ALLERLEI

I.
GEVOELENS
Het gevoel
De emotie
De hoop
De angst
Angst voor de dood

Pl : de gevoelens
>< de wanhoop
Angstig

Angst om te reizen
Angst voor de toekomst
Angst om alleen te zijn
Angst voor spinnen
Faalangst
Spreekangst
De fobie
De jaloezie
Het verdriet
De vreugde
De schaamte
De afschuw
Het schuldgevoel
De woede
De verbazing
Het verwijt
De verrassing
De minachting
De bewondering
Boos
Daar ben ik bang voor
Dat vrees ik echt
Dat kan ik niet verdragen
Ik schrik me dood als
Ik kreeg de schrik van mijn
leven
Ik ben (niet) op mijn gemak
Ik heb er niet van kunnen
slapen
Luisteren naar
Impulsief van aard
Een probleem oplossen
Spijt van iets hebben
Zich afvragen of

Jaloers zijn op
Verdrietig
Vrolijk
beschaamd
woedend
verbaasd
verrast
Minachtig
Bewonderen
Bang zijn voor
Vrezen
Iets verdragen

Op zijn gemak zijn

Een persoon, een liedje

Het probleem
Ik vraag me af of

Houden van
In moeilijke/onzekere tijden
Gelukkig
Opgeven
Beschouwen als
Het weer
Het slechte weer
Ik ben het beu
Ik ben het slechte weer beu
De weersvoorspelling
Slaperig
Lusteloos
De winter
Het gedrag
Depressief
De oorzaak
Snoepen
Binnen blijven
Het humeur = het gemoed
Het verband tussenen
Iets meer dan
Deelnemen aan
De zomerliefhebber
Warm
Zonnig
Genieten van
De wetenschapper
Over het algemeen
Volgens mij
Wat mij betreft,
De maatschappij
Het gezicht
Een invloed hebben op
Iets gebruiken
Regenen
De zon schijnt
Sommige mensen
Vaak
Soms

>< ongelukkig
>< doorzetten

>< het mooie weer

De slaperigheid
De lusteloosheid
>< de zomer
Zich gedragen
>< het gevolg
>< buiten komen
Ons humeur
De deelnemer
>< de zomerhater
>< regenachtig
Ik geniet er niet van
De wetenschappen

De invloed
< schijnen
= dikwijls

Altijd
Nooit
Afhangen van
Meestal
Onderzoeken

De onderzoeker
Het onderzoek

Bestaan

Bewijzen