You are on page 1of 6

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Iris Stokman
Klas
PEH 15 VC
Stageschool Prinses Beatrix
Plaats
Bergeijk
Vak- vormingsgebied: Beeldende vorming
Speelwerkthema / onderwerp:

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Hannie Coppelmans
9 03 2015
1/2
26

Omdat het bijna Pasen is, heb ik ervoor gekozen om een paas knutselwerk te maken. De kinderen gaan een paasmandje maken.
Persoonlijk leerdoel:
Deze les wil ik vooral aandacht gaan besteden aan mijn evaluatie en wil ik gaan werken aan de verwachting die ik van de kinderen heb. Om ervoor te zorgen dat niet
alle kinderen door elkaar gaan praten, spreek ik af dat we allemaal een vinger op steken als we iets willen zeggen. Zo weten de kinderen wat ik van ze verwacht.
Daarnaast wil ik mijn les goed evalueren, om mijn doelen te kunnen controleren.
Lesdoel(en):

Evaluatie van lesdoelen:

-De kinderen maken individueel een paasmandje binnen 20 minuten van


papier doormiddel van vouwen volgens het stappenplan wat ik hen gegeven
heb.
-De kinderen zijn in staat om binnen 20 minuten individueel gebruik te
maken van papier, stiften, scharen, lijm en verf, om het paasmaandje te
kunnen maken en te versieren.
-De kinderen zijn in staat om het paasmandje van de ander te bekijken en
hierover in de groep te communiceren.

Ik laat de kinderen alleen werken, zodat ze zelf creatief bezig kunnen zijn. Het
stappenplan staat niet op papier, maar neem ik mondeling met de kinderen door. Ik geef
aan dat ik het n keer uit zal leggen, zodat de kinderen actief mee zullen doen.
Wanneer er vragen zijn, beantwoord ik die wel, maar ik wil er eerst voorzorgen dat de
kinderen zelf nadenken.
Ik laat de kinderen zelf een mandje knutselen, zodat ze alleen zullen werken met de
materialen die ze nodig hebben. Zo leren ze omgaan met de materialen. Zijn hier vragen
over, dan zal ik ze helpen.
Ik laat de kinderen zelf aan het woord, om te oordelen over het paasmandje. Ik zorg
ervoor dat het gesprek vloeiend zal verlopen. Waar nodig is, zal ik helpen met het
gesprek.

Beginsituatie:
Actuele beginsituatie
Het is een hechte groep en de sfeer is erg goed. De kinderen luisteren naar elkaar en kunnen goed samenwerken en spelen. Er zitten inmiddels 26 kinderen in de klas.
Er zijn er dit jaar 4 bij gekomen en er komen er in April nog 3 bij. In groep 1 zitten 10 kinderen, in groep 2 zitten 13 kinderen en in groep 0 zitten er nu 3, na april zijn er
dat 6. De kinderen van groep 0/1 trekken vaak naar elkaar toe en de kinderen van groep 2. Dit kan ik concluderen door mijn observatie en een gesprek met mijn
mentor. Er zitten momenteel 2 kinderen in de klas die geen Nederlands spreken. Hier moet ik tijdens mijn les rekening mee houden. Tijdens het observeren heb ik
gezien met wie de kinderen uit groep 0 graag samenwerken of spelen. Hier wil ik rekening mee houden, zodat de kinderen uit groep 0 actief mee kunnen doen en zich
op zijn/haar gemak voelt.
Voorkennis
De meeste kinderen weten wat een paasmandje is. Om ervoor te zorgen dat iedereen daadwerkelijk weet wat een paasmandje is heb ik wat fotos meegenomen met
voorbeelden. De materialen die ik ga gebruiken tijdens mijn les zijn voor alle kinderen bekend. Dit heb ik tijdens de andere lessen gezien. Dit zag ik o.a. terug komen
tijdens de weektaak: in de klas hangt een bord, waarop de kinderen kunnen verven. Tijdens de weektaak mogen de kinderen ook een kleurplaat maken, hier mogen ze
stiften voor gebruiken. De kinderen zijn dus bekend met deze materialen. Ik moet goed opletten wanneer de kinderen gebruik gaan maken van een schaar, sommige
kinderen zullen hier nog moeite mee hebben.
Werkvorm
Ik heb ervoor gekozen om de opdracht individueel te laten maken. De kinderen zijn hier mee bekend. Tijdens de weektaak mogen de kinderen zelf kiezen of ze alleen
werken of samen. Tijdens het observeren zie ik veel verschil tussen de kinderen. Het ene kind werk graag alleen, het andere kind graag samen. Ik heb er speciaal voor
gekozen om deze les individueel te laten maken, omdat ik ervoor wil zorgen dat de kinderen zelf actief en creatief bezig zijn. Tijdens het werk mogen ze natuurlijk wel
overleggen met elkaar en elkaar helpen, maar uiteindelijk moeten ze zelf een paasmandje maken. Dit zal voor sommige kinderen lastig zijn, omdat die vaak
samenwerken.

Lesverloop
Tijd
5 min

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Welkom +
Ik verwelkom de kinderen en leg uit wat we
uitleg
vandaag gaan maken. Vandaag gaan we een
paasmandje maken van papier. Eerst vertel ik
de kinderen waarom we een paasmandje gaan
maken, omdat het bijna Pasen is. Daarna leg ik
de kinderen uit dat ik voor groep 1 een
hulpmiddel heb, zodat ze ook actief mee
kunnen knutselen.

Leeractiviteit
Materialen / Organisatie
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren naar mijn uitleg en beantwoorden mijn Kinderen
vragen.

30 min +/-

Kern van de Ik geef de kinderen groep 1 een gekleurd vel,


les.
waarop hulplijntjes staan voor het vouwen. De
kinderen van groep 2 geef ik een leeg gekleurd
vel.
Zelf pak ik ook een gekleurd vel, om de
kinderen uit te leggen hoe we een mandje gaan
maken. Ik doe dit in stapjes met de kinderen.
Wanneer de basis is gemaakt, mogen de
kinderen zelf aan de slag. Ze mogen stiften,
papier en verf gebruiken om het mandje te
versieren. Het is verder een vrije opdracht. Hoe
ze het mandje gaan versieren mogen ze
helemaal zelf weten.
Maken van een mandje:
Stap 1: vouw heb vierkant papier 4x dubbel en
vouw het daarna weer uit (nu heb je dus 16
blokjes).
Stap 2: Knip in het karton ( zie het groenen
lijntje op het papier van groep 1)
Stap 3: Plak de plakrandjes vast aan het papier,
zo krijg je een bakje.
Stap 4: Pak een strook en plak het zo dat je het
bakje kunt vast houden.
Stap 5: versier het mandje zoals jij wilt.
De stappen klinken nu nog wat vaag, daarom
ga ik het mandje samen met de kinderen
maken, zodat de stappen extra duidelijk zullen
zijn.
Ik neem voor de kinderen kleurplaten mee,
zodat ze die uit kunnen knippen en op zijn/haar
mandje kunnen plakken.

De kinderen luisteren naar mijn instructie en doen actief


mee. Wanneer de kinderen vragen hebben, steken ze hun
vinger op. Dit spreek ik af voordat de les begint.
De kinderen zorgen ervoor dat ze niet allemaal door elkaar
gaan praten en dat ze niet te hard gaan praten. Zo kunnen
ze elkaar blijven verstaan, en kunnen de andere kinderen
ook goed werken.

Papier, stiften, lijm en verf.


Knutselen.

1 min

Afronding

Wanneer de mandjes klaar zijn, gaan we alle


mandjes n voor n bekijken. De kinderen
mogen allemaal hun mening geven. Wat vind je
van het mandje en waarom vind je dat?

De kinderen bekijken elkaars mandje en gaan oordelen wat


ze ervan vinden. Ze moeten ook uit kunnen leggen waarom
ze dan iets mooi vinden. Dit zal voor sommige nog moeilijk
zijn, daarom help ik ze wanneer dat nodig is.

Om ervoor te zorgen dat ik al mijn doelen heb


behaald observeer ik tijdens de les goed en
luister ik naar de kinderen wanneer ze hun
mening geven over het werk van hen zelf en
van de ander.

Dit is het idee


voor het
paasmandje.
En de
tekeningen die
de kinderen
kunnen
uitknippen en op
kunnen plakken.
(er komen nog
meer

Communiceren met elkaar.

You might also like