmee bestaat de in de strafbepaling genoemde verplichting
ex art. 49 ALL om binnen de gestelde termijn aangifte te doen.
The Money Game N.V. en Jamaroma Lotteries N.V. hebben beide belasting op bedrijfsomzetten op
aangifte betaald.
In de tenlastelegging van The Money Game N.V. wordt haar onder feit 3 verweten over alle maanden
van 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 en tot en met juni 2009 opzettelijk onjuist of onvolledig aangifte voor
de belasting op bedrijfsomzetten te hebben gedaan.
Jamaroma Lotteries N.V. wordt onder feit 3 verweten dat zij vanaf juli tot en met december 2009, over
maanden van 2010 en over de maanden tot en met juni 2011 opzettelijk onjuist of onvolledig aangifte
voor de belasting op bedrijfsomzetten heeft gedaan.
Aan verdachte Dos Santos wordt onder de feiten 6 en 9 verweten dat hij deze feiten met The Money
Game N.V. en Jamaroma Lotteries N.V. heeft medegepleegd.

4.1.5. De aangiften belasting op bedrijfsomzetten


De aangiften alle verzorgd door de heer B.P. Dwarkasing, directeur van accountantskantoor Sintacc. De
aangiften over 2004 tot en met 2011 zijn in het strafdossier gevoegd.169 De betreffende aangiften zijn

168

Dan wel over bedrijfsomzetten die door buiten het heffingsgebied gevestigde ondernemers in het kader van hun
onderneming worden gerealiseerd door het leveren van goederen en het verrichten van diensten voor zover de
leveringen zijn verricht binnen het heffingsgebied of de diensten worden genoten binnen het heffingsgebied, zie
artikel 2 van de Landsverordening houdende regels inzake een belasting op bedrijfsomzetten
169
Over 2004 opgenomen in D-207A, over 2005 in D-208A (alleen december), over 2006 in D-209A (muv januari,
maart, november en december), over 2007 in D-210A (muv februari en maart), over 2008 in D-211A, over 2009 in

50

door middel van een verzoek om rechtshulp via een vordering ex 177s Sv inbeslaggenomen onder de
Belastingdienst van Sint Maarten.170 Tevens is daarbij uitgeleverd een tweetal ambtsedige verklaringen
van de belastingdienst Sint Maarten ten aanzien van The Money Game N.V. en Jamaroma Lotteries N.V.
betreffende de aangiften belasting op bedrijfsomzetten (D-306 en 307). Daarbij zijn gevoegd twee
overzichten waarop aangegeven de belastingplichtige, de datum ontvangst, het bedrag aan aangegeven
omzet, het bedrag aan belasting op bedrijfsomzetten en of de betreffende aangifte fysiek is
bijgevoegd.171

4.1.6 Verklaringen
Verdachte Dos Santos heeft verklaard dat accountantskantoor Sintacc de maandelijkse aangiften
belasting op bedrijfsomzetten van The Money Game N.V. van de jaren 2004 tot en met 2009 heeft
verzorgd en ondertekend. Dat Sintacc dit ook heeft gedaan voor Jamaroma Lotteries N.V. Dat deze
aangiften zijn gedaan op basis van de omzetten van de verkochte loten uitgezonderd de eerder
genoemde 15% en dat hij voor deze aangiften verantwoordelijk is.172
Getuige B.P. Dwarkasing173 heeft verklaard dat hij de aangiften belasting op bedrijfsomzetten heeft
verzorgd. Dat hij dat doet aan de hand van de gegevens die door het bedrijf Robbies Lottery worden
verstrekt. Dat deze aangiften worden gedaan aan de hand van de salesrapporten. . U kunt zien dat de
aangegeven taxable turnover is opgebouwd uit de som van de Gross income van de omzetten van de
officies, checkers en agents, vermeerderd met soms de sms lottery. De aangegeven omzet is dus
rechtstreeks afkomstig van de door RL aan mij doorgegeven omzetten. Ik controleer, zo zegt hij, die
omzetten in het geheel niet. Ik ga uit van de gegevens die RL aanlevert.
Op basis van deze verklaringen kan vastgesteld worden dat de aangiften belasting op bedrijfsomzetten
opzettelijk onjuist of onvolledig zijn gedaan.
De opsporingsambtenaren hebben geverbaliseerd over de aansluiting van de Sintacc-lijsten op de
aangiften belasting op bedrijfsomzetten.174 Onder de bij accountantskantoor Sintacc in beslag genomen
bescheiden en vastgelegde gegevens bevonden zich de zogenaamde Sintacc-lijsten over de jaren 2004
tot en met juni 2011.175 Lijsten die zijn opgemaakt door het accountantskantoor aan de hand de door
Robbies Lottery aangeleverde verkoopcijfers die vervolgens per maand worden samengevat.
Bij de berekening van de belasting over bedrijfsomzetten is voor de maanden januari 2004 tot en met
juni 2004 afgezien van de stelselmatige vermindering van de omzet met 15% - uitgegaan van een
D-212A (muv mei, juni, augustus, september, oktober, november en december), over 2010 in D-213A (muv februari,
maart, april, augustus, november) en over 2011 in D-214A (muv maart, april, mei).
170
Zie daarvoor proces-verbaal 164810 van 21 juni 2013, blz. 200 ev dossier Marvin SXM.
171
Overigens zijn in deze ambtsedige verklaringen ook de aangiften Winstbelasting genoemd.
172
Verklaring R.A. dos Santos van 4 en 5 april 2012.
173
Pv van verhoor dd 25 juli 2011, blz 284, 9 maart 2012, blz 289, 28 februari 2013, blz 267, dd 27 mei 2012, blz
274, dossier Marvin SXM
174
Zie PV 164089 van 18 juni 2013, blz. 154 dossier Marvin SXM
175
D-2007 tot en met D-214.

51

verkeerd uitgangspunt. De belasting op bedrijfsomzetten is berekend en aangegeven over het totaal aan
omzet, dus inclusief prijzengeld en commissies aan streetsellers. Vanaf juli 2004 is de belasting op
bedrijfsomzetten berekend en aangegeven over het totaal aan omzet minus prijzengeld en commissies
aan streetsellers. Ook dat is een verkeerd uitgangspunt.
De grondslag van de heffing van belasting op bedrijfsomzetten is aan de orde gekomen in de uitspraak
van de Raad van Beroep voor belastingzaken van 10 augustus 2004, bijlage D-215, een belastingzaak
genitieerd door Dos Santos zijn onderneming. Het fiscale geschil ging over de vraag waarover de BBO
berekend moest worden. De inspecteur meende dat voor de berekening van de grondslag van BBO
moet worden uitgegaan van de bruto-inleggelden zonder aftrek van het uitbetaalde prijzengeld en
zonder aftrek van de aan de straatverkopers betaalde commissies. De Raad van Beroep heeft
geoordeeld dat slechts BBO is verschuldigd over de gerealiseerde omzet minus de (uitgekeerde) prijzen.
De aangiften vanaf juli 2004 laten een berekening van BBO zien op basis van de gerealiseerde omzet
minus de uitgekeerde prijzen en de aan de straatverkopers betaalde commissies. De opzettelijke
onjuistheid is daarmee niet beperkt tot het afromen van 15% van de omzet, maar strekt zich tevens uit
over het ten onrechte in aftrek brengen van de aan de straatverkopers uitbetaalde commissies.
Het gevolgbestanddeel van het strafbare feit indien daarvan het gevolg zou kunnen zijn dat nadeel
voor de Nederlandse Antillen of voor het eilandgebied of voor het land Sint Maarten kon ontstaan is
een geobjectiveerd bestanddeel, hetgeen inhoudt dat het opzet daarop niet gericht hoeft te zijn. De
mogelijkheid van nadeel is feitelijk al voldoende. In het strafdossier bevindt zich een proces-verbaal
waarin het nadeel van belasting op bedrijfsomzetten is berekend. Wij verwijzen naar het daartoe
opgemaakte processen-verbaal 163896.176 Het nadeel over de betreffende jaren door het opzettelijk
onjuist doen van aangiften BBO bedraagt voor The Money Game N.V. een bedrag van ANG 1.101.644 en
voor Jamaroma Lotteries N.V. een bedrag van ANG 515.280.
Concluderend komt het Openbaar Ministerie tot het oordeel dat uw Gerecht tot bewezenverklaring kan
komen van de tenlastegelegde opzettelijke onjuist gedane aangiften belasting op bedrijfsomzetten door
The Money Game N.V. (feit 3 primair) en door Jamaroma Lotteries N.V. (feit 3 primair). De
strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte Dos Santos bestaat naar het oordeel van het Openbaar
Ministerie uit het medeplegen van deze feiten, gebaseerd op zijn eigen verklaring en de verklaring van
getuige Dwarkasing, mede gelet op de jurisprudentie (feit 6 eerste alternatief en feit 9 eerste
alternatief).

4.1.7. Het valselijk opmaken van de jaarrekening van The Money Game N.V. en van Jamaroma
Lotteries N.V.
Onder feit 2 op de dagvaarding van The Money Game N.V. wordt deze N.V. verweten de een vijftal
jaarrekeningen (muv 2006) valselijk te hebben opgemaakt, alsmede van deze jaarrekeningen/financile
overzichten gebruik te hebben gemaakt ten opzichte van de belastingdienst. Eenzelfde verwijt - maar
176

Overzichtsproces-verbaal Marvin SXM blz. 19 en Pv 163896 zaaksdossie Moesson SXM blz. 143 ev.

52

dan beperkt tot het jaar 2009 - wordt gemaakt onder feit 2 in de dagvaarding van Jamaroma Lotteries
N.V. Verdachte Dos Santos wordt verweten genoemde feiten te hebben medegepleegd (feit 5 en feit 8
op zijn dagvaarding).
In het procesdossier bevindt zich een proces-verbaal 177 waarin wordt ingegaan op de
jaarrekeningen/financile statements. De betreffende jaarrekeningen zijn aangetroffen en
inbeslaggenomen bij accountantskantoor Sintacc ten tijde van de huiszoeking aldaar. De bij dit kantoor
inbeslaggenomen financial statements over de jaren 2004 tot en met 2009 (muv 2006) zijn als bijlage
gevoegd178. Door middel van rechtshulpverlening vanuit Sint Maarten zijn de aangiften Profit Tax met de
daarbij ingediende financial statements in bezit gekomen van het onderzoeksteam en het openbaar
Ministerie. De betreffende stukken zijn in beslag genomen onder de Belastingdienst Sint Maarten. Voor
zover het betreft de financial statements zijn deze stukken als bijlage opgenomen onder dezelfde
nummers, maar dan met de toevoeging (hoofdletter) B voor wat betreft TMG en toevoeging H voor wat
betreft JL. Op deze plaats wordt opgemerkt dat de financial statement over 2006 zich niet bevond bij de
stukken van de Belastingdienst.
De betreffende financial statements zijn samengesteld door accountantskantoor Sintacc. Getuige
Dwarkasing heeft over de statements verklaard dat hij deze heeft aangeleverd aan Bergman opdat
Bergman de aangiften Profit Tax kon doen. Voor de totstandkoming van deze stukken heeft hij gebruik
gemaakt van de door de klant aangeleverde stukken. De klant blijft zelf verantwoordelijk. Sintacc doet
eigenlijk de samenvattingen van de administratie die Robbies Lottery aanlevert.
In het proces-verbaal wordt in een aantal punten uiteen gezet op welke wijze de financial statements
zijn benvloed door eerdere handelingen en vastleggingen. Wij verwijzen naar de verwerking van de lage
omzetlijsten in de financial statements zoals beschreven in proces-verbaal 163370 en het feit dat de
opbrengsten van de loterijen Santo Domingo en Pool buiten de boekhouding (zoals aangeleverd aan
Sintacc) is gehouden zoals beschreven in proces-verbaal 164724. Maar ook het feit dat er in alle
boekjaren onverklaarbare verschillen bestaan tussen de omzet, het prijzengeld en/of de commissie
volgens de dagelijkse Sintacc-lijsten en de cijfers in de financial statements zoals omschreven in
proces-verbaal 163871. Als laatste het feit dat een tweetal bankrekeningen bij de Windward Island Bank
te Sint Maarten op naam van The Money Game N.V. met de omschrijving Saba vermoedelijk
opzettelijk niet is verstrekt aan Sintacc en dus ook niet is verwerkt in de financial statements zoals
beschreven in proces-verbaal 164327.
De betreffende jaarrekeningen bevatten de winst- en verliesrekening (statement of operations and
retained eurnings) telkens onder andere vermeldende het bruto inkomen (cross income) en het
resultaat voor winstbelasting (profit(loss) before taxes) hetgeen de grondslag vormt voor de heffing van
winstbelasting (Profit Tax). De bijlagenummers zijn eerder vermeld. Door de hiervoor genoemde
handelingen zoals omschreven de betreffende verbalen wordt iedere keer een te laag bedrag aan bruto

177

Pv 164802 van 21 juni 2013, zaaksdossier Marvin SXM, blz.. 196.


Onder nummer D-207F (over 2004), D-208D (over 2005), D-210D (2007), D-211D (2008), D-212D (2009) The
Money Game N.V.) en D-212H (2009) Jamaroma Lotteries N.V.)
178

53

inkomsten en een te laag bedrag aan resultaat voor winstbelasting vermeld, hetgeen in strijd is met het
werkelijk over het betreffende jaar genoten bruto inkomen en het resultaat voor belasting.
De jaarrekening, meer in het bijzonder de winst en verliesrekening, is een geschrift dat bestemd is om
tot bewijs van enig feit te dienen nu aan dat geschrift in het maatschappelijk verkeer betekenis voor
bewijs van enig feit pleegt te worden toegekend. Het oogmerk van het gebruik is erin gelegen dat de
betreffende stukken ter onderbouwing van de aangiften winstbelasting zijn gemaakt en zijn toegevoegd
aan die aangiften. Daarmee bestaat tevens bewijs van het gebruik van de betreffende stukken, nu deze
ter onderbouwing van de aangiften winstbelasting over de betreffende jaren zijn verstrekt aan de
Inspecteur der Belastingen. De betreffende stukken komen immers voor in de stukken die van de
Belastingdienst te Sint Maarten zijn verkregen. Een uitzondering vormt de financial statements over
2006.
Het Openbaar Ministerie concludeert tot bewezenverklaring van het valselijk opmaken van de
betreffende stukken, alsmede tot bewezenverklaring van het cumulatief tenlastegelegde opzettelijk
gebruik maken van deze stukken. Tevens meent het Openbaar Ministerie dat de betrokkenheid van
verdachte Dos Santos kan worden gekwalificeerd als het medeplegen van de betreffende feiten begaan
door The Money Game N.V en Jamaroma Lotteries N.V. nu gesproken kan worden van een bewuste en
nauwe samenwerking met de betreffende rechtspersonen. Zijn intellectuele bijdrage bestaat er uit dat
hij willens en wetens zodanige gegevens aanlevert dat de betreffende stukken nooit op naam van de
rechtspersonen juist kunnen worden opgemaakt. Daarmee is zijn bijdrage van voldoende gewicht om te
kunnen spreken van medeplegen.

4.1.8 De aangiften winstbelasting van The Money Game N.V. en Jamaroma Lotteries N.V.
Winstbelasting is een belasting geheven van de winst van in Sint Maarten gevestigde vennootschappen.
De winstbelasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Daartoe heeft de Inspecteur der
Belastingen aangiften uitgereikt aan belastingplichtigen. Door uitreiking van de aangifte ontstaat de
verplichting van het doen van aangifte. De inspecteur stelt daarvoor een termijn die is weergegeven op
het aangiftebiljet. Daarmee is voldaan aan het in de strafbepaling opgenomen verplichting tot het doen
van aangifte binnen een gestelde termijn en vindt dit bestanddeel hierin zijn bewijs. De aangiften zijn
daadwerkelijk gedaan bij de Inspecteur der belastingen te Sint Maarten.
The Money Game N.V. wordt onder feit 1 verweten deze aangiften over de jaren 2004, 2005, 2007, 2008
en 2009 opzettelijk onjuist en onvolledig te hebben gedaan. Jamaroma Lotteries N.V. wordt in feit 1
verweten de aangifte over 2009 opzettelijk onjuist en onvolledig te hebben gedaan. Bij verdachte Dos
Santos bestaat het verwijt dat hij de betreffende opzettelijk gedane onjuiste aangiften heeft
medegepleegd (feiten 4 en feit 7).
Bewijs voor het feit dat de aangiften daadwerkelijk zijn gedaan bij de Inspecteur der belastingen kan
gevonden worden in de stukken die de Belastingdienst Sint Maarten heeft uitgeleverd. In die stukken

54

bevinden zich de betreffende aangiften met stempel van ontvangst van de Inspectie der Belastingen.179
Tevens is een ambtsedige verklaring opgemaakt door de Inspecteur betreffende de ontvangst van de
aangiften winstbelasting van The Money Game N.V. en de aangifte winstbelasting van Jamaroma
Lotteries N.V. (D-306 en 307).
De aangiften over de jaren 2004-2008 zijn door de heer Bergman ondertekend. De aangifte over 2009
voor The Money Game N.V. is door de heer Dwarkasing ondertekend. De aangifte over 2009 van
Jamaroma Lotteries N.V. is door de heer Locacia ondertekend.
Verdachte Dos Santos verklaart over het doen van de aangiften van de winstbelasting dat de heer
Dwarkasing van accountantskantoor Sintacc de betreffende aangiften voor hem heeft gedaan en dat hij,
Dos Santos, voor de ingediende aangiften verantwoordelijk is. Tevens verklaart hij dat de aangiften
winstbelasting niet juist zijn en dat hij, Dos Santos, zijn verantwoordelijkheid moet nemen.
De heer Dwarkasing verklaart dat hij zijn informatie krijgt van Robbies Lottery.
De jaarrekeningen worden opgesteld op basis van de financile administratie die hij krijgt aangeleverd
van Robbies Lottery. Dat hij de financile informatie voor de winstbelasting toestuurt aan Bergman
die de aangifte winstbelasting doet. Voor 2009 heeft Dwarkasing voor The Money Game N.V. en
Jamaroma Lotteries de aangiften gedaan, dit omdat de heer Bergman niet beschikbaar was.
Getuige Bergman180 verklaart dat hij de aangifte winstbelasting 2004-2008 van The Money Game N.V.
heeft verzorgd en dat hij het aangifteformulier invult op basis van de door Dwarkasing gemaakte
jaarrekening. Hij gaat ervan uit van de aangeleverde gegevens en de getrouwheid daarvan.
De betreffende aangiften zijn dus gebaseerd op de bijgevoegde jaarrekeningen en vermelden het
bedrag aan aan te geven winstbelasting (amount to be declared). Het verwijt is dat dit bedrag aan aan te
geven winstbelasting tot een te laag bedrag in de aangifte is opgenomen.
De onjuistheid bestaat hierin dat voor de winstbelasting geen aangifte is gedaan van de meer omzet die
in de betreffende jaren genoten is. Een meeropbrengst die zijn oorzaak vindt in het opzettelijk afromen
van de omzetten op initiatief van verdachte Dos Santos. Het opzettelijk onjuist doen van deze aangiften
vindt hierin zijn bewijs. Voor het gevolgbestanddeel verwijzen wij naar hetgeen hiervoor bij de belasting
op bedrijfsomzetten daarover is opgemerkt. Deze meeromzet is per jaar berekend en opgenomen in de
processen-verbaal van bevindingen omzetcijfers streetsellers Robbies Lotteries Sint Maarten, vanaf blz.
18 dossier Marvin Sint Maarten.181 Het nadeel in de winstbelasting tegen het belastingtarief van 34,5% is
berekend in PV 163896 betreffende omzet- en winstbelastingbedragen.182 Voor The Money Game N.V. is
het bedrag aan te weinig geheven belasting berekend op ANG 6.209.879,-. Voor Jamaroma Lotteries is
het bedrag aan te weinig geheven belasting berekend op ANG 559.094.

179

Wij verwijzen naar bijlage D-207B, D-208B, D-210B, D-211B, D-212B en D-212F.
Pv van verhoor G.J. Bergman van 26 januari 2012.
181
Zie Pv 162284 (2004), 162317 (2005), 162345 (2007), 162363 (2008), 162368 (2009).
182
Zie dossier Marvin blz. 143 ev.
180

55

Concluderend komt het Openbaar Ministerie tot het oordeel dat uw Gerecht tot bewezenverklaring kan
komen van de tenlastegelegde opzettelijke onjuist gedane aangiften winstbelasting door The Money
Game N.V. (feit 1 primair) en door Jamaroma Lotteries N.V. (feit 1 primair). De strafrechtelijke
betrokkenheid van verdachte Dos Santos bestaat naar het oordeel van het Openbaar Ministerie uit het
medeplegen van deze feiten, gebaseerd op zijn eigen verklaring, de verklaring van getuige Dwarkasing
en de verklaring van getuige Bergman, mede gelet op de jurisprudentie (feit 4 eerste alternatief en feit 7
eerste alternatief).
Tot zover de bewezenverklaringen voor zover de tenlastegelegde feiten voortvloeien uit het dossier
Marvin Sint Maarten
4.2
Zaakdossier Marvin Curaao
De rechtspersoon Administratiekantoor Dollar N.V (hierna: AKD N.V.) verricht in Curaao activiteiten die
bestaan uit het werkzaam zijn als administratiekantoor en het organiseren van loterijen en andere
kansspelen. Zowel op Sint Maarten als in Curaao door AKD N.V. worden de loterij-activiteiten verricht
onder de naam(sbekendheid van) Robbies Lottery. Deze naam is de naam van de eenmanszaak van haar
eigenaar R.A. dos Santos sedert augustus 1993.183
Ten tijde van de vervolging wordt Administratiekantoor Dollar N.V. vertegenwoordigd door haar
directeur mevrouw S.S. Dos Santos. In de periode van de tenlastegelegde feiten was verdachte Dos
Santos statutair bestuurder.
Uit het zaaksdossier Marvin Curaao is een aantal verwijten op de tenlastelegging van verdachte Dos
Santos en AKD terecht gekomen. Aan AKD wordt in feit 1 verweten de aangiften winstbelasting over een
aantal jaren opzettelijk onjuist en onvolledig te hebben gedaan, in feit 2 dat de financial statements
valselijk zijn opgemaakt en daarvan gebruik is gemaakt en in feit 3 dat de aangiften omzetbelasting over
een groot aantal maanden opzettelijk onjuist en onvolledig zijn gedaan. Verdachte Dos Santos wordt
verweten medepleger te zijn van deze gedragingen van de rechtspersonen, dan wel dat hij aan deze
gedragingen strafbaar feitelijk leiding heeft gegeven. Het betreft bij hem de tenlastegelegde
gedragingen als omschreven in de feiten 10, 11 en 12.
Bij Robbies Lottery te Curaao kunnen de volgende spelen worden gespeeld: Wega di Number Krsou
(WNK), Smartplay, Daily Number en op zondag Santo Domingo en de Pool. Veder kan via de telefoon
nog SMS2WIN worden gespeeld.
WNK is een loterij waarvoor een gemaximaliseerde vergunning is verleend. Bonboeken daarvoor
moeten door de vergunninghouder gekocht worden bij de Fundashon Wega di Number Krsou.
Daarnaast worden door streetsellers illegale, in eigen beheer van Dos Santos, gedrukte loten verkocht,
waarvan de opbrengst ten goede komt aan AKD.
Smartplay en Daily Number zijn SXM loterijen waarvoor Robbies Lottery, voor zover gexploiteerd in
Curaao, geen vergunning heeft. Voor een meer uitvoerige beschrijving verwijzen wij naar het OPV

183

Zie daarvoor blz 77-78 verdachtendossier rechtspersonen

56

Marvin Curaao waarin tevens opgenomen dat legale WNK-loten, Smartplay, Daily Number, Santo
Domingo en Pool worden verkocht door de kantoren van Robbies Lottery, vergunninghouders die voor
Robbies Lottery werken en streetsellers. De illegale WNK-loten worden uitsluitend verkocht door
streetsellers, overigens naast de verkoop van andere loten.
Uit de verklaring van Dos Santos komt naar voren dat hij tussen de 30 en 50 mensen heeft die voor hem
loten verkopen die niet vergund/illegaal zijn. Deze illegale loten hebben geen 5% opslag voor
omzetbelasting en geen 4% opslag voor de Extra Loterij. Hij verklaart dat hij sinds zijn problemen
(vermoedelijk de huiszoeking op 12 juli 2011) op deze loten wel de omzetbelasting en de Extra Loterij
betaalt.
Gelijk als bij de behandeling van het Marvin dossier Sint Maarten gaan wij ook thans eerst in op de
aangiften omzetbelasting, gevolgd door de financial statements en als laatste de aangiften
winstbelasting.

4.2.1. Het opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van aangiften omzetbelasting door
Administratiekantoor Dollar N.V. en de verwijtbare strafrechtelijke betrokkenheid van
verdachte Dos Santos daarbij
Onder de naam omzetbelasting werd in het eilandgebied Curaao en wordt in het Land Curaao een
belasting geheven ter zake van de leveringen van goederen en verrichten van diensten, welke in het
heffingsgebied door ondernemers in het kader van hun onderneming worden verricht. De belasting
wordt geheven van de ondernemer die de levering of dienst heeft verricht. Gaat het om een dienst
bestaande uit het geven van gelegenheid tot deelname aan loterijen dan is de omzetbelasting
verschuldigd door de exploitant van deze spelen.
De belasting moet op aangifte worden voldaan. De wijze van heffing geschiedt overeenkomstig de
bepalingen van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen. De landsverordening stelt een termijn
waarbinnen na afloop van het tijdvak de voldoening op aangifte moet plaatsvinden. Op basis van de
Landsverordening omzetbelasting en de Algemene Landsverordening Landsbelastingen kan vastgesteld
worden dat Administratiekantoor Dollar N.V. vanwege zijn omzet aangifte moet doen van
omzetbelasting. Daarmee bestaat de in de strafbepaling genoemde verplichting ex art. 49 ALL om
binnen de gestelde termijn aangifte te doen.
Administratiekantoor Dollar N.V. heeft over de in de tenlastelegging genoemde maanden
omzetbelastingaangiften gedaan.
Met betrekking tot de uitreiking en indiening van de aangiften omzetbelasting over de jaren 2004 tot en
met 2009 verwijzen wij naar het proces-verbaal van AH-033 BAB/TIO, de ambtsedige verklaring van de
Inspecteur der belastingen van 18 juni 2013 en de bijgevoegde overzichtslijst van aangifte en
betalingsgegevens van AKD.184 Een groot aantal van de aangiften is ook in fysieke vorm aan het dossier
toegevoegd. Voor de jaren 2007 - 2009 volledig, voor de jaren 2004 2006 niet volledig. Voor de
184

Betreft proces-verbaal BAB/TIO bijlage D-17 en DC-042 dossier Marvin Curaao.

57

aangiften van AKD over de periode 2010 tot en met 2013 verwijzen wij naar de ambtsedige verklaring
van de inspecteur van 21 november 2013.185 De betreffende aangiften over de maanden in 2004 tot en
met 2009 en over de maanden in 2010, 2011 en 2013 zijn als bijlage bij het strafdossier gevoegd.186
Met betrekking tot het opzettelijk onjuist doen van de betreffende aangiften is het volgende van
belang.
Verdachte Dos Santos verklaart dat hij ongeveer 30 mensen heeft die loten zonder vergunning
verkopen. De gegenereerde omzet wordt op verschillende manieren aangewend. Zo leeft verdachte er
van en laat hij zijn UBS rekeningen door tussenkomst van Grynsztein voeden met deze opbrengsten uit
de illegale loterijen. Dit doet hij al zolang hij contanten uit de illegale loterijen krijgt. Hij heeft dat gedaan
om er geen belasting over te betalen. De opbrengsten van deze illegale loterijen zijn volgens zijn
verklaring niet in de aangiften omzetbelasting in de periode 2004-2009 opgenomen omdat de klanten
op straat geen omzetbelasting betalen over deze verkochte loten. Voor de kantoren zijn de maandelijkse
aangiften omzetbelasting wel juist en conform de werkelijkheid ingevuld. Voor de straatverkopers is dat
niet het geval.
In de processen verbaal met nummers 174882 en 171179 is nader ingegaan op de omzetgegevens over
de periode 2004 tot en met 2011. De omzet van de illegale loterij is niet in de administratie verwerkt en
derhalve ook niet in de aangiften voor de omzetbelasting.
Uit de verklaring van Dos Santos komt tevens naar voren dat hij na de eerste huiszoeking van juli 2011
vermoedelijk wel aan zijn fiscale verplichtingen met betrekking tot de omzetbelasting heeft voldaan.
Vanaf die datum is een aanzienlijke toename van aangegeven omzet geconstateerd ten opzichte van de
jaren daarvoor. Wij verwijzen daarvoor naar de staat opgenomen in het Overzichtsproces-verbaal op
pag. 24. Vanaf juli wordt op het totaaloverzicht187 de omzet van Schottegat onder eigen naam
Schottegat aangegeven. Daarnaast wordt er onder de benaming checkers een omzet aangegeven. Ook
stijgt de omzet Smartplay aanzienlijk. Gemiddeld genomen stijgt de omzet Smartplay naar een bedrag
van ANG 914.135 per maand aan meeromzet. Gemiddeld genomen stijgt de aangegeven omzet checkers
per maand naar een bedrag van ANG 512.943.
Op basis van deze gegevens betreft het derhalve een stijging van meeromzet Smartplay en checkers van
ANG 1.427.078 per maand. Op jaarbasis is dat een bedrag van ANG 17.124.936.188 Vermoedelijk is over
de periode voorafgaande aan de eerste huiszoeking (juli 2011) geen omzet Smartplay en geen omzet
checkers verantwoord in de administratie van AKD en niet opgegeven voor de omzetbelasting.
Een eerste bevestiging hiervan kan worden gevonden in de aangetroffen bescheiden naar aanleiding van
de tweede huiszoeking op 11 november 2013. Bij die huiszoeking zijn gegevens beschikbaar gekomen
185

DC-089
Onder de bijlagen DC-043 tot en met DC- 086 voor zover het betreft de periode 2004 tot en met 2009. 2010:
bijlage DC-090, DC-094 t/m DC-104, 2011: bijlage DC-091, DC-105 t/m DC-114, 2013: bijlage DC-093, DC-138 t/m
DC-142
187
Overzicht juli 2011, DC-255
188
Zie Pv 172739 inzake OB vanaf 2009
186

58

over 2012 en later.189 In het zogenaamde Resellix Daily Sales Report over november 2012 wordt een
omzet vermeld van ANG 561.739. Getuige Franca190 verklaart over zulk een report dat dit te grondslag
ligt aan het bedrag op het totaaloverzicht. Dit bedrag komt overeen met het vermelde bedrag op het
totaaloverzicht van november 2012 bij de omschrijving omzet checkers. 191 De bedragen van de
totaaloverzichten van dat jaar samengenomen laten een omzet zien van de ongeveer 50 illegale
checkers van ANG 6.343.656. Het aangegeven bedrag Smartplay bedraagt in dat jaar ANG 12.959.000.
Ten opzichte van voorgaande jaren is in 2012 een totaal bedrag rond ANG 17.535.000 meer opgegeven
aan omzet. Wij verwijzen naar de eerdere constatering dat vanaf de huiszoeking op 12 juli 2011 er voor
een bedrag gemiddeld ANG 17.124.936 berekend op jaarbasis aan meeromzet wordt aangegeven.192
Een tweede bevestiging van zulk een omzetverzwijging van Smartplay kan gevonden worden in de
aangetroffen cijfers over de jaren 1998, 1999 en 2000.193 Op basis van die aangetroffen administratie is
het vermoeden dat ook al in die tijd over een deel van de gegenereerde omzet geen of te weinig
belasting werd betaald. In het over die jaren opgemaakte proces-verbaal is het vermoeden beschreven
dat tot juli 2011 de omzet Smartplay enkel van het hoofdkantoor (Nadette) werd opgegeven. Deze
gegevens zijn vergeleken met de aangetroffen gegevens uit 2012. Over dat jaar is waarschijnlijk wel de
werkelijke omzet aangegeven. Dit betreft een bedrag van ANG 12.959.008 waarvan vermoedelijk ANG
1.767.585 Nadette. Hieruit kan afgeleid worden dat de in de voorgaande jaren verzwegen omzet
Smartplay/Daily Number ongeveer ANG 11.191.422 per jaar is.
Voor het jaar 2013 verwijzen wij naar het Overzichtsproces-verbaal. Het Openbaar Ministerie meent dat
er van een geldige suppletieaangifte over de maanden januari april geen sprake is, gezien het moment
van suppletie.
Een bevestiging van het niet opgeven van omzet checkers en Smartplay kan tevens gevonden worden in
de verklaring van Dos Santos waarin hij zegt de illegale nummerverkoop van de jaren 2004 2009 niet
op de maandelijkse aangiften omzetbelasting van Administratiekantoor Dollar NV te hebben
opgenomen omdat de klanten op straat geen omzetbelasting betalen over de verkochte loten.
Dat van het opzettelijk onjuist of onvolledig doen van de maandelijkse aangiften omzetbelasting het
gevolg zou kunnen zijn dat nadeel aan de Nederlandse Antillen of voor het (ei)land Curaao kan
onstaan, behoeft weinig betoog. Het rechercheteam heeft de betreffende omzetcorrecties
doorgerekend voor alle tenlastegelegde jaren en komt op een gendiceerd nadeel over 2004 t/m 2011
voor de omzetbelasting van ANG 6.411.738 en over 2013 van ANG 543.070.
Wij merken nog op dat de omzetcorrecties met betrekking tot de onvergunde FWNK-loten ook gevolgen
heeft voor de te betalen vergunningsrechten.194

189

Resellix Daily Sales Report november 2012, DC-156


Pv van verhoor E.M. Franca dd 20-februari 2014
191
DC-271 (abusievelijk wordt een verwijzing in het OPV gemaakt naar DC-156)
192
Opv Marvin Curaao blz. 24.
193
Zie Pv 176377 dossier Marvin Curaao
194
Zie daarvoor blz. 42 van het OPV Marvin Curaao.
190

59

Concluderend komt het Openbaar Ministerie tot het oordeel dat uw Gerecht tot bewezenverklaring kan
komen van de tenlastegelegde opzettelijke onjuist gedane aangiften omzetbelasting door
Administratiekantoor Dollar N.V. (feit 3 primair). De strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte Dos
Santos bestaat naar het oordeel van het Openbaar Ministerie uit het medeplegen van deze feiten,
gebaseerd op zijn eigen verklaring en de jurisprudentie (feit 12 eerste alternatief ).

4.2.3. Valselijk opmaken van de jaarrekeningen Administratiekantoor Dollar N.V. en het


opzettelijk gebruikmaken daarvan
De betreffende jaarrekeningen bevinden zich in het strafdossier195.
De jaarrekeningen worden samengesteld door de heer Martina van TAM consultants. Getuige
Martina 196 verklaart daarover dat hij de jaarrekeningen samenstelt op basis van de
grootboekrekeningen en aan de hand van de administratieve bescheiden die door AKD worden
aangeleverd. Er wordt alleen een winst- en verliesrekening opgemaakt omdat dat het enige is dan kan
worden opgemaakt op basis van de gegevens van kostenoverzichten en omzetten. Over administratie
van straatverkopers en uitbetaalde prijzen kan hij niets verklaren.
Getuige Marchena197 van TAM consultants verklaart dat hij een soort bemiddelaar is tussen TAM
Consultants en Dos Santos. Hij bespreekt dan de administratieve afhandeling van zijn boekhouding. De
administratie voor de vastlegging van de boekhouding ontvangt hij van niemand anders dan Dos Santos.
Verschillen tussen de interne administratieve vastlegging door AKD en de administratie van FWNK
worden door hem besproken. Dos Santos bepaalt wat er gebeurt. Wat de boekhouding betreft gebeurt
dat op de wijze zoals ik hem voorstel, maar uiteindelijk naar zijn wil. Van administratie van
straatverkopers weet hij niets.
Uit deze verklaringen kan afgeleid worden dat Dos Santos bepaalt wat hij ten behoeve van het opmaken
van jaarrekeningen geeft aan TAM consultants. Maar ook dat Dos Santos bepaalt hoe hij zijn
boekhouding inricht. Administratieve gegevens van streetsellers zijn nooit overlegd.
Ten aanzien van elk van de jaarrekeningen is een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt waarin
wordt gerelateerd hoe de gang van zaken is geweest bij het opmaken van de betreffende jaarrekening,
alsmede de vermoedelijke onjuistheden in die jaarrekening. Daarbij is gebruik gemaakt van aanwezige
fysieke en digitale informatie, onder andere van primaire administratieve vastleggingen, van
omzetbelastinggegevens en gegevens afkomstig van FWNK.
In de jaarrekening van 2004198 komen onjuistheden voor aan de omzetkant in de vorm van het niet
vermelden van de omzet van voor verdachte Dos Santos werkende vergunninghouders en de omzet

195

Onder de bijlagen DC-029 (2004), DC-031 (2005), DC-034 (2007), DC-035 (2008) en DC-036 (2009).
Pv van verhoor J. Martina dd 8 september 2011
197
Pv verhoor E.T. Marchena dd 15 september 2011
198
Zie pv bevindingen 174882 jaarrekening 2004
196

60

phonecards199. Aan de kostenkant is ten onrechte de afdracht van de extra loterij als kostenpost
opgevoerd. Deze wijzigingen werken door in het resultaat.
In de jaarrekening 2005200 komen onjuistheden voor aan de omzetkant in de vorm van het niet
vermelden van de omzet van voor verdachte Dos Santos werkende vergunninghouders en de omzet
phonecards201 en aan de kostenkant het ten onrechte ophogen van marketing- en algemene kosten.
In de jaarrekening 2007202 komen onjuistheden voor aan de omzetkant in de vorm van het niet
vermelden van de omzet van voor verdachte Dos Santos werkende vergunninghouders, de omzet/winst
phonecards en meer huurontvangsten en aan de kostenkant onverklaarbare kosten.
In de jaarrekening 2008203 komen onjuistheden voor aan de omzetkant in de vorm van het niet
vermelden van de omzet van voor verdachte Dos Santos werkende vergunninghouders en de omzet
phonecards.
In de jaarrekening 2009204 komen onjuistheden voor aan de omzetkant in de vorm van het niet
vermelden van de omzet van voor verdachte Dos Santos werkende vergunninghouders.
Deze onjuistheden hebben voor elk jaar gevolgen voor respectievelijk de juistheid van het resultaat
boekjaar, de opbrengst loten e.d., de directe kosten, het resultaat voor winstbelasting en het
uiteindelijke fiscaal resultaat over het betreffende jaar.
In de processen verbaal over de betreffende jaren wordt iedere keer aangegeven met welk bedrag het
resultaat vr belastingen minimaal moet worden verhoogd. Het betreft hierbij een correctie op het
fiscale resultaat puur en alleen op basis van onjuistheden in de jaarrekeningen. De betreffende
correcties spelen uit de aard der zaak alleen voor de bepaling van het resultaat voor te betalen
winstbelasting.
De jaarrekeningen/winst- en verliesrekeningen zijn bij de aangiften winstbelasting gevoegd en maken
onderdeel uit van de stukken die de Inspecteur der Belastingen heeft ontvangen. Daarmee zijn de
jaarrekeningen/verlies- en winstrekeningen gebruikt ten opzichte van de Inspecteur der Belastingen.
Ook ten aanzien van de jaarrekeningen voor zover het betreft de bij de fiscale aangiften meegezonden
verlies- en winstrekeningen is het Openbaar Ministerie van oordeel dat uw Gerecht tot
bewezenverklaring kan komen van de tenlastegelegde valselijk opgemaakte jaarrekeningen door
Administratiekantoor Dollar N.V. (feit 2 primair). De betreffende jaarrekeningen worden gevoed met
informatie afkomstig van verdachte Dos Santos zelf. Hij bepaalt welke informatie ten behoeve van de
verlies en winstrekening wordt aangeleverd. Zijn betrokkenheid bestaat uit het medeplegen van dit
feit, gebaseerd op de verklaringen van getuigen Martina en Marchena (feit 11 primair).
199

Zie DC-301
Zie pv bevindingen 166190 jaarrekening 2005
201
DC-003
202
Zie pv bevindingen 166257 jaarrekening 2007
203
Zie pv bevindingen 172496 jaarrekening 2008
204
Zie pv bevindingen 166344 jaarrekening 2009
200

61

Hoewel het opzettelijke gebruik van de betreffende stukken niet bij de rechtspersoon AKD is ten laste
gelegd, laat dit onverlet dat ten opzichte van verdachte Dos Santos tot bewezenverklaring kan worden
gekomen dat hij van deze stukken opzettelijk gebruik heeft gemaakt ten opzichte van de Inspecteur der
Belastingen (feit 11 cumulatief)

4.2.3. De aangiften winstbelasting van Administratiekantoor Dollar N.V.


Winstbelasting is een belasting geheven van de winst van in Curaao gevestigde vennootschappen. De
winstbelasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Daartoe heeft de Inspecteur der
Belastingen aangiften uitgereikt aan belastingplichtigen. Door uitreiking van de aangifte ontstaat de
verplichting van het doen van aangifte. De inspecteur stelt daarvoor een termijn die is weergegeven op
het aangiftebiljet. Daarmee is voldaan aan het in de strafbepaling opgenomen verplichting tot het doen
van aangifte binnen een gestelde termijn en vindt dit bestanddeel hierin zijn bewijs. De aangiften over
2004, 2005, 2006 tot en met 2009 205 met de daarbij behorende jaarrekeningen/verlies- en
winstrekeningen zijn daadwerkelijk gedaan bij de Inspecteur der belastingen te Curaao en zijn als
bijlagen in het strafdossier opgenomen.
Administratiekantoor Dollar N.V. wordt onder feit 1 verweten deze aangiften over de jaren opzettelijk
onjuist en onvolledig te hebben gedaan. Bij verdachte Dos Santos bestaat het verwijt dat hij de
betreffende opzettelijk gedane onjuiste aangiften heeft medegepleegd (feit 10).
Met betrekking tot de uitreiking en indiening van de aangiften winstbelasting over de jaren 2004 tot en
met 2009 verwijzen wij naar het proces-verbaal van AH-033 BAB/TIO.
Getuige Martina van TAM consultants verklaart dat hij de aangiften winstbelasting met bijbehorende
jaarrekening heeft ingevuld en ondertekend namens AKD.206 Naast Martina verklaart ook Marchena
niets te weten van administratie van straatverkopers. Hoe kan het ook anders, deze administratieve
vastleggingen heeft verdachte Dos Santos voor zich zelf gehouden.
Verdachte Dos Santos verklaart dat TAM Consultants de aangiften winstbelasting 2004 tot en met 2009
heeft ingevoerd maar dat hij daar verantwoordelijk voor is.207 Hij verklaart tevens dat de betreffende
aangiften niet juist en conform de werkelijkheid zijn ingevuld.
Het feit dat de opbrengsten van niet-vergunde loten niet in de administratie van AKD wordt verwerkt
heeft zijn uitwerking in de grondslag van winstbepaling. Wij verwijzen naar de eerdere vaststellingen in
dit requisitoir dat de omzet van Smartplay/daily number en de omzet van de streetsellers niet in de
administratie is verwerkt en dus niet in het bezit is gekomen van de personen die de aangifte
winstbelasting voor AKD hebben gedaan. Voor de mate van onjuistheid en de opzet op het onjuist doen
van de aangiften verwijzen wij naar de bewijsvoering bij de onjuiste aangiften omzetbelasting en de
onjuistheden in de jaarrekeningen.
205

Bijlagen DC-029 tot en met DC-036


Pv van verhoor J.M.F. Martina dd 7 januari 2014
207
Pv van verhoor R.A. dos Santos dd 7 april 2012
206

62

De opzettelijke onjuist gedane aangiften winstbelasting in deze vorm leiden tot vervulling van het
gevolgbestanddeel van de delictsbepaling.
De verwerking van de constateringen met betrekking tot de omzet van Smartplay/daily Number, niet
vergunde FWNK-loten en correcties op de jaarrekening zelf is voor de winstbelasting in het
overzichtproces-verbaal opgenomen. Dit overzichtsverbaal kent een aanvulling van 13 mei 2014208 met
daarin een verbetering van eerder onjuist weergegeven bedragen. De verwerking van de constateringen
met aanvulling van het overzichtsproces-verbaal leidt tot de vaststelling dat het belastingnadeel voor de
winstbelasting kan worden bepaald op ANG 9.233.016,-.
Het Openbaar Ministerie concludeert dat uw Gerecht tot bewezenverklaring kan komen van de
tenlastegelegde opzettelijke onjuist gedane aangiften winstbelasting door Administratiekantoor Dollar
N.V. over de genoemde jaren (feit 1 primair). De strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte Dos
Santos bestaat naar het oordeel van het Openbaar Ministerie uit het medeplegen van deze feiten nu
verdachte Dos Santos een intellectuele bijdrage van voldoende gewicht levert aan het delict, gebaseerd
de intensiteit van de samenwerking, de rol in de voorbereiding, de uitvoering en de afhandeling van het
delict en het belang van de rol van Dos Santos, zoals onder andere voortkomend in zijn eigen verklaring
en de verklaringen van de getuigen Martina en Marchena (feit 12 eerste alternatief ).

4.2.4 De aangiften inkomstenbelasting op naam van R.A. Dos Santos.


Onder de naam inkomstenbelasting werd in het eilandgebied Curaao en wordt in het Land Curaao een
belasting geheven van degenen die binnen de Nederlandse Antillen woonden, thans te lezen als van
degenen die binnen Curaao wonen. 209 Deze personen zijn belastingplichtig naar hun belastbaar
inkomen. Bij het bepalen van het belastbaar inkomen gaat het om hetgeen de belastingplichtige zuiver
geniet als opbrengst van onroerende goederen, roerend kapitaal, onderneming en arbeid en rechten op
periodieke uitkeringen.
De wijze van heffing geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Landsverordening
Landsbelastingen en wordt geheven bij wijze van aanslag. Daartoe reikt de inspecteur aan de
vermoedelijke belastingplichtige een aangiftebiljet uit. Het aangiftebiljet moet binnen een door de
inspecteur gestelde termijn van tenminste twee maanden na uitreiking van het biljet bij de inspecteur
worden ingeleverd.
De aangiftebiljetten inkomstenbelasting over de jaren 2004 tot en met 2008 zijn aan verdachte Dos
Santos uitgereikt en door de Inspecteur terugontvangen. De betreffende aangiftebiljetten zijn als bijlage
in het strafdossier opgenomen.210 Op basis van de beide landsverordeningen en de uitreiking kan
vastgesteld worden dat verdachte R.A. dos Santos verplicht was van zijn belastbaar inkomen binnen
twee maanden na uitreiking aangifte te doen. Daarmee bestaat de in de strafbepaling genoemde
verplichting ex art. 49 ALL om binnen de gestelde termijn aangifte te doen.
208

Zie overzichtsproces-verbaal aanvulling 1 met nummer 181769


Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943
210
Zie daarvoor DC-037 tot en met DC-041
209

63

Aan verdachte Dos Santos wordt onder feit 13 op zijn dagvaarding het verwijt gemaakt dat hij de
aangiften inkomstenbelasting te zijner name opzettelijk onjuist of onvolledig heeft gedaan, terwijl
daarvan het gevolg zou kunnen zijn dat nadeel voor de Nederlandse Antillen, thans het land Curaao kon
ontstaan.
Het Openbaar Ministerie meent dat uw Gerecht kan komen tot bewezenverklaring van het plegen van
het opzettelijk onjuist of onvolledig doen van de aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2004 tot en
met 2008 op grond van de volgende bewijsmiddelen.
De betreffende aangiften zijn door Tam Consultants gedaan.211 Getuige Martina212 verklaart dat hij deze
aangiften heeft ingevuld aan de hand van de loonbelastingkaart en de rentebrieven. In ieder van de
aangiften komt naar voren dat verdachte Dos Santos als directeur loon heeft genoten van
Administratiekantoor Dollar N.V. tot een bedrag van ANG 120.000,-. Met ingang van het belastingjaar
2008 wordt voor het eerst aangegeven dat verdachte getrouwd is met J. dos Santos. Voor de echtgenote
wordt een inkomen uit dienstbetrekking bij Administratiekantoor Dollar N.V. aangegeven van ANG
45.600,- met als beroep assistente.
Wij merken op dat R.A. dos Santos op 12 januari 2008, op 2 december 2008 en op 25 februari 2009 bij
het openen van de rekeningen bij UBS International Inc. voor zijn Caribbean Investment Group Ltd., Tula
Finance Ltd. en Ponsford Overseas Ltd. een jaarinkomen opgeeft van USD 600.000 en aan geschatte
liquide middelen USD 30.000.000. Uit de openingsstukken blijkt dat hij de Beneficial Owner is van alle
drie de Ltds.213
De vraag op ieder van de aangiftebiljetten naar inkomsten uit bronnen uit een ander eilandgebied of het
buitenland is in alle aangiften met nee ingevuld. Ook wordt nee ingevuld bij de vraag naar bezit van
aandelen in een vennootschap en andere effecten.
Bij de vragen naar ontvangen rente op spaartegoeden, op obligaties en op andere vorderingen, alsmede
naar dividenden en ander inkomen is telkens 0,00 ingevuld.
Verdachte verklaart hierover dat hij geen opgaaf heeft gedaan aan de belastingdienst en zijn accountant
en komt dan tot de uitspraak dat de aangiften niet juist en conform de werkelijkheid zijn ingevuld.
Niemand wist dat ik zo rijk was
In proces-verbaal van bevindingen 177715 wordt ingegaan op uitgekeerde renten en dividenden op
bankrekeningen ten name van verdachte Dos Santos en/of aan hem te relateren rechtspersonen in de
periode 2004 tot en met 2008. De betreffende bedragen aan rente en dividend worden per jaar per

211

Pv van verhoor R.A. dos Santos dd 7 april 2012


Pv van verhoor J. Martina dd 8 september 2011
213
Dossier rechtspersonen 2/3 blz.. 375 e.v.
212

64

bank in een aantal onderliggende processen-verbaal nader beschreven. Daarmee worden de bedragen
aan rente en dividend inzichtelijk.214
Hiervoor is bij de behandeling van de winstaangiften van The Money Game N.V., Jamaroma Lotteries
N.V. en Administratiekantoor Dollar N.V. een aantal malen gerefereerd aan verklaringen van verdachte
Dos Santos wat hij heeft gedaan met het geld dat hij uit de ondernemingen op Sint Maarten en Curaao
heeft onttrokken. Deze gelden, volgens zijn verklaring afkomstig uit het afromen van omzet en de nietvergunde loterijen, heeft hij besteed aan privbestedingen zoals eten, drinken en gokken.215 Tevens
heeft hij deze gelden met behulp van Isaac Grynsztein op bankrekeningen in de Verenigde Staten van
Amerika terecht laten komen. Daar zijn bankrekeningen geopend op naam van diverse rechtspersonen
waarvan verdachte Dos Santos de ultimate beneficial owner is.
Wij verwijzen onder meer naar het onderdeel in dit requisitoir dat gaat over witwassen van gelden.
Op die rekeningen zijn deze gelden uit de afroming en de niet-vergunde loterijen gestort. Deels zijn deze
gelden gestort op een bankrekening bij de Windward Island Bank te Sint Maarten op naam van
Caribbean Investment Group Ltd.216
Onder verwijzing naar het overzichtsverbaal 164180 deelonderzoek Marvin Sint Maarten is in de periode
2004 tot en met 2008217 over elk jaar een onttrekking aan de rechtspersoon The Money Game N.V. vast
te stellen.
Onder verwijzing naar het overzichtsproces-verbaal 169327 Marvin Curaao is in de periode 2004 tot en
met 2008 over elk jaar een onttrekking aan de rechtspersoon Administratiekantoor Dollar vast te
stellen.
Samen met de hierboven genoemde verzwegen rente en dividenden leidt dit tot een totaal verzwegen
inkomen per jaar en kan per jaar het nadeel in de inkomstenbelasting worden berekend. Bij de
berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting - het nadeel in de inkomstenbelastingsfeer is
uitgegaan van een (top) tarief van 49,5%. De berekening leidt tot de vaststelling dat het nadeel in de
inkomstenbelasting een bedrag beloopt van ANG 25.187.981,-.
Het gevolg van het niet vermelden van inkomensbestanddelen in de aangiften inkomstenbelasting 2004
tot en met 2008 zou kunnen zijn dat nadeel voor de Nederlandse Antillen, thans Curaao kon
ontstaan. Dat nadeel is ontstaan is zoals hiervoor berekend.

214

Zie daarvoor proces verbaal van bevindingen 164639, 164844, 165166, 165227, 165246, 165314 en 165442,
Map 39 SXM pv Bientu
215
Pv van verhoor R.A. Dos Santos dd 7 april 2012
216
Pv van verhoor R.A. dos Santos dd 5 april 2012
217
In verband met de ingediende aangiften inkomstenbelasting 2004 tot en met 2008, de aangifte
inkomstenbelasting 2009 is immers nog niet gedaan.

65

4.3
Zaakdossier Passaat: De valselijk opgemaakte inkeerbrief
Op deze plaats aangekomen in het requisitoir komen wij toe aan de behandeling van de valsheid met
betrekking tot de schriftelijke verklaring betreffende een beroep op de inkeerregeling. Dit feit is als feit
14 bij R.A. dos Santos tenlastegelegd in de vorm van het plegen van valsheid in geschrift en/of het
opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift.
Het Openbaar Ministerie verwijt Dos Santos van het valselijk opmaken van een schriftelijke verklaring
gevoegd bij een (begeleidende) brief betreffende beroep op de inkeerregeling namens de heer R.A. dos
Santos, Amandelweg 81 (feit 14 ) en het opzettelijk gebruik maken van deze schriftelijke verklaring door
deze te bezorgen bij de Inspecteur der belastingen (feit 14 cumulatief). De begeleidende brief en de
verklaring in de bijlage zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Een begeleidende brief die uitgaat van een misvatting door te stellen dat een wetsontwerp is ingediend
waarin belastingplichtigen de mogelijkheid wordt geboden om, door vrijwillige verbetering, alsnog te
voldoen aan hun belastingverplichtingen tegen betaling van 10% belasting over de verzwegen
inkomsten, mits dit vr 1 januari 2012 wordt gedaan. Het is met name dit laatste tekstgedeelte - mits
dit vr 1 januari 2012 wordt gedaan - waar de misvatting in zit. Uit de totstandkoming van de artikelen
26a ALL en 24, zesde lid Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943218 kan deze aanname in het
geheel niet worden afgeleid.
Overigens gaan de betreffende valselijk opgemaakte stukken vergezeld van bijlage A betreffende
Verklaring vrijwillige verbetering, bijlage B betreffende vragenbrief vrijwillige verbetering en de door de
Minister van Financin Jamaloodin ondertekende aanschrijving Vaststelling en gebruik formulieren
vrijwillige verbetering. Dat gehele pakket wordt op 12 april 2011 bij de Inspecteur der Belastingen
tegen ontvangstbevestiging aangeleverd.
De verdediging heeft bij preliminair verweer gewezen op de eerste alinea van bijlage A (productie 2 bij
het verweer) waarin expliciet wordt aangegeven dat de inspecteur aan zet is na het indienen van het
formulier: de inspecteur neemt na ontvangst van de verklaring zo spoedig mogelijk contact met u op.
De verdediging heeft evenwel de verkeerde bijlage A onderdeel gemaakt van zijn betoog. Pour besoin de
la cause, denkt het Openbaar Ministerie dan maar. Als de stukken erbij worden gepakt die verdacht Dos
Santos daadwerkelijk heeft ingediend219 wordt in die eerste alinea expliciet aangegeven: de Inspecteur
kan na ontvangst van de verklaring zo spoedig mogelijk contact met u opnemen. Een aanzienlijk
verschil met het gestelde door de verdediging.
In de verklaring is een aantal valsheden opgenomen zoals deze zijn beschreven in de tenlastelegging. Als
eerste in de aanhef in de verklaring dat - verdachte nu bereid is volledige openheid te geven over de
onderstaande rubrieken -, vervolgens het noemen van een drietal buitenlandse bankrekeningen onder
weglating van alle andere buitenlandse bankrekeningen, daarna het niet vermelden van andere
buitenlandse vermogensbestanddelen en niet vermelden van binnenlandse vermogensbestanddelen en

218
219

Landsverordening belastingvoorzieningen 2011, Lv van 21 december 2011, PB 2011, nr. 72.


Zie daarvoor Pv van ontvangst en bevindingen dd 29 juli 2011, Passaat ordner 50, blz.. 92

66

als laatste dat hij, de ondertekenaar R.A. dos Santos, hierbij verklaart dat hij deze gegevens juist en
volledig, stellig en zonder voorbehoud verstrekt.
Het Openbaar Ministerie acht het van belang aan te geven over welke binnen- en buitenlandse
vermogensbestanddelen in de vorm van bankrekeningen Dos Santos rond de tijd van zijn
inkeerverklaring beschikte. Daartoe hebben wij een overzicht gemaakt van rekeningen omgerekend naar
ANG met een openingsdatum vr de inkeerverklaring van 11/12 april 2011. Het betreffende overzicht
overhandig ik u thans [bijlage 3] en vraag dat onderdeel te laten zijn van dit requisitoir. Dit overzicht
wordt niet publiekelijk gemaakt. Uit dit overzicht komt naar voren welk bedrag op de rekening stond op
de beslagdatum van 7 oktober 2010.
De drie in de inkeerverklaring genoemde rekeningen komen ook voor op dit overzicht. Vanwege de
uitlevering van bankgegevens in het kader van het SFO kan het Openbaar Ministerie thans aangeven
welk bedrag op die betreffende rekeningen stond rond de datum van de inkeerverklaring.
Voor de rekening Windward Island Bank met nummer 228.43400 op naam van Caribbean Investment
Groep Ltd. was dat op 12 juli 2011 USD 4.871.961,97.220 Voor de rekening met nummer 80113003 op
naam van The Money Game N.V. was dat op 11 april 2011 een bedrag van USD 894.564,87 en voor de
rekening FCIB zonder opgave van nummer zou dat kunnen zijn de ANG rekening 10045583 ten name van
R.A. dos Santos, daar hij immers een ANG vermeldt. Op die rekening stond op 7 juni 2011 een bedrag
van ANG 2.044.626,43.
De opgave in de inkeerverklaring behelst ongeveer ANG 10.000.000,Verdachte Dos Santos heeft op 11 april 2011 zijn inkeerverklaring opgesteld en bezorgd bij de
belastinginspecteur. Wat uit deze lijst in relatie tot de inkeerverklaring in ieder geval kan worden
vastgesteld is dat Dos Santos geen melding heeft gemaakt van al zijn rekeningen bij de UBS in de
Verenigde Staten van Amerika, niet die op zijn naam, niet die op naam van zijn echtgenote, niet die op
naam van Tula Finance Ltd. en op naam van Ponsford Overseas Ltd. Daarnaast ook niet de rekeningen in
priv op naam van Dos Santos en Dos Santos-Zengerink bij de Banco di Caribe, bij de Girobank en bij de
FCIB.
Op zitting heeft hij daar gisteren over verklaard dat hij de nummers van de andere rekeningen, met
name UBS, zich niet kon herinneren op dat moment en het daarom niet heeft genoemd. Dat verhoudt
zich evenwel slecht met de FCIB rekening waarbij ook geen rekeningnummer is vermeld.
Als je alleen al daar naar kijkt, los van alle andere rekeningen op naam van een rechtspersoon, is dat een
bedrag van ANG 56.797454,45. Feitelijk vermeldt hij van deze rekeningen met dit bedrag alleen een
rekening te zijnen name met een bedrag van ongeveer ANG 1.000.000,Wij gaan thans in op de delictsbestanddelen die hier van belang zijn.
220

De laatste storting van USD 66.406,24 was op 25-02-2011. Het saldo op 11-04-2011 zal dus weinig lager zijn op
12-07-2011

67

Geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit de dienen


Valselijk opmaken
Met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te
doen gebruiken
Terwijl uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan

Allereerste de verklaring zelf. Naar het oordeel van het Openbaar Ministerie is dat een geschrift dat tot
bewijs van enig feit kan dienen. Bewijs van enig rechtens relevant feit nu de belastingplichtige door
middel van dit geschrift de Inspecteur der Belastingen in kennis stelt van
1) de in het verleden gedane onjuiste aangiften inkomstenbelasting
2) alle buitenlandse bankrekeningen, alle binnenlandse- en buitenlandse vermogensbestanddelen.
Alles met het oog op toepassing van de inkeerregeling van de Algemene Landsverordening
Landsbelastingen en de Landsverordening op de Inkomstenbelasting.
Daarmee heeft dit geschrift in zich dat aan dit geschrift in het maatschappelijk verkeer betekenis voor
het bewijs van enig feit te pleegt te worden toegekend.
Vervolgens het valselijk opmaken zelf. Hiervoor is van belang vast te stellen wat de vermogenspositie
aan buitenlandse bankrekeningen, andere buitenlandse vermogensbestanddelen en binnenlandse
vermogensbestanddelen was in vergelijking tot wat hij in zijn inkeer verklaring noemt. Hiervoor hebben
wij uw Gerecht daar inzicht in gegeven, overigens allen voor wat betreft bankrekeningen. Geheel los
daarvan staan nog alle onroerende goederen en de wijze van verkrijging van dit onroerend goed. Dat is
een aspect dat in een eventuele ontnemingszaak aan de orde zal komen. Met het overzicht van de
bankrekeningen in relatie tot de inkeerverklaring wordt inhoud gegeven aan het feit dat met deze
verklaring sprake is van een zogenaamde intellectuele valsheid, de inhoud van het schriftelijke stuk
stemt niet overeen met de werkelijkheid.221 Ook kan er intellectuele valsheid zijn als wordt nagelaten
bepaalde gegevens of feiten te vermelden, bijvoorbeeld door geen opgave te doen van inkomsten op
een daartoe bestemd formulier. Dan pleegt dit nalaten te worden verstaan als een ontkenning van
zekere feiten.222 Daarbij speelt mee of de niet vermelde informatie essentieel is.223 Wij menen dat er
sprake is van het valselijk opmaken van dit bescheid.
Voorts zijn wij van mening dat de betreffende verklaring valselijk is opgemaakt met het oogmerk om
deze als echt en onvervalst te gebruiken. Dit oogmerk behelst doelbewustheid in de vorm van
zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn met betrekking tot het gebruiken van het valse geschrift als
echt en onvervalst. Het oogmerk tot misleiding wordt in deze zaak rechtstreeks afgeleid uit het feit dat
de verklaring daadwerkelijk is gebruikt door deze te bezorgen bij de belastinginspecteur met het doel

221

HR 26 juni 1933, NJ 1933, p. 1640


HR 9 oktober 1979, NBJ 1989, 47
223
HR 16 december 1986, NJ 1987, 322
222

68

dat de Inspecteur van de inhoud kennis neemt. Getuige Isenia224, de belastinginspecteur, verklaart het
verzoek om inkeer op 12 april 2011 te hebben ontvangen.
Verdachte Dos Santos heeft zich met betrekking tot de vrijwillige verbetering ten overstaan van de
opsporingsambtenaren beroepen op zijn zwijgrecht.
Voorafgaand aan de zitting heeft de verdediging een schriftelijk stuk aan het Gerecht en het Openbaar
Ministerie overlegd waaruit zou kunnen volgen dat verdachte ter zitting zich zal/zou beroepen op zijn
zwijgrecht. Wat opvalt in de bijgevoegde memo is allereerst dat verdachte Dos Santos een aantal
gegevens aan Vanenburg heeft verstrekt zodat hij het formulier kon invullen en versturen en vervolgens
dat verdachte zich herinnert dat hij Vanenburg heeft gemeld dat hij nog andere rekeningen had doch
dat hij daarover geen informatie had. Ook dat Vanenburg dan zegt dat dit geen probleem was omdat er
toch een gesprek met de inspecteur zou komen. Tot zover dat memo.
Deze herinneringen van Dos Santos worden evenwel niet gestaafd met enig begin van bewijs.
Integendeel zelfs. Zo verklaart Vanenburg225 op de vraag van de opsporingsambtenaren of hij denkt dat
Dos Santos nu volledige openheid van zaken heeft gegeven met betrekking tot verzwegen inkomsten,
dat hij daar beroepsmatig van uit moet gaan. Nergens in zijn verklaringen komt naar voren dat er met
Dos Santos over is gesproken dat er zo wie zo een nader gesprek met de Inspecteur zou komen en dat in
dat gesprek ook andere rekeningen kunnen worden opgebiecht.
In de begeleidende brief van Vanenburg komt nog een belangrijke passage voor. Verwijzend naar de
bedragen van de opgegeven rekeningen vermeldt hij van mening te zijn dat niet alle op deze rekening
gestorte bedragen als voor de inkomstenbelasting belaste inkomsten kunnen worden aangemerkt. Om
die reden verzoekt hij de inspecteur te worden uitgenodigd om in een persoonlijk gesprek een nadere
toelichting hierover te geven. Let wel: hij wenst toe te lichten binnen de marge van de drie rekeningen.
De verdediging trekt dat thans in een ruimer verband. Een verband waarin in een nader gesprek opening
van zaken zou kunnen worden gegeven van alle rekeningen, maar dat het zover nooit is gekomen. Een
volstrekte juridisering achteraf die niet gestoeld is op de feiten noch steun vindt in verklaringen.
Dat Dos Santos nimmer van plan was meer te willen inkeren dan hij heeft gedaan kan ook volgen uit het
bij de behandeling van de preliminaire verweren reeds aangehaalde telefoongesprek van 13 juli 2011
met zijn halfbroer, de toenmalige minister van Financin Jamaloodin.226
Jorge informeert Dos Santos in dat gesprek dat zij (kennelijk opsporingsambtenaren, RC en OM)
al weg zijn en dat zij twee enveloppen hebben meegenomen. Een van Tula en een van Caribbean
Investment. Jorge zegt dan: ik weet het niet, een van Tula zeker, Ramses heeft het mij gezegd.
Ramses heeft het PV (NB Ramses was bij de huiszoeking aanwezig, ovj). Dos Santos reageert
dan: Tula, waar mijn geld is. Nu ga ik het bewegen, ik ga het zeker bewegen.

224

Pv verhoor J.A.M. Isenia dd 19 augustus 2011


Pv van verhoor S.T. Vanenburg dd 28 juli 2011
226
Nummer 5999 5139843 op 13 juli 2011 om 17:46 uur
225

69

Het zij nogmaals gezegd: verdachte Dos Santos trachtte met zijn vermeende inkeer op 11 april 2011 weg
te komen met de vermelding van een deel van zijn gerechtigdheid op binnenlandse- en buitenlandse
vermogensbestanddelen.227
Van een gefaseerde inkeer is geen sprake, als daar al in Curaao de mogelijkheid toe zou zijn geschapen.
Wij verwijzen naar onze opmerkingen in reactie op het gevoerde verweer tot niet-ontvankelijkheid
Dit overziende kan niet worden volgehouden dat hij, Dos Santos, zoals hij verklaart in de
inkeerverklaring, nu bereid is volledige openheid te geven over de onderstaande rubrieken en dat hij
deze gegevens juist en volledig, stellig en zonder voorbehoud heeft verstrekt.
Het laatste te bespreken bestanddeel betreft het gevolg dat uit dit gebruik enig nadeel kon ontstaan.
Wij permitteren ons daarover niet verder uit te wijden.
Wij concluderen dat uw Gerecht tot bewezenverklaring kan komen van het tenlastegelegde valselijk
opmaken van de inkeerverklaring van 11 april 2011 (feit 14) en het opzettelijk gebruik maken van dit
valse stuk ten opzichte van de Inspecteur op 12 april 2011 (feit 14 cumulatief).

4.4
Eerder gevoerd preliminair verweer m.b.t. vrijwillige inkeer
Het verweer eerder gevoerd als preliminair verweer dat het Openbaar Ministerie op onderdelen niet
ontvankelijk moet worden verklaard vanwege het feit dat verdachte alsnog een juiste aangifte doet
voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur of de in artikel 48, tweede lid
bedoelde ambtenaren en personen de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden,
kan naar het oordeel van het Openbaar Ministerie verworpen worden, omdat het zijn weerlegging vindt
in de feiten. Reeds omdat niet gesproken kan worden van een juiste en volledige opgave als aangegeven
in de inkeer verklaring.
Maar ook bij de tijdigheid van de inkeerverklaring heeft het Openbaar Ministerie zijn vraagtekens. Het
ultieme bewijs dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat bedoelde personen met de
onjuistheid in de aangiften bekend waren of zouden worden, valt niet vast te stellen.
Wij verzoeken uw Gerecht bij de beoordeling van dit verweer onze eerdere reactie op het preliminaire
verweer is ogenschouw te nemen.
De omstandigheden waaronder de inkeer is gedaan roepen in dat licht van de vereiste tijdigheid wel
vraagtekens op. Een enkele aanvulling en toelichting nog in dat verband.
Allereerst komt uit het dossier naar voren dat een bevraging aan het MOT is gedaan op 21 februari
2011. Deze bevraging betrof onder andere R.A. dos Santos en familieleden van hem waaronder G.R.M.
Jamaloodin.228

227

RHV aan de VS blz.. 34 ev. Met daarin een letterlijke weergave van het gesprek. Alsmede naar PV 146840, blz..
10 van map 67 zaaksdossier Chinook

70

Uit het verhoor van de heer K. Dambruck229 volgt dat de heer Dambruck in februari 2011 langs moest
komen bij de Minister van Financin de heer Jamaloodin. De Minister vroeg hem of het MOT gedurende
de afgelopen vier maanden gegevens over hem aan het RST had verstrekt in het kader van een
MOTbevraging. Het antwoord van getuige Dambruck was ontkennend.
Het Openbaar Ministerie meent dat dit een juist antwoord was nu het MOT tot op dat moment nog
geen informatie had verstrekt.
Op de vraag op welke wijze en door wie de MinFin genformeerd was over het feit dat het MOT
gegevens over zijn familie aan het RST zou hebben doorgegeven, zegt Dambruck niet te weten van wie
de Minister deze informatie heeft ontvangen. Opvallend is dat de heer Dambruck de vraag beantwoordt
als betrekking hebbende op de familie van Jamaloodin. Terwijl de heer Dambruck in zijn eerste
verklaring nog spreekt over een vraag van Jamaloodin aan hem of het MOT gegevens over hem heeft
verstrekt aan het RST. In een tweede verklaring wordt ingegaan op het gesprek van getuige Dambruck
met de hoofdofficier van justitie op 27 maart 2011 welk gesprek onder andere ging over een bevraging
van het RST van vr maart betreffende de broer van de zittende Minister van Financin. Wij verwijzen
naar de betreffende verklaring en merken op dat het niet anders kan dan dat dit betreft de bevraging
van 21 februari 2011.
Wij wijzen op het feit dat Dambruck in zijn tweede verklaring op enige onjuistheden in het proces
verbaal van de hoofdofficier wijst. Hij zegt dan dat hij in dat gesprek met de hoofdofficier wilde
brainstormen over een vraag van de MinFin betreffende een bevraging over zijn familie waaraan volgens
de MinFin het MOT zou hebben meegewerkt.
Het proces verbaal van de hoofdofficier is bijgevoegd.230 Ook de hoofdofficier van justitie spreekt daarin
over een vraagstelling van de heer Jamaloodin over zijn familie.
Uit deze feiten komt naar het oordeel van het Openbaar Ministerie naar voren dat de Minister van
Financin op de hoogte was van een MOTbevraging op zijn familie. Hij bevraagt hier de heer Dambruck
over in de vorm of er de afgelopen maanden door het MOT gegevens zijn verstrekt aan het RST.
Tevens is het opvallend en veelzeggend dat de doormeldingen van de Windward Island Bank op Sint
Maarten in 2008 betrekking hadden op grote contante geldbedragen die werden afgestort ten gunste
van de rekening van The Caribbean Investment Group Ltd.231 De rekening waarvan Dos Santos melding
maakt in zijn inkeerverzoek. De daaropvolgende vorderingen van de rechter-commissaris bij de
Windward Island Bank hebben vervolgens betrekking op deze rekening en elke andere bankrekening bij
die bank op naam van The Caribbean Investment Group Ltd.232, maar ook op naam van Dos Santos priv
of als gemachtigde.

228

Zie Passaat 52/53, blz.. 81 ev.


Pv van verhoor K.V. Dambruck dd 21 juni 2012, 24 juli, 25 juli en 31 juli 2012
230
Dossier Passaat, 2/3 blz. 48.
231
Methodiekendossier blz.. 707
232
Methodiekendossier blz.. 709 en 716
229

71

Met de bevraging van 21 februari 2011 aan - op dat moment - het MOT Curaao heeft het Openbaar
Ministerie een actualisatie gevraagd van in ieder geval de doormeldingen aan het MOT Nederlandse
Antillen van voor 10-10-2010 op naam van Dos Santos en familie. Daarnaast is op 24 maart 2011 aan
Sint Maarten de uitvoering van rechtshulp gevraagd onder meer met betrekking tot
bankrekeningoverzichten ten name van Caribbean Investment Group Ltd.
Alle verkregen informatie is reden geweest om in het onderzoek de samenwerking te zoeken tussen RST
en BAB/TIO. Daartoe zijn er op 24 en 30 maart 2011 besprekingen geweest tussen medewerkers van
BAB/TIO en RST, waarbij op 30 maart de teamleider TIO en de directeur van SBAB, de heer Casper,
deelgenoot zijn geweest. Op 31 maart heeft de medewerker van BAB/TIO ter verdere uitvoering van de
samenwerking een bezoek gebracht aan het RST. Daarmee staat vast dat de in artikel 48, tweede lid ALL
bedoelde ambtenaren op de hoogte waren van een strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte Dos
Santos.
Voorts achten wij in dit verband van belang de (familierechtelijke) band tussen de Minister van
Financin en verdachte Dos Santos, die naar zeggen van de Minister zijn adviseur was, maar ook de
vriendschappelijke band tussen de Minister van Financin en de heer Casper.
De verdediging heeft vanochtend een interview overlegd dat de Minister van Financien waarschijnlijk op
7 april 2011 heeft gegeven.233 Dat interview zou onder meer de reden zijn dat verdachte Dos Santos tot
zijn inkeerbrief is gekomen. Wij merken op dat Dos Santos op 6 april 2011, een dag eerder dan het
interview, met de heer Vanenburg contact heeft gehad.
Vervolgens wordt vanaf 7 april 2011 door de Minister van Financin maximaal ingezet op een oplossing
in de vorm van de mogelijkheid van eerder gedane onjuiste aangiften in te keren tegen een
belastingtarief van 10% en vindt een versnelde invoering van nog niet afgekondigde wetgeving plaats in
de vorm van een soort pseudo-wetgeving. Getuigen zeggen daarover dat de noodzaak om op dat
moment zulk een aanschrijving over dat onderwerp te geven niet aanwezig was. Een deskundige zal
daar later in een rapport over zeggen dat de Minister van Financin op grond van de ALL niet de
bevoegdheid had om landsverordeningen te wijzigen. Wij verwijzen daartoe naar het rapport van de
heer J.A. Starreveld.234 De betreffende ondertekende aanschrijving wordt op 11 april 2011 om 16.10 uur
op de fax gezet naar alle betrokkenen die aan het tot stand komen van de aanschrijving hebben
meegewerkt. Het is verdachte Dos Santos die bij zijn verzoek de betreffende aanschrijving meestuurt.
Uit al deze feiten en omstandigheden leiden wij af dat verdachte Dos Santos geweten heeft, dan wel
redelijkerwijs moest vermoeden dat de in artikel 48, tweede lid bedoelde ambtenaren de onjuistheid
van de eerder opzettelijk gedane aangiften bekend was of bekend zou worden. Het Openbaar Ministerie
meent dat verdachte Dos Santos niet meer met vrucht een beroep kon doen op deze bepaling nu hij
objectief gezien op het moment van verbetering van een door hem gedane eerdere aangifte
redelijkerwijs moest vermoeden dat de ambtenaren met de onjuistheid of onvolledigheid van die

233
234

Zie ook Passaat eerste Aanvulling.


Rapport Spigthoff, dossier passaat, ordner 50, bijlage 1.

72

aangifte bekend waren of bekend zouden worden. De feiten en omstandigheden zijn in dit geval een
nadere invulling van dit objectieve criterium.
De uiteindelijke wet belastingvoorzieningen 2011 wordt ingevoerd per 1 januari 2012. De betreffende
tijdelijke inkeerregeling is dan vormgegeven in artikel 26A. De beperking van de heffing van
inkomstenbelasting wordt opgenomen in artikel 24, zesde lid van de Landsverordening op de
Inkomstenbelasting. De beperking van de heffing van winstbelasting wordt opgenomen in artikel 15,
zesde lid van de Landsverordening op de winstbelasting. Deze strikte scheiding is geheel juist nu een
belastingplichtige voor de inkomstenbelasting niet ook is een belastingplichtige voor de winstbelasting.
Het is immers de belastingplichtige voor de betreffende belasting die kan inkeren: een natuurlijke
persoon voor de inkomstenbelasting en een vennootschap voor de winstbelasting.
Nu reeds de inkeerverklaring door Dos Santos op 12 april 2011 was ingeleverd bij de Inspecteur en de
inval had plaatsgevonden op 13 juli 2011, bestond er geen mogelijkheid meer ook in te keren voor de
winstbelasting. Daartoe is vervolgens een apart wetgevingstraject bewandeld dat uiteindelijk bij gelijke
wet op 1 januari 2012 in werking is getreden. Wij doelen op artikel 4B van de Landsverordening op de
winstbelasting, luidende:
Winst van een belastingplichtige, wiens aandelen middellijk of onmiddellijk worden gehouden
door een natuurlijke persoon, woonachtig in Curaao, die met toepassing van artikel 26A van de
ALL wordt aangegeven, wordt geacht te zijn opgekomen bij de aandeelhouder natuurlijke
persoon en conform artikel 24 zesde lid van de landsverordening op de inkomstenbelasting bij de
aandeelhouder belast.
De bepaling kan echter niet baten. De betreffende belastingplichtige is immers voor de winstbelasting
de vennootschap en artikel 4B heeft het over de winst van die belastingplichtige die met toepassing van
artikel 26A van de ALL wordt aangegeven. Het is de belastingplichtige voor de winstbelasting - de
vennootschap - die zelf met toepassing van artikel 26A vrijwillig verbeterde aangifte kan doen. Niet de
middellijk of onmiddellijk aandeelhouder.
Op basis van deze gegevens kan het volgende vastgesteld worden:
1) op Sint Maarten is nimmer ingekeerd;
2) in Curaao is niet voor de winstbelasting ingekeerd;
3) in Curaao is voor de inkomstenbelasting een valselijk opgemaakte inkeerverklaring tot stand
gekomen en afgegeven
Het Openbaar Ministerie meent dat het gevoerde verweer van de verdediging tot niet ontvankelijkheid
van het Openbaar Ministerie kan worden verworpen, nu het verweer materieel gezien zijn weerlegging
vindt in het feit dat niet aannemelijk kan worden gemaakt dat alsnog een juiste of volledige aangifte is
gedaan in de zin van artikel 49, derde lid ALL en het verweer formeel zijn weerlegging vindt in de feiten
en omstandigheden die de context weergeven waarin de betreffende inkeerverklaring is opgesteld en
afgegeven.

73

You might also like