You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Iris
Klas
PEH 15 VC
Stageschool Prinses Beatrix
Plaats
Bergeijk
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp:

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Hannie Coppelmans
21 03 2016
1/2
26

Ik ga een verhaal voorlezen wat gaat over een lieveheersbeestje en twee dieven. Ik ga het met de kinderen hebben over het verhaal en de gevoelens die bij dit verhaal
loskomen. Hoe voelt de hoofdpersoon zich op dit moment, tijdens deze gebeurtenis? Heb jij ook wel eens zon gevoel gehad? Wanneer had je dat gevoel dan? Etc.
Persoonlijk leerdoel:
-Tijdens deze les wil ik ervoor gaan zorgen dat ik duidelijk ben voor de kinderen en ze het verhaal goed begrijpen. Dit wil ik realiseren door tijdens het verhaal
belangrijk punten nadrukkelijk te zeggen en die eventueel te herhalen. Daarnaast wil ik zorgen voor een goede evaluatie, zodat ik nogmaals kan controleren of het
verhaal duidelijk was.
-Ik wil ervoor zorgen dat de kinderen zich op zijn gemak voelen en durven te zeggen wanneer ze een bepaald gevoel hadden, hoe ze met dat gevoel om gingen en hoe
ze zich dan precies voelden. Er moet dan een fijne omgeving zijn. Dit wil ik realiseren door alle verhalen serieus te nemen en hier aandachtig naar te luisteren.
Daarnaast laat ik direct aan de kinderen merken wanneer ik merk dat iemand voor de gek word gehouden of het lastig vindt om zijn gevoelens te uiten. Wanneer hier
vervelend op wordt gereageerd wijs ik die gene daar direct op aan en zorg ik ervoor dat de omgeving weer veilig en fijn voelt.
Lesdoel(en):

Evaluatie van lesdoelen:

-Aan het eind van de les zijn de kinderen in staat om individueel direct het
verhaal te kunnen beschrijven en mijn vragen te kunnen beantwoorden.
-Aan het eind van de les zijn de kinderen in staat om in de groep over
zijn/haar gevoelens te vertellen en hierbij voorbeelden te benoemen.

Nadat ik het verhaal heb voorgelezen, stel ik een aantal vragen aan de kinderen. Ik kies
willekeurig enkele kinderen uit om hierop te antwoorden. Doordat ik willekeurig wat
namen noem, zijn de kinderen extra betrokken. Wanneer ik de feitelijke vragen heb
behandeld, ga ik over op de gevoelens. Dit zal wat moeilijker zijn voor de kinderen,
daarom neem ik hier ook wat meer tijd voor. Om ervoor te zorgen dat de gevoelens bij
kinderen los komen, zal ik ze hierbij helpen. Wanneer iemand vast loopt, noem ik een
voorbeeld wanneer je o.a. zon gevoel kunt hebben. Hierdoor kan een kind zich beter
inleven en makkelijker een moment vinden waarop het kind dat gevoel ook had.

Beginsituatie:
Actuele beginsituatie.
Het is een hechte groep en de sfeer is erg goed. De kinderen luisteren naar elkaar en kunnen goed samenwerken en spelen. Er zitten inmiddels 26 kinderen in de klas.
Er zijn er dit jaar 4 bij gekomen en er komen er in April nog 3 bij. In groep 1 zitten 10 kinderen, in groep 2 zitten 13 kinderen en in groep 0 zitten er nu 3, na april zijn er
dat 6. De kinderen van groep 0/1 trekken vaak naar elkaar toe en de kinderen van groep 2. Dit kan ik concluderen door mijn observatie en een gesprek met mijn
mentor. Er zitten momenteel 2 kinderen in de klas die geen Nederlands spreken. Hier moet ik tijdens mijn les rekening mee houden. Vooral omdat mijn les gaat over
gevoelens tonen en antwoorden op mijn vragen.
Ik heb ervoor gekozen om een boek te kiezen wat gaat over dieren. Het thema is namelijk dieren. De kinderen zullen dus extra betrokken zijn en zullen aandachtig
naar mijn verhaal luisteren. Ze kunnen zich goed verplaatsen in het verhaal, omdat het boek deels realistisch is.
Voorkennis.
Het verhaal wat ik voor ga lezen is vrij realistisch. Het verhaal zou voor een deel echt kunnen gebeuren. De dieren zijn bekend bij de kinderen en de afspraak je mag
niet stelen, is ook bekend. De kinderen weten dat er dieren op de boerderij leven. Dit weet ik, omdat we hier wel eens een gesprek over hebben gehad in de kring. De
kinderen waren enthousiast en konden zo enkele voorbeelden opnoemen van dieren die op een boerderij leven. De kinderen weten over het algemeen welke geluiden
de dieren maken en hoe de dieren eruit zien.
Werkvorm.
De kinderen zijn bekend met de werkvorm die ik heb gekozen. Er wordt wel eens vaker een boek voorgelezen. Hier worden dan ook vragen over gesteld die betrekking
hebben op het verhaal. De vragen die ik ga stellen, zijn dus voor een deel bekend. De vragen over gevoelens nog niet. Hier moet ik dus rekening mee houden. De
kinderen zullen dit lastig vinden en zullen hier meer tijd voor nodig hebben.

Lesverloop
Tijd
2 min

10 min +/-

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Welkom +
Ik verwelkom de kinderen en vertel ze welk
uitleg
boek ik ga voorlezen en waarom ik dit boek heb
gekozen. Ik heb dit boek gekozen omdat het
thema van de groep gaat over dieren.
Daarnaast gaat het over een onderwerp wat
goed moet worden besproken en belangrijk is
voor de kinderen. Je mag niet stelen. Voordat ik
ga beginnen met voorlezen, laat ik de kinderen
weten dat ik na het verhaal vragen gaan stellen
die gaan over het boek. Hierdoor zorg ik ervoor
dat de kinderen nog meer betrokken zijn en nog
meer aandacht zullen hebben.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Begin van
de les.

De kinderen luisteren aandachtig naar mijn verhaal.

Ik lees het verhaal voor en laat daarbij de


bijbehorende plaatjes zien. Tijdens het
voorlezen let ik ook op de kinderen, dat ze goed
mee doen en goed luisteren naar mijn verhaal.

Materialen / Organisatie

De kinderen luisteren naar mij en stellen vragen als dat


Kringgesprek.
nodig is. Wanneer ze een vraag hebben steken ze een hand
op.

Het boek: wat het


lieveheersbeestje hoorde.

10 min

Afronding

Nadat ik het verhaal heb voorgelezen ga ik mijn doelen


controleren. Ik stel de kinderen enkele vragen die gaan
over het boek. Het zijn eerst feitelijke vragen, vervolgens
ga ik het met de kinderen hebben over de gevoelens.
Welke gevoelens kwamen voor in het boek? Heb jij ook
wel eens zon gevoel gehad, etc.?
Deze vragen ga ik met de kinderen bespreken:
1. Waar gaat het verhaal over?
2. Welke dieren kwamen voor in het verhaal?
3. Wat waren de twee mannen van plan in het
busje?
4. Wat voor een geluid maakte het
lieveheersbeestje?
5. Hoe voelde het lieveheersbeestje zich op het
moment dat ze de dieven hoorde praatten?
6. Heb jij ook wel eens zon gevoel gehad, dat je
iets hoorde van een ander wat eigenlijk niemand
mocht weten en niet aardig was voor de ander?
Zo ja, hoe ging je toen met dat gevoel om?
Vertelde je het ook tegen de ander of hield je het
voor jezelf?
7. Hoe voelde de boer zich, toen hij de dieven
ontdekte?
8. Ben jij ook wel eens zo boos geweest? Zo ja, wat
ging je toen doen en waarom was je dan zo
boos? Wat deed je om ervoor te zorgen dat je
niet meer boos was.
9. Hoe voelden de dieren zich, toen ze de dieven
hadden gepakt?
10. Heb jij ook wel eens zon gevoel gehad, dat je zo
blij was voor wat je gedaan had? Zo ja, waarom
en wanneer was dat en hoe voelde je je dan
precies.

De kinderen beantwoorden mijn vragen en


Boek, kringgesprek.
luisteren naar elkaar. Ze luisteren met respect naar
elkaar en zullen geen rare opmerkingen naar
elkaar maken.

You might also like